1 juni

Dag 172

Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet. Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Want Ik ben uit den hemel nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft. En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage. En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

God zal niet verslagen worden, ongeacht wat er plaatsvindt. Hij zal nooit verslagen worden. Toen begonnen vrouwen mensen op aarde te brengen. En God zag door eeuwige genade wie zou worden gered, en Hij riep u. “Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader Hem eerst roept. Niet hij die wil, noch hij die loopt, maar God Die ontferming toont.”

U zegt: “Wel, ik zocht God. Ik zocht God.” Nee, dat deed u helemaal niet, God zocht u. Dat is zoals het in den beginne was.

Het was niet Adam die zei: “O Vader, Vader, ik heb gezondigd. Waar bent U?”

Het was de Vader Die zei: “O Adam, Adam, waar ben je?” Dat is de natuur van een mens. Dat is de trant van een mens. Zo zit hij in elkaar.

“En niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader hem trekt. En alles wat de Vader Mij geeft...” (Halleluja.) “Allen die komen, zal Ik eeuwig leven geven, en Ik zal hem opwekken ten jongste dage.” Wat een gezegende belofte van een God des hemels.

We komen er vanavond op, waar Hij zwoer bij Zichzelf, omdat er niemand groter is. U zweert bij iemand die groter is dan u. Er is niemand groter, dus zwoer God bij Zichzelf. We zullen er toe komen: hoe Hij het deed en wanneer Hij het deed, en een eed zwoer bij Zichzelf dat Hij ons zou opwekken en ons tot Zijn eigen erfdeel maken.

O, hoe volmaakt en wat vast kunnen wij staan deze morgen. Hoe u kunt kijken terwijl de dood u regelrecht in het gezicht staart, en kunnen zeggen als Paulus: “Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning? Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus.” Daar bent u er.

Waarom? “O, u deed zo-en-zo.”

“Ik weet het, maar ik ben bedekt door Zijn bloed.” Halleluja!

“Door één Geest zijn wij allen gedoopt in één lichaam.” U Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, wat u ook bent, we werden gedoopt in één lichaam. En wij hebben gemeenschap en wij zijn burgers van het Koninkrijk van God, belijdend dat wij niet van deze wereld zijn. Mijn dochtertje kwam onlangs en zei: “Papa, dit meisje deed zus-en-zo, en zij deden zus-en-zo en wij gingen naar dat huis en ze deden zus-en-zo.” Ze zei: “Waarom doen wij dat niet?”

Ik zei: “Lieverd, wij zijn niet van die wereld. Zij leven in een wereld voor zichzelf.”

Ze zei: “Maar lopen we niet allemaal op dezelfde grond?”

Ik zei: “Van de wereld, lieverd. Wij zijn niet van die mensen.”

De Bijbel zei: “Kom uit van hen; scheid u af”, spreekt God. Kijk, u bent daar niet van. En wanneer die nieuwe natuur in u komt, dan hoeft u er niet uitgetrokken te worden; u wenst niet terug te gaan zoals Lots vrouw. U bent eenvoudig erbuiten geboren. En u bent in een andere dimensie.

Aanhaling genomen uit de prediking:

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...
English (Engels)