3 december

Dag 338

Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid der ogen, en de grootsheid des levens, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.

---o--O--o---

Ieder mens die is geboren uit de Geest van God versmaadt de wereld. “En indien gij de wereld liefhebt of de dingen van de wereld, is de liefde van God zelfs niet in u.” Dat is wat de Bijbel zei. En de werkelijke pelgrim, op zijn weg, haat eenvoudig de dingen van de wereld. Hij haat mensen te zien drinken. Hij haat het mensen te zien roken. Hij haat het vrouwen op staat te zien met die kleine, vieze kleding aan. Hij haat het om bingo- en kaartfeestjes te zien.

En gisteren, terwijl broeder Wood en ik door de straat kwamen en nog enigen van de mannen... Toen was daar een kleine dame daar in Louisville, die de straat doorkwam, een lieflijk uitziende vrouw, met kleren aan die afschuwelijk waren. Slechts een klein stukje boven de heup en een lintje aan elke kant aan haar heupen gebonden, en een klein nietig rond lapje stof voor haar dat van achteren met een koord was vastgebonden, door de straat lopend. Afschuwelijk! En elke man op de straat keek naar haar. Ik zei: “Zij beseft niet dat ze schuldig is, in Gods ogen, aan het plegen van overspel met elke man die naar haar kijkt op die manier. En zij zal zich moeten verantwoorden op de dag van het oordeel voor het plegen van overspel met die mannen.”

Jezus zei: “Die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar gepleegd.” Dat is waar.

Dus ziet u, broeder Wood zei tegen mij: “Waar schrijft u dat aan toe, broeder Branham?”

Ik zei: “Het is òf gebrek aan geestelijke vermogens, òf bezeten zijn door de duivel.” Er zijn maar twee mogelijke oorzaken. Een waardige reine vrouw zal die dingen niet dragen, tenzij zij door de duivel bezeten is. Dat is de zuivere waarheid.

Nu, een pelgrim die op weg is naar de hemel, leeft in een andere atmosfeer. U hoeft zich er geen zorgen over te maken dat hij naar haar kijkt. Hij zal zijn hoofd omdraaien als hij God in zijn hart heeft, want hij leeft in een atmosfeer die een miljoen mijl van deze dingen verwijderd is. Dat is waar. U wilt niet schuldig zijn aan die rommel in het oordeel. Dus wendt hij zijn hoofd af en zegt: “God, heb genade met die vrouw”, en hij gaat door. Wij zijn op onze reis. Wij zijn op onze reis naar Kanaäns land. Wij zijn op weg naar die eeuwige en gezegende rust die God ons heeft gegeven. En op reis worden we verzocht. We worden verzocht door allerlei soorten dingen, maar toch verzocht zonder te zondigen.

Aanhaling genomen uit de prediking:

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)