7 november
Dag 331
Nu, Goddelijke genezing is iets wat niemand kan doen. Goddelijke genezing is een handeling van geloof in een beëindigd werk dat Christus op Golgotha volbracht. Niemand heeft kracht om te genezen. Zelfs Jezus had geen kracht om te genezen. We weten dat allemaal. Hij zei: “Ik ben het niet Die de werken doet, het is Mijn Vader Die in Mij woont, Hij doet de werken.” Dus als de Zoon van God niet zomaar de kracht had om te genezen, of in Zichzelf: “De Zoon kan niets doen in Zichzelf”, zei Hij. En als Hij geen eer nam voor Zichzelf, dat Hij de zieken genas, hoeveel te meer zou elk persoon in deze dag, of enige dag, moeten afzien van de eer van mensen om te zeggen dat hij de zieken genas. Dat is absoluut een dwaling. Als ik u zou kunnen genezen, zou ik u kunnen redden. Want het is in dezelfde verzoening dat het uiteindelijke werk werd volbracht op Golgotha door onze gezegende Here. En het is uw persoonlijk geloof in het voltooide werk van Christus op Golgotha, wat zowel redding als genezing brengt.
Ik zou dit hierbij willen zeggen: “Hoeveel mensen zijn al gedurende vijf jaar genezen?” Verschillende handen zouden omhoog gaan. “Hoeveel zijn er al gedurende vijfentwintig jaar gered?” Vele handen zouden omhoog gaan. “Hoeveel zijn er gedurende een jaar gered?” Handen zouden omhoog gaan. Nu, op de ene manier was dat juist en op de andere manier was dat fout. U werd niet genezen vijfentwintig jaar geleden, één jaar geleden. Maar u werd genezen en gered negentienhonderd jaar geleden. Toen Jezus stierf op Golgotha, beëindigde Hij het zondevraagstuk èn het ziektevraagstuk. Want daar was het waar Hij verwond werd voor onze overtredingen, met Zijn striemen werden wij genezen, en de hele zaak was op die tijd beëindigd.
En dan, u, uw persoonlijk geloof in dat voleindigde werk, trekt profijt van wat Hij deed voor u op Golgotha. Dus u werd twee duizend jaar geleden gered, maar aanvaardde uw redding vijfentwintig jaar geleden, een uur geleden, vijf minuten geleden. U werd twee duizend jaar geleden genezen en u kunt het precies nu aannemen.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Kunnen wij Jezus zien? 19 juni 1958