26 maart

Dag 105

Alle dingen dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo; want dat is de wet en de profeten.

Op een dag kwam er een groep predikers naar Rhodesia, de boorden achterstevoren, snorretje. Een kleine oude onervaren piloot vloog met mij binnenin een van die tropische stormen, ging toen naar het leek ongeveer twee mijl omhoog de lucht in om zijn as ronddraaiend. We wisten niet of we onder of boven waren; het vliegtuig ging over en over de kop. We wisten niet of het naar beneden ging of omhoog. En tenslotte wierp het ons boven de storm uit. Ik was zo ziek in mijn maag toen we uitstapten!

Een paar van deze predikers, Pinksterpredikers, stapten in een auto en reden me naar Pretoria toe. Ik kwam uit het zuidelijk gedeelte van Rhodesia; en ik ging daar naartoe en ik was ziek, hoe dan ook. En broeder Baxter zat daar, ziek; en Billy Paul, ziek. En hier reden wij dwars door het kampement; dat is de plaats waar de gekleurde mensen verblijven die iets hebben gedaan waardoor zij hun stam moeten verlaten, een zonde in hun stam, en zij gaan daarheen. En zij laten ze niet toe in de stad, dus zij leven daar slechts onder blik of wat zij maar kunnen krijgen, erg vies, enzovoort, dat is waar.

En daar reden zij doorheen en ik zag een bord waarop stond: “Twintig mijl per uur.” En die mannen reden vijfenzestig mijl per uur. Die arme moeders renden naar buiten en grepen die kleintjes, peutertjes, naakt, van de straat; en vanaf ongeveer twee jaar tot vijf of zes; grepen die kleine baasjes en gilden. Hij had er bijna vier van hen tegelijk gedood.

Ik tikte hem op de schouder, ik zei: “Hee! Wat is er met u aan de hand?”

Hij keerde zich om, zei: “Wat zei u?”

Ik zei: “Ik zei ‘Wat is er met u aan de hand?’ Ga langzamer rijden!”

Hij zei: “Wij hebben orders gekregen u daar op tijd te brengen.”

Ik zei: “Ik geef u orders ermee op te houden. Hebt u geen gevoel voor die mensen?”

“Welke mensen?”

Ik zei: “Die kleine baby’s daar waar u bijna overheen reed.”

Hij zei: “Dat zijn Kaffers!”

Ik zei: “Schaamt u! Noemt u zichzelf een Christen?” Ik zei: “Weet u niet dat die moeder evenveel om haar baby geeft, als u het had gedood, als uw moeder om u zou hebben gegeven?” Ik zei: “Zij mag onwetend zijn en ongeschoold, maar de liefde van een moeder roept het uit voor haar kind. U behoort dat helemaal niet te doen. En u noemt zichzelf [een Christen].” Ik zei: “Nog iets, dat bord zei ‘twintig mijl per uur’; mijn Bijbel zei: ‘Geef de keizer wat des keizers is.’” En hij dook in elkaar. Ik zei: “U gaat langzamer rijden, tot twintig mijl per uur en behandelt die mensen alsof ze uw broeder zijn.” Ik zei: “Schaamt u om zoiets dergelijks te doen.” O my, zij wonden zich op tot zij bijna ontploften! Maar het maakte mij niet uit, ik had mijn zegje gezegd; mijn punt. En toen we daar rondtrokken wisten de mensen dat ik vóór hen was, om ze de boodschap van het Evangelie te brengen.

Aanhaling genomen uit de prediking:

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...
English (Engels)