6 mei
Dag 146
Nu, Goddelijke genezing is iets wat niemand kan doen. Goddelijke genezing is een handeling van geloof in een volbracht werk, dat Christus heeft volbracht op Golgotha. Geen mens heeft kracht om te genezen. Zelfs Jezus had geen kracht om te genezen. We weten dat allemaal. Hij zei: “Ik ben het niet Die de werken doet, het is Mijn Vader Die in Mij woont, Hij doet de werken.” Dus de Zoon van God had geen kracht om op goed geluk te genezen, of in Zichzelf: “De Zoon kan niets doen in Zichzelf”, zei Hij. En als Hij er geen aanspraak op maakte de zieken te genezen, hoeveel te meer zou ieder persoon in deze dag, of welke andere dag ook, moeten afzien om eer van mensen aan te nemen door te zeggen dat hij de zieken geneest. Dat is absoluut een dwaling. Als ik u kon genezen, dan kon ik u redden. Want het is in dezelfde verzoening dat het voleindigde werk werd volbracht op Golgotha door onze gezegende Here. En het is uw persoonlijk geloof in het voleindigde werk van Christus op Golgotha dat zowel redding als genezing brengt. Ik zou hier aan toe kunnen voegen: “Hoeveel mensen zijn al vijf jaar genezen?” Vele handen zouden omhoog gaan. “Hoeveel zijn er genezen, of zijn al vijfentwintig jaar gered?” Vele handen zouden omhoog gaan. Hoeveel zijn een jaar gered? Handen zouden omhoog gaan. Nu, enerzijds was dat waar en anderzijds was dat verkeerd. U werd niet vijfentwintig jaar geleden genezen, één jaar geleden, maar u werd negentienhonderd jaar geleden genezen en gered. Toen Jezus stierf op Golgotha, beëindigde Hij het zondevraagstuk en het ziektevraagstuk. Want daar was het waar Hij werd verwond voor onze overtredingen, door Zijn striemen werden wij genezen, en de gehele zaak werd op die tijd beëindigd.
En dan neemt u, uw persoonlijk geloof in dat volbrachte werk, de schadeloosstelling aan van wat Hij voor u deed op Golgotha. Dus u werd tweeduizend jaar geleden gered, maar aanvaardde uw redding vijfentwintig jaar geleden, een uur geleden, vijf minuten geleden. U werd tweeduizend jaar geleden genezen maar u kunt het precies nu aanvaarden.
Dus mijn bediening is nooit zo effectief geweest in de Verenigde Staten, omdat de mensen zijn getraind het op de oude Joodse traditie te doen, van het opleggen van handen op de zieken. Dat was nooit zo voor de heidenen. En het Amerikaanse volk is dat onderwezen: handen leggen op de zieken. Toen Jaïrus’ dochter dood was, zei Jaïrus - een Jood zijnde - tegen Jezus: “Kom, leg Uw hand op mijn dochter en zij zal leven.” Maar toen de zoon van de heiden ziek was, zei hij: “Ik ben niet waardig dat U onder mijn dak komt, spreek slechts het Woord en mijn knecht”, liever, “zal leven.” Jezus keerde Zich naar de Joden en zei: “Ik vind in Israël een dergelijk geloof niet.”
Kijk, de heidense manier is om Zijn Woord aan te nemen. En dit is het Woord van God. En ik geloof dat ieder beetje hiervan Gods Woord is. En ik geloof dat God dingen kan doen die Hij niet in het Woord heeft opgeschreven. Er is meer dan genoeg in voor mij om mee te handelen, eenvoudig wat Hij beloofde. Nu, ik wil niets minder of niets meer, maar ik wil al Zijn beloften, omdat Hij stierf zodat ik ze kon hebben. Dus genezing is een van Zijn beloften.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 5:21-24
- Lukas 8:40-42
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Kunnen wij Jezus zien? 19 juni 1958