23 september

Dag 286

En als zij dat hoorden, voegde Hij daarbij, en zeide een gelijkenis; omdat Hij nabij Jeruzalem was, en omdat zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond zou openbaar worden. Hij zeide dan: Een zeker welgeboren man reisde in een ver gelegen land, om voor zichzelven een koninkrijk te ontvangen, en dan weder te keren. En geroepen hebbende zijn tien dienstknechten, gaf hij hun tien ponden, en zeide tot hen: Doet handeling, totdat ik kome. En zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning zij.
Een knecht geeft rekenschap af over de talenten waarmee hij gehandeld heeft

Merk op. Omdat Hij Zichzelf God had gemaakt (en Hij was God), zeiden zij: “Wij willen niet dat Deze over ons heerst.” Maar nu klinkt vandaag dezelfde oude kreet opnieuw. “De Bijbel is door mensenhanden geschreven”, zeggen zij. “Wij hoeven daar niet naar te leven.” Maar het is Gods Woord; het is God Zelf.

Gisteren sprak ik met een man die zei: “Een of andere man kan die Bijbel wel geschreven hebben.” Ik zei: “Ja, dat klopt. Wij kennen Hem als God.” De Schrift is in een tijdsverloop van ongeveer vierduizend jaar geschreven, helemaal vanaf Job en zo door tot het einde van het Nieuwe Testament; in tussenpozen geschreven van vaak honderden jaren en geschreven door verschillende mensen. En hoewel zij elkaar niet kenden en in verschillende streken van het land woonden, zal toch niet één woord ervan het andere veroordelen. Ik daag een ieder uit onder het bloed van Jezus Christus te komen en op iedere belofte daarin aanspraak te maken. God is verplicht daarvoor zorg te dragen. Maar zij zullen het niet doen. Zij zullen komen en zeggen: “O Here, ik wil iets doen. Geef mij een grote gave. Halleluja, Here. Prijs God. Ik geloof dat ik het heb ontvangen. Halleluja.” Zo zal het nooit gaan. U kunt misschien wel veel psychologie voortbrengen, maar het zal niet werken. God moet de bekering erkennen; dat moet God doen. Wij zouden daar veel meer over kunnen zeggen, maar ik hoop dat u het begrijpt.

Kijk. Maar nu willen zij niet hebben dat het Woord over hen heerst. Ik zeg: “Een ieder van u moet terugkeren; u bent verkeerd gedoopt. U bent in de Katholieke kerk gedoopt.”

“Wie bent u, om ons dat te vertellen?” Dat ben ik niet; het is het Woord. “Maar ik zeg u, wij geloven...” Ik geef er niet om wat u gelooft; het is wat de Bijbel zegt. “Wel, daar hoeven wij toch niet bij te leven.” U moet het wèl doen, anders bent u onder het oordeel van deze Bijbel, want: “Wie er één woord van afneemt of er één aan toevoegt, datzelfde, dat deel, zal uit het boek des levens worden genomen”; of hij nu een prediker is, een geestelijke, of wat hij ook is. U moet onder de heerschappij van dit Woord komen, want het is God. De Bijbel zegt dat het God is. “Wij willen niet dat dit over ons heerst.” Zij nemen hun geloofsbelijdenissen en denominaties en hun stokpaardjes waarin zij geloven, die door concilies van mensen werden aangenomen, en nemen dat in plaats van Gods Woord.


Aanhaling genomen uit de prediking:

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...
English (Engels)