9 oktober
Dag 302
Dat is wat ik altijd heb gezegd tegen deze Volle Evangelie Zakenlieden: “Probeert u nooit predikers te zijn.” De predikers hebben het al moeilijk genoeg om de zaak recht te houden. En dan brengen wij het er vaak slecht vanaf, en om dan uitgerekend een zakenman te nemen die zelfs helemaal niet geroepen is voor het werk. Kijk, als je dat doet, stap je over je grenzen heen.
En u zou hier een les uit kunnen leren. Er zijn veel mensen ergens die vanavond, zelfs in de preekstoel, staan te prediken die daar niet behoorden te zijn, omdat het meer om een maaltijdbon gaat of om populair te zijn onder de mensen, of om iets meer te hebben dan iemand anders, of om iemand te prijzen die je schouderklopjes geeft, of iets dergelijks. Kijk, soms worden ze een priester.
Jezus zei: “Gij eet de huizen van de weduwen op, en verlangt de voorgestoelten, en doet voor de show lange gebeden.” Hij zei: “U zult er alleen maar een zwaarder oordeel door ontvangen.” Zie?
We moeten nooit tot die plaats komen. We moeten ons altijd herinneren dat God wil dat we nederig zijn. De weg omhoog is naar omlaag. Verneder uzelf en u zult verhoogd worden. En als u uzelf verhoogt, zult u worden vernederd.
Nu ontdekken wij dat [Uzzia] probeerde de plaats van een prediker in te nemen, waarvoor hij niet was gekwalificeerd. Toch zegende God hem en was hij een groot man. Hij had zijn koninkrijk versterkt tegenover al de naties van de wereld. Ze brachten hem eerbewijzen en schapen en vee. En hij had herders en wijngaardeniers en, o, van alles. Hij leefde in luxe; toen begon hij opgeblazen te worden.
We ontdekken dat zelfs een kerk, een lokale kerk, nederig kan zijn en een kleine plaats heeft waar men de Here dient met oprechtheid van hart; en laat het eens wat beter met hen gaan, iemand helpt hen en ze krijgen een fijne kerk, of ze proberen het een beetje beter te maken dan die andere op de hoek, en dan loopt de samenkomst met vooruitgestoken borst in het rond. Kijk, we moeten ons herinneren dat dat de verkeerde zaak is.
God vertelde Israël: “Ik vond u in het veld in uw bloed,” en de toestand waarin ze was, “en toen u was opgegroeid en mooi geworden, toen...” keerde ze God de rug toe en speelde ze de rol van een hoer, en nodigde iedereen uit haar te bezoeken. En we zien dat God daar absoluut niet van houdt.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 12:38-40
- Lukas 20:45-47
Aanhaling genomen uit de prediking: