28 oktober

Dag 321

Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet. En vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen. Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie met zich. Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen. Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap. En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen. En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. Doch de wijzen antwoordden, zeggende: Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven. Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open! En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in welke de Zoon des mensen komen zal.
De vijf wijze maagden lopen met gevulde lampen

Let op de tien maagden die uitgingen. Allemaal waren zij maagden. Vijf van hen waren dwaas; vijf hadden olie in hun lampen. Wat is de olie? De Heilige Geest. Zie? Dat is juist. Zij waren allen maagden, leefden goede, reine levens.

U zegt: “Wel, broeder, ik ga niet uit dansen, ik ga niet naar shows.” Dat is slechts de morele zaak. Tenzij er een bovennatuurlijk iets is geweest, niet omdat u juichte, niet omdat u met tongen sprak, niet omdat u op en neer sprong, niet omdat u dit deed, maar er is hierbinnen iets bovennatuurlijks gebeurd wat u veranderd heeft met een verzegelde liefde in God. U bent verankerd. Dat is juist.

“Wel, gelooft u dat niet?” Ik geloof in juichen; ik geloof in al deze dingen, maar dat is niet het antwoord.

De Methodisten dachten dat zij het hadden als zij juichten, maar zij ontdekten dat zij ongelijk hadden. Velen van hen juichten en hadden het niet. De Pinkstermensen kwamen eraan; zij spraken in tongen; zij zeiden: “Wij hebben het”, maar zij ontdekten dat zij ongelijk hadden. Velen van hen spraken in tongen en hadden niets. “Al spreek ik met tongen van mensen en engelen, als ik geen liefde heb, baat het mij niets.” Zij hadden het niet. Dat is juist. Dat is de reden dat de hele wereld er door verleid werd en het andere deed. Dat is het antwoord niet. Geen enkele vleselijke demonstratie of emotie, maar iets wat hier vanbinnen is gebeurd, wat uw hele mening veranderde, uw hele natuur veranderde, u bent bekeerd. Niet u, maar Christus is in u gekomen en bekeerde u. Uw natuur van de oude mens is dood en u bent wedergeboren en u bent een nieuw mens.

Aanhaling genomen uit de prediking:

  • Israël in Egypte   25 maart 1953

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...
English (Engels)