5 december
Dag 359
Nu, na Pasen zien wij dat God de mensen een opdracht gaf: “Ga het vertellen. En als u het vertelt, zal dit u volgen. Ga heen en vertel.” Nu, het doet geen goed, zoals ik al zei, om heen te gaan tenzij u iets te vertellen hebt. En als u de verkeerde boodschap hebt om te vertellen, dan zal het geen enkel goed doen. U moet vertellen wat het geheim is.
Enige tijd geleden las ik in een boek over een kleine jongen die meedeed aan een wedstrijd. En in deze wedstrijd zou hij zichzelf beroemd maken; elke kleine jongen moest het wachtwoord in zijn gedachten houden tot hij bij een zekere plaats kwam, en als hij het wachtwoord zou uitspreken, zou de poortwachter hem doorlaten. Dat was om het IQ van het kind te testen. En als hij tot de plaats kwam en het wachtwoord sprak dat hem gegeven was, zou de poort opengaan en zou hij grote eer verkrijgen.
Eén kleine jongen die erg vlug ter been was en heel goed wist dat hij sneller kon lopen dan de overige jongens in de wedstrijd, tenminste dat dacht hij... Hij oefende dag aan dag in het hardlopen. Hij zoog zijn kleine longen vol, trainde zijn lichaam zodat hij niet moe zou worden als hij liep. En hij oefende hoe hij moest beginnen met zijn voeten om een flinke voorsprong op de andere jongens te krijgen. En hoe hij moest ademen gedurende de tijd dat hij hardliep, zodat hij de zuurstof die in zijn lichaam kwam kon vasthouden om z’n hart te laten pompen, zodat het zijn hart niet te zeer zou vertragen. Hij bestudeerde het vanuit elk gezichtspunt dat hij maar kon.
Op de morgen dat de wedloop begon, stonden er meer dan honderdvijftig kleine jongens van een bepaalde leeftijd opgesteld. Deze kleine jongen was een tamelijk grote jongen voor zijn leeftijd. En hij dacht aan al zijn training. En hij maakte zich gereed. Zij stelden zich op bij de startlijn, plaatsten hun kleine gezichten tegen het touw dat er langs gespannen was, duwden hun kleine neus er tegenaan. Hij had alle regels ervan bestudeerd toen hij zichzelf had voorbereid.
Toen het startschot klonk en de lijn werd verbroken, sprongen de kleine jongens vooruit. En deze kleine knaap was lichamelijk in zo’n goede conditie dat hij een grote voorsprong had op de anderen. Hij liep de baan af met een verschrikkelijke snelheid, goed geoefend, zodat hij elke jongen die in de wedstrijd was kon verslaan. En hij was daar al een tamelijk lange tijd, misschien een minuut of meer, voordat zelfs de beste van de andere renners die plaats bereikte.
Maar bij al zijn lichamelijke training had hij het wachtwoord vergeten. Precies het ding dat hij moest zeggen om hem door de poort te laten gaan, was hij vergeten. Hij ijsbeerde heen en weer en treuzelde en doorzocht zijn herinnering. Hij had zoveel belangstelling gehad voor het natuurlijke, de natuurlijke lichamelijke condities van zijn lichaam, dat hij het voornaamste was vergeten. En een paar jongens bij de lijn, die niet zo snel konden lopen, herinnerden zich het wachtwoord en gingen naar binnen.
Aanhaling genomen uit de prediking: