22 mei

Dag 143

Jezus dan zeide weer tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord. Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden.

---o--O--o---

Toen ik eens in de Oriënt was, leerde ik een grote les. Ik had in Johannes het 10de hoofdstuk, geloof ik, gezien dat Hij zei: “Ik ben de deur van de schaapskooi.” Ik had me dikwijls afgevraagd hoe Hij, die een man was, een deur kon zijn. Maar toen ik daar was, leerde ik wat het betekende. De schaapherders drijven hun schapen de schaapskooi binnen en er is een ronde boog waar ze door heen gaan en wanneer hij ze daar allemaal naar binnen heeft gedreven, dan, nadat ze allemaal binnen zijn, dan telt hij ze; en als er één ontbreekt, zal hij naar buiten gaan om het te halen. Hij moet hem binnen brengen. Ieder schaap moet ieder uur van de dag worden geteld.

O, wat een Herder is Hij! Hij telt ieder uur van de dag ieder schaap na. Het doet er niet toe waar u bent. Hij weet waar u bent. Hij weet alles over u. Daarom kan Hij hier op het podium staan en door toegewijde mensen openbaren en vertellen en spreken; Hij weet het. Hij weet waar u een jaar geleden was. Hij weet waar u gedurende alle tijden bent geweest. Hij moet rekenschap afleggen van Zijn schapen en speciaal nadat ze in de schaapskooi zijn binnen gegaan, moeten ze allemaal opnieuw worden geteld.

Ik dacht: “Wat een prachtig beeld, ze in de schuur bijeen brengen en ze dan tellen.” En dan, wanneer ze allemaal zijn geteld en ze hebben zich neergelegd, dan zet de herder zich neer bij dit gat waar de schapen naar binnen zijn gekomen en legt zich dwars in de opening neer. Dan kan er geen wolf binnen komen, geen dief kan binnen komen, geen kwaad kan binnen komen tenzij het eerst via de herder komt.

Wat een beeld van Christus die Zichzelf voor ons heeft neergelegd, zodat niets ons kwaad kan doen tenzij het via Hem komt. Dus als u ziek bent en u zegt: “Broeder Branham, ziekte is over Hem heen gekomen.” Maar het was voor de glorie van God. Dat is waar. Misschien wil Hij u een getuigenis geven. Zoals eens een man zei die een herder een schaap zag dragen, z’n poot helemaal in het verband; en hij zei: “Wel, wat is er gebeurd? Viel het van een rots af?” Zei: “Nee, ik brak zijn poot.”

“O,” zei hij, “je moet wel een wrede herder zijn om de poot van je eigen schaap te breken.” Zei: ”Nee, het schaap wilde niet naar me luisteren, daarom moest ik haar poot breken zodat ik haar kan dragen, haar verwennen en haar liefde kan geven, haar wat extra fijn voedsel kan geven, zodat ze van me gaat houden en me wil volgen.”

En soms moet God dat ook met ons doen. Laat de dokter zeggen: “O, het is helemaal over; er kan niets meer aan worden gedaan.”

En dan tilt God u in Zijn armen op en klopt u een beetje en zegt: “Kind van Mij, weet je niet dat Ik je lief heb? Weet je niet dat Ik de Here ben die al je krankheden geneest?”

“Maar Here, mij werd geleerd dat de dagen van wonderen voorbij zijn.”

“Daar weet Ik van, maar Ik heb dit juist laten gebeuren om je een kleine gunst te kunnen bewijzen. Nu, zul je Mij niet een beetje meer liefhebben als Ik je gezond laat worden?”

Heeft u dat wel eens gehad, dat dit naar u toe kwam? Dat had ik vele keren. Laat iets gebeuren om mij een beetje naar beneden te drukken, om Zijn liefde aan mij te tonen.

Aanhaling genomen uit de prediking:

  • Herder van de schaapskooi   3 april 1956

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)