26 juni

Dag 178

De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil. Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenstanders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende. Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN blijven in lengte van dagen.

---o--O--o---

Ik wil niet in dit oude pesthuis wonen waarin ik leef. Het pakt iedere ziekte op die er doorheen stroomt. Ik wil er één die niet met handen is gemaakt maar ontworpen door God, dat geen bastaardplant is zoals deze. Ik wil er een die door de handen van God is gemaakt, waar kwalen en ziekten en dood bij vandaan gaan. Nu, wanneer Hij mij wil oproepen, ben ik gereed door de genade van God, gelovend dat wanneer deze aarde tent wordt afgebroken, wij er reeds een wachtende hebben waar we in zullen gaan, die dan niet meer kan sterven. Hoe kunt u zo graag hierin leven? Ik niet. Oh, we zullen hier uit gaan en daar ben ik blij om. Deze oude menselijke valkuil voor kiemen waar we in leven, valkuil van de dood en wat nog meer, met gekreun en pijn erin en ouderdom. En, wel, wie zou in zo’n lichaam willen blijven? Ik ben blij dat er een komt. Wij hebben een lichaam dat voor ons bereid is in de heerlijkheid. En zodra het leven dit oude omhulsel hier verlaat, die eeuwige Geest van God die erin leeft, dan gaat dit op weg naar die tabernakel daarginds, en zal daar voor eeuwig wonen. Waarom zouden we iets willen hebben zoals dit? Jazeker. O, ik ben zo blij dat er een God is die al deze dingen duidelijk heeft gemaakt.

En als we hier naar kijken, zien we dat het slechts een schaduwbeeld is. Wij zijn een schaduw. Ik kijk hier op het podium en zie mensen bewegen, en ik kijk buiten op straat en zie mannen en vrouwen bewegen. Ze hebben leven, maar toch kan het geen echt leven zijn omdat er dood in is. En David zei: “Ik wandel door de vallei van de schaduwen des doods.” Nu, er is zoveel licht nodig om een schaduw te maken. Er moet zoveel licht zijn. Als er totale duisternis is, kan er geen schaduw worden gemaakt. Zie? Er moet zoveel licht in de duisternis zijn om een schaduw te krijgen. Welnu, het hangt er vanaf welke kant u op leunt. Als ik een man zie lopen, een fijn uitziende jongeman; let erop hoe na een paar jaar zijn haar grijs wordt en uitvalt, zijn schouders gaan krommen. Zie een knap jong meisje staan met een zuiver, godvrezend gelaat die God prijst; en ik kom na een paar jaar terug en vind haar met neerhangende schouders twee of drie kinderen ronddragen. Wel, dat toont dat in dat lichaam dood is. Ongeacht hoe gezond het is en hoe lieflijk het eruit ziet, er is nog steeds dood in.

Nu, ik let er op welke kant die geest op gaat. Als het altijd het licht vertegenwoordigt, over het licht spreekt, dan zal het met het licht meegaan. Maar als het zich altijd aan de andere kant bevindt, van de wereld, de dingen van de wereld, wordt beïnvloed door de wereld, dan blijft er niets anders over dan in duisternis te gaan wanneer het sterft; in de buitenste duisternis. Dus u ziet, wat wij zijn, we moeten onthouden dat wat we zijn, we slechts kunnen zijn door de genade van God, en niemand van ons kan daar prat op gaan. We kunnen ons slechts in aanbidding en nederigheid neerbuigen voor God en Hem de lofprijs geven voor Zijn goedheid.

Aanhaling genomen uit de prediking:

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)