26 september

Dag 270

Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd, en een uit de vrije. Maar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de belofte;

---o--O--o---

Hier wordt ons overigens een beeld getoond. Het Zaad begon, het zaad van belofte begon met een vleugje twijfel in de oorspronkelijke belofte. Ziet u hoe het aan de grond begint met twijfel in de oorspronkelijke belofte? God beloofde Abraham dat hij dit kind zou verkrijgen door Sara. Maar let nu op, het eerste zaad van Abraham door de dienstmaagd, kwam doordat Sara twijfelde dat dit kon gebeuren, omdat zij oud was en de tijd van baren gepasseerd was.

Nu, zo begint de gemeente ook. Zo begint het altijd. U begint vanaf de bodem. U begint niet vanaf de top. Een man die een ladder probeert te beklimmen en die probeert bij de top te beginnen, die zal zijn nek breken. U moet beginnen en daarop voortbouwen. En hier zien we het begin van de belofte van God gemanifesteerd worden door een lichtelijk betwijfeld onderbroken programma van God.

Op dezelfde manier begon de zonde in de hof van Eden. Zo begon de dood door de zonde, toen één woord van God verkeerd werd uitgelegd of betwijfeld. U kunt niet één woord van God betwijfelen of misplaatsen dat ZO SPREEKT DE HERE is,elk Woord moet zo zijn.

Sara, een vrouw (wat een type van de gemeente is) betwijfelde het oorspronkelijke programma van Gods beloofde Woord, en zei: “U, Abraham, mijn man, neem deze mooie slavin, en leef met haar, en wees een echtgenoot voor haar. En God zal dit zaad der belofte geven door haar; en ik zal het kind nemen.” Ziet u, door slechts voorbij te gaan aan één kleine jota veranderde het hele programma. Daarom moeten we ieder woord van God nemen als ZO SPREEKT DE HERE. Elk woord van God is waar.

Hier begint het zaad dan in een lichtelijk betwijfelde belofte. Izaäk die het zaad was van de vrije en beloofde vrouw, bracht voort - zoals Paulus hier probeerde uit te leggen in Galaten - hij bracht het natuurlijke, beloofde zaad voort. En hij gaat voort met hier te zeggen dat de kinderen van de dienstmaagd geen erfgenaam kunnen zijn met die van de vrije, omdat het twee verschillende categorieën zijn. Dat is waar. De ongelovige kan geen erfgenaam zijn met de gelovige. Op geen enkele manier.

Daar ligt vandaag het probleem. U kunt een denominatiekuiken niet laten geloven met een arend. Dat kunt u gewoon niet. Daar komen de problemen. U moet elk woord van God geloven. U bent gewoon niet samen erfgenaam; noch zult u zich ermee verenigen. U kunt dat niet doen. U bent noodzakelijkerwijs een arend óf een kuiken.

Het kon geen erfgenaam zijn met Ismaël, het zaad van de dienstmaagd vanwege de twijfel. Sara betwijfelde Gods Woord, dat God bij machte was om het te houden. Let op, Abraham betwijfelde het niet. Sara betwijfelde het. Zij was degene. Niet Adam twijfelde; het was Eva die twijfelde.

Net zomin kan het natuurlijke erfgenaam zijn met het geestelijke. En net zomin kunnen Ismaëls kinderen erfgenaam zijn met Izaäks kinderen, en netzomin kan het vleselijke erfgenaam zijn met het geestelijke.

Aanhaling genomen uit de prediking:

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)