29 september

Dag 273

En het geschiedde, toen zij inkwamen, zo zag hij Eliab aan, en dacht: Zeker, is deze voor de HEERE, Zijn gezalfde. Doch de HEERE zeide tot Samuël: Zie zijn gestalte niet aan, noch de hoogte van zijn gestalte, want Ik heb hem verworpen; want het is niet gelijk de mens ziet; want de mens ziet aan, wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan. Toen riep Isaï Abinadab, en hij deed hem voorbij het aangezicht van Samuël gaan; doch hij zeide: Deze heeft de HEERE ook niet verkoren. Daarna liet Isaï Samma voorbijgaan; doch hij zeide: Deze heeft de HEERE ook niet verkoren. Alzo liet Isaï zijn zeven zonen voorbij het aangezicht van Samuël gaan; doch Samuël zeide tot Isai: De HEERE heeft dezen niet verkoren. Voorts zeide Samuël tot Isaï: Zijn dit al de jongelingen? En hij zeide: De jongste is nog over, en zie, hij weidt de schapen. Samuël nu zeide tot Isaï: Zend heen en laat hem halen; want wij zullen niet rondom aanzitten, totdat hij hier zal gekomen zijn. Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, alsook schoon van ogen en schoon van aanzien; en de HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het.

---o--O--o---

Eens, toen Israël hun eerste koning koos, toen maakten ze een verschrikkelijke fout. Een grote man van twee meter twintig die met kop en schouders boven alles uitstak: Saul!

En hij werd een teruggevallene en bracht schande over Israël. Toen koos God Zelf. En Hij zei tegen Samuël: “Doe wat olie in een kruik en ga naar het huis van Isaï, want Ik zal u laten zien wie Ik heb gekozen.” En toen hij bij het huis van Isaï was aangekomen, was Isaï heel blij. Hij had dus zeven zonen en hij riep de grootste; heel grote, fijne, knap uitziende kerel en zei: “Zal hij er niet mooi uitzien met de koningsmantel om hem heen, met een kroon die bovenop zijn hoofd staat; zou hij er niet als een echte koning uitzien?” Maar toen Samuël de oliekruik pakte en naar hem toe liep om hem tot koning te zalven, zei de Here: “Doe dat niet. Ik heb dat verworpen. Ik heb hem niet gekozen.” En ze brachten een andere naar voren, de één na grootste: God zei: “Deze heb Ik ook niet gekozen.” Dus tot aan de zesde en God weigerde deze ook.

Samuël zei: “Hebt u er niet nog één?”

Hij zei: “O ja, maar dat is slechts een klein, oud garnaaltje, roodachtig knokig kereltje, leeft daar ergens achter in de woestijn en hoedt zijn schapen. Dat zal nooit een koning kunnen worden.”

“Ga hem halen.”

En toen de kleine David binnenkwam met zijn schapenhuidenmantel aan, kleine kromme stok in zijn hand, zijn herdersstaf, toen zei de Heilige Geest: “Ga hem zalven, want hij is Mijn keuze.” Ziet u? God maakt de keuze, omdat God naar het hart kijkt.

Soms denken wij dat het zit in grote kerken met hoge torenspitsen, met orgels die miljoenen dollars hebben gekost; daar zou God in zijn. Niet altijd, dat is niet waar. God kiest een nederig hart. Het maakt me niet uit al is hij zo arm dat hij een overall moet dragen, of dat hij een bedelaar op straat is, als hij nederig is en gewillig om God te geloven, dan zal God hem nemen. Dat is alles wat nodig is. Amen.

Aanhaling genomen uit de prediking:

  • Leven is de Genezer   12 juni 1957

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)