13 november

Dag 318

Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren gedurig opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan. Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die de dienst verrichtten, geen geweten meer zouden hebben van de zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde; Maar nu geschiedt daarin alle jaren weer gedachtenis der zonden. Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneemt.

---o--O--o---

Let op hoe Israël onder het gestorte bloed kwam. Het dier dat naar het altaar werd gebracht, was bij het wasvat gewassen. De zondaar plaatste zijn handen op het lam, dan werd zijn keel doorgesneden. Het bloed werd gesprenkeld en de man ging heen, verzoend door het storten van het bloed. Maar iedere keer dat hij zondigde, moest hij een nieuw lam komen offeren. En één keer per jaar was er een zondoffer. Wie dat overtrad, stierf zonder genade.

Nu, als de zonde twee keer per jaar werd gedaan, dan maakte het niet uit of hij de burgemeester van de stad was, of een koning, wie hij ook was, hij werd zonder pardon gestenigd. Nu wat betreft Christus, het Lam. Als wij eenmaal onze handen op Zijn hoofd hebben gelegd en hebben beleden dat onze zonden verkeerd waren en Hij heeft ons aanvaard, zal het dan niet een zwaardere straf zijn - ondanks de werken der genade – als wij het verbond van het Bloed waarmee wij zijn geheiligd een onwaardige zaak achten?

Maar in die tijd keerde hij terug met hetzelfde gevoel wat hij had toen hij binnenkwam. Nu, dit zou enigen van u broeders een beetje kunnen steken. Luister. Misschien ging hij op weg en vermoordde iemand. Hij vertrok met dezelfde moordlustige geest in zijn hart, hoewel hij was vergeven, al had hij het bloed geofferd.

Maar hij ging weg met dezelfde geest in zijn hart. Mischien had hij overspel gepleegd; hij ging weg met dezelfde geest in zijn hart, want het leven was in het bloed, maar het dierlijk leven zou nimmer het menselijk leven kunnen vervangen.

Maar wanneer een mens eenmaal correct binnenkomt en zijn handen op het hoofd legt, door het geloof in de Here Jezus Christus, en zijn zonden belijdt, dan is het Bloed van Jezus Christus, het leven dat daarin is, God Zelf. En die man – het leven keert naar die man terug nadat hij zijn zonden heeft beleden en Christus heeft aangenomen – dan wordt hij door de doop van de Heilige Geest in gemeenschap met Christus gebracht, en dan is er in zijn hart geen verlangen meer om te zondigen. Amen.

Daarom staat er in Hebreeën: “Want de aanbidder heeft na eenmaal gereinigd te zijn geen besef van zonden meer.” Daar hebt u gemeenschap. De dingen van de wereld zijn dood. U gedenkt ze niet meer. U houdt uzelf voor dood, en uw leven is verborgen in God door Christus, verzegeld door de Heilige Geest. En dan ziet u uit naar de hemelse dingen. Vroeger kon u nauwelijks tien minuten in de kerk zitten. Maar als u echt de Heilige Geest hebt, kunt u dag en nacht in de kerk zitten, want iets in u voedt zich daarop.

Aanhaling genomen uit de prediking:

  • Gemeenschap door de verlossing van het bloed   5 juni 1955

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)