1 december

Dag 336

Het geschiedde nu, toen men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israël, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israël zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb. Antwoord mij, HEERE, antwoord mij; opdat dit volk erkenne, dat Gij, o HEERE, die God zijt, en dat Gij hun hart achterwaarts omgewend hebt. Toen viel het vuur de HEEREN, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op, dat in de groeve was.

---o--O--o---

Zou dat niet wonderbaar zijn vanavond, als iedereen die in die gebedsrij zou komen kon zeggen: “Ik ben een Christen. Ik heb geen veroordeling. Ik weet dat mijn hart mij niet veroordeelt. Iets vertelt mij dat vanavond het einde van mijn lijden gekomen is”? U gaat hier weg met iets. Het hangt er niet vanaf met hoeveel emotie u komt, hoeveel u doet, het zal niet werken totdat dat volmaakte geloof wordt gemanifesteerd en zichzelf in u heeft betuigd, als een vaste grond. En wanneer dat gebeurt, zal niets u ervan kunnen afbrengen.

Als u kanker had en de dokter zei gisteren tegen u dat u voor maandagochtend dood zou zijn (alles van uw hart; uw ademhaling is opgehouden; de kanker heeft u verteerd; uw bloedstroom is volledig verkankerd; wat het ook maar is); en Iets komt met deze vaste grond van dit oorspronkelijke geloof -- perfect geloof is in u een vaste grond geworden -- dan zult u de dokter in zijn gezicht uitlachen.

U zou als de oude Elia zijn, toen hij voor de afgod heen en weer liep en zei: “Waarom roepen jullie niet een beetje luider? Misschien is hij op jacht.” Hij wist wat hij zou gaan doen, want God had hem verteld wat er zou gaan gebeuren. Hij zei: “Laat de God die antwoordt met vuur, God zijn.”

Ze zeiden: “We zullen dat voorstel aannemen.” En ze goten water uit over de altaren. En ze sneden zichzelf en ze deden van alles en riepen: “O Baäl! O Baäl! Antwoord ons!”

Elia was net zo kalm als hij maar zijn kon. Hij zei: “Roep een beetje luider, misschien is hij op jacht. Misschien is hij op een vistocht. Misschien is hij iets anders aan het doen, weet je. Hij is ergens naartoe gegaan.” Hij maakte ze gewoon belachelijk, want hij wist dat het zou gaan gebeuren.

O, let op, toen hij alles in orde had, liep hij naar voren en zei: “Here God van Abraham, Izaäk en van Israël!” Hij noemde hem helemaal niet bij zijn naam Jakob, “bedrieger”. Hij noemde hem Israël, “prins bij God.”

“Here God van Abraham, Izaäk en van die prins (Jakob), laat het heden bekend worden dat ik Uw dienstknecht ben; en ik heb dit gedaan, niet naar mijn verlangen, niet naar mijn idee, maar op Uw bevel heb ik dit gedaan; Uw wil, U zei mij wat ik moest doen. U toonde mij dat deze dingen hier zouden plaatsvinden. Nu, ik heb water over het altaar gegoten. Ik heb al deze dingen overeenkomstig Uw bevel gedaan. Laat het nu bekend worden!” En toen hij dat zei, viel het vuur van de hemel. Hij was er zo van overtuigd dat het zou gaan vallen omdat hij de vaste grond had. Waardoor? Het Woord had het gezegd.

Aanhaling genomen uit de prediking:

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)