10 december

Dag 345

En hij zeide tot Gehazi: Gord uw lenden, en neem mijn staf in uw hand, en ga heen; zo gij iemand vindt, groet hem niet; en zo u iemand groet, antwoord hem niet; en leg mijn staf op het aangezicht van de jongen.

---o--O--o---

Nu geloof ik dat hij het slechts probeerde. Maar hij wist dat God, wat hij ook aanraakte, had gezegend. Begrijpt u het? Hij geloofde dat God het zegende. Daarom zei hij: “God heeft dit gezegend. En als je het op de baby legt, dan geloof ik dat God hem beter zal maken.”

Nu, het deed er niet toe wat zijn geloof was, als het geloof van de vrouw niet hetzelfde was, dan zou het niet werken. Begrijpt u wat ik bedoel? Uw geloof en het geloof van uw herder zijn allebei nodig. U moet ook datzelfde geloof hebben. En als u hetzelfde gelooft wat de man Gods u heeft verteld, dan moet er iets gebeuren. Dus de man Gods geloofde dat hij daar niet heen hoefde te gaan; hij zou alleen de staf er heen sturen. Maar de vrouw zei: “Nee, nee, nee. Ik blijf precies bij u. Ik blijf precies hier totdat ik meer weet.”

Dus toen zei Gehazi: “De jongen is nog niet ontwaakt. Hij is nog dood.”

Ze gingen verder en kwamen op de binnenplaats en zagen al de mensen, iedereen was gekomen en ze jammerden en schreeuwden. Wat een plaats voor geloof. Elisa stond daar, geen visioen, wist niet wat hij moest doen, het enige wat hij kon doen was om zich heen kijken. Daar was de vader aan het huilen, daar waren al de buren, en iedereen ging tekeer. Wel, hij liep om het huis naar zijn kleine oude kamertje, en de vrouw had het kind op zijn bed gelegd; dus hij liet iedereen uit de kamer weggaan en deed de deur achter zich dicht. Ging naar een hoek en knielde neer en begon te bidden. Nadat hij klaar was met bidden, stond hij op, liep over de vloer heen en weer, op en neer, heen en terug, totdat de Geest van God op hem kwam. Toen de Geest van God op hem kwam, moet hij ongetwijfeld een visioen hebben gezien, hij loopt er heen, strekt zich uit boven het kind, zijn neus op diens neus, geen gebed; alleen zijn neus tegen diens neus, lippen tegen zijn lippen, ogen tegen zijn ogen, handen tegen zijn handen, en het kind niesde zeven keer en kwam tot leven. Wat was dat? Dat was die prediker niet. Dat was Christus in Zijn profeet die dat kind weer tot leven bracht. Halleluja.

Oh, toen stond hij daar buiten en zei: “Gehazi, roep de Sunamietische.” Amen.

De vrouw liep naar de deur. Toen ze al die goede dingen had gedaan - een bed voor Elisa had klaar gezet en zijn bed met haar eigen handen had opgemaakt - toen kon ze niet bevroeden dat haar dode baby daar op een dag op zou liggen en dat het lichaam van die profeet, door Christus, die baby weer tot leven terug zou brengen. U weet niet wat er gebeurt als u probeert iets voor een ander te doen. Probeer elkander te helpen. Dat is juist. Zoals brood op het water, het zal op een dag naar u terugkeren.

Aanhaling genomen uit de prediking:

  • Elia   1 maart 1955

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)