18 december

Dag 353

Ziet, dit heb ik gevonden, zegt de prediker, het ene bij het andere, om de sluitrede te vinden; Die mijn ziel nog zoekt, maar ik heb haar niet gevonden: een man uit duizend heb ik gevonden; maar een vrouw onder die allen heb ik niet gevonden.

---o--O--o---

Toen ik een jongeman was, had ik ideeën zoals alle jongemannen. Terwijl ik naar school ging, zou ik die kleine meisjes tegenkomen. Weet u, ik was erg verlegen, weet u. Tenslotte kreeg ik een vriendinnetje, zoals alle kleine jongens, en ik vermoed dat ik een jaar of vijftien was. En o, wat was ze knap. Oh, ze had ogen als een duif en ze had tanden als parels en een nek als een zwaan; en ze was echt knap.

En er was nog een kleine jongen met wie ik bevriend was, dus hij kreeg zijn vaders oude model T-Ford en we maakten een afspraak met onze meisjes. We zouden ze meenemen voor een ritje. We hadden genoeg om een paar liter benzine te betalen. We moesten het achterwiel optillen om hem aan te zwengelen. Ik weet niet of u zich dat nog herinnert of niet, weet je, om hem aan te zwengelen. Maar we kregen hem aan de praat.

Ik had dus een paar stuivers in mijn zak en we stopten bij een kleine plek. Je kon een sandwich met ham krijgen voor een stuiver. En o, ik was dus rijk; ik kon er wel vier kopen. En nadat we de boterhammen hadden gegeten en de cola gedronken, ging ik de flesjes terugbrengen. En tot mijn verbazing, toen ik terugkwam (de vrouwen waren toen pas begonnen weg te vallen van hun vrouwelijkheid), zat daar mijn kleine duif een sigaret te roken.

Wel, toen ik dat knappe kleine meisje zich daar zo bijdehand zag gedragen met die sigaret in haar hand, toen leek me dat te doden, want ik dacht echt dat ik van haar hield. Nu, ik word een vrouwenhater genoemd, u weet dat, omdat ik altijd min of meer tegen vrouwen ben, maar niet tegen u zusters. Ik ben alleen tegen de manier waarop moderne vrouwen handelen. Dat is waar. Goede vrouwen zouden op handen moeten worden gedragen.

Maar ik kan me herinneren dat toen mijn vader zelf destilleerde, dat ik daar buiten bezig was met water en dergelijke, en jonge vrouwen zag die niet ouder waren dan zeventien, achttien jaar oud, met mannen van mijn huidige leeftijd, dronken. En dan moesten ze worden ontnuchterd en men gaf ze zwarte koffie om naar huis te kunnen gaan om het eten voor hun man te koken. O, iets zoals dit zei ik dan, (dat was mijn opmerking toen) : “Ze zijn nog niet eens een goede schone kogel waard om mee doodgeschoten te worden.” Dat is zo. En ik haatte vrouwen. Dat is waar. En ik moet er heel goed op letten dat ik niet precies hetzelfde blijf denken.

Dus, maar nu, een goede vrouw is een juweel in de kroon van een man. Ze zou moeten worden geëerd. Mijn moeder is een vrouw; mijn vrouw is dat; en ze zijn lieflijk. En ik heb duizenden christelijke zusters die ik hogelijk respecteer. Maar als zij kunnen respecteren hoe God hen heeft gemaakt, een moeder en een echte koningin, dan is dat in orde. Zij is een van de beste dingen die God aan een man zou kunnen geven: een vrouw. Afgezien van redding is een vrouw het beste ding, als ze een goede vrouw is. Maar als ze dat niet is, Salomo zei: “Een goede vrouw is een juweel in de kroon van een man, maar een kijfachtige of een die niet goed is, is water in zijn bloed.” En dat is zo, dat is het ergste wat er kan gebeuren. Als u een goede vrouw hebt, broeder, dan zou u haar op z’n allerhoogst moeten respecteren. Dat is waar. Dat behoorde u te doen. En kinderen, als jullie een echte moeder hebben die thuis blijft en voor jullie probeert te zorgen, jullie kleding schoon houdt, je naar school stuurt, je over Jezus vertelt, dan behoor je die lieve oude moeder te eren met alles wat in je is. Je behoort die vrouw te respecteren, (beslist), omdat ze een echte moeder is.

Aanhaling genomen uit de prediking:

  • Levensgeschiedenis   19 april 1959

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)