2 april

Dag 93

De wolf en het lam zullen samen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijs der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn ganse heilige berg, zegt de HEERE.

---o--O--o---

Die grote Stad daar gevestigd. U denkt: “Vijftienhonderd mijlen hoog?” Dat is wat de Bijbel zei. Nu, het zal geen vijftienhonderd mijl loodrecht zijn. Ziet u? We hebben nóg een andere meetkundige vorm, ziet u, waarvan alle zijden gelijk zijn; dat is de piramide.

En de Stad zal waarschijnlijk op ongeveer een zestig graden beginnen. En als ze begint, vijftienhonderd mijlen zo, denkt u even in hoe hoog dat zal zijn, maar ook hoe lang het zal duren om daar te komen. U zult nauwelijks weten dat u de heuvel opwandelt. Want vierentwintighonderd kilometer hoog onder een hoek van zestig graden, dan gaat u ongeveer zó. Ziet u? En de Stad ligt helemaal op deze heuvel. En ze is net zo hoog als ze lang is; en ze is net zo lang als ze breed is. De hoogte maal de lengte maal de breedte, het is gelijk, alle muren zijn gelijk. Een piramide heeft vier muren.

Nu, de muren om de Stad heen zullen tweehonderdzestien voet (± 65 m) hoog zijn, honderdvierenveertig el, en elk ervan is een steen. Denk u die Stad eens in, vrienden. Oh! Wat doen we hier toch in deze hete zaal? Waarom doen we deze dingen? Waarom rijden we zo ver? Waarom zwoegen we zo? Het is elke centimeter van de weg waard.

O, de zware inspanningen op de weg zullen niets schijnen; wanneer ik aan het einde van de weg kom. Dat is waar. En o, wat een tijd zal dat zijn.

En daar zal Jezus op de Troon zitten. En van onderuit de Troon zal de rivier des Levens stromen en van deze vier muren neersijpelen in kleine spleten en in kleine zijtakken en een rivier gaan vormen naar beneden door de Stad. Het zal zo rechtstreeks door de straten lopen en aan iedere kant staan de bomen des Levens die zullen dragen - of die elke dertig dagen hun vrucht zullen veranderen! O, wat een Stad!

En herinner u. God, de Schepper, die de hemelen en aarde geschapen heeft is nu in de heerlijkheid die Stad aan het klaarmaken. Abraham zag ernaar uit. Hij verliet zijn thuis; scheidde zich af van alles wat hem dierbaar was en keek ernaar uit... Waarom? Hij was een profeet. En daar hij een profeet was, was hij verbonden met de Geest en een déél van de Geest. En iets binnenin hem vertelde hem: “Er is een Stad”, en hij begon ernaar uit te zien. Hij zei: “Ik ben een pelgrim, een vreemdeling en ik zie uit naar een Stad wiens Bouwer en Maker God is.” Hij wist dat die Stad ergens was. O, wonderbaar! En ik geloof dat precies in de streek waar hij ernaar uitzag, precies daar in Palestina, dat het daar is waar het zal worden opgericht, want het is op de Berg Sion. Dáár zal ze zijn. Kijk waar ze zich uit zal strekken tot de zee, van zee tot zee. Denk aan die Stad van vijftienhonderd mijl daar op de Berg des Heren. O, dat zou heerlijk zijn!

En de leeuw en het lam zullen samen neerliggen. De leeuw zal stro eten als de jonge os. En de beer zal mak zijn en de wolf zal tam zijn. Wat een tijd zal dat zijn! Niets zal kwetsen of vernietigen, alles zal in vrede en liefde zijn. Daar zal geen ouderdom meer zijn; daar zal geen ziekte meer zijn, geen sterven meer.

Mensen, dit is niet een of ander Sinterklaas-verhaal, een of ander mythisch iets, het staat geschreven in het Woord. En nooit heeft het Woord gefaald. En te bedenken dat dezelfde belofte van... niet destijds in de Bijbelse dagen, maar in deze dag, de dag dat God - heden. Niet één jota heeft er ooit van Zijn Woord gefaald. O, ik ben bestemd voor die Stad. Ik heb Het lief, u niet?

Aanhaling genomen uit de prediking:

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
English (Engels)