Vragen en Antwoorden

Door William Marrion Branham

1 ... Ik ben blij hier vanavond weer in de dienst van onze Here te zijn. En nu, om u allen gelukkig te zien en deze wonderbare oude liederen te zingen, geheel met de Geest vervuld, enzovoort, maakt dat wij ons echt goed voelen.

2 En we zijn blij om te proberen vanavond weer een paar ogenblikken tijd te nemen om een paar vragen te beantwoorden. Wij... Ik nam nogal wat van uw tijd vanmorgen, maar ik hoop dat u de zegen kreeg die ik kreeg door er slechts over te spreken. Het is... Weet u, we hebben heel wat om over te spreken, is het niet? En we hebben een Persoon om over te spreken, dat is onze Here Jezus.

3 Broeder Teddy, als u wilt, blijf hier even een ogenblik. Er werd mij daar verteld dat er een klein ziek kind in het gebouw was.

4 En voordat ik hier aan begin... We hebben Avondmaal, dus willen we niet teveel tijd nemen – en misschien een doop. En ik wil bidden voor diegenen die willen dat er eerst voor hen gebeden wordt...?... wil eerst voor de zieken bidden, voordat ik begin.

5 En nu, als... Teddy, als je wilt, speel dan dit lied, "De grote Heelmeester is nu nabij". En we zullen hier de zieken oproepen om de zegeningen voor hen te vragen. Hoevelen zijn er hier vanavond om voor gebeden te worden? Er waren enigen die wij vanmorgen misten. Zoudt u uw handen op willen steken? ...?... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... en dat getuigenis horen en God prijzen voor al Zijn goedheid. Prijs God uit Wie alle zegeningen vloeien. Is dat juist?

6 Nu, we zullen nu snel met deze getuigenissen beginnen en we zullen proberen (excuseer mij) ... met de vragen. En ik hoop dat God Zijn zegeningen op deze wijze zal uitgieten.

7 En nu, laat mij er niet te lang mee bezig zijn. Broeder Cox, ik zal uw aandacht vragen, van u en de diakenen die op de eerste rij zitten, om mij te stoppen wanneer het ongeveer tijd wordt om ons Avondmaal te houden (ziet u?), omdat ik er te lang mee doorga. Ik zal proberen zo snel te gaan als ik kan. En dan, als ik ze deze zondag niet klaar krijg, zal ik ze de volgende zondag nemen, maar ik zal proberen er vanavond doorheen te komen.

8 Het zijn zulke goede vragen. En ik vertel u, vrienden, als er geen opwekking en dergelijke bezig was, zou ik graag gedurende ongeveer een week alleen maar Bijbelse onderwijzingen houden over Genesis en Exodus en Openbaring, enzovoort, en gewoon een echt goede tijd hebben. Ik houd van diepe Bijbelse vragen en Bijbelse onderwijzingen, zo lang je niet afwijkt naar iets mythisch. Gewoon recht blijven bij het eenvoudige, oude, onvervalste Woord van God. Het zal je er rechtstreeks doorheen brengen. Gelooft u dat niet? In orde.

9 Deze morgen hebben we enige van de mooiste vragen, enige gaan over de honderd vierenveertig duizend, wie zij waren, en welk deel zij zouden zijn; en over de bruid. En o, zoveel dingen, en werkelijk diepe vragen. En ik had er een paar die ik niet klaar kreeg.

10 Nu, vanavond zullen we hier met deze beginnen en de Here vragen om ons te helpen. En nu, wij kunnen de Bijbel niet openen. Wij kunnen hem wel zó openen, maar God is nodig om hem werkelijk voor ons te openen. Wij kunnen de bladzijden omslaan. Maar in het boek Openbaring, toen Johannes keek, zag hij Eén zitten op de troon en daar was... Hij had een boek in Zijn hand. En er was niemand waardig om het boek te nemen of de zegels los te maken of zelfs om er naar te kijken. Niemand in de hemel, niemand op de aarde en niemand beneden de aarde of... nergens was iemand waardig. En hij zag een Lam, zoals het geslacht was vanaf de grondlegging der wereld. En Het kwam en nam het boek uit Zijn hand en opende de zegels; het was Jezus Christus.

11 Nu, ik sprak deze week met een man, een zeer vooraanstaande zakenman in de stad, die met mij sprak over teruggaan naar Afrika en India. Hij zei: "Wel, zij hebben daar zojuist een Britse generaal gedood."

     Ik zei: "Wat heeft dat met mij te maken?"

     Hij zei: "Gaat u daarheen terug waar al dat moorden, die rassenopstand, enzovoort, aan de gang is?"

     Ik zei: "Zeker, daar ben ik nodig, want de Here wil dat ik ga."

     Hij zei: "Wat als zij u doden?"

     Ik zei: "Wel, als God wil dat ik gedood word, zal ik gewoon gedood worden, dat is alles."

     En hij zei: "Tjonge!" Hij zei: "Broeder Branham, u moet zo niet denken. Wel," zei hij, "ik maak mij geen zorgen, ik geloof dat u godsdienstig bent en ik geloof dat u een goed mens bent," zei hij, "maar zij hebben zelfs Jezus Christus gedood."

     Ik zei: "Zeker, het was Gods wil."

     Hij zei: "Wat? Gods wil?" Ik... En die man gaat naar de kerk (en dicht bij de zeventig) ... gaat naar de kerk. Hij staat in het geboorteregister van een fijne kerk en is zo opgegroeid – en wist nooit dat het Gods wil was dat Jezus moest sterven.

12 "Wel," zei ik, "broeder, Hij werd gedood vanaf de grondlegging der wereld, vanaf het eerste begin. Hij werd gedood zelfs voordat Hij naar de aarde kwam." Is dat juist? En dat is Gods Lam, geslacht vanaf de grondlegging der aarde.

13 Laten we even tot Hem spreken voor de vragen. Nu, Vader, we zijn niet waardig, en onbekwaam, beseffen wij, om het boek te openen of ernaar te kijken. Maar laat het Lam nu komen vanavond, Gods Lam, dat geslacht werd vanaf de grondlegging der wereld, en de dingen nemen die van God zijn en ze aan de samenkomst aanbieden. Moge de Heilige Geest deze woorden dragen en mogen zij niet mijn woorden of de woorden van een mens zijn, maar mogen zij Gods Woord zijn voor elk hongerig hart. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

14 De eerste hier (we hebben ze niet verwisseld of zoiets, maar gewoon volgens binnenkomst genomen) schijnt erg goed te zijn. Eerst, hoevelen zijn geïnteresseerd in vragen, laat ons zien uw...? Wel, dat is erg fijn. Zo lang ik het maar weet.

15 Nu. Gaat de mens bij zijn dood onmiddellijk naar de hemel of naar de hel, of wachten zij op het oordeel?

     Dat is een zeer goede vraag. En het getuigt van heel wat goed nadenken, omdat elk mens geïnteresseerd is in wat hij zal zijn nadat dit leven voorbij is. Elk mens heeft daar belang bij. Welnu, wat mij aangaat, ik zou het niet weten. Ik moet het beantwoorden vanuit de Bijbel.

15 Ik geloof dat zojuist een vrouw een rekening van vijftig dollar kreeg voor een internationaal telefoongesprek vanuit Los Angeles, van ongeveer vijfendertig of veertig minuten of langer, die mij probeerde te laten zeggen dat het wettig en juist voor haar was om haar man te verlaten en een andere man te trouwen. Ik wilde het niet doen. Nee! Ik zei: "Beslist niet!"

     Ze zei: "Wel, mijn man is een zondaar en deze man is een Christen."

16 Ik zei: "Dat heeft er niets mee te maken. U zult beslist in overspel zijn."

     Zij zei: "Wel, ik ben een tuberculose-geval en het leven is voor mij nutteloos als ik deze man niet mag hebben."

17 Ik zei: "U bent gewoon smoorverliefd en niet in de liefde, omdat u het niet zou kunnen zijn, dat is alles, omdat dat uw man is. En u hebt u door een eed verbonden met hem te leven totdat de dood u scheidt. Al het andere daarnaast is overspel." En ze bleef maar aanhouden. Ik zei: "Dame, het heeft geen nut..."

     Ze zei: "Als u mij alleen maar vertelt dat het in orde is."

     Ik zei: "Ik zou het niet willen doen." Ik zei: "Ik ben..."

     Ze zei: "Wel, broeder Branham, we hebben zoveel vertrouwen in u."

18 Ik zei: "Luister dan naar wat ik u probeer te vertellen. Ik vertel u de waarheid, want ik kan niets anders zeggen dan wat God zei." God zei dat het waar is, dus dan is het precies zo. Zie? Ik zei: "Zo wordt het verondersteld te zijn en zo moet het zijn."

19 En nu, zo willen wij met deze vragen omgaan. Nu, er wordt altijd gedacht... Nu, u beseft hier in dit handjevol mensen vanavond, dat er waarschijnlijk allerlei verschillende ideeën zijn, en wij denken dat ze allemaal goed zijn. Uw idee is goed en het is een... Maar nu, wat we doen, we moeten iemand hebben... Net zoals ganzen, bijen, eenden en alles, alles heeft een leider. Als de bijenkoningin sterft weet u wat er gebeurt. Als de leider van de eenden sterft moeten ze een ander nemen. Zij moeten gewoon een leider hebben.

20 En de mens moet een leider hebben, en die leider is de Heilige Geest. En de Heilige Geest plaatst in de gemeente ten eerste apostelen, daarna profeten, enzovoort.

21 Niet lang geleden zei iemand: "Wel, broeder Branham, wij hebben niemand nodig om ons te leren. Als de Heilige Geest komt hebben we niemand nodig om ons te leren." Hij zei: "De Bijbel zegt dat je niet geleerd behoeft te worden."

     Ik zei: "Waarom plaatste diezelfde Heilige Geest dan leraars in de gemeente?" Ziet u? Hij zette de gemeente op orde. Wij moeten leraars hebben. Zo is het.

22 Maar u moet niet iemand hebben... Behoeft u niet te leren door te zeggen: "Gij zult geen overspel bedrijven; gij zult niet vloeken en... nemen..." U weet dat al. Uw geweten van de Heilige Geest vertelt u dat het verkeerd is om dat te doen.

23 Maar nu zover het de Schriftuurlijke leer betreft is er een door de Heilige Geest gezalfde nodig. Dat is juist. En God heeft de gemeente op orde gezet door apostelen en profeten, en gaven van genezing en wonderen, enzovoort. Hij zette de gemeente op orde en plaatste de leraars, enzovoort, er in om leiding te geven en Zijn gemeente te besturen. En vanmorgen, zoals we zeiden, beweegt Jezus over de aarde als Zijn lichaam... En zoals Zijn lichaam beweegt, is het net als een schaduw die naar de aarde weerkaatst. Het zal mee bewegen.

24 Nu, veel mensen... De Adventisten geloven dat als een mens sterft, hij het graf ingaat en daar blijft. Ziel, lichaam en al het andere, blijven tot de opstanding. En hun... Zij noemen dat "zielenslaap". Wel, dat is goed. Het is in orde zolang zij Jezus Christus geloven en wederom geboren zijn, dan zal dat hen niet schaden. Maar nu, overeenkomstig de Schriften, wanneer een persoon sterft, als hij een Christen is, als hij wederom geboren is, vervuld met de Heilige Geest, dan zal hij nooit in het oordeel van God hoeven staan. Ziet u? Hij gaat rechtstreeks naar de tegenwoordigheid van God. En hij zal nooit in het oordeel hoeven staan, omdat hij al... Zie?

25 Ik hoef niet te staan voor wat Christus voor mij deed. Nu, ik was een zondaar, maar het oordeel van Christus... Hier is de hele zaak in een paar woorden. God zei: "De dag dat u daarvan eet, op die dag sterft u." Dat stelde het vast.

26 Nu, God moet Zijn Woord houden. Hij kan niets anders doen dan Zijn Woord houden, omdat Hij God is. Wel dan, Hij kan niet... Dan, Hij... U bent van God gescheiden. En voorts, u bent geboren in zonde, in ongerechtigheid ontvangen, kwam leugen sprekend in de wereld. Dus toen u werd geboren was u een zondaar van nature. Dus is er niets ter wereld wat u er aan kunt doen. Er is niets dat ik zou kunnen doen om mijzelf te redden of u om uzelf te redden. Het is wat Christus voor ons deed in God, of wat God voor ons deed in Christus. Zie? Het is niet zo of ik dit denk of dit doe, het is of Híj dat deed.

27 Welnu, we zijn in Hem. Vervolgens doorstond Hij Gods oordeel; Hij nam het oordeel op Zich. En Hij die onschuldig was aan de zonde, die geen zonde kende, werd toch voor ons tot zonde gemaakt. Dus zo lang u in Christus bent, bent u vrij van het oordeel. "Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbij gaan." Dat is het. Het bloed dat maakt u vrij.

28 Nu, de zondaar nooit... De zondaar moet zich aan het oordeel onderwerpen. En er zal geen ander oordeel zijn. Het is net als een cirkel of een regenboog van het bloed van Christus rondom de wereld. Zolang u hier in bent... Als God naar de aarde zou kijken in haar toestand vanavond, op enige andere wijze dan door het bloed van Christus, zou Hij haar in één seconde vernietigen. Hij zou het moeten doen. Hij zou het beslist moeten doen. Daar komen de oordelen uit.

29 Nu, zolang een mens hier onder is maakt het niet uit of hij een dronkaard is of een gokker of een verschrikkelijke ongelovige, de barmhartigheden van God brengen toch verzoening voor hem. En een vrouw – zij mag zijn wat ze ook maar mag zijn, een prostituée of wat dan ook, het bloed van Jezus Christus brengt nog steeds verzoening voor haar. Maar zodra haar ziel dit lichaam verlaat en zij daarginds heengaat, is zij van genade overgegaan in het oordeel. God heeft haar al geoordeeld. Dat stelt het vast. Het is afgelopen met haar. Zij is geoordeeld. Zij is geoordeeld.

30 U oordeelt uzelf door de wijze waarop u handelt met Gods verzoening voor uw zonden. Zie? U oordeelt uzelf. U waardeert het gewoon niet genoeg dat Hij u wil vergeven. Zie? Als u denkt dat Hij u zal vergeven, belijd dan uw fouten en Hij zal u vergeven.

31 Dan door één Geest (let op) worden wij allen gedoopt in één lichaam. En zoals dat lichaam werd opgewekt door God, opgewekt uit de dood, gerechtvaardigd, zittend aan Zijn rechterhand in kracht en majesteit in de hemel, zo zullen zij die dood zijn in Christus, die in Christus zijn en vrij van het oordeel, naar voren komen in de opstanding.

32 Nu. Maar wanneer we nu sterven – als wij nu sterven, gaan wij direct in de tegenwoordigheid van de Almachtige God in een hemels lichaam. Als ik broeder Neville daarboven zou ontmoeten, als wij nu beiden zouden sterven, zou ik hem binnen een uur ontmoeten en ik zou zeggen: "Goede dag, broeder Neville", met hem praten. Ik zou niet zijn hand kunnen schudden, hij is in een hemels lichaam. Ik zou tot hem kunnen spreken, hij zou er gewoon uitzien zoals daar. Ik zou er uitzien zoals nu. Maar wij zouden wel met elkaar kunnen spreken, maar we zouden elkaar niet kunnen aanraken omdat we geen enkele van de vijf zintuigen van zien, smaken, voelen, ruiken en horen hebben. Zie? Maar we zouden onsterfelijk zijn en we zouden elkaar kunnen zien. We zouden leven in de gezegende sferen bij het altaar van God. Weet u niet dat Johannes de zielen onder het altaar zag roepen: "Hoe lang, Here, hoe lang" om naar de aarde terug te komen om bekleed te worden?

33 Dan, als Jezus, die nu in ons is in de vorm van de Heilige Geest, als Zijn hemels lichaam, de Heilige Geest, terugkeert met het verheerlijkte lichaam, zullen wij met Hem verheerlijkt worden en in Zijn gelijkenis zijn. Ziet u wat ik bedoel? Dan zal ik zijn hand schudden en zeggen: "Hier is het, broeder Neville." Dan zullen wij...

34 Kijk, Jezus vertelde Zijn discipelen... Terwijl zij hun avondmaal namen, zei Hij: "Ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok eten totdat Ik hem opnieuw zal eten en drinken met u in het Koninkrijk van Mijn Vader." Is dat juist? Zie? Daar is het. Dus wij... Als de dode sterft... Een gerechtvaardigd persoon die staat in de tegenwoordigheid van God, gaat Zijn tegenwoordigheid in als een onsterfelijk wezen en leeft in de gezegende sferen van vrede tot de dag dat hij terugkeert.

35 Nu, er was een tijd dat de mensen niet de tegenwoordigheid van God ingingen als zij stierven, de rechtvaardigen. Dat was in het Oude Testament. Zij gingen een plaats in genaamd Paradijs en daar wachtten de zielen van de rechtvaardigen in het Paradijs. Maar het Paradijs was een plaats waar God de zielen in bewaarde als een droomland, totdat het bloed van Jezus Christus vergoten werd, want het bloed van stieren en bokken zou de zonde niet wegnemen, het bedekte alleen de zonde. Maar Jezus' bloed neemt de zonde weg.

36 U merkt op, dat toen Hij stierf op Golgotha... En bij Zijn terugkeer bracht Hij uit het graf die dode heiligen mee die gestorven waren onder de verzoening van het bloed van stieren en bokken en vaarzen. En zij kwamen in de stad (Oh!) en verschenen aan velen. Wat een mooi beeld! O, als wij het eventjes zouden kunnen schilderen. Kijk naar Jezus toen Hij stierf.

37 Zoals ik hier dikwijls heb gezegd, ik geloof in de gemeente hier, dat er hier iets is als een rol waarin sterfelijke wezens leven. En iedereen is in deze grote opeenhoping van schuld, van zwartheid en duisternis. Stervelingen leven hier in. Nu, ze worden òf beïnvloed door deze kant òf door die kant. U kunt hier geen geestelijk wezen zijn, zondaar of heilige, zonder onder invloed te staan van de onderwereld of van de bovenwereld. Als u híerdoor wordt beïnvloed, bent u van boven. Uw hemels lichaam wacht u hier op. Maar als u slecht bent en huichelachtig en onverschillig, is uw hemels lichaam hier beneden, ongeacht hoezeer u denkt dat het daar boven is, omdat de vrucht die u draagt voor mensen, bewijst waar u vandaan komt. U bent hier wat u ergens anders bent. Uw leven dat u hier leeft, weerkaatst wat uw erfenis is als u hier weggaat. Begrijpt u het?

38 Wij zijn juist nu – o, als ik daar aan denk – wij zijn reeds nu verheerlijkt in de tegenwoordigheid van God, wederom geboren gelovigen. "Want als deze aardse tabernakel wordt afgebroken, hebben wij er al één wachtend in de heerlijkheid." Niet ergens anders, ginds nu reeds wachtend. En deze aardse lichamen zuchten om overkleed te worden met die onsterfelijkheid. Is dat juist? Ziekte en kwalen en pijnen en teleurstellingen en hartzeer en... O! Ik zal blij zijn als het oude pesthuis gesloten wordt, u niet? Beslist. We gaan naar huis. Zo is het.

39 Wij zuchten om overkleed te worden, de Geest zucht. O, wanneer u kijkt en al de moeite rondom u heen ziet, heel het samenraapsel van stank en zonde en sterfelijk leven en bedrog en alles, dan denk ik: "O God, hoeveel langer zal het duren?"

40 Eén dezer dagen zal ik mijn laatste prediking prediken, zal ik de Bijbel zo neerleggen en naar huis gaan. O, wat een tijd zal dat zijn. En als deze aardse tabernakel hier beëindigd is, zal het geen seconde duren of ik zal in die gindse tabernakel zijn, en u ook. Oh, geen wonder dat zij zeiden:

     Dit kleed van vlees zal ik laten vallen

     En opstaan en de eeuwige kroon grijpen;

     En juichen, terwijl ik door de lucht ga... (Zeker, doorgaand naar boven.)

41 Nu, waar is dat? Wanneer hebben wij het? Nu! "Die Hij heeft gerechtvaardigd, heeft Hij ook verheerlijkt." En beseft u dat ons verheerlijkt, onsterfelijk lichaam wacht in de tegenwoordigheid van Jezus Christus nu op dit moment, dat het wacht totdat wij komen?

42 Weet u dat een baby die wordt verwekt in deze aarde, voordat hij gebaard is, leven heeft? Maar hij is nog niet gebaard. En meteen zodra hij wordt geboren... Zijn longen zijn nog helemaal gesloten en hij is dood. Zijn spieren trillen en trekken. Maar meteen bij een klein tikje of twee [Broeder Branham illustreert het – Vert], dan zal hij gaan adem halen. Wat is er aan de hand? Zodra dat natuurlijke lichaam gevormd wordt in de moeder, wacht er een geestelijk lichaam om het te ontvangen zodra die baby geboren wordt.

43 En net zo zeker als dit geestelijke lichaam geboren is, wacht er een natuurlijk lichaam om het te ontvangen zodra het uit deze wereld heengaat. Zie? Vice versa, rechtstreeks weer terug naar Eden (zie?), gewoon regelrecht terug.

44 Nu, wat dit betreft, God... Wel dat slaat gewoon de hele prikkel uit de dood die er is. Geen wonder dat Paulus daar kon staan en zeggen: "Dood waar is uw prikkel? Graf waar is uw overwinning?" Hij zei: "Dank zij God, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus." Ja, vrienden! Als deze aardse tabernakel ontbonden wordt, hebben wij er al één die wacht, dus vergeet het gewoon.

45 Nu tot u, vriend, als u een zondaar bent die dit vroeg, God zij u genadig. Beslist! U bent nu niet alleen onder veroordeling, niet hier, nee! U zult voorspoed hebben en doorgaan. En dat is alles door de barmhartigheden van God. Dat is alles door de barmhartigheden van God, dat u voorspoed hebt en doet wat u doet. Dat is waar. Maar als u een zondaar bent en uw ziel wegglipt, zal zij een dezer dagen ginds in het oordeel gaan en veroordeeld worden. En dan zult u weggeworpen worden en u zult in de hel zijn tot de dag dat u weer naar deze aarde gebracht zult worden. En u zult een onsterfelijk lichaam ontvangen, een onsterfelijk lichaam dat niet kan sterven en zult weggeworpen worden in de buitenste duisternis waar wening, weeklagen en knersing der tanden zullen zijn. U zult in de hel worden geworpen waar de worm nooit sterft of het vuur nooit uitgeblust wordt, en u in alle toekomstige eeuwen gekweld zult worden. Jezus zei dat. Dat is een zwart beeld, maar dat zei de Bijbel.

46 Als God de zonde zo veroordeelde en het zo'n prijs had gekost, wat zal het zijn als die onrechtvaardige geesten ooit weer losgemaakt zouden kunnen worden? We zouden weer zoiets hebben als wat wij in de laatste zesduizend jaar hebben gehad. Is dat juist? Er zal nooit meer een gelegenheid zijn.

47 Nu, u zegt: "Wel, ik geloof dat wanneer u naar het graf gaat, u naar de hel gaat." Uw lichaam gaat naar de hel, dat is juist. Hel betekent afscheiding. Dood betekent "afscheiding". Uw lichaam sterft, neemt afscheid. U gaat weg van uw geliefden hier, maar daar spreken wij niet over. "Het is de mens eenmaal gezet om te sterven en daarna het oordeel." Zie?

48 Nu, als u bent – als u het oordeel van God moet doorstaan, zult u geoordeeld worden door een toornig God. En God zal – heeft al uitgesproken wat Hij zou gaan doen. Dus u weet wat uw oordeel zal zijn voordat u daar zelfs komt. Dus wat u moet doen is gered worden en dit verheerlijkte wezen hebben...

49 Kijk. Als ik moet... als mijn geest... Kijk, we zijn niet iets wat dood is; we zijn levend. Als mijn... als deze lessenaar hier, als deze plank die dood is het leven in zich had dat in mijn vinger is, en hij had verstand om zich te bewegen, kon hij bewegen zoals mijn vinger beweegt. Wij zijn niet gemaakt van dat soort materiaal. Wij zijn gemaakt van cellen en van leven en van vezel; en er is een geest hier die het alles controleert. En zie gewoon hoe snel het moet reizen. Zie hier; mijn hand raakt dat aan. Nu, zodra... Er moet een negatieve en een positieve reactie zijn. Zodra mijn vinger dat aanraakt, voelt hij dat. Dat gaat snel naar mijn verstand en mijn verstand zegt: "Dat is koud", en zal terugtrekken. Zie hoe snel dat is? Vlugger dan een gedachte, sneller dan iets is de handeling daar. Wat is het? Er is daar iets levends in en die zenuw werkt op het verstand. Ziet u wat ik bedoel? De zenuw raakt het aan, voelt het en zegt tegen het verstand: "Het is koud." Het verstand zegt dat het koud is omdat het door de zenuw gevoeld wordt. Oh! Over een constructie gesproken!

50 En dan, dat alles... Hoe snel kent God iedere gedachte waar wij aan denken. Alles wat wij doen, Hij weet ervan.

     Dus als een gelovige sterft gaat hij in de tegenwoordigheid van zijn Maker, zijn God. En als de zondaar sterft gaat hij naar zijn bestemming. Dan bij de terugkeer... Ik spreek nu over de uitverkorenen.

51 Maar er zijn sommigen die op zullen komen in de tweede opstanding, die in het oordeel zullen moeten staan met de zondaar om met hem geoordeeld te worden. Ik wil er zeker van zijn dat u dat begrijpt. Zie?

52 Nu, er zullen zijn... Het eerste wat zal plaats vinden zal het komen van de bruid zijn. Er zullen mensen zijn in de wereld... ik... U zou hierover wat kunnen verschillen, maar luister aandachtig. Alleen omdat u Christus als persoonlijke Verlosser hebt aangenomen betekent niet dat u in de opname zult zijn. Dat is voor de uitverkorenen, die zullen in de opname gaan. Er zal hier op aarde een overblijfsel achterblijven dat door de vervolging en de grote verdrukking zal gaan. De gemeente zal in de opname opgenomen worden.

53 Hoeveel vrouwen hier weten niet dat wanneer je een lap stof afknipt, je de stof zo uitlegt en je patroon er zo oplegt en dat je de stof precies volgens het patroon afknipt. Is dat juist? En de rest van de stof is precies van dezelfde stof als die binnen het patroon ligt. Is dat juist? Maar dit is de soort die u neemt. U zou de rest weg kunnen leggen voor verder gebruik, maar de stof die u uitknipt van...

54 Nu, wie legt het patroon neer? God, door uitverkiezing. Amen! God legt door uitverkiezing het patroon neer. Hij zei "Nu. Ik heb uitverkozen vóór de grondlegging der wereld... Ik plaats deze..." Wel, Jezus vertelde de discipelen dat Hij met hen was en hen uitverkoren had en hen kende voordat de grondlegging der wereld ooit gelegd was. Is dat juist? Dus God legt het patroon neer. Nu, er zal een uitverkorene zijn die in de opname zal gaan en er zal een groep mensen zijn die goed zijn, oprecht, heilig levend, door God geredde mensen, die niet in de opname zullen zijn; en zij zullen komen in de tweede opstanding, omdat...

55 O, ik hoop dat u niet boos op mij wordt als ik hier even iets heel duidelijk voor u maak. Zie? Wordt niet boos. Ik moet het zeggen omdat ik – ik word gewoon telkens gedrongen om het te zeggen. Kijk. Nu kijk. Ik zal dit zeggen. Er zijn mensen die geloven in rechtvaardiging door geloof en zij leven een goed, rein, heilig leven; zij geloven ook in heiligmaking. Herhaal...

56 Kijk naar Judas Iskariot. Judas Iskariot was gerechtvaardigd toen hij geloofde in de Here Jezus Christus en Hem aanvaardde als Zijn persoonlijke Redder – Judas Iskariot. Judas Iskariot was geheiligd in Johannes 17:17 en hem werd macht gegeven in Mattheüs 10 om uit te gaan en duivelen uit te werpen. En Judas Iskariot kwam terug nadat hij de zieken had genezen en duivelen had uitgeworpen en hij kwam terug, zich verblijdend en juichend, net zo goed als elke goede heilige roller die u ooit zag. Is dat juist? De Bijbel zegt het. Maar toen hij tot Pinksteren kwam bekende hij kleur. Nu, let op die geest.

57 Er zijn mensen in de wereld vandaag, goede Christelijke mensen, die geloven in rechtvaardiging, velen van hen, duizenden, miljoenen geloven in rechtvaardiging. Maar zij hebben niets te maken met heiliging. Laten we zeggen dat het Presbyterianen, Episcopalen, enzovoort, zijn. Zij geloven in rechtvaardiging; prediken het. En het is goed; ze hebben gelijk.

58 Maar nu de Nazareners, de Pelgrim Heiligheidsmensen, de Vrije Methodisten, die zijn verder gekomen tot heiliging. Zij geloven in heiliging. Correct! Ze hebben gelijk. En ze hebben overwinning en juichen en prijzen de Here. Ze zijn correct; ze hebben gelijk. Maar spreek eens tot een van hen over de doop van de Heilige Geest en de kracht en tekenen en wonderen, ze zullen precies daar kleur bekennen en zeggen: "Ik wil daar niets van weten. Ik geloof niet..." Wel, zelfs mijn goede Nazarener-mensen geloven dat een mens die in tongen spreekt van de duivel is. Wel, broeder, u die dat doet, u...

59 Ze zetten Dr. Reedhead uit de Soedan Zending, waarvan hij voorzitter was, omdat hij in tongen sprak. Ze zeiden: "Dat kunnen wij niet hebben."

60 Ik zei: "U kunt dan niet prediken als Paulus. U kunt het Evangelie van Paulus niet aanvaarden want Paulus zei: 'Verhinder niet in tongen te spreken.'" Dat is juist. Maar zij zeggen dat het van de duivel is. Ze hebben heel wat namaak gezien en bezien alles door dezelfde bril. Maar er is een gerechtvaardigde en geheiligde gemeente; maar zij ontkennen dat de doop van de Heilige Geest een ander werk is dan heiligmaking. Maar het is een ander werk. Dat is het beslist.

61 Er waren drie elementen die uit het lichaam van Christus kwamen. En dezelfde elementen die uit Zijn lichaam kwamen zijn de zaken die wij gebruiken om in Zijn lichaam te gaan. Er was water (is dat juist?), bloed (is dat juist?) en Geest. En Jezus... en de Schrift zei: "Er zijn er drie die getuigen in de hemel, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze drie zijn Eén. Zij zijn één. Maar er zijn er drie die op de aarde getuigen; zij zijn niet één," zei hij, "maar zij zijn tot één: water, bloed en Geest." Is dat juist?

62 Nu, u kunt niet de Vader hebben zonder de Zoon. U kunt de Zoon niet hebben zonder de Heilige Geest te hebben, omdat... maar u kunt gerechtvaardigd zijn en toch de Heilige Geest niet hebben. En u kunt beide hebben, rechtvaardiging en heiliging, en nog steeds de doop van de Heilige Geest niet hebben. Zie? Dat is waar. Dat is de Schrift. "Deze drie", zei hij, "getuigen op aarde: water, bloed en Geest, en zij zijn tot één." Zij zijn niet één, maar zij zijn tot één, omdat het dezelfde Geest is met mate. God geeft ons de Geest met mate.

63 Nu, Luther, onder rechtvaardiging, dat is wat hij predikte. Is dat juist? Luther predikte: "De rechtvaardige zal door geloof leven." Hij had een geweldige boodschap. En dat was een deel van de Heilige Geest. Toen de boodschap van Luther naar voren kwam, begon God Zijn gemeente op te wekken en zond haar groter uit. (Oh!) Luther zei: "O, wij geloven dat we het in het Woord hebben."

64 Maar John Wesley zei: "O nee!" Hij en George Whitefield en anderen zeiden: "Wij geloven in heiliging, als het tweede beslissende werk van genade." Is dat juist? En zij predikten het bloed. Wel, toen Luther er niet in wilde meegaan, gaf God het gewoon aan de Wesleyaanse Methodisten. En zij hadden het. En zij hadden een opwekking die de wereld bestreek.

65 En de ware gemeente... Welnu, toen die tijd aanbrak... Nu verschijnt het bewijs van de Heilige Geest in tekenen en wonderen en mirakelen. Nu, Wesley was het hier niet mee eens. Nu, als Wesley op aarde was geweest en Maarten Luther in deze tijd op aarde was geweest, zouden zij het er mee eens zijn, maar zij kwamen gewoon ongeveer in de tweede ronde... nadat er vier of vijf ronden ná de apostelen gepasseerd waren en ze praatten het gewoon allemaal weg.

66 Nu, de Pinkstermensen ontvingen en geloofden in spreken in tongen. Toen maakten zij ervan dat dit het uiteindelijke bewijs was, dat iedereen in tongen moest spreken. Dat is een dwaling. Maar nu komen zij terug... Dat waren door God gegeven trekken. Evenals ik het niet kan helpen dat ik blauwe ogen heb of... God gaf het gewoon. Dat is Zijn gave in de gemeente. God plaatste hen er in. "God heeft in de gemeente gezet..." Zie?

67 Maar toen zij naar voren kwamen met die... Nu, zij hadden een grote zegen die ver boven de Lutheranen of de Methodisten of een van de anderen uitging. Maar nu, zij hebben zich zodanig georganiseerd dat zij erger zijn dan de Methodist en de anderen: de Pinkstermensen. En toen kwamen zij tot een plaats waar de tweede en derde ronde... Het is ongeveer veertig jaar geleden sedert zij het spreken in tongen begonnen te ontvangen. Maar deze boom van God heeft negen verschillende vruchten. Nu, elk van deze vruchten kunt u hebben. Zie? God heeft ze gezonden, maar ze komen in alle opzichten uit de boom.

     Nu, rechtvaardiging, kijk ernaar.

68 Kijk naar de les van deze morgen. Toen de vierschaar gespannen werd en de boeken geopend werden... Nu, Jezus kwam met tienduizend maal tienduizenden heiligen, en toen werd de vierschaar gespannen. Hier waren zij allen rondom het Witte Troon-gericht, zoals wij in de Schrift doornamen en de boeken werden geopend en nog een boek werd geopend, wat het boek des levens was. En dezen in de opname oordeelden hen. Is dat juist? Zij die naar huis waren gegaan en hun verheerlijkte lichamen hadden ontvangen en leefden gedurende het duizendjarig rijk, waren hier in het Witte Troon-gericht en oordeelden hen. Hij zei dat Hij de schapen van de bokken zou scheiden.

     Nu, u zegt hier: "Wel, kijk nu." U zegt: "Is dat opkomen... Waar ergens, broeder Branham?" In het Witte Troon-gericht.

69 "Wat dan met de opname?" Wel, in de opname-tijd... Jezus leerde dat als een gelijkenis. En Hij leerde het op veel verschillende manieren. Hier is er één van. Hij zei dat er tien maagden waren die uitgingen om de Here te ontmoeten. En zag... Zij waren allen maagden, maar enigen hadden olie in hun lampen en sommigen lieten de olie uitgaan. Is dat juist? En toen de bruid... Nu, wat was de olie? De olie was de Heilige Geest, de Bijbel zegt het. Nu kijk. Zij waren maagden. Nu, wat betekent maagd? "Heilig, rein, afgescheiden, geheiligd." Is dat juist?

70 Als ik hier een klein glas had, zou ik u laten zien wat... Hier bijvoorbeeld, zoals deze fles hier, als hij leeg was en ik raapte hem op en hij was net zo vuil als hij maar kon zijn, maar ik wil hem gebruiken. Welnu, het eerste wat ik wil doen is rechtvaardiging. Ik pak hem op omdat ik hem wil gebruiken. Hij is vuil; ik vond hem daarbuiten in de varkensstal of waar het ook was. Nu, als ik de juiste persoon ben, wel, dan wil ik daar niet iets schoons in zetten, dat ik moet gebruiken. Ik moet dat ding eerst gereed maken. Nu, het beste is om het schoon te maken, het te reinigen en het te heiligen. Is dat juist? Nu, wat betekent het woord heiligen? "Gereinigd en apart gezet voor dienst." De vaten van de oude tempel werden gereinigd en apart gezet voor dienst.

71 Nu, daar is de gemeente: God pakte haar op door het Lutherse tijdperk heen, rechtvaardiging; in het tijdperk van Wesley heiligde Hij hen; en in dit tijdperk vult Hij hen. Hij plaatste het leven in hen. En wanneer dit, Zijn leven door de Heilige Geest... De Heilige Geest pakte hen op; de Heilige Geest heiligde hen; de Heilige Geest vulde hen. Zie? Het is alles dezelfde gemeente.

     Maar kijk nu. Nu, in deze dag...

72 Nu, ik geloof dat Luther, Wesley en zij allen, dat velen van hen in de opname zullen gaan. Zij hadden het deel van de Heilige Geest dat tot hen gepredikt werd; zij geloofden het.

73 Nu, in de opname... Er zijn mensen vandaag die in die denominaties gingen, die niet verder trokken. Het is een... Er is slechts één denominatie geweest, dat is Gods gemeente; en zij trok telkens voort. Maar deze organisaties hebben deze dingen zo opgebroken. En veel mensen zullen vandaag kijken naar de doop van de Heilige Geest en zeggen dat het onzin is. Maar toch zijn zij gerechtvaardigd; toch zijn zij geheiligd. Maar zij zeggen: "O, dat is tekeer gaan, die onzin."

74 Ik weet dat de duivel allerlei vogelverschrikkers heeft neergezet. Daar vindt u de goede appels: om de vogelverschrikker heen. Dat is juist. Ga gewoon om die zaak heen en ga appels eten.

75 Nu, dit... Toen vulde God met de Heilige Geest... Toen tooide Hij Zijn gemeente om haar te verheerlijken. Bij de tweede komst, hier komt de gemeente terug, de bruid. Nu, let op. Zie of zij door de verdrukkingsperiode gaat. Hij zei dat deze maagden kwamen en zeiden: "Geeft ons van uw olie!"

     "De bruidegom komt!" De roep ging uit: "Zie, de bruidegom komt. Gaat uit hem tegemoet."

     En deze maagden die maagden waren, heilig, geheiligd (denk eraan), heilige, geheiligde mensen zonder de doop van de Heilige Geest, zeiden: "Geeft ons olie!"

76 En de gemeente zei: "We hebben net genoeg voor onszelf. Ga er dan om bidden." Maar dan is het te laat. Dus ging de gemeente naar de bruiloft en deze anderen werden in de buitenste duisternis geworpen (is dat juist?), waar wening en weeklaging en knersing der tanden is, en zij gingen door de vervolging, leden en stierven.

77 Jezus keerde terug naar de aarde. De duizendjarige regering trad in, duizend jaren met Hem. Op kwamen de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen. En zij oordeelden iedereen. En de bokken stonden aan de ene kant en de schapen aan de andere kant. En toen kwam God en nam de gemeente op op de breedte der aarde voor de kampsamenkomst, waar wij allen tezamen vergaderen met onze geliefden. Zie? Daar is het verschil.

78 Nu, deze mensen hier... Zeker, als wij sterven zullen we, als wij in Christus Jezus zijn, heengaan om met dat grote lichaam ginds te zijn, Christus Jezus. Als wij zondaars zijn gaan we naar dat grote lichaam van ongelovigen; en God zei dat ons deel was met de huichelaars, enzovoort, in de hel. Amen! Misschien is het niet helemaal duidelijk, maar laten we nu zien of we kunnen ontdekken... Even een kleine notitie hier.

16 Verklaar alstublieft Exodus 4, het vierentwintigste vers. Wat betekent dit Schriftgedeelte, dat God erop gericht was om Mozes of zijn zoon te doden? En waarom?

79 We weten waar dat staat. Exodus 4:24. Dat is een goede vraag. Nu, we zullen het hier meteen even lezen. Exodus 4:24.

     En het geschiedde op de weg, in de herberg, dat de HEERE hem tegenkwam, en hem zocht te doden.

     Hoevelen herinneren zich het verhaal? Nu, God gaf aan Abraham, geslachten vóór Mozes, het teken van de besnijdenis. Dat was het verbond dat God maakte, dat elke Jood besneden moest worden. Is dat juist? Iedereen moest het worden. Dat was een teken.

80 En worden wij vandaag besneden? Met de Heilige Geest, niet in het vlees.

81 Nu, God gaf dit gebod: "En elke mannelijke persoon moet besneden worden." Toen God Mozes riep om daarheen te gaan en de kinderen van Israël te bevrijden, had Mozes het bevrijdingsteken zelf niet verricht aan zijn zoon. Ziet u wat ik bedoel?

82 Het zou zijn alsof ik zou zeggen: "De hele gemeente nu, elk van u, kom binnen en word hier gedoopt met water en wij plaatsen jullie op de kerkledenlijst. We gaan allen tezamen naar de heerlijkheid." Wel, broeder, dat is niet de Schrift. Tenzij u wederom geboren wordt, besneden door de Heilige Geest... U moet het zijn. Het maakt mij niet uit hoe goed u bent, tot welke kerk u behoort, hoe goed uw ouders waren, tenzij u als een individu wederom geboren wordt door de Heilige Geest, zult u nooit in de opname gaan. Zie? Onmogelijk. Dat is het bevrijdingsteken. De besnijdenis, en de besnijdenis is door de Heilige Geest. Nu, God...

83 De vraagsteller vroeg dit: "Betekent de Schrift dat God zocht om Mozes of zijn zoon te doden en waarom?" God zat achter Mozes aan. En Zippora was de enige die hem daar redde. Want Zippora nam een scherpe steen en ging de voorhuid van haar baby besnijden en wierp deze vóór Mozes en zei: "Je bent een bloedbruidegom voor mij." Is dat juist?

84 En God zou Mozes' leven hebben genomen, maar misschien stond daar een engel die zei: "Zippora! Pak het snel!"

85 En Zippora ging heen en besneed de baby. Ze zei: "Mozes, je bent zo bezorgd over al het andere en over je reis, maar je eigen zoon is niet besneden."

     Ik vraag mij vaak af of... Soms heb ik mensen ontmoet die zeiden: "O, prijs God. De Here wil dat ik een zeker iets doe. Hij wil dat ik naar Afrika, naar India ga."

86 Ik zei: "Heb je ooit al aan de melkboer gevraagd of hij gered was? Heb je ooit aan de krantenjongen gevraagd of hij al wederom geboren is? Hoe staat het met uw buren, zijn zij gered?" Nu, dat is de vraag. Als het in uw hart is...

87 Enige tijd geleden ontmoette ik hier in Florida een vrouw. En de kleine vrouw, ik heb geen wijze... Ik ben de rechter niet. Maar er is hier een kleine prediker geweest die op dit podium predikte. En de kleine knaap was in een ander land getrouwd en had een vrouw, drie of vier kinderen. En deze vrouw was een weduwe. En zij waren samen uit Texas gekomen, hier samen in een grote Cadillac. En de vrouw kwam binnen. En zij heeft het recht om zich te kleden op elke wijze die zij wil, dat maakt mij niets uit, maar als Christenvrouw kleedde zij zich niet zoals het behoort. Zij had (oh) van die grote lange oorbellen (of hoe u ze noemt) die zo neerhingen en zij had enorm veel van dat spul op haar mond; en haar wenkbrauwen waren geëpileerd en ze had met een penseel andere wenkbrauwen aangebracht. En ze zei: "Broeder Branham, de Here roept mij naar een vreemd land."

     Ik zei: "O ja?"

     "Ja." En ze zei: "Ik zal er met deze man naartoe gaan."

     En ik zei: "Wel, als de Here u roept, wel, in orde." (Maar door hun vrucht... Het zag er voor mij niet zozeer uit alsof...)

     En ze zei: "Gelooft u niet dat de Here...?"

88 Ik zei: "Dat moet u mij niet vragen. Als de Here het u verteld heeft, doet u dan wat de Here u vertelde te doen. Maar wat mij betreft, ik geloof het niet, wat mijzelf betreft. Ik zal eerlijk met u zijn."

     Ze zei: "Wel, waarom denkt u dat?"

     Ik zei: "Ten eerste ziet het er niet erg goed uit dat u als getrouwde vrouw met deze getrouwde man hier samen in de stad verblijft. Als er iets tot schande strekt is het dat wel. Zie?" En ik zei: "Nu, ten eerste..."

89 Ik vraag mij af wat er met die vrouw zou gebeuren? Hetzelfde zou moeten... Ze was blijven rondscharrelen zonder de Heilige Geest te ontvangen net zoals vandaag die vrouw daarginds, die mij opbelde en met die man wilde trouwen en haar eigen man wilde verlaten om met de man te trouwen. Zij was in zo'n plaats gekomen, misschien was ze eenmaal met God in contact gekomen, maar had lust gekregen naar de dingen van de wereld. En ik vroeg haar; ik zei: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen?"

     Ze zei: "Nog niet, maar ik zoek Hem."

90 Ik zei: "U moet eerst de Heilige Geest ontvangen en Hij zal u vertellen welke man u moet hebben." Dat is juist. U hebt... Dat is het. Als u Hem niet hebt zult u geestelijk sterven. God spreekt heel wat vanavond. Maar Hij heeft zo vele malen aan uw hart geklopt. [Broeder Branham klopt op de preekstoel – Vert] En een dezer keren zal Hij de deur sluiten en is genade voorbij. Zie?

91 Zeker, God zou zijn leven hebben genomen. Hij zei dat Hij hem zocht. Luister hoe de Schrift luidt:

     En het geschiedde op de weg, in de herberg, dat de HEERE hem tegenkwam, en hem zocht te doden. (Mozes; let nu op.)

     Toen nam Zippora een stenen mes... (een scherpe steen) en besneed de voorhuid van haar zoon, en wierp die voor zijn voeten, en zeide: Voorwaar gij zijt mij een bloedbruidegom!

92 Dat is juist. Nu, God zocht niet de zoon. God... Die arme, kleine baby wist niet wat hij moest doen; hij was onschuldig. Maar wat er aan de hand was, was dat de vader van de baby, die de baby meenam om de kinderen van Israël daar te bevrijden onder het teken van de besnijdenis, terwijl toch zijn eigen zoon zelfs niet besneden was. En Zippora besneed hem met een steen, en wierp z'n voorhuid neer en zei: "Gij zijt mij een bloedbruidegom."

17 Verklaar alstublieft de betekenis van de Schrift en wanneer het zal komen te geschieden: Jesaja 4:1. Dank u.

     Goed. We zullen nu opslaan... U mensen die uw Bijbels hebt en het wilt, we zullen zien wat... Ik kreeg geen kans om dit op te zoeken, maar ik dacht dat we misschien het antwoord zouden vinden. Hier heb ik het.

     En te... (O, ja!) En het zal komen... En te dien dage zullen zeven vrouwen één man aangrijpen, zeggende: Ons brood zullen wij eten, en met onze klederen zullen wij bekleed zijn, laat ons alleen naar uw naam genoemd worden, neem onze smaadheid weg.

93 Wel, broeder, het is nu al bijna zo erg. Wat een "afvallen" is er met ons land gebeurd! Laat mij dit zeggen, mijn dierbare Christenvriend. Laat mij dit zeggen met Goddelijk respect voor iedereen. Als er ooit was... En u mensen hier, die geschiedenis hebben bestudeerd, we zijn precies op dezelfde weg als waarop elke fijne natie door de eeuwen heen gevallen is, door het verval van de zeden, daarheen gaan we rechtstreeks terug.

94 Zoals ik zei vanmorgen... Excuseer mij dat ik het herhaal. In het buitenland komen mannen naar mij toe die zeggen: "Broeder Branham, wat voor soort vrouwen hebt u daar eigenlijk? Wel, alle songs die jullie zingen zijn van die oude, smerige liederen over jullie vrouwen." Dat is zo. Allemaal zingen van een opeenhoping van...

95 Wel, weet u wat het betekent? Wilt u dat ik u dat in een paar woorden vertel? Ik zal het u precies vertellen. De wereld is in dit soort toestand gekomen omdat het een modern Sodom en Gomorra is. Precies! In Californië pakte ik een krant op. En ik vergat hoeveel duizend homofielen er elk jaar bijkomen, voor zover zij te weten kunnen komen. Zelfs hun natuurlijk verlangen tussen man en vrouw, enzovoort, heeft de mensen verlaten. Precies wat God zei dat zou komen te geschieden. En de enige...

96 Als u het een of ander oppakt... Zie maar wie er een beetje populair wordt. Luister naar de radio of televisie of wat u ook hebt en ontdek het. Het is het slechtste en vuilste... is het een lied over een vrouw of iets dergelijks, dat is wat het publiek krijgt.

97 En het is zover gekomen dat het schijnt dat we niet om onze vrouwen geven. Of dat onze vrouwen niet om zichzelf geven. Zo is het. Als een vrouw zichzelf zou bewaren, zou de man juist moeten gaan. En dat is niet om het voor de man op te nemen, maar ik weet dat het de waarheid is. Beslist! Maar wat is er aan de hand? Het is gewoon een verschrikkelijke toestand en het bestaat gewoon. En het is overeenkomstig de Schriften. De Bijbel zegt dat het op die wijze zou zijn. Dus hoe kunnen we een opwekking hebben? Hoe kùnnen wij een opwekking hebben?

98 Luister, Christenvrienden. Laat mij in de paar minuten die wij nog over hebben, u iets vragen. We hebben Billy Graham. We hebben Jack Schuler. We hebben allerlei soorten godsdienstige bewegingen die door de wereld trekken. En ze hebben gedurende de laatste zes of zeven jaar de Verenigde Staten doorkruist zo hard als zij konden, maar er is geen opwekking. Waarom? De deuren zijn aan het dichtgaan. We hebben elke vis uit de vijver opgevist, zoals ik vanmorgen zei. Misschien zitten er ergens nog een paar verstopt.

99 Waar Billy Graham een samenkomst had (ik geloof dat het in Boston of daar ergens was) en zij beweerden dat zij twintig- en nog wat duizend bekeringen in zes weken hadden. Ze gingen een paar weken later terug en konden er nog geen twintig meer vinden. Denk er over na! Broeder, het is zo ongeveer afgelopen. Ik zou hier iets kunnen zeggen. Zie?

100 We leven in de dagen waarvan God sprak dat zij zouden komen. En wij leven in de laatste dagen. En wij leven in een tijd waarin de mensen... Ongeacht wat wij proberen erover te denken, Gods Woord zegt dat wij voorbestemd zijn. Dat is juist. En wat God geroepen heeft zal tot God komen en wat God niet roept zal niet tot God komen. God roept en zij weigeren de roepstemmen; zij weigeren... Nu, ik zeg niet dat God iemand veroordeelt. Hij wil juist niet dat iemand verloren zou gaan, maar dat allen tot bekering zouden komen. Maar omdat Hij God is, wist Hij van den beginne dat ze niet zouden komen. Toch gaf Hij hun een kans maar zij wilden niet komen.

101 Hoe... Als Hij dat niet weet, hoe wist Hij dan dat wij rijtuigen zonder paard zouden hebben? Hoe zou Hij van deze tijden weten die zouden komen, zoals wij nu hebben? Waarom zei Hij: "De mensen zullen koppig zijn, hoogmoedig, liefhebbers van genot?" Waarom voorspellen alle profeten reeds vanaf het begin dat al deze andere dingen zouden komen? God wist alles. Hij weet wat zijn zal. En er zijn daar mensen in waarop God neerzag door de tijd en zei: "Zij zullen niet komen." En ze zijn veroordeeld tot dat oordeel, omdat zij het zelf kozen. Amen. Zo zij het.

102 En ik geloof, mijn broeder, zuster (ik zeg dit met Goddelijk respect en met de vreze van God in mijn hart), ik geloof dat Amerika is gezonken! Zij is in moreel verval. Zij heeft zich verlaagd en vernederd. Het is jammer.

103 Denk hier even na als ik bij het beantwoorden van deze Schrift zeg dat zeven vrouwen een beroep doen op één man. In de Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog... Ik heb thuis een krantenknipsel. Leest u het zelf. Er staat in: "Wat is er gebeurd met de moraal van onze Amerikaanse vrouwen? Twee op de drie soldaten die overzee gingen werden binnen de eerste zes maanden door hun vrouwen gescheiden." Twee op de drie werden gescheiden. Deze vrouwen gingen er vandoor en liepen weg. Waarom gebeurt het? Als u het zult begrijpen, vrienden, het is de geest van de tijd.

104 Wij moeten in de geest van de laatste dagen komen als de laatste dagen hier zijn. Als u naar een danszaal gaat moet u in de geest van het dansen komen, anders zullen zij niet dansen. Als u naar de gemeente gaat moet u in de Geest van aanbidding komen, voordat u kunt aanbidden. De wereld moet in de geest van de laatste dagen komen voordat de laatste dagen kunnen komen en wij zijn in de geest van de laatste dagen. En God heeft beloofd dat deze dingen hier zouden zijn en dat is wat we hebben gekregen. We zijn in de laatste dagen. En mannen en vrouwen zitten te slapen en beseffen het niet.

105 En de moraal... Ik ontmoette hier onlangs een jongeman in... O, enige tijd geleden, deze laatste herfst. En wij kwamen in een stad. En hij vertelde mij, een jongeman op de middelbare school, dat hij getrouwd was. Hij zei: "Ik ben met dit meisje getrouwd omdat zij een goed meisje was en moest met haar trouwen voordat zij de middelbare school voltooid had." Hij zei: "Want we hebben er gedurende jaren niet één gehad die het presteerde een maagd te zijn, voorzover ik weet, op de middelbare school hier in de omgeving." Gewoon zo zonder moraal.

106 En daar in Californië liep ik door de straten in plaatsen waar de politie u zal zeggen uit de straat weg te blijven. Er is daar meer gevaar voor een man om door de straat te passeren dan voor een vrouw. Donkere laantjes. O God, heb genade! Weet u niet dat de Bijbel zei dat die dingen zouden komen?

107 En net voordat Hij de schaduw ervan gaf, in Sodom en Gomorra, en daarheen ging, heeft hetzelfde plaats gevonden. En God zond vuur neer en verbrandde de plaats. Een echte aanduiding om te laten zien over de hele wereld dat het als het tot die plaats komt, dezelfde zaak zou ontvangen... [Leeg gedeelte op de band – Vert]

108 We zijn in de laatste dagen. Zeker. Zeven vrouwen grijpen één man aan en zeggen: "We zullen ons eigen brood eten en onze eigen kleren dragen, laat ons alleen met uw naam genoemd worden om onze smaad weg te nemen." Broeder, je hoeft niet uit de Verenigde Staten weg te gaan. Er is maar één plaats die ik ooit in mijn leven heb gezien waarvan ik vond dat die slechter was dan de straten en dergelijke waarin ik geweest ben in onze eigen natie. En we worden niets beter. We worden voortdurend steeds maar slechter. En bedenk, ik spreek in de Naam des Heren. We zullen voortgaan met slechter te worden. Er is eigenlijk maar één hoop, en die is in Christus Jezus. Het maakt niet uit wat u doet...

109 Ik heb het uitgeschreeuwd, het ging door de natie hier. En God heeft zelfs de doden opgewekt. En we gingen steden in; en mensen stonden op, die jaren in rolstoelen hadden gezeten en ze liepen door de stad achter trucks terwijl ze hun wagentjes en dergelijke voortduwden. En vrouwen, wier dokters hen dood hadden verklaard, droegen de röntgenfoto's met de naam van de dokter erboven, ze werden opgewekt uit de dood. En de hele stad hield zich op de achtergrond en zei: "O, gedachtenlezen: een stel heilige rollers." O, u kunt niets anders verwachten dan verdoemenis. O! Dat is juist!

110 Het oordeel is hier; u zult het moeten ontvangen. Broeder, vlucht voor de toorn die komt en ga naar Christus Jezus zo snel als u kunt! Kom uit van deze dingen. Ja, het is de geest van de laatste dagen. Veel dingen zouden gezegd kunnen worden. Ik zal mij haasten.

18 Wilt u ons alstublieft vertellen hoe onze Here en Redder Jezus Christus verwacht dat wij in het huis van onze Here zullen komen om te aanbidden?

111 Goed, dat is een goede. Dat is een zeer belangrijke voor elke gemeente. God verwacht dat u naar het huis van de Here komt... Nu, dat is een vraag, een rechtstreekse vraag. Het is geen Schriftuurlijke en toch is zij het wel. Wacht, ik zal u vertellen wat Hij zei. In de eerste plaats, als u een Schriftplaats wilt, de mensen worden verondersteld naar het huis van de Here te komen met één doel, dat is te aanbidden, liederen te zingen en God te aanbidden. Dat is de wijze waarop God het verwacht. Hij verwacht niet dat wij in het huis van de Here komen om te spreken over onze... of iets anders, of om over elkander te spreken, of om te spreken over wat we door de week hebben te doen; Hij verwacht dat wij komen om Hem te aanbidden. Het is een huis van aanbidding. "En alles moet fatsoenlijk en met orde gedaan worden", zei Paulus in de Bijbel. Alles zou in orde moeten zijn. Er zou een boodschap moeten zijn.

112 Het eerste wat ik zou willen zeggen overeenkomstig de regels van de gemeente in het Oude Testament, of liever in het Nieuwe Testament; in de eerste plaats kwamen de mensen de gemeente van God in met een Geest van aanbidding. En zij kwamen binnen, er werden liederen gezongen. En misschien zou de prediker spreken, want hij was een profeet van de gemeente. Een Nieuwtestamentische profeet is een prediker; wij weten dat. "Het getuigenis van Jezus Christus is de Geest van profetie", zei Openbaring.

113 Nu, de prediker begint te prediken. Terwijl hij predikt, beginnen de zegeningen – zoals misschien aan het einde van een grote dienst – te vallen; de mensen zullen zeggen: "Amen", beginnen God te prijzen. Dan zodra hij stopt met prediken komt er misschien een boodschap naar voren, misschien door te spreken in onbekende talen (1 Korinthe 14:13 en 14). Dan, als er geen uitlegger is in de gemeente, wordt deze persoon verondersteld te zwijgen, omdat zij wel correct in tongen spreken, maar zij doen het voor God. Maar als zij in tongen spreken en er is een uitlegger, wordt er verondersteld dat de uitlegger de boodschap geeft. Alle gemeenten moeten daartoe komen.

114 Zoveel Charles Fuller er drukte over maakte en tekeer ging tegen mij toen ik daar was; hij accepteert het nu. En ze doen het overal in Long Beach. Jazeker. Rechtstreeks in het gehoor, ze hebben de zegeningen van God, spreken in tongen, vertolken tongen en bidden voor de zieken. En hij stond recht tegenover mij en zei: "Broeder Branham, ik geloof niet in dat spul."

     Ik zei: "Wel, dat is aan jou. Het is niet voor ongelovigen, broeder Fuller. Het is voor hen die geloven." En nu predikt hij hetzelfde. Het komt tot een tijd dat er een ontknoping is.

115 Nu dan, als het in orde is, als dit is waar u op doelt in... Terwijl de prediker spreekt, moet alles stil zijn om naar de prediker te luisteren. Want het Woord van God komt naar voren als hij predikt onder de zalving. Dan is elke geest van de profeten onderworpen aan de profeten. Als een herder naar het podium loopt en die Bijbel openslaat, moet de gemeente stil zijn terwijl hij de Schrift openbaart, om te luisteren naar wat hij zal zeggen. Als hij iets zegt wat goed voor u klinkt, kunt u zeggen: "Amen, prijs de Here!" of wat u maar wilt. Amen betekent "zo zij het." De Bijbel zegt om dat te doen.

116 Dan, nadat de boodschap voorbij is... Dan als de prediker een plaats daarin geeft waar de mensen zich allen verblijden, zal de Geest onder de mensen misschien nog een boodschap zenden. Als Hij een boodschap zendt, zal het komen tot iemand en dan zullen de uitleggingen niet zijn een aanhaling van de Schrift of zoiets. God gebruikt geen ijdele herhalingen. Maar het zal een directe boodschap zijn aan iemand om een zekere zaak te doen of iets wat de gemeente zal stichten. Als zij dan die stichting van de gemeente krijgen, als zij...

117 Bijvoorbeeld zoals dit: iemand staat hier op en spreekt in tongen; legt deze uit en zegt: "ZO SPREEKT DE HEILIGE GEEST; laat Zus-en-zo de handen gaan leggen op deze persoon hier, want ZO SPREEKT DE HEILIGE GEEST, vanavond is de tijd voor hun genezing." Wat betekent het?

     Dan zegt deze zelfde persoon: "Ik zat daar; mijn hart brandde voor die baby." Nu, zij staat op in gehoorzaamheid aan de Geest, gaat en legt haar handen op de baby en het is gezond. Als het niet zo is, is er iets verkeerd. Zie, zie, zie? Het is een directe boodschap.

118 Dan zit de ongelovige daar en zegt: "Wacht even, zeg; God is met die mensen!" Ziet u wat ik bedoel?

119 Dan zullen zij zeggen – of, "ZO SPREEKT DE HEILIGE GEEST: Laat iedereen die in het zuiden van de stad woont, van die kant van Spring Street af, weggaan in de volgende twee dagen, want er zal een storm komen die heel die kant van de stad zal wegvagen." Dan weet u meteen dat er een profetie is voor de hele gemeente.

120 Dan staat iemand op, met geestelijk oordeel en zegt: "Was dat van de Here?" Iedereen. Als drie goede mannen met een geestelijk oordeel zullen opstaan en zeggen: "Dat was van de Here" dan ontvangt de gemeente het; en iedereen in dat einde van de stad verhuist, gaat er weg voor die tijd. Als het dan niet komt te geschieden, kunt u maar beter die persoon terecht wijzen. U hebt een andere geest onder u. Maar als het komt te geschieden, prijs dan God en dank God dat Hij u laat ontsnappen aan de toorn die moest komen. Zie? Let op die dingen. Dat is de gemeente op orde.

121 Twee of drie boodschappen, niet meer dan drie, zullen op een keer op die wijze uitgaan. Wat er ook uitkomt, het moet op orde worden gezet. De eerste plaats... dan een andere gemeente, een ander ding op orde.

122 Ik weet het niet. Dit is misschien een vrouw geweest die dit vroeg. Ik... Iets anders kwam zojuist in mijn gedachten, dus ik kan het misschien ook wel zeggen. Als de vrouwen binnenkwamen in de gemeente, moesten zij volgens het Nieuwe Testament binnenkomen en gaan zitten met een gesluierd gelaat en een ernstig gezicht en daar de hele dienst blijven. Dat is volgens de Schrift. Nu. Maar ik denk dat een vrouw... Zeker. Nu, ik, veroordeel u, vrouwen, niet. Zie?

123 Een jongedame kwam een poosje geleden naar mij toe. Niet... Broeder Junior was erbij aanwezig toen een vrouw kwam die wat problemen had. Haar buren lachten haar uit omdat zij haar haar niet wilde afknippen, en ze liet hier onlangs haar haar knippen. En daarna bracht een vrouw aan de overkant van de rivier haar helemaal in de war en vertelde haar dat zij haar geesten zou wegnemen, haar voeten met haar zou vastbinden en bracht deze vrouw in een fobie. Het leek of de vrouw haar verstand had verloren: twee kinderen. Ze wist niet wat ze moest doen. Ze zat daar zo maar.

124 Ze reed op zekere dag vóór het huis. De Heilige Geest kwam neer en sprak tot haar en vertelde haar dat ze gezond zou worden en "ZO SPREEKT DE GEEST..." En ze bleef zo gedurende een paar dagen en toen... zij... Ik ging gisteren – ik zou de vrouw bezoeken met broeder Junior en broeder Funk en ik was er minder dan een kilometer vandaan. Ze stond daar haar haar te kammen dat ze nu liet groeien en zei: "Laat de buren maar lachen en doen wat ze willen."

125 En toen wilde de Heilige Geest mij daar niet heen laten gaan. En Hij sprak tot haar en vertelde haar dat ik dicht bij de plaats was en wilde komen. En gisteravond zag ik in een visioen de vrouw komen en vertelde wat er verkeerd met haar was; en zij werd daarstraks in mijn kamer genezen. Is dat juist, broeder Junior? Dat is juist. Zojuist. Zie? God wilde me daar niet heen laten gaan, want de zaak was nog niet klaar. Hij bracht mij juist daar tot een plaats en bevestigde het precies daar, om te laten zien dat het geen mens was, het was God.

     Nu. Ze zei: "Broeder Branham, mijn man wil dat ik lang haar heb."

126 Ik zei: "God wil hetzelfde." Zo is het, want de vrouw wordt verondersteld lang haar te hebben. Dat is haar bedekking.

127 Ik weet dat deze dames vandaag, of u dames, liever hoeden draagt. U zegt dat dit uw bedekking is. Dat is verkeerd. De Bijbel zegt dat de bedekking van de vrouw haar haar is. En als ze haar haar afknipt, is het een onwelvoeglijke zaak voor haar om te bidden. Is dat juist? Dat is de Schrift. Zie? Dus worden vrouwen verondersteld lang haar te dragen, ongeacht wat u erover wilt denken; dat is ZO SPREEKT DE HERE. Als u mij ergens kunt tonen dat...

128 U zegt: "Wel, mijn haar is lang. Zie. Het hangt tot op mijn schouders." Dat was kort haar. Christus... U zei: "Christus had lang haar." Nee, dat had Hij nooit. Christus had haar tot op z'n schouders zegt men. Ze trekken het gewoon zo rond en knippen het af, haar tot op de schouders. Kijk naar het Griekse woord daarover en u zult het ontdekken.

129 Vrouwelijk haar... Een man moet geen lang haar dragen, omdat zulk heel lang haar vrouwelijk is. Maar Hij knipte het gewoon hier af bij Zijn schouders, waar zij het rondom Zijn hoofd afknipten, knipten het gewoon zo af. Dat was kort haar.

130 Dus dames, met haar tot hun schouder, dat is nog steeds kort haar. Ik zeg niet dat het u naar de hel zou brengen of naar de hemel brengen. Dat heeft er niets mee te maken. Maar de orde voor de gemeente is dat vrouwen lang haar hebben. Dat is juist; dat is juist. En als ze in de gemeente komen... En ze hebben niets te maken met de zaken, de maatschappelijke zaken, of niet te... ik bedoel de zakelijke dingen van de gemeente. En ze moet gehoorzaam zijn en eerbiedig, enzovoort, omdat zij degene was, zei de Bijbel, die in den beginne de val bracht. Zo is het; dat is juist. Nu, heel snel. Ik hoop dat het niet kwetste.

19 Waarom zou er een visioen van God vóór mij komen toen ik op het punt stond het avondmaal te nemen in mijn gemeente? Over. (Wel, het is de naam van een dame, ja, het is de naam van een vrouw. Een...) Waarom zou er een visioen van God voor mij komen toen ik op het punt stond om het avondmaal in mijn gemeente te nemen?

131 Wel, ik zou het niet weten, zuster, tenzij het dit was... Als u Jezus Christus zag verschijnen in een visioen in uw gemeente toen u het avondmaal nam, liet Hij u dit weten: dat u Hem nam in een symbool. Het avondmaal vertegenwoordigt het lichaam van Jezus Christus, en u nam Hem als een symbool in uw lichaam. Dus leef rein en leef zuiver.

132 Luister. Als u het avondmaal neemt (u zult het dadelijk horen lezen) en u bent onwaardig, bent u schuldig aan het bloed en het lichaam van Jezus Christus. Laat een mens die dit avondmaal neemt recht voor God leven. Neem het niet onwaardig. Dat is gewoon...

133 Kijk. De Bijbel voorspelde dat in de laatste dagen alle tafels van God vol uitbraaksel zouden zijn. En er zou niemand in staat zijn om het te verstaan. Is dat juist? Kijk. Ik ging niet lang geleden naar een grote tabernakel. Ik noem de naam liever niet; u kent hem allen heel goed. Weet u wat zij voor avondmaal hadden? Ze namen een brood, licht brood, en sneden het. En een groep diakenen, waarvan de prediker zei dat zeven van hen dronkaards waren... Dat is juist. En ieder van de hele groep... Je kon hen, toen ze door het gebouw gingen, zien praten met de mensen. En toen de gemeente werd heengezonden aan het einde, tussen de zondagsschool en de kerkdienst, ging vrijwel iedereen, herder en allen, naar buiten om sigaretten te roken en kwamen weer terug en namen het avondmaal van de Here. God zei dat Hij u daarvoor niet onschuldig zou houden. "En velen zijn ziek en zwak onder u, en velen zijn dood." Dat is juist.

134 Hij zei: "Alle tafels van God zijn vol uitbraaksel en wie zal Ik een leerstelling kunnen onderwijzen?" Hij zei: "Want het is gebod op gebod, regel op regel, hier een weinig en daar een weinig. Houd vast aan wat goed is. Want met stamelende lippen en andere tongen zal Ik tot dit volk spreken, en dit is de rust waarvan Ik zei dat ze zouden horen, maar met dit alles schudden zij hun hoofden en liepen weg en zeiden: 'Wij willen het niet horen!'" Kijk waar wij leven, vrienden. O, genade! Ontwaakt!

135 Ja, uw visioen, zuster... Als u een goede, reine, heilige vrouw voor God bent, stond u daar en liet Jezus u weten dat Hij het avondmaal gaf, dat u Hem daarin als een symbool nam; en als u zo niet bent is het een waarschuwing aan u om met God in orde te komen, voordat u het weer doet.

20 Ik zou willen weten wat het volgende is: 1 Timotheüs, het tweede... 2 Timotheüs, het tweede hoofdstuk en het zestiende vers.

136 Een ogenblikje. 2 Timotheüs... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... wordt u het eens. Misschien bent u het niet eens met wat ik zei. Neem thuis... Dan zult u naar huis gaan en het grondig bestuderen en dan zal het u helpen om geestelijk te worden. In orde, 2 Timotheüs 2:16 luidt zo:

     Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdel roepen: want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen.

137 Ja. U wilt weten wat ongoddelijk roepen is. "Ongoddelijk, stel u tegen ongoddelijk ijdel roepen, want zij zullen toenemen." Nu, ten eerste, een "onheilig ijdel geklap, want zij zullen toenemen." Nu, alles wat slechts een oudwijfse... gewoon geklets. De Bijbel zegt, Jezus zegt: "Laat uw ja, ja zijn en uw nee, nee. Al wat daarboven uit gaat is uit de boze." U zou zelfs geen grappen moeten maken en afbrekende kritiek op elkaar moeten hebben. God zal u verantwoording laten afleggen voor elk ijdel woord dat u spreekt. Weet u dat? De Bijbel zegt dat u rekenschap zult moeten geven voor elk ijdel woord. Dus wat voor soort mensen behoren wij te zijn? Mensen die openhartig, ferm, liefhebbend zijn, vriendelijk en nooit met een hoop onzin, altijd voortgaand...

138 Kijk. Neem een persoon die vandaag zal beginnen... Ik heb het bij mijzelf opgemerkt en daar ik van mijn oude natuur een Ier ben, heb ik altijd heel wat bluf over mij, om op te scheppen en mij aan te stellen. En zo nu en dan zegt zelfs mijn vrouw "Nu, Bill...!"

     Ik zeg: "Dat is waar, lieveling." Zij zal zeggen...

     Ik zeg tegen de kinderen... Ik zeg... ik schep tegen hen op of zeg zoiets van: "Wel, weet je dat er drie grote mannen uit Kentucky komen?"

     "Wie waren dat?"

     "Wel, Abraham Lincoln."

     "Ja."

     "Daniël Boone."

     "Ja, ja."

     "En je vader." Iets dergelijks.

139 En zij zal zeggen: "Nu, Bill, daar ga je weer." En ik moet ergens in de binnenkamer gaan en zeggen: "Here, vergeef mij, ik bedoelde het niet te zeggen. Doe iets aan mij; laat mij dat nalaten." Zie?

140 En elke dag als ik dat doe... Nu, wij spraken vanmorgen over het woord terugvallen. Als u dat doet, bent u teruggevallen. Jazeker. U moet u bekeren. Is dat juist? Nu, ik bedoel niet te zeggen dat u de wereld in bent gegaan en dit en dat hebt gedaan, maar u deed iets. U moet u bekeren en dagelijks sterven om in Jezus Christus te leven. Dus elke dag, elke dag moet u dagelijks sterven, om in Christus Jezus te leven.

141 Als ik iets doe... Dikwijls doe ik dingen die verkeerd zijn. Ik zal buiten zijn en iemand zal het een of ander zeggen, dan zal ik er misschien een grapje over maken. Iemand zegt... niet een verkeerde... Ik geloof niet dat Christenen vuile grappen vertellen. Beslist niet! Dat betaamt Christenen zelfs niet, zei de Bijbel. Hij zegt dat wij dergelijk ijdel gepraat zouden moeten mijden, ook grappen en opscheppen en dergelijke dingen. Nee, Christenen vertellen die dingen niet; Christenen hebben zuivere gedachten.

142 Maar als u niet oppast, zo nu en dan zult u een man hebben die... Hij zal vandaag een grapje vertellen, en wel, hij dacht wel dat het in orde was en hij zal het daarbij laten en er niet meer over denken. De volgende dag vertelt hij twee grapjes. Zie? En vervolgens, weet u, doet u weer iets anders. En weldra, weet u, leidt het u rechtstreeks weer terug naar het zelfde, oude systeem. Is dat juist? Blijf weg van de zaak. Mijd het. En mijd onheilig geklets.

143 U laat iemand komen... Ik zal u even een klein voorbeeld geven. "Mevrouw Doe, weet u wat? Ik zag uw man. En ik vertel u wat, hij is een..." Zie? En een...

     Nu, ik denk gewoon... Zeg: "Ik wil het niet horen!" Loop gewoon door. Als u er niet veel van wilt weten zullen zij ermee ophouden. Zo is het.

144 "Wel, weet u wat, zuster? Ik zal u vertellen wat er is gebeurd." Of broeder, niet alleen zuster, maar ook broeder... Zie? "Broeder, ik zal u vertellen wat er is gebeurd. Weet je, als we maar van deze prediker af zouden kunnen komen, als we dit zouden kunnen doen, of van deze diaken af zouden kunnen komen of dat we dat doen." O, o! Mijd die zaak gewoon.

145 Ik geloof dat het goed zou zijn als u op uw bureau iets zou moeten zetten, een klein ding, wat ik niet lang geleden in Florida zag. Het waren drie kleine apen, en één van hen had zijn handen over zijn ogen en zei: "Zie geen kwaad." En de tweede had zijn vingers in zijn oren en zei: "Hoor geen kwaad." En de derde had zijn hand voor zijn mond en hij zei: "Spreek geen kwaad." Ik geloof dat dit een goede zaak is, u niet? Beslist! Oh! Dat is een zeer goede zaak.

146 Houd je gedachten rein en op Christus. U kunt niet zeggen: "Wel, nu..." Nu, zie, als u niet oplet, zult u uzelf ooit in een plaats krijgen, als u blijft denken dat... U denkt niet dat... U kunt niet zo volmaakt leven dat u die fout niet meer maakt. Nu, denk niet dat u ooit op die wijze zult worden, omdat u het niet zult. Beslist niet! U bent niet zondeloos en u zult zeker van het spoor afraken, aan deze kant of aan die kant.

147 Maar een man die eens neergeslagen is, zal weer opstaan als hij een echte soldaat is. "Here, laat mij opstaan en het opnieuw proberen." Maar een lafaard, zodra hij ziet dat hij zijn eerste foutje maakt, is, zoals ik vanmorgen zei, als de kever en de waterspin die rechtstreeks weer terug in het water krabbelen. Zie? Hij kan het gewoon niet volhouden.

148 Mijd dus al dat oude, onheilige geklets en tekeer gaan, gepraat. Geklap betekent "verwarring". En de Bijbel zei: "Merk diegenen die twist onder u veroorzaken."

149 Als iemand zegt: "Ja, ja! Ja, ja!" Nu, zeg gewoon: "Hoe is het met je? Ik ben blij je weer te zien. Dank je." En blijf gewoon doorgaan. Dat is het beste. Mijd hen niet, maar merk hen. Besteed er geen enkele aandacht aan, omdat u ziet waar het naartoe leidt.

21 Waar was Jezus vanaf Zijn doop tot aan de drie jaren van Zijn bediening?

150 Goed. Toen Jezus gedoopt was, ging Hij rechtstreeks uit het water en de Geest leidde hem de woestijn in gedurende veertig dagen en nachten om van de duivel verzocht te worden. En Hij werd veertig dagen en nachten verzocht en Hij vastte. Hij kwam eruit. De duivel verzocht Hem toen Hij eruit kwam na Zijn vasten. En Hij weerstond de duivel met het Woord van God en Hij trad in Zijn bediening en predikte drieëneenhalf jaar, overeenkomstig de Schriften.

151 Kijk. Lang geleden in Daniël sprak God en zei dat Hij drieëneenhalf jaar zou prediken en afgesneden worden voor een offer gedurende die tijd. Helemaal precies. Vóór de grondlegging der wereld werd Hij verordineerd. Dat is juist.

152 In Mattheüs, het vierde hoofdstuk, zult u het vinden. Als het niet precies overeenkomstig uw geloof is, goed.

     Nu, die ene heb ik niet... Laten we zien wat... O, ja! "Waar zijn zij..." hebben dat zojuist gehad: "Waar zijn de doden?"

22 Waren wij eens allen blank of gekleurd? Op welke van de twee werd de vloek gelegd?

153 Nu, zover wij weten zou ik u niet kunnen vertellen of Adam en Eva blank, bruin of geel of zwart waren. Ik kan het u niet vertellen. Niemand anders weet het dan God alleen, veronderstel ik, Die daar toen was. Nu, in de... Daar wij allen komen van één taal en één volk tot aan de toren van Babel, een verwarring. En toen werden hun talen verschillend. En voor zover wij weten waren zij allen één volk tot die tijd. En zij braken op en verspreidden zich naar de verschillende delen van de wereld.

154 En sommige... Neem een dier of enig leven dat van een zekere bodem eet, die zal naar die kleur veranderen. Als er hier een jager is, volg mij dan even. Ga Mexico binnen en neem de prairiewolf; kom hier in Arizona en vang de prairiewolf; ga naar het noorden en vang dezelfde prairiewolf en let op de drie kleuren. Neem een Gila monster [een hagedis] die is opgegroeid in Texas en neem er een die grootgebracht is in Arizona en kijk naar het verschil tussen hen. Omdat het de grond is waarop zij leven. Zie?

155 En nu, de Chinees is een geel persoon, de Japanees, enzovoort en een Chinees. De Ethiopiër is een gekleurde man of de neger die wij nu hebben. Hij ging naar die donkere landen daar.

156 En zij waren... En dan de blanke man was het Anglo-Saksische volk dat wij zijn. Of de mensen hier, die wij de blanken noemen, komen uit Engeland, dat vroeger "Engel land" werd genoemd. Omdat zij blank waren en blond, enzovoort... En zij verspreidden zich over Ierland en Noorwegen, enzovoort, daar in het noorden. En zij kwamen allen uit het Angelsaksische volk.

157 Nu, wie was er het eerst en wie werd vervloekt? Geen enkele van hen. Ik weet waar u op probeert te doelen. U probeert tot Cham te komen. Ik weet waar u naartoe wilt, naar het nageslacht van Cham.

158 Nu, daar waren Cham, Sem en Jafeth. Nu, Cham probeerde niet de naaktheid van zijn vader te bedekken, maar lachte en maakte gekheid over hem. En God plaatste een vloek op Cham voor het kijken naar de naaktheid van zijn vader en dat hij niet probeerde de schande te bedekken. En Sem en Jafeth gingen achterwaarts en wierpen hun jassen over hun vader toen hij daar naakt lag. En nu, God vertelde Cham dat zijn geslacht de anderen zou dienen.

159 Nu, als u dacht dat het een vloek was om donker te worden, wel dan, de Jood is ook donker. Als u denkt dat het is wat wij noemen de kleurling of neger van dit land, die hier nu is, moet u eens naar India gaan. De Indiërs zijn veel donkerder dan de neger. Ik ben in beide landen geweest. Hier is de Ethiopiër uit Ethiopië en de Afrikaan, de kleurling die wij vandaag kennen. Velen van hen zijn daar nog in het primitieve leven, in hun stam. Net ongeveer zoals wij waren toen Jezus kwam.

160 De blanken waren net zo primitief als de inboorlingen van Afrika nu zijn, erger misschien. Bedenk, tweeduizend jaar geleden waren wij naakte stamleden, ginds met een pijl en boog en een stenen bijl om te jagen (dat is precies juist), wij Angelsaksische mensen. Dat is precies juist. Dus wie was wat?

161 Ik zal u vertellen dat degene die vandaag vervloekt is, degene is die Jezus Christus afwijst. Dat is alles. Degene die Jezus Christus aanneemt is gezegend.

162 Nu, u kunt niet zeggen... Ik zal naar het noorden gaan, naar de Eskimo, uit dat land ginds. En hij is daar in het noorden en die man is donkerder dan de gekleurde mensen die wij hier hebben. Ik zal naar India gaan bij de Indiërs en hij is geen gekleurde man, hij is echt zwart. Hij is zwarter dan welke zwarte kleur ook. En hij is wat genoemd wordt... En hij is een Indiër. Welnu, in Afrika hebben we sommigen van de Afrikaanse volken die zijn... Sommigen van hen zijn licht gekleurd, sommigen van hen zijn bijna als de blanke en sommigen van hen zijn op andere wijzen.

163 Gaat u naar de Joden; u zegt dat alle Joden een donkere teint hebben. De Jood is een bruin persoon, maar ik heb er velen gezien met rood haar en blauwe ogen, een lichte huid. Zie?

164 Dus de hele zaak is deze: we komen allen van één boom. Dat is juist. En wij waren allen vervloekt door de val van Eva. En we worden allen gered door de opstanding van Jezus Christus. Daar is het. Dan is er geen vloek. Vervloekt zijn zij die niet geloven, maar gezegend zijn zij die geloven. Dus vrienden, het is noch de zwarte of kleurling, noch de blanke, noch de gele mens. Als de zwarte mens vervloekt was doordat hij zwart is, dan is de gele mens gewoon half vervloekt. En voorts de bruine man is voor tweederde vervloekt. Zie? En dan is de Afrikaan ongeveer voor viervijfde vervloekt. En ik veronderstel dat de Indiër dan helemaal vervloekt is. Oh! Wat een onzin! Nee! Het is het verschillende klimaat en zo, waar de mensen in leefden. Zij worden wat donker, enzovoort...?... Daar is het verschil...

165 Kijk naar de Amerikaanse Indiaan. Velen van deze... De Navajo ginds is een donkerder ras mensen dan onze gekleurde Ethiopische mensen in dit land, de Navajo. De Apachen zijn... Zij zijn wat koperkleurig. En de verschillende stammen... Dus daar onder de Indianen hier vindt u de zwarten en bijna... En de Cherokee is bijna net zo bleek als wij, de Cherokee. En er zijn hier in deze natie de verschillende stammen. Dus u ziet dat u niet kunt zeggen of ze half vervloekt zijn of helemaal vervloekt. Ze werden niet vervloekt omdat ze zwart waren. Ze werden niet vervloekt omdat ze geel waren of omdat ze blank waren. Er is maar één vloek waarvan ik weet en dat is ongeloof in Jezus Christus. (Ik weet het, Donny, het is tijd dat ik sluit, maar ik heb nog twee vragen over.)

     Goed nu. 23 Waar zijn de verstrooide tien verloren stammen van Israël (Genesis 44:49), de stam van Jozef naar de vele naties? Simeon, Levi, die geen vaderland van zichzelf hadden, maar verspreid zijn onder de andere tien stammen... Waar zijn de tien stammen? Kunnen wij hun plaats bepalen?

166 Jazeker! Hun plaats kan bepaald worden. Geografisch kan hun plaats in de Bijbel bepaald worden. En God vertelt ons daarin waar zij in de laatste dagen zullen zijn en wat hun einde zal zijn. En zojuist las ik in een boek waar dezen ginds in Israël waren. Men zei dat de ene zijn voeten in olie heeft gedompeld, en dergelijke. God heeft hun aller plaats bepaald, afgebakend in verschillende plaatsen. En de Joden keren allen terug naar Palestina, waarvan God beloofde dat zij daar in de laatste dagen zouden zijn.

     Nog één vraag: 24 Ik kan niet geloven dat God oorlogen als een oordeel zond. Ik kan niet geloven dat God oorlogen als een oordeel zendt. (Luister even een ogenblik.) Ik geloof niet, zoals sommigen, dat God het zwaard plaatste in de handen van deze slagers uit het oude Babylon tot aan Hitler, om onschuldige vrouwen en kinderen, met de schuldigen, te doden, om Gods oordeel uit te voeren. Moge God... Mijn God van liefde zou niet... (Neem mij niet kwalijk.) Mijn God van liefde zou dit niet doen. Oorlogen zijn de werken van Satan. Bevestig alstublieft deze conclusie.

167 Nu, een ogenblikje. Ik had deze daarstraks gelezen, daarom heb ik deze onderop gelegd. Nu, ik wil dat u zich even rustig houdt. Nu, laten we deze echt openhartig nemen, omdat dit nog al een vraag is. En hij moet eerbiedig benaderd waren. Onmiddellijk daarna, als u het met ons nog een beetje langer kunt uithouden...

168 Ik weet dat het laat wordt, maar het is... Denk eens in, wat anders? Nu, u kunt de hele avond gaan dansen en er niets over denken, u toeleggen op wereldse dingen, maar als het aankomt op het Woord van God voor meer dan twintig minuten, broeder, dan moeten we een nieuwe prediker hebben. Het is een schande. Paulus predikte de hele avond. Ik predikte hier jaren geleden tot twee en drie uur in de morgen. En de mensen liepen deze plaats hier op en neer God te prijzen om twee of drie uur in de morgen. Je zag er wel een dozijn of meer per keer de Heilige Geest ontvangen om twee en drie uur. God wees genadig, ik wenste dat ik het weer kon zien. Maar we kunnen het niet; de dag is voorbij. De dag is nu voorbij; zij is nu ver gevorderd. De nacht nadert en de mensen zijn... "Wel, het maakt ons gewoon niet meer uit, dus... Oh, ik wou dat ze... Het heeft geen nut om... gereed te zijn om in te gaan..." Zo gaat het zo ongeveer.

169 Wacht, ik wil u nu iets vragen. Nu, ik zal het niet eens met u worden, broeder of zuster. Ik weet het niet. Het werd hier vanmorgen neergelegd. Ik had het in mijn Bijbel en keek het zojuist na. Nu, op een vriendelijke manier... En nu, ik wil niet dat u boos op mij wordt. Ik wil dat u aandachtig luistert.

170 En bedenk, ik zou het hierover net zo graag met u eens zijn, met uw beslissing hierover als met die vrouw, met die arme vrouw daarnet. Ze zei... Zij en haar man, zij gingen er gewoon vandoor en trouwden en daar was het. Maar zij heeft een belofte gedaan, daar moet je trouw aan blijven. En nu, ik moet trouw blijven aan het Woord van God.

171 Maar nu: "Ik geloof niet..." Maar eerst: "Ik kan niet geloven dat God oorlogen zendt als oordelen." Welnu, vriend, er is maar één ding dat verkeerd is met uw geloof, en dat is dat het niet Schriftuurlijk is. God zendt wel oorlog als oordeel. Zo is het. Ik zal u de Schrift geven; ik ga het niet hiervan aflezen en het u dan vertellen.

172 Kijk. "Ik geloof niet zoals sommigen dat God het zwaard plaatste in de handen van deze slachters vanaf het oude Babylon tot Hitler, om onschuldige vrouwen en kinderen te doden." Als ik u zou vertellen in de Naam van Jezus Christus dat Hij het wel deed en het zou bewijzen door de Bijbel, zou u het dan geloven? Zie? Dat Hij het wel deed en dat Hij het weer zal doen? Goed. Luister hiernaar.

173 Ik weet het niet. Dit zou mijn boezemvriend kunnen zijn die hier zit voor zover ik weet; want God die in de hemel is weet dat ik zelfs het handschrift niet ken. Ik zou het u niet kunnen vertellen. Maar ik wil dat u hiernaar luistert. "Mijn God is een God van liefde... mijn God is liefde en zou dit niet doen. Oorlogen zijn van Satan." Ik ben het met u eens dat oorlogen van Satan zijn. Dat is precies juist. Hij is de vorst van deze wereld. Elk koninkrijk en elke natie in deze wereld behoort aan Satan. God zei dat zij van hem waren in Zijn Woord. Satan zei: "Ze zijn van mij." Jezus gaf toe dat ze van hem waren. Maar Hij zal na een poosje erfgenaam van elk ervan zijn. Jezus zal dat zijn. We zullen dan geen oorlogen meer hebben. Maar God staat Satan toe om dit te doen voor correctie en voor oordeel.

174 Nu wil ik u iets vragen, vlak voordat we beginnen. Ik wil dat u mij hierop antwoordt om het te ontdekken. Als u niet gelooft dat God een... (U zei het.) dat Hij deze dingen niet zou doen. Om nu rechtstreeks vanaf de aanvang te beginnen... Nu, geef mij uw onverdeelde aandacht als u kunt. Luister. Waarom kastijdde God Zijn eigen Zoon en vermoordde Hem aan het kruis? God doodde Zijn eigen Zoon aan het kruis. "Doch het behaagde God" zei de Schrift, "om Hem te slaan en Hem te verbrijzelen en hem te verwonden." God deed het op die wijze met Zijn eigen Zoon om u te redden.

175 Ik wil u vragen over Saul, de grote koning van Israël. God vertelde hem om heen te gaan en koning Og te nemen met alles wat hij had en alles daar totaal te vernietigen, mannen, vrouwen, kinderen en alles... En Saul... Zelfs om het vee te doden, niets te laten leven. En Saul ging erheen en spaarde wat van het vee. En God nam de Geest van hem weg en scheidde Zich van hem af; hij werd Gods vijand.

176 Waarom stond Elia daar toen God de oude koning Og in Achabs handen gaf? En hij vertelde Achab om die koning te doden. En Achab weigerde het te doen. En Elia de profeet liet een schildwacht... en hij zei: "Sla mij met uw zwaard." U leest erover... Hij was een profeet.

     Hij zei: "Ik wil het niet." En hij verloor zijn leven. Toen vertelde hij het aan een ander en zei: "Sla mij." En de man trof hem met het zwaard en sneed hem. En hij vermomde zich en stond daar. En hier kwam Achab aanrijden in zijn wagen.

     Hij zei: "Wat staat u hier te doen?"

     Hij zei: "Wel, ik was een schildwacht; er werd een man aan mijn zorg toevertrouwd en hij sloeg mij en liep weg." Hij zei: "En ik liet hem gaan. En zij vertelden mij dat als ik het deed, ik er met mijn eigen leven voor zal moeten betalen."

     Hij zei: "Wel, u zult er met uw eigen leven voor moeten betalen."

     Hij deed zijn vermomming af en zei: "ZO SPREEKT DE HERE: omdat u die koning daar niet vermoordde, zult u er met uw eigen leven voor moeten betalen." Dat is juist. Dat is precies juist.

177 Laat mij u hier iets lezen. Wat zegt u van Babylon, toen God Jozua daarheen zond en hij hen volkomen vernietigde, kleine baby's, kinderen en al het andere, en niet één ding in leven liet. Hij vernietigde alles. Kleine Filistijnse baby's, hij vernietigde hen gewoon. God beval het hem. En als hij het niet had gedaan, had het hem zijn eigen leven gekost.

178 Ik ga het dadelijk afronden. God is liefde, volmaakte liefde, maar u weet niet wat liefde is. Daarom weten de mensen vandaag niet wat geloof is. God is liefde. Hij moet in liefde zijn. Hij is soeverein aan Zijn Woord. En Hij moet Zijn Woord houden. Hij moet u liefhebben. En als Hij u liefheeft moet Hij u beschermen.

179 Luister hier. U spreekt over het vallen van kinderen. Een ogenblik, laat mij u hier iets in de Schriften tonen wat de Bijbel over deze dingen hier zegt. Laten we dit hier nemen en hier een momentje naar luisteren en zien wat God zegt. Nu, ik lees uit Ezechiël, het negende hoofdstuk, als u het wilt opschrijven. Luister nauwkeurig.

     Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elk met zijn verdervend wapen in zijn hand. (Nu, dit is God die spreekt.)

     En ziet, zes mannen kwamen van de weg der Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, en elk met zijn verpletterend wapen in zijn hand; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker was aan zijn lendenen, en zij kwamen in, en stonden bij het koperen altaar.

     En de heerlijkheid van de God van Israël hief zich op van de cherub, waarop hij was, tot de dorpel van het huis; en Hij riep tot de man, die met linnen bekleed was, die de schrijvers-inktkoker aan zijn lenden had.

     En de HEERE... (Hoofdletter-H-E-E-R-E, hetwelk God is.) ... de HEERE zei tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden van de lieden die zuchten en uitroepen over al die gruwelen die in het midden daarvan gedaan worden.

     Maar tot de anderen zeide Hij... (de HEERE) ... zeide Hij voor mijn oren: Gaat door, door de stad achter hem, en slaat, uw oog ontzie niet, en spaart niet! (Let op, het zesde vers:)

     Doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens en vrouwen, tot verdervens toe;... (God zei het. God zei het.) maar nadert tot aan niemand, op wie het teken is, en begint van Mijn heiligdom. En zij begonnen van de oude mannen, die voor het huis waren.

180 Met andere woorden, God zei tegen deze mensen: "Nu wacht; Ik ga de mensen eerst merken, hen die werkelijk toegewijd zijn aan God..." En Hij plaatste een merkteken op hen. Hij zei: "Nu, tot deze mannen die de verdervende wapens hebben, trek er doorheen en spaar geen vrouwen, kinderen, niets, maar doodt alles volkomen."

181 Bij de antediluviaanse wereld in de vernietiging, toen miljoenen maal miljoenen en miljarden mensen op de aarde waren en God een oude heiligheidsprediker uitzond, genaamd Noach, die honderd en twintig jaar predikte en hun vertelde in de ark te komen en allen die niet in de ark kwamen, vernietigd zouden worden... En God Almachtig, die de controle over de hemelen had, zond de regenstromen neer die miljoenen oude mensen, jonge mensen, kleine baby's volkomen vernietigde, welke sidderend in het water omkwamen.

182 De Almachtige God, en Hij is inderdaad de God van liefde. Amen, dat is waar. Hij moet het wel zijn. Hij heeft de Zijnen lief. Hij moet soeverein aan Zijn Woord zijn. Dus niet om er een strijdpunt van te maken, maar ik ben het niet met u eens. Uw God van liefde...

183 Hier niet lang geleden sprak ik... Het was misschien een Jehova's Getuige. De man kwam naar mij toe en zei: "Broeder Branham, wilt u mij vertellen dat u gelooft dat er een brandende hel is?"

     Ik zei: "Het is niet wat ik zeg, het is wat de Bijbel zegt."

     Hij zei: "Wilt u mij vertellen dat een liefhebbende hemelse Vader Zijn kinderen zou verbranden? Wel", zei hij, "u zou uw kind niet verbranden."

     Ik zei: "Beslist niet!"

     "Wel dan, als u als mens zoveel liefde hebt (Ziet u, hoe de mensen de zaak kunnen verdraaien?), als u als een mens zoveel liefde hebt, denkt u dat een liefhebbende hemelse Vader Zijn kinderen zou vernietigen?"

184 Ik zei: "Nooit!" Hij vernietigt Zijn kinderen niet, maar wiens kind bent u? God vernietigt Zijn kinderen niet. Hij doet Zijn best om ze binnen te krijgen. Maar het is de duivel die losgelaten is, die zijn kinderen zal vernietigen. Dus God staat het Satan gewoon toe.

185 Kijk. Wie was het die het kwaad toestond om neer te komen zodat Satan kon heengaan om de meest volmaakte dienstknecht van God op Jezus Christus na, te vernietigen, zijn kinderen en alles wat hij had – Job? En God zond een boze geest uit en vernietigde al Jobs kinderen en alles, alleen maar om Zijn dienstknecht te beproeven. Is dat juist? Zeker.

186 O, ik zou hier wel een uur kunnen staan en u hen gewoon laten zien, mijn broeder, zuster. Dat is juist, wie u ook moge zijn. Haalt u deze Geest van God niet door elkaar. Oorlogen zijn Gods oordelen over de naties. Vernietigingen worden van Godswege gezonden. De Bijbel zegt het. En God is een God van liefde, maar God is ook een God van toorn. En u zult niet voor een liefhebbende... staan. Dat is de zaak geweest die de gemeente vandaag kwaad gedaan heeft.

187 "Een liefhebbend Vader zou het natuurlijk niet erg vinden als ik dit doe." Als u het wilt doen zou u evengoed door kunnen gaan en het doen, omdat de liefde van God al helemaal niet in u is.

188 We staan op het punt om dadelijk het Avondmaal te nemen en ik wil dat dit echt diep inzinkt. De kwestie is, dat wat in uw hart is, te voorschijn zal komen – uw leven zal maken. Wat voor soort zaad u in de grond stopt, zal naar zijn aard voortbrengen. Hoe kunt u een popcorn-plant nemen en er een gipskruid van maken? U zou het evenmin kunnen als wanneer u een graankorrel neemt en dat u er een klit van maakt. U zou ze niet kunnen maken omdat ze twee verschillende naturen hebben, twee heel verschillende levens. U zou het zaad van het gipskruid kunnen nemen en het zaad van een ui en zij lijken zo volmaakt op elkaar, dat de beste man ze niet uit elkaar zou kunnen houden. Dat is juist. Het enige wat u moet doen is ze planten. Ze zien er beide in het natuurlijke gelijk uit, maar plant ze eens. Ze zullen beide voortbrengen; en het ene zal gipskruid en het andere een ui zijn. Dat is volkomen juist.

189 U zegt: "Wel, wat doet dit zaad – het ziet er precies eender uit als dat, om een verschillend soort leven voort te brengen?" Het komt vanwege het soort leven dat er in is.

190 En een man of vrouw die belijdt een Christen te zijn en niet dat soort leven leeft, door de genade van God, is een gipskruid. Aan hun vruchten zult u hen kennen. Als die zaak in uw hart is, legt zij getuigenis af van wat u ergens anders bent. Als het kwaad is legt het getuigenis af van wat u hier beneden bent. Als u sterft zult u moeten heengaan naar waar u al bent. Als u goed bent dan bent u goed omdat God u goed gemaakt heeft, en u wordt wederom geboren. U bent bestemd om die weg te gaan, omdat dat leven getuigenis zal moeten afleggen van deze plaats. Als het hiervan getuigenis aflegt, zult u daar heengaan. Als het daarvan boven getuigenis aflegt, zult u daar heengaan.

191 Wat u hier bent... Houd dit nu in uw gedachten. Ik zal gaan sluiten. Maar wat u hier bent, is een teken dat u ergens iets anders bent. U hebt altijd gewild om volmaakt te zijn, u Christenen. Er is een volmaaktheid en die volmaaktheid is niet in dit leven. Maar elke man en vrouw hier die een Christen is, elke persoon die hier nu een Christen is, is al verheerlijkt in de tegenwoordigheid van Jezus Christus. En u hebt een ander lichaam. U zult het niet op de een of andere tijd hebben, u hebt het nu. Nu reeds is er een ander lichaam wachtend op u als dit zou moeten verderven. Zou u daaraan kunnen denken? Bestudeer dat eens even.

192 Weet u dat ieder van ons in de eeuwigheid kan zijn voordat de zon morgenochtend opgaat? Nu, als u geen Christen bent, mijn vriend, blijft er maar één ding voor u over. U moet die weg gaan. Als u niet op die weg bent, moet u die weg gaan. Als u een graankorrel bent, zult u graan voortbrengen. Als u een klit bent, brengt u klit-leven voort. Nu, als u ergens tot een kerk hebt behoort, die het niet weet en het niet leert, en u gewoon naar de kerk laat komen als kerklid... U zegt: "Wel, broeder Branham, mijn kerk leert dat wij Jezus Christus moeten aannemen als onze persoonlijke Redder. Als wij in de Here Jezus Christus geloven, zijn wij gered." Als uw leven daarmee niet overeen komt, hebt u het nog niet gehaald.

193 Weet u dat de duivel gelooft dat Jezus Christus de Zoon van God is? Weet u dat Jezus in het openbaar... weet u dat de duivel in het openbaar beleed dat Jezus de Zoon van God was en hij niet gered was? En hij kòn niet gered worden; hij is de duivel. Dus te belijden dat Jezus de Zoon van God is...

194 Weet u dat al die Farizeeërs en Sadduceeërs, ieder zeer vrome en godsdienstige mensen waren; hoe zij God liefhadden met hun harten, naar zij dachten; en faalden te zien dat die Onschuldige, de Zoon van God... faalden te erkennen dat Hij de Zoon van God was. En toch waren zij zeer religieus (Is dat juist?), zeer vroom, zeer geleerd, kenden de Bijbel beter dan enige van onze geleerden vandaag. Ze hadden niets te doen dan daar door hun geslachten heen te zitten en de Here te dienen.

195 Nu, kijk wat de Schrift zegt: "In de laatste dagen..." Voor u, mijn Christelijke vrienden, en met Goddelijke liefde, de Bijbel zegt: "In de laatste dagen zal er een tijd komen dat de mensen zouden zijn koppig, hoogmoedig, liefhebbers van genot meer dan liefhebbers van God." Nu, is dat niet waar?

196 Een zeker persoon in dit gebouw ging onlangs naar een Nieuwjaars feest, en in het souterrain hadden ze niet-alcoholische dranken en ontspanning en ze gingen tekeer, roomijs en soupers, enzovoort. De kerken geven zelfs danspartijen. Gewoon precies wat God hun vertelde niet te doen, doen zij in de Naam van Christus. En hier is wat Jezus zei dat de gemeente zou doen, en zij verloochenen het. Jezus, hier zijn Zijn laatste woorden, Zijn wil en testament voor de gemeente: "Gaat dan uit in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan elk schepsel. Wie gelooft en wordt gedoopt zal behouden worden; wie niet gelooft zal verdoemd worden." (Misschien leest uw herder tot zover, maar hier is de rest ervan.) "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven; in Mijn Naam zullen zij duivels uitwerpen; zij zullen met nieuwe tongen spreken; als zij slangen opnemen of dodelijke dingen drinken, zal het hun niet schaden; en als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij genezen."

197 Nu, Jezus zei dat zij dit zouden doen in Zijn Naam. Zij ontkennen dat dit bestaat, maar zij gaan heen en doen precies het tegengestelde van wat Hij zei: leren dat het voorbij is, dat zoiets er niet is en leren in plaats daarvan theologie. Oh, geen wonder dat we in de huidige toestand zijn.

198 Kijk hier, laat mij u vertellen, mijn broeder, als de gemeente komt tot de plaats dat elk lid van haar zo vol geladen is met de Heilige Geest en kracht, dat deze tekenen zullen volgen...

199 Ik denk aan Paulus daar op het eiland na de schipbreuk. God had hem een visioen gegeven. Toen na veertien dagen en nachten alle hoop was vervlogen dat zij ooit gered zouden worden... De kleine oude boot slingerde zo rond en ze waren allen aan het schreeuwen veertien dagen en nachten. Paulus was daar beneden en had een visioen. Hij kwam te voorschijn en hij zei: "Hebt goede moed, want de engel van God, Wiens dienstknecht ik ben, heeft bij mij gestaan en gezegd: 'Vrees niet, want gij moet vóór Caesar gebracht worden. En zie, God heeft allen die met u varen, gegeven.'"

200 En toen het schip verging en op de kust liep en zij daar bij de inlanders kwamen, was Paulus bezig wat stokken op te rapen en hij ging ze op het vuur leggen. Maar daarin zat een grote slang die hem bij de hand greep. Nu, die slang spoot vergif in zijn hand dat hem binnen een minuut gedood zou hebben. De inlanders zeiden: "Let maar op dat die persoon dood valt, want hij zal elk moment sterven. Hij is in ketenen voor het prediken van het Evangelie."

201 Godsdienstige mensen zetten hem in ketenen. De allerfijnste kerken die er in die dag waren, waren het die hem in ketenen zetten. Als de grondwet van de Verenigde Staten er niet was, zou u vandaag hetzelfde zien. Dat is juist! Wacht maar af tot zij het een beetje meer afgebroken hebben.

202 En een slang greep hem bij zijn hand. Let nu op. Paulus vreesde niet. Hij zei: "Jezus Christus zei: 'Als zij slangen opnemen zal het hun niet schaden.'" Dus Hij liep daarheen, schudde hem af in het vuur; keerde zich om en liep terug om nog wat meer stokken te halen en op het vuur te gooien; keerde zich om en warmde zijn rug en keerde zich weer zo om en warmde zijn handen. De inlanders zeiden: "Waarom sterft hij niet? Waarom sterft die man niet? Waarom valt hij niet dood neer?" Maar Paulus was zo vol van de Heilige Geest (ziet u wat ik bedoel?), zo vol van de Heilige Geest dat het vergif hem niet vergiftigen kon.

203 O broeder, geef mij een gemeente vol van de Heilige Geest. God zal in één jaar doen waarin alle theologen faalden in twee duizend jaren. Wacht tot de zalving van de gemeente werkelijk doel treft bij het getrouwe kleine overblijfsel. Nadat de deuren van de heidenen gesloten zijn, o, dan zal God een gemeente zalven. "Wie vuil is, laat hem nog vuiler worden. Wie rechtvaardig is, laat hem nog rechtvaardiger worden, en wie heilig is, laat hem nog heiliger worden." En God zal de gemeente zalven met de kracht van God en er zullen dingen plaats vinden. Niet alleen doet Hij het dan, maar Hij doet het nu.

204 Let op tekenen en wonderen. En de mensen kijken in het rond en zeggen: "Wel, het is van de duivel." O, omdat zij de Schriften niet kennen, noch de kracht van God. En dat is de reden dat het...?...

205 Moge de Here u zegenen. Het spijt mij dat ik u zo laat heb gehouden. Ik doe dit erg zelden, maar ik ben niet erg veel bij u. Misschien heb ik deze vragen niet overeenkomstig uw gedachten en dergelijke, beantwoord. Dat waren er twee die vanmorgen beantwoord zijn. Als ik het niet deed, God zegene u. En ik wil u niet van uw stuk brengen of zoiets. Ik moest slechts zeggen wat... U stelt mij de vraag. Ik geef u naar mijn beste weten het antwoord. Dat is juist.

206 Nu, ik weet misschien niet teveel over de dingen. Ik weet niet wat ik behoor te weten. Maar één ding weet ik, dat is dat Jezus Christus ons redde van zonde, ons behoedt voor zonde en ons Zijn kracht en Zijn zegeningen geeft.

207 En als u slechts om u heen opmerkt en oplet wat er plaats vindt in de mensen waarvoor gebeden wordt... Kijk door de naties en kijk naar de tekenen en wonderen overal. En kijk naar de komende tijd. Let op die twee takken waarover wij hier enige tijd geleden predikten, ze komen op uit Genesis, hoe zij er overal getuigenis van afleggen. Hoe de ongelovige, zeer fundamenteel en waardig in zijn godsdienst, maar toch hebbende een gedaante van godzaligheid, en de kracht ervan verloochenen... En de gemeente trekt verder.

208 Moge de Here Jezus iedereen zegenen, is mijn gebed. En moge u zo leven dat u zo'n last krijgt, moge God op u, mensen, zo'n last voor verloren zielen leggen, dat u dag noch nacht slapen kunt. Moge God aan deze Branham Tabernakel dat voorrecht toestaan om zo'n last te krijgen. Het maakt niet uit of u ooit juicht of ooit iets anders doet, als u slechts zo'n last hebt voor verloren zielen dat u niet kunt slapen. Als u dat hebt zal de wereld hier naar binnen glippen om voor zich te laten bidden (dat is juist) dan komt de wereld om voor zich te laten bidden. U zult overal bekend zijn. God geve ons van Zijn Geest, make ons nederig, verbreke ons en make ons zo vol geladen met de kracht van God om de zieken te genezen, duivelen uit te werpen, grote tekenen en wonderen te doen. Als u de handen op de zieken legt en die zegening vraagt zonder één twijfel in uw hart, u gelooft dat God het zal doen, let op die patiënt en het zal beginnen beter te worden. Waarom? Het kwade is uit ons weggegaan. Net als de boom die daar stond, Jezus keek en er was geen vrucht aan. Hij zei: "Je bent vervloekt." Vierentwintig uur later gingen zij er weer langs. Petrus zei: "Kijk, de bladeren verwelken al." Iets had plaats gevonden. Gods Woord was gesproken.

209 Jezus zei: "Heb geloof in God. Want als u tot deze berg zegt dat hij verplaatst moet worden en het niet betwijfelt, zal hij u gehoorzamen." Heb geloof in God.

     Nu, het is tijd voor het avondmaal. Terwijl wij onze hoofden buigen zal ik iemand vragen naar de piano te komen.

210 Here, dit is het uur, de tijd wanneer misschien mannen en vrouwen, Here, over de wereld zullen zien dat het grote oordeelsuur nadert, dat God alle naties in hun politieke posities zal oordelen. Overal, elke plaats en iedereen moet het oordeel van God ondergaan. En Vader, we zijn zo blij te weten dat er een ontsnapping is voor deze mensen die zouden willen ontkomen. En die weg is door Jezus Christus, die de Spruit van David is. En wij danken U, dierbare Vader, voor het zenden van Hem naar de aarde, dat Hij het middel was waardoor wij er doorheen konden komen; Hij voor ons wilde bemiddelen om onze zonden weg te nemen, zodat wij aan de toorn en het oordeel van God zouden ontkomen. Wij weten dat de toorn moet komen. En zoals Johannes vanouds zei: "Vlied voor de komende toorn..."

211 Nu Here, wij bidden, als wij vanavond avondmaal nemen, dat U ons wilt heiligen, Here, met Uw reinigend bloed, en moge elke zonde van deze mensen vergeven zijn. Ik bid nederig en oprecht, God, dat niet één van ons het onwaardig zal nemen. Want U hebt gezegd in Uw Woord dat als wij dat doen, wij schuldig zijn aan het lichaam en het bloed van de Here. Nu, Vader, maak deze mensen heilig en toegewijd, zodat wij dit onberispelijk mogen nemen.

212 En nu Vader, wij beseffen dat het avondmaal voor het eerst daar in Egypte werd gegeven. En deze mensen die avondmaal namen, het lam en het brood; toen zij eruit trokken, reisden zij veertig jaar door de woestijn, en er was niet één zwakke onder hen toen zij uit de woestijn kwamen. Zij namen het avondmaal.

213 God, wees genadig. Ik bid dat alle zieken genezen zullen worden, alle verlorenen gered zullen worden. En diegenen die vormelijk en onverschillig zijn, mogen zij dichter naderen tot de vuren van God om hun zielen te verwarmen. Sta het toe, Here. Vergeef ons nu en help ons. Wij bidden in de Naam van Uw Zoon.

214 En terwijl wij onze hoofden gebogen hebben, vraag ik mij af (als de broeder ons een klein akkoord geeft op de piano) of er een persoon is die zijn hand zou willen opsteken en zeggen: "Broeder Bill, ik... oprecht... voor de toestand van m'n ziel. Ik wil dat u mij gedenkt. Ik wil de Heilige Geest ontvangen." Zou u uw hand op willen steken...?... God zegene u. God zegene u en u, en u, u en u, God zegene u en u. God zegene u, dame, u en u, u, broeder. Oh, overal handen. God zegene u, broeder. God zegene u. God zegene u, zuster. U, zuster, ik zie uw hand. U wilt de Heilige Geest ontvangen. God zegene u, broeder.

215 Wilt u niet een wat dichtere wandel? Bedenkt, vrienden, wij leven nabij de komst van onze Here. Nu, God bevestigt Zijn Woord, tekenen en wonderen overal.

216 Nu, zeker, God liet mij niet uitgaan en gezalfd worden met de Heilige Geest om tekenen en wonderen te verrichten, terug te komen om het Woord te prediken, enzovoort, terwijl Hij het overal zegent en deze dingen doet, zonder dat Hij mij enig begrip van Zijn Woord heeft gegeven. Hij zou dat niet toestaan. Dus ik weet waarover ik spreek.

217 En als u zonder Jezus Christus bent, zonder de Heilige Geest, moge God u geen enkele rust laten hebben totdat u de Heilige Geest ontvangt. Word niet verleid. Neem niet één van deze vormelijke belijdenissen, met droge ogen, en zeg dan dat u de Heilige Geest hebt. U hebt de Heilige Geest niet wanneer u gelooft. U gelooft niet om de Heilige Geest te ontvangen. Het is een gave van God. Paulus zei: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen nadat u geloofde?" Dus geloof het. En moge God het u toestaan.

218 Nu Vader, voor hen die hun handen opstaken, bid ik dat U hun de Persoon van de Heilige Geest op dit moment zult geven. Moge Hij diep komen in deze vele, tien of vijftien handen die omhoog gingen. Ik bid dat U elk van hen de doop van Uw Wezen zult geven. Mogen zij zo vervuld worden met de Heilige Geest, dat tekenen en wonderen zullen plaats vinden in hun levens, en dat zij allerlei tekenen zullen zien. Zoals Jezus zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Sta het toe, Vader. Wij bidden nederig in de Naam van Uw Zoon, Jezus Christus. Amen. Broeder Neville...

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)