Heren, wij zouden Jezus willen zien

Door William Marrion Branham

1 Laten wij nu onze hoofden buigen voor gebed. Onze hemelse Vader, wij zijn U vanavond zo dankbaar voor de beloften die wij in dit lied hebben. Wij kunnen gewoon de epileptische jongen zien met die epilepsieaanval, wiens vader naar U toe kwam om U te vragen of U genade zou willen hebben. En Hij zei: "Ik kan het, als u gelooft. Alle dingen zijn mogelijk voor hen die geloven."

     U beloofde dat U ons nooit zou begeven of verlaten. De Schrift zegt dat U Dezelfde bent, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. En U bent vanavond net zo gewillig om onze ziekte te genezen als toen, want U bent Dezelfde. En U beloofde in Uw Woord dat wij ook de dingen zouden doen die U deed. Dat is Uw belofte en wij weten dat het waar is.

2 Dus mogen al deze grote beloften, Here, vanavond voor Uw kinderen vervuld worden, dat elk en iedereen mag ontvangen waarvoor zij gekomen zijn. En als de dienst vanavond zal sluiten en wij naar onze verschillende huizen gaan, mogen wij dan onder elkaar spreken zoals degenen die die dag van Emmaüs kwamen. U had de hele dag met hen gewandeld en zij hadden U niet herkend. Maar die avond, toen U hen alleen in de kamer had, deed U iets precies zoals U het voor de kruisiging gedaan had, iets wat niemand anders op die wijze deed. En door dit wat U deed, herkenden zij dat U de opgestane Christus was. En zij zeiden: "Was ons hart niet brandende in ons toen, toen Hij tot ons sprak op de weg?"

     Wij bidden dat U vanavond tot ons terug zult keren, Here. Slechts deze weinige mensen, maar U zei: "Als er twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, zal Ik in hun midden zijn." Dat is Uw belofte, Here, en wij geloven dat het waar is. Wij wachten nu in de Naam van de Here Jezus op de bevestiging van Uw Woord. Amen. U mag gaan zitten. [Iemand geeft een profetie – Vert] Amen.

3 Dank aan onze hemelse Vader voor die grote bemoediging. Wat een gevoel zou het ons moeten geven voordat de dienst begint! Hij gaf ons een belofte door een geest van profetie, dat wij Hem hier in ons midden zullen zien. Nu, is het zo? Zeker is het zo. Het komt van God. Alles wat van God komt is altijd juist. Gezegend zij de Naam van de Here.

     Ik ben zo dankbaar om in een tijd te leven waarin de Geest van God in het midden van Zijn mensen is, hen uitroepend, en een gemeente afscheidend om mee naar huis te nemen; want een overblijfsel zal nog op de aarde overgebleven zijn als Hij komt, om opgenomen te worden in de hemelen. Zo dankbaar daarvoor.

4 O, dit is een geweldig uur. Ik ben zo blij dat ik hier leef. Weet u, Mozes zou graag in deze tijd geleefd hebben. Al de apostelen zouden graag in deze tijd geleefd willen hebben. En hier leven wij in deze tijd en leven onder onze voorrechten. Wat wil God Zijn mensen graag zegenen!

5 Nu, weet u, ons is verteld dat de dag waarin de Here komt enigszins onverwacht zou zijn, en de gemeente zou aan het afkoelen zijn. En ik ben net in mijn tabernakel thuis klaar gekomen met de zeven laatste gemeentetijdperken en het komt nu uit. Het staat nu op de band en het is... Ik nam elke avond een gemeentetijdperk, bestaande uit de zeven gemeentetijdperken en de laatste zeven... de kandelaren en de zeven boodschappers van de tijdperken en...

6 Ik... van alle... Ik ben niet zo'n beste prediker, maar alles wat ik... elke inspanning die ik in heel mijn leven voor de Here deed, ik geloof niet dat er ooit één zo effectief was als die, want zodra ik daar kwam, en niet wist wat... om deze tijdperken op het bord te tekenen, om te laten zien hoeveel van de Heilige Geest in het gemeentetijdperk van Efeze neerkwam, vervolgens naar Smyrna, Pergamus en Thyatire, en zo verder...

7 En als die engel van de Here, dat Licht, niet precies voor driehonderd mensen binnenkwam, Zichzelf regelrecht naar de muur bewoog, en dat ronde licht tekende, net als hoe ik de kerktijden tekende, en precies dezelfde diepte toonde en van alles, terwijl het doorging; terwijl driehonderd mensen schreeuwden en huilden en daarnaar keken op de muur. Wel, het stond hier en reflecteerde zich op de muur en maakte datzelfde.

8 En zij hebben het nu getekend, op afbeeldingen, en het staat in de tabernakel. Meneer Arganbright, onze geliefde dierbare broeder, komt daar net vandaan. Hij was naar boven gegaan om ernaar te kijken, waar het op de muur was geweest.

     Wij leven gewoon in een geweldige tijd. Maar ik ben bang dat wij niet... dat wij onszelf een beetje moeten knijpen en een beetje moeten schudden om te ontdekken waar wij ons bevinden.

9 Ik heb vaak gezegd, en deze uitspraak gedaan dat ik twee klassen mensen vind als ik rondreis over de wereld. De ene zijn de Pinkstermensen en de andere de fundamentalisten.

10 Nu, de fundamentele mensen weten positioneel wat zij in Christus zijn door de belofte van de Bijbel, maar zij hebben niet de Heilige Geest om te weten wie zij zijn, of om geloof te hebben. Nu, de Pinkstermensen hebben de Heilige Geest ontvangen, maar zij weten niet wie zij zijn. Zie? Dus het is net als een man die geld op de bank heeft en niet weet hoe hij een cheque uit moet schrijven; de ander kan een cheque uitschrijven en heeft geen geld op de bank.

11 Nu, als u deze twee tezamen zou kunnen krijgen... Als de Pinkstermensen zich konden vestigen... Zoals ik gisteravond zei (ik geloof dit werkelijk met mijn hele hart), de Pinkstergemeente was in een betere toestand... Ik was in die dagen geen prediker, en ik geloof dat ik niet... waarschijnlijk was ik in die dagen nog niet op aarde. Maar de oude Azusa Street samenkomsten waarover u zoveel spreekt, en ik heb de boeken gelezen van... De vroegere Pinkstergemeente van dertig of veertig jaar geleden was in een betere conditie voor de komst des Heren dan dat zij nu zijn. Zij waren werkelijk echte nuchtere Christenen en zij leefden het. Zij geloofden het.

12 Welnu, wij hebben onszelf 'geclassificeerd' en wij hebben onze organisaties en denominaties gekregen die bij de betere klasse behoren. En wij hebben kleinkinderen gekregen die door adoptie binnen genomen zijn. Wij hebben niet meer die oude linie van de vroege Pinkstermensen die aan zichzelf stierven en werkelijk tot God doordrongen, dat echte waarachtige geloof. Zij vroegen het gewoon aan God en zij zalfden hen met olie en gingen door en werden genezen.

13 Vandaag kan God neerkomen en Zich regelrecht wonderbaarlijk tonen onder de mensen, en van alles, en zij zeggen alleen: "Wel, ik geloof dat het erg goed was." U hebt teveel lering gehad en zag uit naar nieuw licht. Dat is waar Eva naar uitzag toen zij haar ogen liet uitdoven. Zie, ga gewoon terug naar de Bijbel en blijf precies bij de oude richting.

14 Verlaat dat oude pad niet van de eerste liefde en het eerste wat tot u kwam. Leef met de Heilige Geest. Dwaal niet af naar een of andere driftbui. Blijf precies bij God, precies in Zijn Woord, en de Heilige Geest zal u nooit iets laten doen dat tegengesteld is aan dit Woord. Hij zal regelrecht bij het Woord blijven, omdat het Woord God is.

15 Gisteravond sprak ik over het onderwerp "Verwachtingen". Vanavond zou ik voor de zieken gaan bidden. Nu, in het komende deel, waar we morgenavond mee beginnen, willen wij starten met de Evangelische soort boodschap, misschien "Het komen van de Here", "Het merkteken van het beest", "Het zegel van God", "De honderdvierenveertig duizend", "De vier paardrijders van Openbaring". Wel, ik geloof dat het deze boodschappen zijn die wij tot de mensen moeten krijgen, om hen wakker te maken, hen te schudden, hen te tonen dat wij... Ik zie de grote resultaten in "De zeven gemeentetijdperken". Ik zou daar opnieuw doorheen willen gaan, als ik dacht dat het hier zou helpen. Hoe God het zegende!

16 Nu, laat mij de mensen steeds weer opnieuw waarschuwen: verwacht niet dat de laatste schudding van God in de gemeente een universele zaak zal zijn. Dat zal het niet zijn. Het is tot de gemeente. Het zijn de grote dingen die met de mensen zullen gebeuren in de kleine minderheid. Dat is de kleine groep die God schudt om klaar te zijn om te gaan. Die zijn hoe dan ook vertrokken. Zie? Nu, dat is Schriftuurlijk en Bijbels.

17 Niet lang geleden kwam een voorganger van een grote stad naar mij toe en hij zei: "Wel, ik word oud." Zei: "Ik ben hier al zo'n twintig jaar en wij hebben enige van de krachtigste samenkomsten gehad." In Chicago bij Mattsson-Boze.

18 Hij zei: "Ik heb verlangd, broeder Branham, en ben hier gekomen en had een profetie van de Here, dat als ik hier zou komen, ik de machtige hand van God deze plaats zou zien schudden voordat het tijd was om weg te gaan."

19 Ik zei: "Broeder Joseph, eerlijk," zei ik, "u bent een groot theoloog en u bent een groot man, een doctor in de godgeleerdheid. Daar is geen twijfel over. Ik zou er niet aan kunnen tippen." Maar ik zei: "Maar mijn dierbare broeder, u hebt een enigszins slecht geestelijk onderscheidingsvermogen."

20 Dat is waar de kerk het vandaag mist. Het is dat geestelijke onderscheidingsvermogen om te zien wat God doet. En zij zien hier ver over het hoofd wat er precies hier aan de gang is, en het zal u voorbijgegaan zijn voordat u het weet.

21 Zei Jezus niet over Johannes...? De discipelen zeiden: "Waarom zeggen de Schriftgeleerden dat Elia eerst moet komen?"

22 Hij zei: "Hij is reeds gekomen en zij kenden hem niet." Dat is het. Zij wisten werkelijk nooit dat Elia een profeet was, maar slechts de gemeente. Zij zouden hem niet zo behandeld hebben en zouden hem geen "kaalkop" hebben genoemd, en zo tekeergegaan zijn. Zij wisten het niet.

23 Zij wisten niet dat Johannes echt waarlijk de profeet van God was. Zij dachten dat hij een of andere krankzinnige man daarginds in de woestijn was, die probeerde de mensen in het water te verdrinken. Maar hij ging nooit de steden in en dergelijke. Hij bleef buiten in de woestijn... vreemd, eigenaardig. En zij dachten dat hij een fanaticus was vanwege hoe hij gekleed was. Maar de gemeente, de geroepen gemeente, die was geroepen om dat te zien, zij zagen heel snel dat hij een profeet was.

24 Zij wisten niet dat Jezus de Zoon van God was totdat Hij dood en begraven was en weer opgestaan. Velen van hen weten het vandaag niet. Het is waar. Zij wisten het nooit, zij...

25 De Katholieke kerk accepteerde nooit Patricius. Zijn scholen waren allemaal in Noord Ierland. Hij protesteerde tegen de Katholieke bisschoppen, en nu maken zij een heilige van hem. Wel, de Katholieke kerk verbrandde Jeanne d'Arc, die huilde op de brandstapel, omdat ze zeiden dat zij een heks was. Het meisje zag visioenen. Zij was een dienstmaagd van God. Ongeveer honderd jaar later herkenden zij het, nadat zij dood en begraven was. Dus hadden zij er spijt van, groeven de lichamen van die priesters op die haar gedood hadden, en gooiden ze in de rivier.

26 Zij weten het nooit totdat het voorbij is, en de Heilige Geest geeft de kerk nu haar laatste oproep en zij doet precies wat de Bijbel zei dat zij zou doen. En de Pinkstermensen tasten er overheen, zien uit naar een of andere... O my. Doe dat niet, alstublieft.

27 Luister. Als wij verwachten dat Christus komt... Gelooft u dat? Wel, als wij het geloven, laten wij dan zo handelen. Hoe kunnen wij Christus verwachten en zes miljoen dollar in een gebouw steken? Hoe krijgt u deze grote, geweldige dingen, terwijl u spreekt over de komst van Christus? Wel, broeder, wij behoorden ons gereed te maken voor de opname en niet om hier nog vijfhonderd jaar op de aarde te blijven, zie.

     Er is iets verkeerd. Er klopt ergens iets niet. Ik zie de zin er niet van in. Aan hun vruchten... U kunt het wel zeggen met uw mond, maar uit uw hart, zie...

     U zegt: "O ja, ik geloof dat Christus komt." Maar uw daden bewijzen iets anders.

28 Wat als een man zijn vrouw vertelde dat hij haar liefhad en er dan met een andere vrouw vandoor zou gaan. Zie? Daden spreken luider dan woorden. Dat is juist. Ongeacht wat wij met onze lippen zeggen, onze daden bewijzen wat er werkelijk in ons hart is. Dat is wat Jezus zei: "Huichelaars, hoe kunt u goede dingen zeggen? Want uit de overvloed des harten spreekt de mond", zie? Als het niet zo is, dan is het huichelarij. Dus kunt u zien waar God ons zou classificeren? Juist in dat lauwe Laodicea tijdperk spreekt zij met haar lippen, maar haar hart is ver weg.

     O God, laten wij dat ding achter ons werpen. Laten wij ons buigen voor God. Laten wij naar de Schrift gaan en daar buigen totdat wij Pinksteren echt terugkrijgen in het menselijk hart; niet terug in een organisatie, maar terug in het hart van de mensen in de organisatie. Dat is wat wij moeten doen. Dus moge God ons deze week helpen om het te doen.

29 Ik bid en vast en wacht op God. Ik wil mijn deel doen terwijl ik hier in Californië ben. Doet u uw deel. Ga eropuit en krijg de mensen binnen. God doet vandaag grotere dingen dan ooit bekend zijn geweest sinds Jezus Christus op aarde was. Dat is juist. En het gaat helemaal over de hoofden van de mensen heen en zij missen het te zien. Dat is het slechte deel.

     Als zij het slechts geweten hadden, zoals Jezus zei... zei over de... zei: "Als u slechts uw dag gekend zou hebben... Als u die maar herkend zou hebben. Jeruzalem, Jeruzalem, hoe menigmaal heb Ik u willen bijeenvergaderen, gelijk een hen haar broedsel. Maar u wilde niet. Als u slechts uw dag gekend zou hebben, uw bezoeking."

30 Zo is het vandaag. Het is altijd zo geweest; zo is het nu. Als wij alleen maar de dag van onze bezoeking gekend zouden hebben... Maar de bezoeking gaat gewoon door en de mensen kijken ver hier overheen uit naar iets anders. En het eerste wat u weet is dat de bezoeking voorbij is, en daar is het. Maar zoals Hij zei: "Geen mens kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem eerst heeft getrokken. Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen." Amen. O, dat maakt ons...

     Nu, wij houden ervan om zo tot mensen te spreken dat het hen zich echt goed laat voelen. Maar het beste om te doen, als er iets fout is, laten wij dat dan eerst uit de weg krijgen. Laten wij die zaak terugbrengen tot de basis, zie. Niet lang geleden zei een man tegen mij, een welbekende prediker, een van de beste in de wereld; hij zei: "Broeder Branham, u maakt een grote fout."

     Ik zei: "Neem mij niet kwalijk, broeder. Vertel mij waar dat is."

     Hij zei: "U hakt te hard op de mensen in." Zei: "U bent... Bijvoorbeeld, u foetert altijd de vrouwen uit over de manier waarop zij zich kleden. En u bekritiseert altijd dit en dat." Hij zei: "Daar kunt u beter mee ophouden. Dat zal uw bediening ruïneren."

31 Ik zei: "Elk moment dat het Woord van God mijn bediening ruïneert, God, ruïneer die dan heel snel, want ik wil dat die geruïneerd wordt." Dat is juist. Ik wil iets geven wat juist is. Het Woord van God leert dat. En ik zeg: "God geef ons vrijmoedigheid en mannen die zullen staan voor de waarheid, ongeacht wat er komt of gaat." Dat is wat wij nodig hebben.

32 Het Evangelie is niet iets voor een fatje. Het Evangelie is voor mannen, door God geroepen mannen.

33 Beoordeel nooit een man op hoe groot zijn handen zijn en hoe breed zijn schouders zijn. Ik heb hen horen zeggen: "O, is hij geen man." Ik heb mannen gezien die negentig kilo wogen en geen onsje man in zich hadden. Dat is juist. U meet een man niet af naar zijn grootte. Dat is dierlijk. U meet hem af naar zijn karakter. Er was nooit een groter menselijk karakter dan Jezus Christus.

34 Een groot lichaam... Een muilezel is krachtiger dan welke man ook, dus u zou niet... of een olifant. Dus dat zou dierlijk zijn. Maar een man is niet hoe grote spieren hij heeft. Ik meet hem daar niet aan af, maar hoe versleten de knieën van zijn broek zijn, waar hij gebeden heeft. Dat is de man die gemeten moet worden: karakter.

35 Jezus was een kleine Man, een kleine Kerel, misschien met gebogen schouders. Dertig jaar oud; Hij leek vijftig, zei de Bijbel. Maar er was nooit een man op aarde als Hij, en er zal er nooit een zijn. Hij... De Bijbel zei: "Er was geen schoonheid aan Hem dat wij Hem zouden begeerd hebben. En toen wij Hem aanschouwden waren wij als verbergende het aangezicht voor Hem", en zoals dat alles.

36 Maar toch behaagde het God om Hem te slaan. En Hij werd geplaagd, geslagen en verdrukt. Hij droeg onze overtredingen, en werd verbrijzeld voor onze ongerechtigheden en door Zijn striemen werden wij genezen. O, het zou de mensen moeten aantrekken, werkelijk. Het zou hun harten moeten opwekken.

37 Maar weet u wat er aan de hand is? Wij hebben de gebedssamenkomst op woensdagavond weggedaan en daarvoor in de plaats een televisieprogramma genomen dat al de mensen bezig blijft houden. "En waar het hart is... waar de schatten zijn, daar is het hart ook." En wat maakt dat mensen naar de dingen van de wereld willen gaan? Wel, ik... Weet de u reden waarom u dat doet? De reden waarom mensen dat doen? Wat maakt dat een man dronken wil worden? Wat maakt dat mensen willen handelen op de wijze dat zij doen? De wereld. Wat houdt een mens op woensdagavond thuis van een gebedssamenkomst, om een zeker televisie programma te kijken? Waarvoor doen zij dat?

38 Het is omdat er iets in hen is dat verlangt om bevredigd te worden. Zij willen... Er is een kleine plek in het hart van een man of van een vrouw, en God maakte die plaats voor Zichzelf. Hoe durft u te proberen om de dingen van de wereld te nemen en die daarin te plaatsen wat God voor Zichzelf maakte om aldaar te verblijven.

39 God is onze vreugde. God is ons behagen. God is onze bevrediging. Dat is waar het behoort, hier binnen; laat God binnen, en dan zijn de andere dingen zo dood, dat u er zelfs helemaal niets meer om geeft.

     O, mensen zijn erg religieus; altijd geweest. Zoals ik daar gisteravond over predikte dat een opwekking altijd tweelingen voortbrengt, zoals Ezau en Jakob: een man van de wereld en de man die het eerstgeboorterecht verlangt. Zie? Het is altijd... Iedere opwekking brengt dat voort.

     Deze laatste-dag opwekking heeft hetzelfde gedaan. Het is waar. Dus laat ons aan de kant van Jakob gaan staan, degene die gaat erven, degene die het beloofde land ingaat. En wij kunnen niet bevredigd zijn met alleen maar naar de kerk gaan en onze namen in het boek zetten. Als wij dat doen dan is er iets fout. Laten wij hoger en hoger blijven klimmen, tot wij dat beloofde land bereiken.

40 Ik predikte laatst in de Christen Zakenlieden Conventie in Phoenix, Arizona, daar in de balzaal, en zei: "Hoe weinig kon Israël bedenken, toen zij aan het juichen en dansen waren in de geest, en Mirjam met die tamboerijn, nadat zij de Dode Zee waren overgestoken en de slavenmeesters dood achter zich hadden gezien, hoe weinig konden zij bedenken dat zij veertig jaar van het beloofde land vandaan waren." Zij konden dat niet geloven. Zij waren er maar ongeveer vier dagen vandaan.

     Maar zij moesten een... weet u, moesten naar Exodus 19 gaan en de grootste vergissing maken die zij ooit hadden gemaakt; moesten daarheen gaan en een wet ontvangen, zodat zij konden ruziën en organiseren en zich tezamen konden krijgen.

41 Genade had hen voorzien van een profeet. Genade had hen voorzien van een lam. Genade had hen voorzien van wonderen. Genade gaf hun de grootste opwekking die zij ooit hadden. Genade had in al deze dingen voorzien en toch verlangden zij een wet.

42 Dat is precies waar onze vaderen ongeveer veertig jaar geleden stonden in Pinksteren. Genade had voorzien. Zij waren allen eendrachtig. Elke... Pinksteren was Pinksteren. Maar zij konden er niet tevreden mee zijn. Zij moesten zich een klasse, genaamd de Assemblies of God, organiseren. Nee, zij moesten een andere voor zich krijgen: Church of God, Foursquare, Eenheids, Tweeheids, Drieheids, Vierheids. En precies daar hebt u veertig jaar gezeten. God heb genade. Wat wij nodig hebben is een...

43 Wel, zij bleven daar totdat al deze mensen met dat soort gedachten waren uitgestorven. Toen stond er op een dag een Jozua op, die zijn armen om hen allen heensloeg, en God zei: "Jullie zijn lang genoeg op deze berg gebleven, laten wij nu naar het noorden gaan en oversteken om de belofte te nemen."

44 God kan Baptisten nemen of Methodisten, of wat Hij ook maar wil. Maar iemand zal over gaan steken. Dat is juist. Zolang wij nog steeds onze klassieke ideeën hebben en er omheen zitten dat wij zijn... O, u zult precies daar blijven. Helemaal precies. O, laten wij opstaan. Laten wij eruit gaan. My, schud uzelf en besef dat God nog steeds God is. Hij moet blijven... Als Hij ooit God was, is Hij nog steeds God. Hij verandert niet naar onze wegen. Wij moeten onze wegen veranderen naar Zijn wegen. O, ik wilde dat zelfs niet zeggen. Ik wil alleen...

45 Ik zal nu een bepaald Schriftgedeelte lezen. Goed. Johannes 12:20. Ik ga hier gewoon een vers lezen:

     En er waren sommige Grieken uit hen, die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden;
     Dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsaïda in Galilea was, en baden hem zeggende: Heer, wij wilden Jezus wel zien.

     Nu gaan we naar Hebreeën 13:8.

     Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in eeuwigheid.

     Hoeveel geloven dat ernstig met hun hele hart? Nu, morgenavond zullen wij naar de Evangelistische diensten overgaan. Vanavond gaan wij het geven voor Goddelijke genezing.

     Nu, het is één ding om over alles te praten, en dan is het een ander ding om datgene waarover wij gesproken hebben waar te maken. En het is allemaal Gods Woord en het enige wat er voor nodig is is geloof, om te maken dat elke Goddelijke belofte wordt waargemaakt. Als God de belofte doet, dan is God verplicht aan Zijn belofte. Wel, ik wil dat u mij gewoon een paar minuten uw onverdeelde tijd geeft. Als u mij ongeveer dertig minuten wilt geven, en dan zullen wij de gebedsrij oproepen en dan kunnen wij binnen een paar minuten naar huis gaan.

46 Nu, het eerste is: gelooft u dat Jezus Christus Dezelfde is, gisteren, heden en in eeuwigheid? Gelooft u dat ernstig? Is Hij dezelfde in principe, dezelfde in kracht, dezelfde kracht die Hij eens had, dezelfde bewogenheid? Als Hij hier vandaag was (wat Hij is), zou Hij dan net eender handelen als toen Hij hier tevoren was?

     Of denkt u dat Hij na tweeduizend jaar een beetje wijzer is geworden en een beetje knapper, en weet hoe Hij een gemeente anders moet maken? En dat Hij Zich zo'n beetje zou moeten verontschuldigen over wat Hij eerst in de Pinkstergemeente gedaan had, zodat Hij gewoon een andere Pinkstergemeente maakt voor het laatste tijdperk? Zou dat Zijn idee zijn?

47 Niet als Hij Dezelfde is. Hij zou dezelfde ideeën hebben. En Hij was God, dus Hij kan niet veranderen. God Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende. Dus zou Hij dezelfde ideeën en dezelfde principes hebben, dezelfde kracht en dezelfde gemeente. Hij is Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

48 Nu, op een dag waren daar enige mensen die Hem nooit de samenkomst in hadden zien wankelen, of daar bij de aanbidding op Pinksteren gezien hadden. Zij hadden over Hem gehoord. Dus kwamen zij naar een van Zijn dienstknechten en zeiden: "Heren, wij zouden Jezus willen zien." En door het te vragen aan Zijn dienstknecht, bracht Zijn dienstknecht Jezus voor hen naar voren.

     Nu, als Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid, en u hebt uw handen omhoog dat u Hem graag zou willen zien, waarom kunnen wij Hem dan niet zien? Dat is de vraag. Kunnen wij Hem zien? Als Hij Dezelfde is, waarom kunnen wij Hem dan niet zien?

     U stak uw handen omhoog zoals deze Grieken. U zou Hem graag willen zien. Ik steek mijn hand op. Ik wil Hem graag zien. En Hij beloofde dat Hij met ons zou zijn en ons nooit zou begeven. "Ik ben altijd met u, zelfs tot de voleinding der wereld." Hij is hier altijd, Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

49 Wat is er dan aan de hand? Waarom kunnen wij Hem niet zien? Nu, als Hij vanavond in ons midden wil komen...? Nu, als u een vreemdeling bent zou u dit misschien niet begrijpen, maar ik wil dat u gewoon de zijplanken neertrekt en gedurende de rest van de samenkomst stilzit en goed luistert naar deze woorden, deze beloften die ik voor u ga lezen, die hier op dit papier geschreven zijn, uit de Bijbel. En ik wil u enige beloften voorlezen en ontdekken of Hij nog steeds leeft of niet, om te zien of onze Christelijke religie de ware religie is; en of ons Pinksterbegrip ervan waar is of dat het fout is.

50 Ik geloof zelfs... nu, zelfs in al haar dwaling, kies ik die nu nog steeds als de gemeente. Niet omdat zij Pinkstermensen zijn. Pinksteren is geen organisatie. Nu, u Baptisten en Methodisten, onthoud dat, en Katholieken en Presbyterianen. U kunt God niet organiseren. U organiseert God niet. Pinksteren is een ervaring die Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Katholieken, en allen ontvangen.

51 Nu heb ik altijd gezegd: als een man Katholiek is en hij op de Katholieke kerk vertrouwt voor redding, dan is hij verloren. En als hij een Baptist is en vertrouwt op de Baptistenkerk voor redding, is hij verloren. Als hij een Pinksterman is en vertrouwt op de Pinkstergemeente voor redding, is hij verloren.

52 Maar als hij een Katholiek is en op Jezus Christus vertrouwt, is hij gered door geloof, zijn eigen geloof. Als hij een Baptist of Pinksterman is en naar Jezus opziet voor redding... Want het is door geloof dat u gered bent en dat door de genade van God. Dat is juist. Uw persoonlijke geloof in Jezus Christus is wat u redt.

53 Nu, als dit Zijn Boek is... Ik had niet lang geleden een interview met een Katholieke priester. Hij kwam naar mijn huis om te vragen over of ik een bepaald meisje had gedoopt... toen zij een baby was, of een klein meisje van ongeveer vijftien jaar oud. Zij was hertrouwd en was Katholiek hertrouwd. Hij moest haar opnieuw dopen. En de bisschop stelde mij enige vragen.

     Hij vroeg mij of ik haar gedoopt had, en ik zei hem: "De Christelijke doop door onderdompeling."

     Hij zei: "De Katholieke kerk deed dat vroeger."

     Ik zei: "Wanneer?"

     Dus ging hij terug en zei: "In de dagen van de Bijbel."

     Ik zei: "Beweert u dan dat de Bijbel is... de Katholieke kerk de Bijbel schreef?"

     Zei: "Jezus Christus organiseerde de Katholieke kerk en plaatste Petrus aan het hoofd ervan, en de twaalf apostelen; en dat was de eerste Katholieke kerk."

     Ik zei: "Als het dan onfeilbaar is en niet verandert, waarom zijn er dan nog zoveel veranderingen gemaakt? Wel, u hebt hier tienduizend vrouwen waarvoor u bidt: dode mensen. En er is alleen maar één Middelaar, zegt de Bijbel, tussen God en de mensen, en dat is de Man Christus Jezus. Geen Maria's, of niets anders." Zie? Ik zei: "Waarom?"

     Hij zei: "Wel, ziet u, meneer Branham, wij worden niet verondersteld over het Woord te argumenteren."

54 Ik zei: "Ik argumenteer niet over het Woord. Ik vroeg u gewoon wat." Ik zei: "Ik heb Hislops 'Twee Babylons'. Ik heb de oudste geschiedenissen die ik kan vinden. Hier zijn de 'Nicea Vaderen', het 'Concilie van Nicea', het 'Pre-Nicea Concilie', en alles, precies hier in mijn studeerkamer. Toon mij waar er ook maar ergens een Katholieke kerk was tot het jaar 305. Toon mij waar het was."

     Hij zei: "U haalt de geschiedenis aan."

55 Ik zei: "Hoe zou ik dat weten dat er hier een George Washington was geweest, dan alleen door geschiedenis? Toon mij iets anders." Zie? En ik zei: "Dat is precies juist. God heeft nooit een kerk georganiseerd, en het was nooit Gods plan om dat te doen." Organisaties, de 'moederkerk' is Katholiek, en al de andere komen uit diezelfde organisatie voort, overeenkomstig Openbaring 17. Dat is precies juist; verbreken de gemeenschap.

56 Wij zijn allen één. Pinksteren is voor de Methodisten, Baptisten, Katholieken, Presbyterianen: "Een ieder die wil, die kome en drinke vrijelijk van de fonteinen van de wateren des levens." Juist. Nu, als Jezus is de...

57 Nu, ik spreek niet tegen deze organisaties, maar als u er een kleine omheining omheen trekt... Zoals een klein ding dat ik eens zag, een klein aapje dat bovenin de boom zat. En hij zei... keek uit over al de andere aapjes en zei: "Weet je, ze vertellen ons, dat... of, zij zeggen daar beneden dat zij van ons vandaan komen." Hij zei dat hij dat niet kon geloven.

     Zei: "Zou ik hier een omheining om mijn boom heen maken, zodat mijn mede-aap hier niet kon komen om een kokosnoot te halen als hij dat wilde? Zou ik zeggen dat ik de enige aap in de bomen ben? Als dat zo is, dan is het apenras gevallen." Dat is... wel, dat klopt ook wel ongeveer. Ja.

58 Wanneer wij proberen om iets te omheinen... God omheint het niet. Hij breekt al de omheiningen af, heeft de middelmuur des afscheidsels afgebroken, en allen zijn één in Christus Jezus. De Heilige Geest is voor ons allen, opdat wij allen de glorie van God zouden mogen zien. In al mijn samenkomsten heb ik Hem nooit horen zeggen: "Wel, deze kerel is een Presbyteriaan, dus kan hij niet genezen worden. En deze is een Baptist, dus kan hij ook niet genezen worden." Hij geneest mensen niet op die manier. Het is op basis van hun geloof en niet hun denominatie. Dat is waar.

59 Nu, als Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid... De Katholieke kerk zou zeggen: "Zeker, wij geloven dat. Wij geloven dat in onze kerk." De Baptist zou zeggen: "Wij geloven dat in onze kerk." De Katholiek zegt: "Wij geloven het" in die kerk.

     Als ik deze uitspraak op de Baptisten zou baseren, de kerk waar ik uit kom... Als ik het op Pinksteren zou baseren, of als ik het op een van de organisaties van Pinksteren zou baseren, zou ik net zo goed kunnen stoppen. Dat is alles.

60 Maar er is slechts één ding om te doen. Er moet iets goed zijn, en iets fout. Het is precies juist. U kunt niet tegelijkertijd fout en goed gaan. Wij hebben een namaakdollar, omdat die werd nagemaakt van een echte dollar.

     Nu, wat is het verschil? Hoe kunnen wij dat dan weten? De Katholieke kerk zou zeggen: "Wij zijn de oudste organisatie."

     Pinksteren zou zeggen: "Wel, wij begonnen daar destijds vóór de organisatie."

     In orde, wij kunnen wel doorgaan met dit alles. De Baptist zegt: "Wij begonnen met Johannes. Hij was de eerste Baptist, zelfs voordat Jezus op het toneel kwam."

     Wel, u zou allerlei argumenten kunnen hebben. Maar laten wij het onderzoeken en het ontdekken.

61 Nu, wat als wij naar de stad gaan om naar Jezus uit te zien, dat Hij Dezelfde is? Dan zouden wij een man zien langskomen met een kleed aan dat Hij droeg, en deze psychologische gedachte erover is dat Hij lang haar had... Wij hebben daar geen vermelding van dat Hij ooit lang haar had. Wij weten het niet. Maar stel dat wij een man zagen die eruitzag als op dat schilderij dat de artiest van Jezus schilderde. En Hij had nagelwonden in Zijn handen, nagelwonden in Zijn voeten en indrukken van doornen, enzovoort, en leek misschien op Hofmanns schilderij van Hem, het 'Hoofd op drieëndertigjarige leeftijd', of misschien op een van die andere, zoals het geïnspireerde... van een of ander schilderij...

62 Dat kon nog steeds Jezus niet zijn, want ik zal u vertellen waarom. Omdat niemand op aarde Jezus in een lichamelijk lichaam zal zien, totdat hij eerst naar de heerlijkheid gaat; want wij zullen worden opgenomen om Hem te ontmoeten in de lucht. Dat is juist. Want Hij zei dat er in de laatste dagen valse christussen zouden zijn, die van alles zeggen: "Zie, Hij is in de woestijn en in de geheime kamer. Geloof het niet."

63 Maar Hij is hier in de vorm van de Heilige Geest, en de Geest Die in Christus was zal dezelfde dingen doen als die Hij deed, omdat het hetzelfde leven is. Als u het leven van een druif in een komkommerrank doet, zal die druiven voortbrengen. Als u het leven van een perzikboom in een vijgenboom doet, zal hij perziken dragen. Zie? Exact. Omdat het leven dat erin is het voortbrengt. En het leven dat in de gemeente van Jezus Christus is, zal de werken en tekenen van Jezus Christus voortbrengen.

64 En de gemeente is individueel. God handelt met Israël als een natie, maar met de heidenen als individuen. Begrijpt u het nu, ja? Zie, individueel... Een natie... een natie zal gered worden als Israël komt. Zij zal in één nacht geboren worden als Israël in één keer tot God zal komen. Maar met de heidenen is het dan een persoonlijke zaak. Een volk dat Hij uit de heidenen heeft genomen omwille van Zijn Naam, dat Zijn verkozen bruid vormt.

65 Nu, wat zouden wij dan vanavond doen als wij wilden uitzoeken in wiens kerk Hij is? Als ik wilde zien of Hij in de Pinkstergemeente is, of als ik wilde zien of Hij in de Baptistenkerk is, of de Katholieke kerk (de oudste denominatie), of welke van ook? De Lutherse, die na de Katholieke komt en Wesley komt daarna en zo verder door. Als ik erheen zou gaan en in deze kerken zou kijken, waar zou ik dan naar uitkijken? Naar een man die op Hem zou lijken? Nee. Er zouden vele mannen gewoon precies op Hem kunnen lijken. Waar zou ik naar uitkijken?

66 Dan zou ik uitkijken naar een man die leven in zich had. Ik zou uitkijken naar een gemeente die een Geest in zich had net als Zijn Geest. Zie? Ik zou ernaar uitzien om Zijn werken te zien. Hij zei: "Die in Mij gelooft..." Johannes 14:12, "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Is dat juist? Dan zei Hij: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen."

67 Nu, u vindt in de vertaling, dat daar staat: "Grotere dan deze zal hij doen." Maar eigenlijk is de juiste vertaling ervan... Ik heb de "Emphatic Diaglott", en die zegt: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen, en meer dan deze zal hij doen", niet groter, omdat zij niet groter zouden kunnen zijn. Hij wekte de doden op, genas de zieken, stopte de natuur. Niets zou groter kunnen zijn. Maar het is niet in kwaliteit, maar in aantal kon Hij meerder doen.

68 Want toen was God in één Man, Christus Jezus; in Hem woonde de volheid van de Godheid lichamelijk. Nu, toen... die Vuurkolom kwam neer op Pinksteren, weet u, en zette zich op ieder van hen als tongen van vuur. Voordat zij met tongen begonnen te spreken, waren er tongen van vuur. Dat was God Die Zich van de Vuurkolom verdeelde in elk lid van Zijn gemeente; God verdeelde Zich, zodat Hij tegelijkertijd overal universeel kon zijn.

69 Op dit moment zijn er genezingssamenkomsten bezig in Afrika. De lammen lopen en de blinden zien, over heel de wereld... de universele gemeente van de Here Jezus Christus in individuele mensen, die leven en Hem dienen. God verdeelde Zich en plaatste Zich onder ons.

70 "In die dag zult gij weten dat Ik in de Vader ben, de Vader in Mij, Ik in u en gij in Mij." Zie, zie? "Ik zal zijn... Een kleine tijd en de wereld (de kosmos daar, de wereldorde) zal Mij niet meer zien. Toch zult gij (de gemeente) Mij zien, want Ik ('Ik' is een persoonlijk voornaamwoord), Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld." Dat is juist. "Ik, Ik zal met u zijn..." Zie, de universele gemeente van de Here Jezus Christus. "Ik zal met u zijn. De werken die Ik doe zult gij ook doen."

71 Nu, laten wij er nu even aan denken wat Hij toen deed. Laten wij kijken wat voor soort werken Hij deed en hoe Hij Zichzelf bekend maakte. Nu, wij nemen bijvoorbeeld dat Hij de Messias werd genoemd. En de Messias betekent: de Gezalfde, de Christus. Hij was al beloofd sinds de Hof van Eden, terug in Genesis. Nu, we zullen gewoon teruggaan om het te ontdekken. Wij lezen nu vanavond uit Johannes 12. Laten wij teruggaan naar Johannes 1 en dan zullen wij ontdekken wat Hij was. En als wij kunnen ontdekken wat Hij was en bij welke kerk Hij hoorde en naar welke organisatie Hij ging, als het dan onze organisatie is dan kunnen wij er tevreden mee zijn.

     En als wij erachter komen wat Hij was, en wat Hij toen was, en wat Hij toen deed, dan zou Hij vandaag hetzelfde moeten zijn en hetzelfde moeten doen, omdat Hij zei dat Hij dat zou doen. Zou dat de gemeente bevredigen? Nu, laten wij nu gewoon teruggaan en het uitvinden. Ik zal het aanhalen en leest u deze hoofdstukken waar ik hier naar verwijs als u naar huis gaat. En dan, als wij hebben... Wij zouden een constante genezingsdienst hebben als wij zouden blijven hameren van Genesis tot Openbaring om te tonen dat dit de waarheid is.

     Nu, u mag al uw ideeën helemaal hebben vastgezet (dat deden de Farizeeën ook) van wat de Messias zou doen als Hij zou komen. Maar Hij kwam een beetje anders. Toch kwam Hij precies zoals de Schrift zei, zoals de Schrift zei dat Hij zou komen. Nu, laten wij een ogenblik op Hem letten.

72 Wij ontdekken, na Zijn geboorte, tegen de dertig jaar oud, dat Zijn tweede neef, Johannes, doopte in de woestijn. En Jezus ging erheen en werd gedoopt, en de hemelen werden geopend en hij zag de Geest van God neerdalen als een duif. En Hij ging naar de woestijn en werd veertig dagen door de duivel verzocht.

73 Kwam terug met Zijn bediening, en het eerste wat Hij begon te doen, vinden wij hier in Johannes 1, was dat Hij begon uit te gaan om de zieken te genezen. En toen was daar een man, genaamd Andreas, die in Hem geloofde. Laten wij hem een moment nemen. Laten wij nu nemen hoe Hij Zich bekend maakte als de Messias.

74 Nu, onthoud dat God altijd tekenen en wonderen geeft. Hoe velen geloven dat? In het Oude Testament... Nu, luister goed. Net voor... Het zal niet lang duren. Als wij u ertoe kunnen krijgen om de boodschap te zien, zal er hier geen enkel persoon in een rolstoel meer zijn. Er zou binnen veertig minuten vanaf nu geen enkele zieke in dit gebouw meer zijn, als u zult luisteren en het goed opvangt. Nu, laten wij het gewoon bewijzen. Dat is wat de Bijbel zei: bewijs alle dingen. Als Hij de belofte deed, moet Hij de belofte houden.

75 En God, in het Oude Testament, als een profeet profeteerde, of een dromer een droom droomde... de manier waarop zij ontdekten of het goed of fout was, was dat zij naar de Urim en Thummim gingen. De predikers, enzovoort, weten daarvan: de borstplaat van Aäron. Hij had de twaalf stenen, de geboortestenen van de aartsvaders. Het hing aan een post van de tempel. En als de profeet begon te profeteren, of de dromer vertelde de droom, ongeacht hoe echt het klonk; als het niet reflecteerde op het conglomeraat van lichten daarin, dan werkte het bovennatuurlijke niet. Dus dan weigerden zij de boodschap.

76 Het maakte niet uit hoe goed het klonk, hoe het paste bij de theologie van dr. Zus-en-zo, of hoe het ook paste bij de... deze kerk of die organisatie, zij verwierpen het, omdat het bovennatuurlijke niet gebeurde. Amen. Ik begin mij religieus te voelen. Jazeker. Waar een bovennatuurlijke God is, daar gaan bovennatuurlijke dingen gebeuren. Het kan gewoon niet wegblijven. Het moet gewoon zo zijn.

     Nu, merk nu op, toen dat priesterschap eindigde, het priesterschap van Aäron, werd die Urim en Thummim weggenomen. Maar God heeft een andere Urim en Thummim, dat is Zijn Woord, de Bijbel.

77 Nu, als God een belofte doet in de Bijbel, en als u dat dan ontvangt, dan zal de bovennatuurlijke belofte een bovennatuurlijke manifestatie voortbrengen, omdat God Zijn Woord zal betuigen. Absoluut. Als het niet wordt betuigd, dan is het niet het Woord van God. Als het niet is...

78 Doch als ons geloof niet groot genoeg is, verwerp het niet. Als God de belofte deed, zeg: "Het is zo, maar ik heb niet genoeg geloof om het te doen." Laat de ander het doen. Als ik niet genoeg geloof heb om te beginnen met wandelen zoals Henoch deed, en een middagwandeling te maken en naar huis te gaan met God, zal ik nooit iemand anders in de weg staan die wel genoeg geloof heeft om het te doen. Ik zal zeggen: "Prijs God voor die broeder. Hij wandelde zo van de aarde weg. Ik ben daar zo dankbaar voor. Ik kan het niet, maar ik ben dankbaar dat hij het deed." Zie? Ik geloof dat, en ik wil niemand in de weg staan die geloof heeft om Gods Woord bevestigd te laten worden. Nu, het moet van het Woord komen.

79 Nu, toen Jezus kwam, kwam Hij tot de Zijnen, de Joden. Wij ontdekken dat Hij een Messiaans teken had dat Hem volgde. Johannes legde daar getuigenis van af, en het leek als een duif, een Licht, neerkomend uit de hemel. Hij bemerkte het. Nu, toen dat licht, of die duif, in de Zoon des Mensen kwam... wij zien wat er plaatsvond.

80 Andreas, laten wij met hem beginnen. Nu, het is Johannes 1, ik ben in het eerste hoofdstuk. Wij ontdekken dat Andreas, zodra hij in de Here Jezus Christus geloofde, Simon Petrus gaat halen. Zijn naam was toen Simon, en hij zei tegen Simon: "Wel, je moet komen kijken." Laten wij inbreken in hun gesprek. Zij waren beiden vissers.

     Ik kan Simon zien, misschien de oudste van de twee, die op de zijkant van de boot ging zitten en zei: "Andreas, je weet wel dat wij beiden Farizeeërs zijn, omdat wij achter onze oude vader, de Farizeeër, aangingen. En ik herinner me, Andreas, dat, voordat onze vader stierf, toen ik nog een jonge jongen was... Op een dag toen wij de hele dag lang op het meer hadden gevist, kwamen wij thuis en vader had hard gebeden dat wij vis zouden vangen. En precies in het laatste uur vingen wij vis voor ons brood voor de volgende dag. O, ik kan zien hoe moeder altijd op haar knieën bad. Hoe wij God vertrouwden om ons te helpen."

     "O, zeker, broer Simon, ik herinner mij dat erg goed."

     "Wel, ik herinner mij, Simon, dat mijn vader op een dag tegen mij zei, terwijl hij mijn haar naar achteren streek en ik mijn handen op zijn grijze haar legde... En hij zei: 'Simon, mijn zoon, ik heb altijd willen leven om de dag te zien als onze Bevrijder, de Messias, zou komen. Maar ik begin nu oud te worden, dus veronderstel ik dat ik niet in staat zal zijn om Hem te zien, Simon. Maar jij bent een jongeman. Ongetwijfeld zul jij Hem in jouw dag zien. Nu, er zal heel wat verwarring gaan zijn. Dat is altijd zo, Simon. Juist voordat het bovennatuurlijke plaatsvindt, zullen er een hoop valse dingen plaatsvinden. Maar ik wil dat je dit onthoudt, Simon, dat, als de Messias komt, de Messias het teken van de Messias zal hebben. En je zult Hem door het teken herkennen.'"

81 Mozes zei dat; want Mozes zei (dat vinden wij in het hoofdstuk van Deuteronomium), dat... Hij zei dat de Here (Deuteronomium 18:15, als u het wilt opschrijven om het te lezen. Lees ook de rest van het hoofdstuk), dat de Here, onze God, een profeet zal opwekken gelijk mij. Het zal komen te geschieden dat diegene die niet altijd naar deze profeet zal horen, van onder het volk afgesneden zal worden. Zie?

82 "Nu, hij zei: 'Nu, onthoud, Simon, dat er misschien grote, krachtige sprekers zullen opstaan. Er zullen misschien grote mannen opstaan. Maar onthoud, als Joden weten wij dat God ons een profeet zal zenden, een Messias-profeet. En de reden... Wel, wij hebben nu vierhonderd jaar gehad en sinds Maleachi hebben wij geen enkele profeet meer gehad. Maar als de Messias komt, zal Hij een God-profeet zijn. Wij zullen Hem daaraan kennen. Nu, vergeet dat niet, Simon.'"

83 Nu, hij zegt "Andreas, je zou mogen zeggen dat dit een groot man is. Hij kan de mensen betoverd houden. Maar voor mij moet Hij een profeet zijn, omdat de Messias... En ik hoorde je praten over die man in de woestijn, enzovoort, Johannes. Hij is misschien ook een profeet. Ik weet het niet. Maar deze Messias zal een God-profeet zijn. Hij zal een profeet plus zijn. Hij zal méér dan een profeet zijn. Hij zal een profeet plus zijn. Ik zal op een keer met je meegaan."

84 Ik kan mij voorstellen dat ik Andreas dan naar de dienst zie gaan om Jezus van Nazareth te horen, en dat hij hem enige dingen die er gebeurd waren vertelde toen hij thuiskwam. Dus de volgende dag besloot Simon misschien dat hij mee zou gaan.

85 En herinner u dat later aan hem, aan Simon, de sleutels werden gegeven. Hij was een onwetende man. Hij kwam niet van een of ander seminarie, of een van hun Bijbelscholen. Hij kon zelfs zijn eigen naam niet schrijven, Simon Petrus. De Bijbel zei dat hij zowel onwetend als ongeleerd was, maar zij merkten op dat hij met Jezus was geweest. Nu, dat is het belangrijkste. Dat is echt Pinksteren, zie.

86 Wij zien dat hij daarheen ging en misschien met Andreas meeliep, en er was een grote menigte mensen omheen. En zodra hij in het zicht van de Here Jezus kwam, zich afvragend of Hij de Messias was... (Nu, wij zullen erachter komen wie de Messias was.) En zodra hij in de tegenwoordigheid van de Messias kwam, keek Hij naar hem, en Hij zei: "Uw naam is Simon, en u bent de zoon van Jonas." O my. Dat was genoeg voor hem. Niet alleen wist Hij wie hij was, maar Hij kende die godvruchtige, oude vader, die hem gezegd had wat Hij zou zijn. Dat maakte het voor altijd vast. Dat was de Messias. Jazeker.

     Als dat de Messias was gisteren, Die Zich bekend maakte aan de Zijnen, is dat vandaag de Messias Die Zich bekend maakt aan de Zijnen. Onthoud: aan de Zijnen. Wij gaan daar zo meteen op komen.

87 Nu, wat was het? Er stonden daar misschien velen die dat niet begrepen. Maar Simon wist het, want hij keek uit naar zo'n soort persoon. Hij werd geleid door de Geest. Hij wist door de Schrift dat dat exact de Messias was. Hij kende niet alleen hem, maar Hij kende ook zijn vader, en Hij noemde hun beider namen.

88 En daar stond een man, genaamd Filippus, en Filippus zei: "Zeg, dat is het! Ik weet dat dat de Messias is." En daar ging hij om de berg heen, vierentwintig kilometer rondom de berg, om een vriend op te zoeken en hem erover te vertellen. Er is daar iets mee als u werkelijk een visioen van Christus krijgt, dan kunt u zich niet stilhouden. U moet er iemand over gaan vertellen. Slechts een aanraking van Hem en het zet uw ziel in vuur. "Ik moet vinden... Ik heb een vriend die Nathanaël heet. Hij is een groot man. Hij is een goede geleerde." En hij ging de berg rond.

     Waarschijnlijk was het al tegen de avond toen hij aankwam. Hij klopte op de deur en mevrouw Nathanaël kwam naar de deur. "Wel, als dat niet onze vriend Filippus is."

     "O, waar is Nathanaël?"

     "Hij maakt een ommetje in de boomgaard."

     Weg ging hij naar de boomgaard en hij ontdekte daar... Hij vond Nathanaël onder de vijgenboom, misschien op zijn knieën, zeggend: " O Here God, U beloofde ons bevrijding. Wij zien ernaar uit. Wij hebben erop gewacht. Wanneer zult U het doen, o Here God? Ik wacht op die belofte die U gegeven hebt."

     Hij staat op en veegt het stof van zijn kleding af, zoals dat, en hij keerde zich om en wie stond daar anders dan Filippus. Hij zei ongetwijfeld: "Filippus, mijn vriend!"

     En voordat hij ook maar iets zei van: "Hoe gaat het met je? Zijn de bomen in orde?" Hij had een dringende boodschap, iets echts. Hij zei: "Kom en zie Wie wij hebben gevonden." O, recht op het doel af.

89 "Kom en zie Wie wij gevonden hebben, Jezus van Nazareth, de Zoon van Jozef. Hij is de Messias. Ik weet dat Hij de Messias is."

     "O, nu...", ik kan mij nu voorstellen dat Nathanaël zegt: "Nu, Filippus! Nu, ik weet van de vele Bijbellessen die wij hebben gehad, de vele goede oefeningen die wij samen hadden. En wij weten, jij en ik weten... Nu, wat is er gebeurd, Filippus? Ben je ergens de weg kwijt geraakt? Wel, wat is er met je gebeurd, Filippus? Kom mij nu niet vertellen dat deze Messias ooit uit Nazareth zou kunnen komen!"

90 "Wij hoorden Kajafas' laatste toespraak, dat op een dag de Messias zal komen en dat Hij waarschijnlijk zal landen als een vliegtuig, weet je, precies op de doeken van de tempel. Hij zou naar onze organisatie komen, omdat het de beste in het land is. En Hij zou precies komen... En als Hij niet naar de onze komt, geloven wij het niet. Wij zullen er niets mee te maken hebben, zullen niet samenwerken met de rest. Nee, het moet... Hij zal naar ons toe komen. Wij zijn degenen."

     "Hij zal daar aankomen en Hij zal naar Kajafas gaan, de hogepriester, onze bisschop, en zeggen: 'Ik ben de Messias. Ik ben nu gekomen om het over te nemen.' Zeker, zo zal het gebeuren."

     Dat idee heeft de mensen nooit verlaten. Dat is juist. Maar weet u wat? God doet dingen op de wijze waarop Hij het wil doen. Hij doet het gewoonlijk tegengesteld aan de manier waarop wij er allen op voorbereid zijn om het te ontvangen, dus Hij kon... Hij kan... Wel, Hij heeft Zich verborgen voor de ogen van de wijzen en verstandigen en heeft Zichzelf geopenbaard aan kinderkens, die zich willen vernederen en van Hem willen leren. Nu, snel, kijk wat er gebeurde.

     Maar ik kan Filippus naar hem toe horen gaan met iets positiefs; niet alleen wat woorden die Hij had gezegd, maar iets wat Hij had gedaan.

     Nu, ik hoor hem zeggen: "Nathanaël, jij bent een geleerde van de Schrift."

     "Jazeker."

     "Wat voor een soort man zal de Messias zijn?"

     "Wel, de Messias zal een profeet zijn."

     "Jazeker; dat is waar, omdat Mozes ons vertelde dat hij onze leider was... of, zijn woorden waarop wij vertrouwd hebben, en moesten vertrouwen, totdat er een Profeet zou komen. En Hij zou de Messias moeten zijn en het teken van de Messias tonen."

     "Ja."

     "Wel, deze Jezus van Nazareth waarover ik spreek... Herinner jij je die oude visser daar die zij Simon noemen? Dat jij vanaf die tijd vis bij hem kocht, en dat hij zelfs de bon ervan niet kon ondertekenen?"

     "O ja, ik ken hem. Ik heb zijn vader goed gekend."

     "Wel, laatst bracht zijn broer hem mee naar het gehoor waar Jezus stond. Hij keek rond en zei: 'Uw naam is Simon. U bent de zoon van Jonas.' Je kent hen beiden."

     "En deed Hij dat?"

     "Ja."

     "Wie vertelde Hem daarover?"

     "Niemand. Simon werd daar gewoon door Andreas, zijn broer, heen gebracht. Kwamen daar... Weet je, het zou mij niet verbazen als Hij jou zou vertellen wie jij bent, wanneer je daar komt."

     "Wel, ik weet daar nu niets over. Ik moet het zien. Je weet dat ik lange tijd orthodox ben geweest. Dus ik zal dit alles moeten bezien."

91 En het eerste wat er gebeurde toen zij er de volgende dag naartoe gingen, wel, misschien kwamen zij in de gebedsrij, of misschien kwamen zij in het gehoor, ik weet het niet, maar hoe dan ook, zodra Jezus hem de eerste keer zag, keek Jezus hem regelrecht aan en zei: "Zie, een Israëliet in wie geen bedrog is." Dat nam de stijfheid uit hem weg. Dat...

     Hij zei... Nu, misschien stonden er enigen bij hem die zeiden... Wel, vandaag zouden zij zeggen: "Wel, zeker zou Hij weten dat hij dat was, door hoe hij gekleed was, hij was een Israëliet."

     Nee, nee. Al de oosterse mensen kleedden zich hetzelfde. Hij had een Arabier geweest kunnen zijn. Hij had een Griek kunnen zijn. Zeker, zij zijn allen donker, droegen baarden en tulbanden en dezelfde mantels. Hij zei: "Zie, een Israëliet in wie geen bedrog is."

     O, het raakte hem gewoon zo enorm. Hij zei: "Rabbi, wanneer hebt U mij ooit gezien?"

     Hij zei: "Eer Filippus u riep, toen u onder de boom zat, zag Ik u."

     Luister naar hem. "Rabbi, Gij zijt de Zoon van God; Gij zijt de Koning van Israël." Zie, maakte Zich bekend aan de Zijnen.

92 Nu, er stonden daar enigen bij die zich de Zijnen noemden. Een van hen stond bij Hem en hij zei: "Maar weet je, ik moet onze kerken een antwoord geven. Hij kwam niet naar onze organisatie. Dus wat zullen wij de kerk erover vertellen, als zij... Wij moeten iets zeggen omdat er iets werd gedaan. Dus wij... wat zullen wij onze kerk erover vertellen?"

     Een van hen zei: "Ik zal het je vertellen." De kleine predikersvergadering daar in de hoek zei: "Het is van de duivel. Dat is het precies."

93 Maar zij konden dat niet voor Hem verbergen. Hij keerde Zich om en bespeurde hun gedachten. Hij zei: "U zegt dat tegen Mij, de Zoon des mensen, Ik vergeef het u. Maar nu...", om dit Woord af te breken, "maar op een dag zal de Heilige Geest komen om hetzelfde te doen. Eén woord ertegen zal nooit vergeven worden in deze wereld, noch in de wereld die komt": de onvergefelijke zonde om de Geest van God, Die de Messiaanse werken doet (zoals Hij deed), een onreine geest te noemen.

94 Zoals een waarzegger. Zij zeiden: "Hij is Beëlzebul, een waarzegger. Hij leest hun gedachten. Hij heeft een telepathie, mentale telepathie, en Hij kan hun gedachten lezen. Dat is wat Hij doet." Zij konden niet zeggen dat Hij dat niet deed, omdat het daar precies voor de mensen gebeurde.

95 Maar kijk naar deze mannen die verordineerd waren tot leven. O God. Vandaag zijn hun namen onsterfelijk. Zij zijn met Christus in de heerlijkheid. Zij herkenden dat het de Messias was. Hij zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God, de Koning van Israël."

     Hij zei: "Omdat Ik u dat vertelde, geloofde u. Ga dan met Mij mee. U zult grotere zien dan deze." Maar omdat hij geloofde...

96 Nu, als dat gisteren het teken was van de Messias en Hij vandaag dezelfde Messias is, zal het vandaag hetzelfde moeten zijn als gisteren. Dat is hoe Hij Zichzelf aan Zijn gemeente bekendmaakt.

97 Nu, er zijn maar drie mensenrassen op aarde. Dat zijn de mensen van Cham, Sem en Jafeth; en die werden in die dag beschouwd als Jood, heiden en Samaritaan. Nu, de heidenen, wij Angelsaksen, waren heidenen in die dagen. Wij aanbaden afgoden, de Romeinen, enzovoort, met knotsen op hun rug; en wij zagen niet uit naar een Messias. En onthoud dat de Messias alleen komt en Zichzelf manifesteert aan degenen die naar Hem uitzien.

98 De reden dat wij vandaag deze dingen niet zien, is dat wij niet naar Hem uitzien. Wij kijken naar onze kerken, onze denominaties, onze grote structuren en hoeveel wij groeien. Haal uw ogen daar vanaf. Kijk naar de Messias. We zijn in de eindtijd.

     Nu, let op wat er plaatsvond. Dan ontdekken we dat Hij kwam... Nu, er is... Hij maakte.... Dat is hoe Hij Zichzelf aan de Joden bekendmaakte.

99 Wij zullen nu een paar bladzijden omslaan naar Johannes, het vierde hoofdstuk. Hij ging naar Jericho. Als iemand ooit in Palestina is geweest; het ligt beneden Jeruzalem. Daar was Hij naar op weg. Maar Hij moest door Samaria gaan, de berg op. Vraagt u zich af, waarom? Nu, in Johannes 5:19 leest u dit: "Waarlijk, waarlijk, zeg Ik u, de Zoon kan niets van Zichzelf doen, tenzij Hij de Vader dat ziet doen..." Zie, Hij was een profeet, het profetische deel van Hem. Nu, Hij is meer dan een profeet. Denk niet dat ik Hem als profeet ontken. Dat doe ik niet.

100 Ik hoorde zuster Florence een poosje geleden zingen. Ik zou graag willen dat zij hier een keer op een avond Down from His glory["Neergekomen uit Zijn heerlijkheid." – Vert] zou zingen. Ik houd van dat lied. Het drukt de opperste goddelijkheid van Jezus Christus uit, in de dagen dat zij Hem alleen een profeet proberen te maken; Hij was een God-Profeet. Hij was meer dan een profeet. Hij was God gemanifesteerd; maar Zijn teken als Messias was een profeet.

101 Nu, wij ontdekken dat toen... Wij zien Hem daar, daar staan, en dan naar Samaria gaan. De Samaritanen waren ook half Jood en heiden, die God aanbaden. Wij zien nu dat Hij daarheen ging en het was ongeveer elf of twaalf uur. Hij zond Zijn discipelen weg om wat etenswaren te kopen, voedsel; ging naar Samaria. Hij ging bij de bron zitten, misschien een panorama, iets zoals deze prachtige plaat daar achterin, en zat daar bij de bron. Als u ooit in Samaria was, let dan op de publieke stadsbron daar, die is er nog steeds.

     En het is ongeveer elf uur in de ochtend. Er kwam een vrouw aan om wat water te halen. Laten wij denken dat zij mooi was, zoals sommige vrouwen vandaag, alleen was het een beetje anders. Dan zien wij dat zij... [De samenkomst lacht – Vert] Ja. Ik dacht over haar na, dat ik haar lang haar zou laten hebben. Ik dacht aan die vrouw die Jezus' voeten waste, weet u, met haar tranen, en ze afdroogde met haar haar.

     Zij zou een moeilijke tijd hebben gehad... Zij had vandaag op haar hoofd moeten gaan staan om daar genoeg haar te krijgen om Zijn voeten mee af te drogen. Ze hebben het allemaal afgeknipt. De Bijbel zei dat het haar eer is, en zij knipt dus gewoon haar eer weg. Ik weet niet waarom. Misschien keek zij naar iemand hier aan wie zij meer dacht, ginds in Hollywood. Maar hoe dan ook...

102 U zult mij een fanaticus noemen. U zult mij een zonderling noemen als u wilt, maar op de dag van het oordeel zult u ontdekken dat het ZO SPREEKT DE HERE is. Juist. Geen wonder dat wij een stervende kerk hebben, niet stervend, maar dood. Juist. De Geest van God is gegriefd en ervan weggegaan. Onze wegen hebben Hem weggegriefd. Onze verschillen en onverschilligheid naar Hem toe, is wat het gedaan heeft. Ik wil u niet bezeren. Ik ben hier niet om u pijn te doen. Ik ben hier om u wakker te schudden. God heb genade.

103 Geef ons kracht en moed om op Gods Woord te staan, breng het, ongeacht wat het betekent, wat het zegt. Predikers te nemen om geld te krijgen door compromissen, om grote televisie-uitrustingen te runnen en dergelijke dingen, compromissen met de mensen te sluiten. Ik niet. Ik lig liever op mijn buik en drink slootwater en eet soda crackers en predik de waarheid, dan daar op de dag van het oordeel te moeten staan voor de gemeente en met hen veroordeeld te worden.

104 Ons Koninkrijk is niet van deze wereld. Mijn schatten zijn niet in deze wereld. Mijn schatten zijn in de hemel en mijn interesse is in Gods mensen, Zijn gemeente. Neem niet een of andere voorgangersvrouw tot voorbeeld, of de vrouw van een of andere prediker of evangelist. Neem de Bijbel als uw voorbeeld. Juist.

     Tegenwoordig moeten wij erbij horen. Een vrouw kan een bepaalde jurk dragen naar de kerk, of een bepaald kapsel, en elke vrouw wil hetzelfde dragen. Hetzelfde geldt voor beide geslachten. Het maakt mij niet uit of mijn jas bij mijn broek past of mijn das bij mijn overhemd. Ik wil dat mijn ervaring bij Gods Bijbel past! Dat is waar wij vandaag bij moeten passen. Een opwekking met zo'n soort eensgezindheid, met de Geest van Jezus Christus levend onder ons. Dat is... [Leeg gedeelte op de band – Vert]

105 Zij kunnen zich niet vermengen zoals zij hier in Los Angeles en hier rondom doen. Zij kunnen niet samengaan. Je kunt de een nu niet meer van de ander onderscheiden. Zij zien er allemaal hetzelfde uit. In die dagen was het anders. Als een vrouw slecht was, werd zij gemerkt als slecht. Zij bleef in haar eigen gezelschap; zij had geen omgang met de rest. Nu, het is net alsof je een ei neemt en er in het midden wat uitpikt. Het maakt gewoon alles geel, zie. Dus dat is het wat het nu is.

106 Kijk, ik las hier waar een spreuk... verdorvenheid, liever gezegd, over de natie, in Los Angeles, hoe het is. O, het is verschrikkelijk. Uw toename is ongeveer dertig procent over het afgelopen jaar. Wat een... Wel, het is een Sodom. O, moge God de mensen hier schudden, ergens een opwekking zenden die de Pinkstergemeente terug naar haar verstand zal schudden, vuurspuwend over de toehoorders, zodat de mensen dit uur waarin wij leven mogen verstaan. Zitten te slapen. Natuurlijk heeft de Bijbel gezegd dat zij dat zouden doen, veronderstel ik. Wel, daar bent u er.

107 Nu kwam deze vrouw eraan. En misschien kwam zij op deze tijd naar buiten; misschien was zij de hele nacht uit geweest en sliep ze tot die tijd. Maar hoe dan ook, zij kwam eraan met een waterkruik. Zij deed de touwtjes aan de kleine haken en liet de lier neer om het water omhoog te halen. En toen zij haar water zo ongeveer omhoog had gehaald, hoorde zij iemand zeggen: "Vrouw, breng Mij wat drinken."

     Nu, herinner u dat zij een Samaritaanse was. Nu, Hij toonde dit teken van de Messias aan de Joden. Nu, hier zijn de Samaritanen. "Vrouw, breng Mij wat drinken."

     Ze zei... keek om en zei: "Welnu," ik zal het wat verduidelijken, "wij hebben hier afscheiding. Het is niet gebruikelijk dat U, als Jood, mij, een vrouw van Samaria, zoiets vraagt." En ze zei...

     Hij was daar waarschijnlijk gaan zitten. Hij was niet ouder dan dertig en nog wat jaar, maar de Schrift zei (Johannes 6) dat Hij eruit zag als vijftig. Zei: "U bent een man van nog geen vijftig jaar oud en U zegt dat U Abraham hebt gezien."

     Hij zei: "Eer Abraham was, ben Ik." Dat is juist, zie. Waarschijnlijk had Zijn werk Hem gesloopt, misschien was Hij een beetje grijs geworden of zoiets.

108 Terwijl Hij daar zat, keek zij naar Hem: een Man, die eruit zag als vijftig jaar oud, die tegen de kant van de muur zat... Ze zei: "Het is niet gebruikelijk dat u Joden ons Samaritanen iets vraagt."

109 Hij zei: "Maar als u wist met Wie u sprak, zou u Mij om drinken hebben gevraagd."

110 Wat deed Hij? Nu, u zult mijn woord hiervoor moeten nemen. Hij probeerde contact te maken met haar geest. God had Hem daarheen gezonden. God zond mij naar deze gemeente. Ik ken u niet. Zie? Ik ken niemand van u.

111 Maar God had Hem daarheen gezonden. Hij moest door Samaria gaan. Waarom? Zij keken uit naar een Messias. Hij moest daarheen gaan en hun tonen dat Hij de Messias was. Dus zat Hij daar. Deze vrouw zei... sprak tot Hem en zei: "De put is diep en U hebt niets om mee te putten." Zei: "Onze vaderen aanbaden op deze berg," enzovoort, "en U zegt dat Jeruzalem..." En het gesprek ging zo door.

     Wat probeerde Hij te doen? Te vinden wat haar moeite was. Nu, luister nu goed. Ontdekken waar haar moeite was. Nu, wat is het? De Messias gaat Zichzelf bekendmaken aan de Zijnen in Samaria, zie, aan de Samaritanen. Hoe Hij het deed aan de Joden, moet Hij hetzelfde doen aan de Samaritanen. Zeker. Hij moet de Zijnen roepen door dezelfde...

112 Herinnert u zich wat ik gisteravond zei? Als God ooit een beslissing neemt om iets op een bepaalde manier te doen, moet Hij het elke keer op dezelfde manier doen. Als Hij dat niet zou doen, maakte Hij een vergissing toen Hij het de eerste keer deed, zie. U geeft niet de één een stuk maïsbrood en de ander een stuk cake. Het is allemaal hetzelfde, precies hetzelfde, zie. Nu, merk op, Hij is oneindig, perfect, almachtig, alomtegenwoordig. Nu, wij zien hier dat deze Samaritaanse... Nu, hoe gaat Hij Zichzelf bekendmaken aan een Samaritaanse? De vraag is tussen Hem en de vrouw.

     En nadat Hij even naar haar gekeken had – de Vader had Hem daarheen gezonden – toen zei Hij: "Ga heen, haal uw man en kom hier."

     Ze zei: "Ik heb helemaal geen man."

     "Wel," zei Hij, "dat is juist. U hebt er vijf gehad en degene met wie u nu leeft is uw man niet. Dus dat zei u terecht."

113 Ik kan die mooie bos krullend haar over haar schouders zien vallen, en haar grote bruine ogen, en de tranen rolden over haar wangen. Ze zei: "Meneer, ik bemerk dat U een Profeet bent." Wat een verschil tussen die prostituee en die predikers. Zij wist meer over God dan de helft van hen. Dat is vandaag de dag ook heel erg het geval. Dat is juist. Ja.

     Ze zei: "Meneer, ik bemerk dat U een Profeet bent." Ze zei: "Wij weten, wij Samaritanen, dat als de Messias komt, dát het teken zal zijn dat Hij zal doen, dus moet U Zijn Profeet zijn. Wij weten dat als de Messias komt, Hij ons deze dingen zal vertellen; maar Wie bent U?" O my!

114 Er was nooit iemand dan Eén Die dit ooit kon zeggen. Hij zei: "Ik ben het, Die met u spreek." Zij herkende het. Dat was de Messias, waarover zij onderwezen was dat Hij zou komen. Zij wist dat Hij een Profeet zou zijn, een God-profeet. Dus zei ze...

     Zij liet haar waterkruik vallen, of zette hem neer, en zij rende de stad in. En let op haar boodschap. Zij rende erheen en zei: "Komt, ziet een Mens, Die mij de dingen verteld heeft die ik gedaan heb. Is dit niet juist het teken van de Messias? Is dit niet de ware Messias? Vertellen onze Schriften niet dat dat is wat Hij zal doen als Hij komt?"

     En de Bijbel zei dat de mensen van die stad geloofden dat Hij de Messias was, vanwege het getuigenis van de vrouw, dat Hij haar gezegd had wat zij had gedaan. Is dat de Schrift? Johannes 4.

     Nu, ik zie dat mijn tijd opschiet, dus moet ik mij nu haasten en de gebedsrij oproepen. Ik wil u niet te lang houden, zie. Maar dit zal de laatste genezingsdienst zijn, zover ik nu weet, tot zondagavond. Maar nu, wacht. Laat mij hier nog één kleine hamer krijgen om deze spijker hier erin te slaan, zodat het vast zal blijven zitten.

115 Nu, daar waren de Joden. Hoe maakte Hij Zichzelf bekend aan de Joden als Messias? Door te tonen dat Hij een God-profeet was. Is dat juist? Bent u het daar allemaal mee eens? Nu onthoud, de Zijnen. De Zijnen. De andere Joden, de gewone Joden, deze klassieke predikers en geestelijken die daar omheen stonden met een DDD, PhD, LLD, die daar stonden, weet u, met hun omgekeerde boorden, om zo te zeggen, en hun tulbanden op, en al dat soort dingen, die zeiden: "Het is mentale telepathie. Ga niet... Kijk naar Zijn klasse. Kijk waar Hij vandaan komt. Wat is Hij om mee te beginnen? Van welke school komt Hij? Waar leerde Hij dit? Wij hebben er zelfs geen vermelding van dat Hij onze seminaries bezocht, dus dan weet u dat Hij niet juist kan zijn. Hij behoort niet tot de Assemblies. Hij behoort niet tot de Eenheids. Hij behoort niet tot de Church of God, de Baptisten, Presbyterianen of Katholieken. Wij hebben geen vermelding dat Hij op onze scholen is geweest."

116 Ik weet dat ik pijn doe, maar... Mijn mama vertelde mij vroeger... Toen wij kleine kinderen waren, leefden wij zo arm, daar achter in de bergen, dat wij maïsbrood moesten nemen, weet u, en het vet uit de zwoerd moesten halen. Wij namen het en maakten het maïsmeel. En elke zaterdagavond moesten wij een bad nemen en een dosis castorolie innemen, zodat we klaar zouden zijn voor de zondagmorgen, en om terug naar school te gaan. Het was zo erg, ons voedsel, dat wij pellagra kregen en van alles. Raapstelen en zwarte ogen bonen, maïsbrood en sorghummelasse, dat is ongeveer waar wij mee werden grootgebracht. Dus moesten wij die castorolie innemen en mama nam gewoonlijk... Ik begon het in te nemen en dan zei ik: "O, mama, alstublieft, alstublieft, het maakt mij zo ziek."

     En dan zei zij: "Als het je niet ziek maakt, doet het je helemaal geen goed."

     Dus misschien zal dit ergens uw geestelijke eetlust opwekken, dat u echt goed en ziek zal maken; dat zal maken dat mensen de Schriften gaan onderzoeken, want die zijn de Waarheid. Die zijn het Woord van God. Ze zijn de onfeilbaar. Die zijn het die getuigen van de Messias. Amen. Hij staat bij Zijn Woord. Amen. Ik beaam mijzelf niet, maar amen betekent 'zo zij het'. Ik geloof het met mijn hele hart, dat hemel en aarde voorbij zullen gaan, maar dat dat Woord nooit voorbij zal gaan.

     Let op deze Samaritaanse vrouw. De Samaritaanse moest beseffen dat Hij de Christus was.

     Nu: "Wat met de heidenen, broeder Branham? U laat hen erbuiten." Op geen enkele plaats in de Schrift staat dat Hij dat teken ooit voor een heiden deed. Vind het en toon het mij. Het is daar niet. Nee meneer. Het is daar niet. Hij toonde Zijn Messiaanse teken aan degenen die uitkeken naar een Messias. O, krijg dit alstublieft duidelijk. Dat is hetzelfde als wat Hij vandaag doet. Nu, ik zal u tonen waarom.

117 Merk nu op: voordat Hij heenging, profeteerde Hij echter wel over het heidentijdperk. Nu, de Joden hadden vierduizend jaar om in een Messias te geloven. En de Samaritanen van lang geleden in de tijd van Mozes, toen zij deze Moabietische vrouwen trouwden, enzovoort, en uit elkaar gingen en halfbloeden werden, enzovoort... Nu, zij hadden al deze jaren naar een Messias uitgekeken en er waren daar enige oprechten van hart (let nu op), de Zijnen. Zegt u het met mij: de Zijnen. Hij maakte Zich bekend aan de Zijnen. Nu, let op.

     Veel Joden geloofden niet in Hem. Alleen het feit dat zij Joden waren, betekende niets. Maar degenen die hun naam in het boek des levens hadden sinds de grondlegging der wereld...

     Herinner u, de Bijbel zei dat de antichrist in de laatste dagen, wat de religieuze organisaties waren... Ik zal daar deze week nog toe komen, zo de Here wil, of volgende week, zie, in orde, en bewijzen dat het de antichrist is. De Bijbel zegt het. Dat is juist. "En hij verleidde allen die op de aarde woonden, wier namen niet geschreven waren in het levensboek van het Lam, geslacht voor de grondlegging der wereld." Dat is wanneer het gebeurde, zie.

     Nu dan: "Allen die de Vader Mij gegeven heeft," (verleden tijd) "zullen tot Mij komen." "Mijn schapen horen Mijn stem." Niet vanwege ras of soort, maar: "Mijn schapen horen Mijn stem." Nu, let op.

118 Nu, u zegt dat dat Calvinistisch is. Welnu, ik ben geen Calvinist. Ik geloof dat zekerheid samengaat met de gemeente. Helemaal juist. Maar als u in de gemeente bent, bent u erin verzekerd. Maar het volgende is: bént u in de gemeente? Nu, dat is het. Niet omdat u zegt dat u het bent; dat plaatst u daar niet.

     Maar merk nu op, broeder, terwijl we dat onderwerp verlaten en teruggaan naar de Samaritaanse vrouw. Nu, let op wat Hij daar zei. Nu, zij zei: "Welzeker. Wij weten dat dat de Messias is. Hij zal dat teken doen als Hij komt."

119 Nu, voordat Jezus heenging, in het boek Lukas, zei Hij: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des Mensen." Hebt u dat ooit gehoord? Nu, laten wij... Hij sprak eerst over Noachs tijd; Hij zei dat zij in Noachs tijd aten, dronken, trouwden, ten huwelijk gaven, maar in Sodom... Nu, laten wij kijken.

120 Nu, er waren altijd drie klassen mensen. Let goed op ze. Nu, Sodom vertegenwoordigde precies de drie klassen mensen zoals het in Noachs tijd was, toen de wereld door water werd vernietigd. Nu, in Sodom werd zij vernietigd door vuur. Is dat juist? Nu, merk op. Er waren drie klassen mensen en drie boodschappers. Nu, Abraham vertegenwoordigt 'de Zijnen'. Zeg het opnieuw: de Zijnen. Abraham en zijn groep waren buiten Sodom en het woord gemeente zelf betekent 'uitgeroepen, afgescheiden'.

121 Lot maakte zijn keus met zijn organisaties en ging daarheen en werd de burgemeester van de stad. En zijn vrouw behoorde tot al de verenigingen en nam een Hollywoodstijl aan, enzovoort. Ziet u wat er met haar gebeurde? Zij staat daar nog steeds als een zoutpilaar. Nu, zij verlangde daar om als Hollywood te zijn, ziet u. Zij wilde zijn als de rest van de wereld.

122 Maar Sara was de mooiste vrouw in de hele wereld en zij maakte haar keus met haar man en leefde daarbuiten in de armoede van het land, dus zij kon God dienen en erfgenaam zijn van de belofte. Wat een verschil.

123 Nu, als de dingen moeilijk gingen, niet grote geweldige fijne dingen, maar als het moeilijk ging... Op een dag zat Abraham in de schaduw van de eik en hij keek daar uit... Het moet zo rond het middaguur zijn geweest, en hij zag drie mannen komen, hun kleding helemaal onder het stof. (Nu, houd deze twee Schriftgedeelten vast.) Hij zag hen, met hun helemaal bestofte kleren. En hij liep erheen. En Abraham, die geestelijk was er erop wachtte om die belofte te zien (hij was de uitgeroepene), hij herkende het snel. Er was iets vreemds met deze mannen.

     O, natuurlijk zouden ze gezegd kunnen hebben: "Hoe maakt u het, meneer? Wij zijn vreemdelingen. Wij komen uit een vreemd land."

     Hij ging hen tegemoet en zei: "Komt U hierheen en ga onder de boom zitten. Ik zou graag even met U willen spreken. Laat mij wat water halen en Uw voeten wassen en U een stukje brood geven, dan kunt U Uw weg vervolgen. Gaat U zitten. Dat is waarom U hier langs kwam. God zond U deze kant op zodat ik dit voor U zou kunnen doen."

     "Wel," zeiden ze, "ga; zo zij het", en gingen daar zitten.

     Nu, ik kan hem naar binnen zien gaan en zeggen: "Sara," (helemaal achterin de tent), "kneed een beetje meel. Haal de bloemzeef en zeef hier een klein beetje meel, of zoiets, en maak wat koeken op de haard." En ging naar buiten en vond een klein kalfje, doodde het en gaf het aan de dienstknecht, en zei: "Bereid het."

     En hij maakte alles klaar en bracht het bij Hem en ging zitten. Nu, let op.

124 Zoals het was in Sodom, op deze wijze zal het gaan, omdat dit de tijd van verbranden is. Gelooft u dat? U kunt het maar beter geloven, wanneer waterstof- en atoombommen en spoetniks en van alles om u heen vliegen. U kunt het maar beter geloven, omdat het eraan komt.

125 Bemerkt u wat er nu plaatsvond? Hier is wat er plaatsvond. De engelen zaten daar een poosje, met z'n drieën. Zij bleven naar Sodom kijken. Na een poosje... Nu, bedenk, dat twee van hen naar Sodom gingen. Hoevelen weten dat? Twee van hen gingen naar Sodom en zij predikten. O, een moderne Billy Graham, zie, ging naar Sodom, want daar was... Lot was daar, wat de lauwe gelovige vertegenwoordigde, de grensgelovige, de denominationele broeder. Hij was daar in Sodom met de rest van de wereld. Zijn gemeente was helemaal werelds en van alles. Maar hij was daar.

126 En zij zonden daar een moderne Billy Graham heen en die predikte tot hen, geen wonderen, alleen sloeg hij hen met blindheid; en het prediken van het Evangelie slaat een ongelovige met blindheid. Wij weten dat. Niet... niet Lot werd met blindheid getroffen, maar... met blindheid geslagen, liever gezegd; maar de anderen werden met blindheid geslagen.

     Nu. Maar nu zien wij wat soort teken zij deden: predikten het Evangelie op een zodanige wijze dat het de echte ongelovige verblindde en Lot eruit riep voordat het vuur viel. Is dat juist?

127 Let op deze Man die achterbleef, wat voor teken Hij de gemeente gaf: de Zijnen. Degene die achterbleef was geen Engel. Het was God. De Bijbel zei dat het God was. Abraham noemde Hem Elohim, de in Zichzelf Bestaande, hoofdletter H-e-r-e. Hij behoorde het te weten. Hij was degene die tot Hem sprak. God...

     Een prediker zei eens tegen mij: "Bedoelt u dat dat Jehova God was?"

     Ik zei: "Dat was Jehova God. O," zei ik, "u faalt gewoon om te zien hoe groot Hij is."

128 Waaruit zijn wij gemaakt? Zestien elementen: calcium, kalium, petroleum, kosmisch licht. Hij nam er gewoon een handvol van en zei: "Fffff!" [Broeder Branham maakt een blazend geluid – Vert], "Kom hier, Gabriël. Stap in deze", zie. "Fffff!", blies daar een andere voor een andere engel. "Fffff!", blies er een voor Zichzelf. Kwam naar beneden en at het vlees van een kalf, dronk de melk van de koe, at het maïsbrood en verdween recht voor Abraham. Zie?

129 Wel, dat is de God Die ons bezit. Ik mag nog geen lepelvol as zijn, noch zult u het zijn, maar Hij kan spreken (Halleluja), en ik zal voortkomen. Hij zal mij roepen. Ik ben blij dat Hij mij kent en ik ben blij dat ik Hem ken. Hij is Jehova. Daar was Hij. Wat vertegenwoordigde Hij? Wat Hij in de laatste dagen zou zijn, wonend in vlees.

130 Nu, let goed op. Wij zien dat het is... Laten wij zien wat soort teken Hij aan de Zijnen gaf. Hetzelfde als dat Hij deed toen Hij op aarde kwam: God vleesgemaakt in Christus. Nu, merk op dat Hij Zijn rug had toegekeerd. En Hij zei: "Abraham," (Hoe wist hij dat hij Abraham was?) "waar is uw vrouw, Sara?" Wat? Wist dat zijn naam Abraham was, wist dat hij getrouwd was, en een vrouw had, en dat haar naam Sara was.

     Abraham was verbaasd. In de Bijbel staat, er staat specifiek dat Abraham zei: "Zij is in de tent achter U."

131 Vrouwen handelden niet zoals zij nu doen: rennen weg en nemen de plaats van hun man in, en richten zich op al de zaken, en stemmen in de politiek, en nemen kerels erin die zij maar willen, en dingen zoals dat. Nee. Dat deden zij toen niet. Nee. Zij wisten meer over God. Sara noemde Abraham haar heer.

     Hij zei: "Zij is in de tent achter U." In de tent achter U.

     Hij zei: "Abraham," (luister!) "Ik..." (O, genade. 'Ik' dat persoonlijk voornaamwoord) "Ik ga u bezoeken overeenkomstig de tijd des levens, zoals Ik u in het begin beloofd heb, vijfentwintig jaar geleden."

     Hier was een man die maïsbrood at, kalfsvlees at en melk van een koe dronk, met wat boter op het brood, die dat daar ongetwijfeld zat te eten en zei: "Ik heb u die belofte gegeven en Ik zal het gaan doen." Amen.

     En Abraham noemde Hem Elohim, de almachtige God. Daar was Hij, daar zittend, en zei: "Ik ga u bezoeken overeenkomstig..."

     En Sara, achterin de tent, begon te lachen en zei: "Ik, een oude vrouw, tegen de honderd jaar oud, en opnieuw genoegen hebben met mijn heer, zoals dat? O, het zou niet kunnen."

     En de Man die daar zat, zei: "Waarom lachte Sara?" O, wat voor soort telepathie is dat? Wat voor soort van... De vrouw in de tent achter Hem... Zei: "Waarom lachte zij?"

     Nu, let op. Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des Mensen", dat God Zichzelf in menselijk vlees zou manifesteren, Zijn gemeente, het lichaam van Christus, en hetzelfde teken zou doen. Daar kregen de heidenen het.

132 Nu. "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Is Hij Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid? Ziet u hoe Hij Zichzelf aan de Joden bekendmaakte, hoe Hij Zichzelf aan de heidenen bekendmaakte en... of aan de Samaritanen, en het aan de heidenen beloofde?

133 Nu, wij hebben tweeduizend jaar gehad; het is nooit in de gemeente voorgekomen. Maar het zal licht zijn in de avondtijd. De profeet zei dat er een dag zal zijn die nacht noch dag genoemd zal worden, maar in de avondtijd zal het licht zijn.

     Nu, luister. Laat mij... Eén dag deze week, zo de Here wil, zal ik gaan prediken over Wanneer het oosten en het westen elkaar ontmoeten.

134 Nu, iedereen die enige opleiding heeft gehad weet dat de beschaving met de zon mee is gereisd, van het oosten naar het westen. Hoe velen weten dat? Zeker weet u het. De oudste beschaving die wij hebben is China, en wij zijn precies rond gegaan. Beschaving is meegereisd met de zon.

135 Nu, in de oosterse mensen... De z-o-n komt op aan de oostelijke horizon en gaat onder in het westen, op de westerse mensen: de z-o-n. En de Z-o-o-n van God, Dezelfde als de z-o-n van God, de Z-o-o-n van God kwam eerst tot de oosterse mensen, de Joden. Is dat juist? Grieken, enzovoort... kwam tot het oosten.

136 Nu zijn er tweeduizend jaren geweest die somber waren. Men maakte organisaties en bouwde ziekenhuizen, en men bouwde kerken, precies wat Jezus hun had verteld om niet te doen. Hij zei nooit: "Bouw kerken." Hij zei nooit: "Bouw organisaties." Hij zei: "Predik het Evangelie." Dat is juist. Manifesteer de kracht van God.

137 Maar deze dingen kwamen daarvoor in de plaats. Zij hebben hun dag geleefd. Maar nu, "In de avondtijd", zei Hij, "zal het licht zijn." En dezelfde Zoon die op het oosten scheen, schijnt op het westen. Dezelfde Messiaanse tekenen die daar gedaan werden om te bewijzen dat Hij de Messias was, schijnen op het westen. En wij zijn aan de Westkust. Wij zijn bijna vijfhonderd meter van de zee vandaan. En als wij die kant op gaan, waar gaan wij dan naartoe? Weer terug naar China. Het oosten en het westen zijn tezamen gekomen.

138 Dat is de reden dat de zonde zich hier aan deze Westkust ophoopt. Het is verschrikkelijk en het is goddeloos. Wel, wij waren gewend om patronen uit Frankrijk te halen. Frankrijk stuurde ons de mode van de vrouwen toe.

139 Onze Pinkstervrouwen, schaamt u zich. U, Pinkstermannen, die sigaretten rookt en uw gang maar gaat en drie of vier vrouwen trouwt, diakenen in de gemeenten. Schaam u. God zij uw zondige ziel genadig. En uw organisaties van Methodisten, Baptisten, Assemblies of God en Churches of God, die dat toestaan...

140 U zegt: "U fit altijd op de vrouwen." Iedere man die zijn vrouw shorts laat dragen en sigaretten laat roken, toont waaruit hij gemaakt is. Hij is geen man.

     "O," zegt u, "u bent... u bent wreed, broeder Branham."

     Dat ben ik niet. Ik ben niet wreed. Ik predik Gods Woord. Helemaal precies. Schaam u. Schud uzelf en kom tot uzelf. Kom terug tot God. "Het zal licht zijn in de avondtijd." Heren, wij zouden Jezus willen zien.

141 Nam hij een blad voor zijn mond? Nam welke profeet ook ooit een blad voor zijn mond? Hij verzegelde Zijn getuigenis met Zijn bloed. Ware mannen van God zullen het nooit verbloemen voor een televisie programma ergens of om geld binnen te krijgen, of voor een of ander groot geweldig educatief programma. Hij zal de waarheid spreken. Al zou het zijn leven nemen, hij zal de waarheid vertellen. Juist.

     Zij zullen u op een dag mogen haten; maar er kan een andere dag komen dat zij van u zullen houden, omdat u de waarheid vertelde. Gods Woord zegt dat het de waarheid is. Er is geen Schriftplaats in de Bijbel voor het gedrag van de Pinkstergemeente vandaag, niets. Het is eraan tegengesteld, laat staan u Baptisten en Methodisten. Whew! Ik weet dat het kras is, maar dat is wat ik wil dat het is, zodat u het recht zult zetten. En op een dag zult u het ontmoeten voor de oordeelstroon. Broeder, het is het Woord van God. U, voorgangers, enzovoort, bent zwakker geworden dan afwaswater. Het is... De kerk is een maaltijdbon geworden in plaats van de preekstoel. Juist.

     Wij hebben mannen van God nodig die staan zullen en de waarheid vertellen, ongeacht wie het pijn doet, of het diakenen betreft, beheerders, en al het andere. Wees eerlijk.

142 Sta voor God en geloof Zijn Woord en God zal dat Woord bevestigen. Het werd eens goed afgesteld; het zal opnieuw goed afgesteld zijn. Maar u moet er ook op afgesteld zijn. U kunt de geweerloop niet deze kant op richten en verwachten dat hij die andere kant raakt. Dat zult u niet doen. Houd het naar links en naar rechts. Dat zal het niet doen. Het zal een rechte lijn schieten. Wij moeten in dit Schriftgedeelte gaan en het rechtuit schieten. Amen.

143 "Heren, wij zouden Jezus willen zien." De Bijbel zei dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Geef ons vijftien minuten, wilt u, de Heilige Geest en de gemeente hier?

     Nu, als ik pijn heb gedaan, ver-... Nee, vergeef mij niet. Huh-uh. Doe het niet. Ga gewoon naar huis en denk er een poosje over na. Ik bedoelde niet... Ik moet soms dingen zeggen die snijden als messen en... Maar broeder, ik ben verantwoordelijk. Ik ben verantwoordelijk voor God om de waarheid te vertellen. Als ik dan de waarheid verteld heb, zal God betuigen dat het de waarheid is. Nu, laten wij zien of ik de waarheid vertelde of niet. Laten wij Vader vragen om op het toneel te komen. Laten wij God vragen om te komen en te ondersteunen wat... of dat de waarheid is. Als het niet de waarheid is, zal Hij het niet ondersteunen. Als het de waarheid is, zal Hij het ondersteunen.

144 En u mensen die Hem graag wilt zien, als Hij zal komen en vanavond hetzelfde zal doen in deze gemeente... Ongeacht hoeveel Hij mij zalft, moet Hij ook u zalven. Jezus ging door Zijn eigen land en kon er vele machtige werken niet doen vanwege hun ongeloof. Maar toen hij iemand kreeg die Hem geloofde, een vrouw die de zoom van Zijn kleed aanraakte, werd zij perfect gezond gemaakt. Ja. Zou u graag Jezus willen zien?

     Nu, ongeacht hoe Hij gekleed zou zijn, hoe Hij eruit zou zien, als dit Leven dat in Hem is, in de mannen of de mensen is, zal het dezelfde dingen doen als die Hij deed, omdat Hij het beloofde. Is dat het teken van de Messias nú in de laatste dagen? Hoe velen begrijpen het goed? Steek uw handen op en zeg: "Ik begrijp het. Ik geloof het." Laten wij bidden.

145 Genadige Vader, o, waarom moet ik deze dingen zo zeggen? Mensen die mijn kinderen voeden, de mensen die mij kleding voor mijn lichaam geven en mijn weg door het land betalen, en toch... God, laat hen begrijpen dat ik hen alleen maar probeer te schudden, Here. Ik probeer de gemeente weer op het oude pad terug te brengen. Laat hen dat begrijpen. Moge de Heilige Geest hen laten begrijpen dat het niet in wreedheid is; het is niet om onverschillig te zijn; maar het is om getrouw te zijn, Here, en hoe dan ook de waarheid te vertellen.

146 Nu, Vader, wilt U vanavond voor ons Uw waarheid ondersteunen? Ik heb hun een krachtige verklaring gegeven dat U Dezelfde bent, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Laat de Heilige Geest vanavond komen, Vader, en zalf dit kleine groepje mensen hier.

     En laat hen weten dat deze mensen... Ik zeg deze dingen, maar het wordt hier op de band opgenomen. Deze band zal over de hele wereld gaan. Het zal in vele, vele verschillende talen rond de wereld vertaald worden en mensen van overal zullen het gaan horen. En ik moet mijn woorden zorgvuldig kiezen, Here, dat zij waar zijn; en Uw Woorden, en niet de mijne.

     Ik haal alleen U maar aan, belijdend zoals de Bijbel zegt, dat U nu een Hogepriester bent op onze belijdenis. Ik belijd Uw Woord, dat U Dezelfde bent, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Spreek, Here God, en laat de mensen weten dat U de boodschap gaf en niet Uw dienstknecht. Sta het toe, Here.

     Wij dragen het nu allemaal aan U op. Ik zou niet meer kunnen zeggen. En één Woord van U zal meer zijn dan wat enige prediker in een miljoen jaar zou kunnen prediken. Slechts één Woord. Wij weten dat het daar is, wij weten dat het de waarheid is.

147 En nu willen wij dat U Uw Woord bevestigt met de tekenen die volgen, zoals U beloofde, zodat zij mogen weten dat ik hun de waarheid heb verteld, dat U de Messias bent. Deze grote Vuurkolom, waarvan zij hier de foto hebben, en van Duitsland, van Zwitserland, van over het hele land waar zij die genomen hebben, dat het dezelfde Vuurkolom is die met de kinderen van Israël meeging.

     Toen Hij hier op aarde kwam, ontdekten wij dat die Vuurkolom in een lichaam woonde, de Zoon van God. Wij letten op de werken die Hij deed. Hij zei: "Ik kom van God en Ik ga terug tot God." Later, na Zijn dood, begrafenis en opstanding, keerde Hij terug naar de Vader.

     En op een dag was Saulus van Tarsen op weg naar Damascus om de mensen te arresteren, en diezelfde grote Vuurkolom sloeg hem neer; een Licht dat zijn ogenlicht uitdoofde en hem voor een tijdje blind maakte.

148 En Hij zei: "Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?"

     Hij wist niet wat die Vuurkolom was. Hij zei: "Wie bent U?"

     "Het is hard voor u om de verzenen tegen de prikkels te slaan."

     "Wie bent U, Here?"

     Hij zei: "Ik ben Jezus."

149 Nu, Here, de wetenschappelijke wereld weet, nadat zij de foto hebben genomen, dat het dezelfde Vuurkolom is. Het is een geheimzinnig Licht dat niet alleen... dat een fenomeen is, maar het heeft door de naties heen de lens van de camera's getroffen.

     Nu, als het dezelfde Geest is, dan zal het dezelfde werken doen, als de mensen zichzelf in dezelfde toestand kunnen krijgen. Laat het vanavond zijn, Here, dat ik en deze gemeente, en deze broeders... dat U Uzelf zou mogen bewijzen als Jezus Christus, Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

     Als wij vanavond weggaan zullen wij... Zoals degenen van Emmaüs, willen wij U nu de dingen zien doen die U voor Uw kruisiging deed, en Uw beloften dat U het zou doen; en moge U Uzelf na tweeduizend jaar vanavond manifesteren.

     En als wij naar huis gaan, zullen wij zeggen: "Waren onze harten niet brandende in ons toen Hij Zichzelf vanavond onder ons bekendmaakte?" En, Here, ik geloof dat het de mensen weer terug zal brengen tot bidden en vasten, en dat deze kleine gemeente zal groeien, en de kracht van God erin zal zijn en profetieën en grote tekenen en wonderen, en dat vrouwen en mannen zich in orde zullen brengen en voorzichtig voor God zullen wandelen. En, o, wat zal er een vrees voor God over dit land komen, Here. Geef hun grote tekenen en wonderen. Sta het toe. Sterk uw gemeente, Here.

     O God, roep Uw volk; trek hen uit deze chaos in de laatste dagen. Sta het toe. Wij zullen op U wachten, Vader, dat U tot ons zult spreken in de gebedsrij, als wij spreken in de Naam van de Here Jezus Christus. Amen.

     Nu, als u nog even geduld met ons wilt hebben... [Leeg gedeelte op de band – Vert]

150 Wanneer hebt u het ooit zien falen? Het faalt niet, omdat het God is. Het kan niet falen. God heeft dat gezonden. En het is net zo werkelijk voor mij als dat het voor u is om wat water te drinken. Zie? Ik ben gewoon net zo vol vertrouwen dat God op het toneel zal komen als dat ik hier vanavond op het podium sta, omdat het Zijn belofte is. En als Hij dat wil doen, dan zal dat tonen dat Hij dezelfde Messias is Die terugkomt. Nu, aan wie? Niet aan de buitenstaanders, de grote organisaties en dat soort zaken, maar aan de uitverkorenen, zie, aan de gemeente. Ziet u wat ik bedoel? De Zijnen. U zegt: "Waarom hebt u geen groot, geweldig televisieprogramma?"

     Hij wordt tot de Zijnen gezonden, de uitverkorenen, de uitgeroepenen, niet aan de bloemrijke...

151 Jezus maakte geen show. Hij was geen showman. Hij... Zij zeiden: "Waarom gaat U niet weg van dat stelletje daar op de rivier? U hangt gewoon rond met een stelletje heilige rollers", weet u. "Kom hierheen en toon Kajafas wat U kunt doen." Hij deed het nooit. Hij bleef nederig en rustig.

152 Hij kwam tot de Zijnen, tot... Hij maakte Zich bekend aan de Zijnen, voor de Joden, degenen die Hem verwierpen. Zij gingen naar de eeuwigheid, degenen die Hem ontvingen en het geloofden. Hun namen zijn onsterfelijk en zullen dat voor eeuwig zijn. Dat is juist.

153 Nu ben ik Hem niet. Ik ben gewoon uw broeder. Ik ben uw broeder, een dienstknecht van Jezus Christus, hierheen gezonden met mijn broeders, en met u mensen hier, met een gave van manifestatie. En als ik tijd had om deze week door de Bijbel heen te gaan en u te bewijzen, door Schrift na Schrift, het onfeilbare bewijs dat dit het uur ervan is... Laat het u niet voorbijgaan, zie.

     Hier is een meisje. Ik heb haar nooit in mijn leven gezien, een liefelijke jonge vrouw. Zij zou een Christin mogen zijn of niet. Zij zou ziek mogen zijn of niet. Zij zou financiële problemen kunnen hebben, huiselijke problemen. Ik heb haar nooit in mijn leven gezien. Maar hier is een duidelijk beeld van waarover ik sprak.

     Hier is een klein panorama vanavond. Hier is een man en hier is een vrouw, die elkaar voor de eerste keer ontmoeten. Zij stak net haar hand op dat zij mij niet kende en hier zijn mijn handen dat ik haar nooit in mijn leven heb gezien, zie. En ze zei dat ik een vreemde voor u was. Is dat juist, dame? Hier zijn wij.

154 Nu, "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Wat zou Hij doen als Hij op het toneel verscheen? Net als hoe Hij deed op de dag bij de bron, bij de Samaritaanse vrouw. Is dat juist?

     Wat kan Hij doen? Is mij zalven en haar zalven. Als Hij het niet doet, kan ik niets zeggen. Dit is een doofstom ding [Broeder Branham klopt op de microfoon – Vert] totdat er iets doorheen spreekt. En dat ben ik ook. Ik ken haar niet. Zij kent mij niet. Dus hoe zal ik iets over haar gaan weten?

     Nu, wat als ik zou zeggen: "Dame, bent u ziek?", dan zou zij zeggen: "Ja, meneer Branham, ik ben ziek."

     "Glorie voor God. Halleluja!" Schud haar en zeg: "Glorie voor God. Ontvang het. Halleluja. Ga verder. U bent genezen." Dat zou in orde kunnen zijn. Zeker, dat zou fijn zijn. Zij zou het geloven en zij zou beter worden. Zeker.

155 Net als wat Charlie Fuller hier eens zei, broeder Fuller. Hij zei: "Ik geloof in deze gaven en ik geloof ook in deze grote gaven van genezing. Maar", zei hij, "dat zijn gaven van genezing, maar God zal hen zich bij het oordeel laten verantwoorden, omdat zij er handelswaar van maken." En ik geloof dat ook. Hij heeft het daar juist. Ja zeker. Maak van God geen handelswaar. Hij kan geen handelswaar gemaakt worden. Maar God zal u laten betalen voor wat u doet, de manier waarop u het gebruikt.

     Nu, dame, ik ben een onbekende. Iemand... Zij heeft een gebedskaart in haar hand. Iemand kreeg het. Kom hier. O, o, het is geen... Ik zie het. Het is wat... iets anders daar. Ik dacht dat het een gebedskaart was. Neem me niet kwalijk. O, zij is... Het is voor... kreeg iemand anders' gebedskaart. Goed.

156 Nu, als Jezus Christus Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid... Nu, ik heb u de Bijbel voorgesteld, Pinkstergemeente. Ik bedoel dit hier. Ik heb u de Bijbel voorgesteld en wat Jezus gisteren was. Nu, Hij zei dat Hij in de laatste dagen neer zou komen in menselijk vlees, zoals Hij in Sodom deed, en hetzelfde zou doen. Nu, als Hij terug zal keren en hetzelfde zal doen als wat Hij bij de Samaritanen en de Joden deed, zult u dan geloven dat Hij de Messias is Die hier vanavond in het gebouw is? Steek uw handen op. Zeg: "Als Hij hetzelfde zal doen, dan zal ik Hem geloven."

157 Wel, deze ene zaak zou het vast moeten stellen. Als u eerlijk bent in uw hart, zou dat het moeten vaststellen. Wij zijn hier nu beiden onder ede dat wij elkaar niet kennen. Goed. Nu, als God mij iets wil openbaren wat u gedaan hebt, waarvan u weet dat ik er niets over weet, of iets wat u van plan bent om te doen waarvan ik niets afweet, of iets omtrent u, wat uw probleem is, wat uw ziekte is, wat uw aanvechtingen zijn, of iets anders, zoiets als dat, zou u dan geloven dat Hij het was? Dat zou...

158 Het zal door de een of andere kracht moeten komen, en als u gelooft dat het Zijn kracht is, dan krijgt u Zijn zegen. Als u gelooft dat het een andere kracht is, wel, dat is tussen u en God, zie. Ik zal niet weten wat er dan gebeurt.

     Nu, als Hij het zal doen, wilt u het dan aanvaarden, als Hij het op dezelfde manier zou doen als dat Hij het in de Bijbel deed, zoals Hij en de vrouw die daar met elkaar stonden te praten? Zou u het geloven, dame? En de gemeente zei dat zij het zouden geloven. Het is nu Gods tijd om te handelen, zie.

159 Nu, hier zijn wij, en misschien zitten hier drie- of vierhonderd, tenminste driehonderd mensen, vanavond. Goed. Kijk hierheen, voor driehonderd mensen... Nu, ik heb in Bombay, India, vier- of vijfhonderd duizend gezien, zie, tweehonderdvijfenzeventig duizend in Durban, Zuid Afrika. Het faalt niet. Het is God.

     Nu, als Hij kan vertellen wat u bent geweest, dan zou u zeker geloven. U zult weten of dat waar is of niet. Als Hij spreekt, zult u weten of het waar is.

     Wel, als het zo is en Hij vertelt u wat u bent geweest, wat dan over wat u zult zijn? U kunt dat makkelijk geloven, is het niet, als Hij u dat zou vertellen? Goed.

     Een jonge vrouw... Nu, ik heb haar nog nooit in mijn leven gezien. Zij is een stuk jonger dan ik, jaren uit elkaar geboren, misschien kilometers ver van elkaar. Nu, onze eerste ontmoeting. Maar nu spreek ik gewoon tot haar om haar geest te vatten, net zoals onze Here deed bij de vrouw bij de bron. En ik bemerk nu dat zij een gelovige is, en u lijdt. U wilt gebed voor een bepaald soort huidziekte die u hebt. Als dat juist is, steek dan uw hand op. Gelooft u?

160 Nu, ik blijf... In elke samenkomst voel ik dat, dat iemand zegt: "Hij raadde dat." Nu, u kunt uw gedachten nu niet verbergen. Hij is hier. Zie? U zegt... Nu, ik raadde dat niet. Ontdek het.

     U schijnt een fijn contact met de Geest van God te hebben. Nu, ik weet niet wat ik u verteld heb. Dat was ik niet. Dat was Hij. Het is daar op de bandrecorder. Ik kan dat terugdraaien en weten wat het was, maar ik weet het nu niet.

     Maar als u alleen maar gelooft dat ik Zijn profeet ben, of Zijn dienstknecht... (Over die naam struikelen de mensen.) Als u slechts met uw hele hart zult geloven...

161 Jazeker, het is een huidziekte. Dat is wat ik u vertelde. En hier is nog iets anders. U hebt hoofdpijnen, echt erge hoofdpijnen. En dan zijn er twee kinderen, zie ik, waarvoor u wilt dat er gebeden wordt. En de oudste lijdt aan een nerveuze toestand. De jongere lijdt aan iets verkeerds met de heup. Het is een tumor in de heup. Als God mij wil vertellen wie u bent, zou het dan maken dat u nu met uw hele hart gelooft? U weet dat ik u niet ken, maar mevrouw Bowman, u kunt naar huis gaan. Geloof in de Here Jezus Christus en wees genezen. God zegene u, mijn zuster.

     Gelooft u? "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Heb nu slechts geloof. Nu, hier is een man. Ik heb hem nog nooit in mijn leven gezien. Hij is misschien een beetje ouder dan ik. Wij zijn onbekenden voor elkaar; en ik ken u niet en u kent mij niet. Maar als God mij iets kan vertellen...

162 Nu, wees echt rustig. Laat niemand bewegen. Zie, u bent geesten. Ziet u, ieder van u is een geest. Weet u dat? Dit is mijn hand, zoals ik gisteravond zei, dit is mijn hand; dit is mijn vinger; dit is mijn oor; dit is mijn neus, mijn ogen. Maar wie ben ik? Zie, dat is iets wat bij mij hoort. Ik ben een geest.

     U bent hier voor iemand anders. U bent hier niet voor uzelf. De persoon waarvoor u hier bent is heel erg ziek. Zij hebben een doodsschaduw over zich. Het is een kanker. Zij zijn niet hier. Zij zijn in Phoenix, Arizona. Ga, geloof, en zij zullen gezond worden. Goed. Zoals u geloofd hebt, zo zij het voor u. God zegene u. Heb gewoon geloof. Twijfel niet.

     Gelooft u? Wat met u, dame, die daar in de stoel zit? Het ontroerde u gewoon... iets deed dat, is het niet? Deze dame hier met haar jas die ligt... met haar hand omhoog, die zo naar mij kijkt. Ja, precies hier aan het eind. Gelooft u dat de hoge bloeddruk u zal verlaten en dat u gezond zult zijn? Goed dan, ga voorwaarts. U kunt genezen worden.

     Wat raakte zij aan? Zij is negen meter bij mij vandaan. Zij raakte de Hogepriester aan, die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden. Dat is Hij.

163 Wij zijn onbekenden voor elkaar, meneer. Ik ken u niet. U doet niet... misschien kent u mij niet, tenzij het alleen van naam is, of u zat ergens in de samenkomsten en zag mij. Het is een... Maar elkaar kennen; wij kennen elkaar niet. Wij zijn onbekenden voor elkaar.

     Nu, als de Here Jezus mij nu iets over u zal openbaren waarvan u weet dat ik het niet weet, zult u Hem dan geloven als de Messias? Niet ik, maar Hij, werkend door mij heen. Het is slechts een gave om mij gewoon te onderwerpen aan Zijn Geest en dat ik uit de weg ga en Hij het spreken doet. Zie? Wel, als Hij u het u zal vertellen, zult u weten of het waar is of niet, is het niet? U lijdt, iets verkeerd met de aderen. Het zijn spataderen. Dat is exact juist.

     Maar ik zie hier een vrouw, iemand voor wie u bidt. Het is uw zus. Zij heeft een zenuwinstorting en u bidt voor haar. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Als dat waar is, steek dan uw hand omhoog. Gelooft u nu in de Here Jezus? Ga en ontvang waarom u gevraagd hebt. In de Naam van de Here Jezus Christus, sta het toe.

     Hoe maakt u het? Neem mij niet kwalijk. Ik was niet buiten mijzelf; ik lette op het Licht. Ik was niet zeker. Ik zag waar het stopte, maar ik was er niet zeker van wat er plaatsvond. Ziet u? Zie, ik moet het gewoon volgen. Zie, ik...

164 Nu, u bent gereed voor een operatie. Maar gelooft u dat God u daarvan kan genezen? U hebt drie gezwellen op drie verschillende plaatsen. Als ik ze aan u kan uitleggen, zal het u dan helpen? Een is in de keel, een in de vrouwelijke klieren en de andere is onder uw rechterarm. Mevrouw Macintosh (dat is uw naam), ga naar huis en geloof in de Here Jezus Christus en wees gezond. In de Naam van de Here Jezus.

     Gelooft u? "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Wel, dat is Hij, dat gevoel. Wel, bewijst dat niet dat de Pinkstergemeente, die die zegen voelt...? Dat is de Here Jezus, ziet u. Hij doet dezelfde werken. Dat ben ik niet.

     Ik ken deze mensen niet. God in de hemel weet dat. Ik ken de mensen niet, maar God kent hen. Indien gij kunt geloven zijn alle dingen mogelijk. Een vrouw heeft daar haar zakdoek omhoog gestoken. Dat Licht is nog steeds over de vrouw. Is dat de vrouw die net op het podium was, die haar zakdoek omhoog houdt? Was u hierboven?

     Nee, het is... het is precies achter u. De dame direct achter u, met artritis, die daar aan het eind zit, geloof in de... Dat is het, zuster. Amen. Gelooft u met uw hele hart? Gelooft u dat die artritus u zal verlaten? Doet u dat? Als u artritus had, schud dan uw hand zo, zodat de mensen het zullen weten. U zat daar en geloofde. Die vrouw kwam met de zalving. Nu, ga naar huis en wees gezond. Jezus Christus geneest u. Wat raakte zij aan?

165 Ik ken u niet. Wij zijn onbekenden voor elkaar. Als dat juist is, zou u dan met mij uw handen willen opsteken? O, als de mensen... Als u alleen maar zou geloven, wat zou er dan precies nu gebeuren? Er zou een opwekking uitbreken aan deze Westkust, die de wereld over zou gaan. Als u alleen maar zou kunnen beseffen waarnaar ik kijk. Ik hoop... Zeker heb ik voor God genade gevonden in uw ogen. Ik vertel u de waarheid, en God betuigt dat het de waarheid is. Wat God verlangt om hier vanavond in deze gemeente te doen, is opmerkelijk. Maar ik word zwak, ziet u. Kijk maar naar mijn hand. Ziet u het zweet? Dat is gewoon... Hoe velen weten dat dat je verzwakt?

     Eén vrouw raakte Zijn kleed aan en Hij zei dat er kracht van Hem uitging. En Hij was de Zoon van God. Nu, ik ben een zondaar gered door genade. Daniël zag één visioen; het bezorgde hem vele dagen hoofdpijn, zie. Geloof alleen.

     Nu, deze man, wij zijn beiden... zeggen dat wij onbekenden voor elkaar zijn, elkaar niet kennen. Maar God kent ons. Nu, als Hij mij iets over u kan openbaren, waarvan u weet dat ik het niet weet, zou het u overtuigen dat u bent... Zou het ook de overigen van u, ook in de gebedsrij, overal, met heel uw hart doen geloven?

166 Deze Bijbel ligt hier en deze man en ik staan hier; wij hebben elkaar nooit in ons leven ontmoet. Met uw handen omhoog, wij hebben elkaar nog nooit ontmoet. Nu, Jezus zei dat Hij hun gedachten kon bespeuren. Hoe velen weten dat? Hoe velen weten dat de Bijbel zei dat het Woord van God scherper is dan enig tweesnijdend zwaard? En het is ook een onderscheider van de gedachten van het hart, de overleggingen en gedachten van het hart en verstand. Zegt de Bijbel dat? Het Woord van God.

167 Wel, wat was het Woord van God? Jezus. "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons." En hier is het Woord gemanifesteerd in ons vlees. O God! Zeker zult u het niet missen. Zeker, zeker. Geloof.

168 Slechts een gave, meneer, om mijzelf te proberen te ontspannen en uw geest te vatten. Hoe vreemd het eruit moge zien, maar ik heb hen zien liggen... mensen dood zien liggen: in Finland, en drie of vier verschillende plaatsen heb ik in mijn leven gezien, en God liet mijn geest mij zo verlaten dat ik dat land zou ingaan en die geest zou vatten en regelrecht weer tot die persoon terug zou brengen. Het is waar. God in de hemel weet dat het waar is, zie. Nu is het aan u en u bent nog steeds onder vrije morele keuzevrijheid, u zult moeten handelen. En ik zou dat niet kunnen doen, tenzij het een opdracht van God was die mij een visioen zou tonen.

     Jezus zei: "Ik doe niets tenzij de Vader het Mij toont."

     Dan zult u zeggen: "Kan Hij u tonen dat ik gezond ben of wat..." Hij kan mij tonen wat uw moeite is, maar u moet het aannemen... uw geloof... Ik zou u niet kunnen redden, noch zou ik u kunnen genezen. Het is reeds gedaan. Maar Hij is nu hier om te tonen dat Hij Dezelfde God is Die het Woord schreef, zie.

169 Nu. Ja, u bent erg ziek, klaar om morgen naar het ziekenhuis te gaan voor TB. Dat is juist. Gelooft u dat ik Zijn profeet ben, of Zijn dienstknecht? Ja? Gelooft u dat u gezond gaat worden en nu thuis gaat komen en gezond zult worden? Gelooft u het? Als ik u zou vertellen wie u was, zou dat u helpen? Goed. Walter Kaiser, ga door, en geloof het met heel uw hart. Dat is waar. Geloof met heel uw hart. Heb geloof.

     Meneer die daar zit, met dat grijze pak aan, had ook moeite met uw longen... Als u kunt geloven... Ja. Zie? Ja, had longproblemen. Ik bemerkte dat dat Licht over u flitste zodra hij genezen werd van wat hij daar had. Hij had ook longproblemen, een bepaald soort. Het ging over u heen. Uw geloof beëindigde het. Ga naar huis en wees gezond. Uw geloof maakt u gezond.

170 Iemand anders die daar precies achter deze vrouw zit, kijkt mij er nu tussendoor regelrecht aan en zij had longproblemen. Het is kanker, en ook in de wervelkolom. Geloof met heel uw hart. De kleine grijsharige dame; als dat waar is, sta dan op. Ga staan. Ik ben een volkomen vreemde voor u. Is dat waar, wuif dan met uw hand. Dat is wat uw probleem was. Goed. Ik neem de autoriteit. Gelooft u dat dit de waarheid is? Dan, in de Naam van Jezus Christus, veroordeel ik die duivel. Ga en wees gezond.

     Gelooft u dat dat hartprobleem u zal verlaten en dat u gezond zult zijn en u naar huis zult gaan? Met uw hele hart? Ga dan en geloof met uw gehele hart en wees genezen.

171 Kom. Wat denkt u? Gelooft u dat die astma u zal verlaten en dat u naar huis kunt gaan en zult stoppen met hoesten? Ga dan, geloof het met uw hele hart en wees gezond. Als u niet bent...

     Kom, zuster. Waarom bent u zo nerveus? U bent al een lange tijd nerveus. Juist. U bent genezen. Nu, ga en geloof het met uw hele hart en wees genezen. Goed, meneer. Dat is wat u kapot maakt.

     Goed, dame. Kom. Gelooft u met heel uw hart? Uw rugkwaal is genezen. Ga, geloof met uw gehele hart en zeg: "Dank U, Here Jezus."

     Een nerveus hart, gelooft u dat Hij het geneest? Ga en zeg: "Dank U, Here", en wees genezen. Heb gewoon geloof. Dat is alles wat u hoeft te doen.

     Kijk hier naar mij, dame. Gelooft u dat ik Zijn profeet ben? Die dameskwaal die u hebt, een vrouwenkwaal (dat is juist), ga en wees genezen, in Jezus' Naam.

172 Even een ogenblik. Iets ging naar het gehoor. Ja, een man die hier precies achteraan zit, lijdt aan een rugkwaal, kijkt regelrecht naar mij. Gelooft u, meneer? Goed. Ontvang uw genezing. Wees gezond in de Naam van Jezus Christus. Heb geloof in God.

173 De vrouw die daar achter de man zit heeft suikerziekte. Gelooft u met heel uw hart? Sta op, de kleine grijsharige dame met een bril op. U raakte iets aan, is het niet? Sta op en word gezond. Ga naar huis en geloof de Here Jezus Christus. Heb geloof.

     Als ik niets tegen u zou zeggen, en alleen handen op u zou leggen, zou u geloven dat dat de Heilige Geest is? Kom hier en laat mij handen op u leggen. Dan, in de Naam van Jezus Christus, wees genezen.

     Nu, kom. Gewoon laten zien hoe zij het kunnen doen, zie. U weet dat ik weet wat er verkeerd met u is. Maar als ik niets zeg, zal dat in orde zijn; handen op u leg? U gelooft dat dit een soort zalving is. Geloof, en uw hartprobleem zal verdwijnen. Zij wilde zo graag dat ik dat zou zeggen. In orde, kom. In de Naam van de Here Jezus Christus, wees genezen. Ga naar huis en wees gezond. Heb nu geloof; twijfel niet.

174 Jongedame, toen ik daarnet aan het prediken was, zat u daar achteraan naar mij te kijken. U keerde u om en keek naar een vrouw; er kwam een echt vreemd gevoel over u. Toen u... terwijl ik aan het prediken was, zei ik iets over de Here Jezus, speciaal over de dag... toen ik sprak over Sodom had u een vreemd gevoel. Herinnert u zich dat? Dat is toen uw vrouwenkwaal werd genezen. Nu, ga naar huis en wees gezond. Gelooft u met uw gehele hart?

     "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Is Hij Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid? Steek uw handen op. Nu, ik wil u iets vragen. Hoe velen van u zijn gelovigen? Schud uw handen zoals dit. In orde.

175 De Bijbel zei dit: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Gelooft u dat? Als dit is wat Hij zei: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen", leg dan uw handen op elkaar. Bid niet voor uzelf; bid voor de persoon waarop u uw handen hebt gelegd. Leg uw handen op elkaar. "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven."

     Daarboven op het balkon zit een man met prostaatproblemen, hij zit aan de linkerkant. Geloof met uw hele hart, meneer. Dat is het. God geneest u, maakt u gezond. Geloof. Leg uw handen op elkaar en bid nu voor elkaar.

176 Onze hemelse Vader, wij brengen de Satan nu tot een krachtmeting. Hij is een verleider en hij wordt vanavond ontmaskerd door de kracht en de opstanding van Jezus Christus. Satan, je hebt de strijd verloren. Kom uit deze mensen vandaan. Verlaat hen. In de Naam van Jezus Christus, kom uit van hen.

     Ik beveel ieder van u die in Jezus Christus gelooft en weet dat Hij Zijn Woord houdt, die gelooft dat dit hier nu Zijn Geest is, als u het met uw hele hart gelooft... Een gelovige heeft zijn handen op u gelegd, waarvan de Bijbel zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Hij is dezelfde God Die Zichzelf hier bekendmaakt, dat Hij uw Pinkster Messias is. Ieder van u die Hem nu als uw Genezer wil aanvaarden, ongeacht waar u bent, sta op en aanvaard Hem als uw Geneesheer. Ik verklaar u genezen in de Naam van Jezus Christus. Steek uw handen nu naar Hem op en prijs Hem. Amen.

     [Broeder Branham spreekt met de organist – Vert] "Ik wil Hem prijzen, ik wil Hem prijzen." Prijs Hem gewoon.

... ik wil Hem prijzen,
Het Lam prijzen, voor zondaars geslacht;
Geef Hem glorie alle gij mensen,
Want Zijn bloed kan elke smet wegwassen.

     God zegene u.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)