Stoom afblazen

Door William Marrion Branham

1 De Here zegene u, broeder...?... Goedenavond, vrienden. Het is een voorrecht om hier vanavond weer terug te zijn bij de grote bijeengeroepen conventie. Het is voor ons allen een geweldige dag geweest, daar ben ik zeker van. We hadden vanmorgen een geweldige tijd in gemeenschap rondom het Woord van God, en met de mensen daar bij het predikersontbijt. O, we wensten dat u daar allen bij had kunnen zijn. Ik denk dat zij daar voor de mensen niet genoeg ruimte hadden om ze een plaats te geven, maar wij hadden daar gewoon een fijne gemeenschap en... Dank u. Zo'n geweldige tijd onder de broeders.

     Vandaag was het dan een dag voor mij om velen van mijn vrienden te zien en hen te bezoeken. En zij hebben de Heilige Geest Zich zien openbaren, en dingen tonen, en dingen in orde zien maken.

2 Iemand vertelde mij... Er moet hier zoiets als een koordje liggen van een kleine baby die een waterhoofd had waar gisteravond voor gebeden is. En, o, het was een reusachtig groot waterhoofd en hij lag daar achter het gordijn.

     Toen we binnenkwamen, de kleine moeder... En we gingen erheen, en het deed me wat om aan het arme kereltje te denken: hij had geen kans. Gewoon een klein ding, en zijn hoofdje was opgezwollen, grote dikke aderen staken uit, en zijn kleine kin en gezicht waren ongeveer zo groot, en zijn hoofd ongeveer zoals dit. En op een of andere wijze knielde ik daar neer en bad het gebed des geloofs, en legde handen op de kleine kerel, en daagde de duivel uit die dit gedaan had, en ik zei tegen de kleine moeder: "Gelooft u?"

     Zij keek op en ze zei: "Dat doe ik."

     Ik zei: "Er is iets met de baby gebeurd. Nu, ik wil dat u dit weet. Gaat u naar huis." Zij woont hier ver vandaan, en ik zei: "Als u thuiskomt, wil ik dat u de maat neemt van het hoofd van de baby. Neem dan morgen opnieuw de maat. En als u niet terug kunt komen, stuur het mij dan terug."

3 Billy vertelde me een paar ogenblikken geleden dat zij het koord had meegebracht en het hoofd van de baby was driekwart van een inch [ongeveer 18 mm] geslonken. Zij brachten hem vandaag naar de dokter. En zij hadden hem, geloof ik, elke dag injecties gegeven, en de dokter zei dat het zoveel verbeterd was dat hij helemaal geen injecties meer nodig had. En de dikke aderen op zijn hoofd waren geslonken, er was geen ader meer te zien.

     En dat laat alleen maar zien dat Hij leeft. Zo wonderbaar. Ik ben zo blij dat Hij gebed beantwoordt, ben daar zo blij om. En wij weten gewoon dat bij eenieder die het zal geloven, eenvoudig de Here geloven, dat bij u hetzelfde zal gebeuren.

     Kijk, het hoofd moet... Terwijl het kleiner wordt, moet het zijn positie innemen terwijl het slinkt. En nu, als de mensen hier zijn die de kleine hebben, wel, blijf God dan vertrouwen en de baby zal in orde komen. Dat is een teken dat God ons gebed heeft verhoord. En ik ben God dankbaar, en ik dank God voor u, moeder en vader, en familie en allen, van de kleine. Ik weet hoe ik mij zou voelen als het mijn kind was geweest. En ik kan niet met u meevoelen alsof het de mijne was – dan zou ik iets verkeerds zeggen omdat ik dat niet kan voelen – maar ik voel voor het kind met mijn hele hart.

     Als wij maar tijd hadden, dan zou ik u graag willen vertellen over wat er een keer aangaande dat is gebeurd; een visioen dat nu nog niet is uitgekomen. En toch zal het gebeuren.

4 Vandaag ging ik een kamer binnen waar een dierbare man was, de vader van vijf kleine kinderen, die daar stervende lag met een zeer grote kanker. En terwijl ik naar hem keek, ik... Hij zei: "De dokter zegt dat er niets meer aan te doen is." En hij heeft een baby van pas een paar maanden oud; zijn kleine vrouw stond daar naar hem te kijken, haar echtgenoot, een fijn uitziende kerel. En de baby zag ik niet. Ik denk dat zij ergens ver vandaan zijn komen.

     Dus zodoende... Je moet gevoel hebben voor deze mensen. Denkend aan die kleine kinderen, vijf van hen, die nu zonder vader zouden zijn. Dat is het werk van de duivel. Dus wij... Ik zei: "Ik ga u nu door geloof naar Gods operatiekamer brengen, en ik ga Gods operatiemes gebruiken, scherper dan een tweesnijdend zwaard. Wij gaan precies daar heen waar die duivel zit, en snijden hem eruit met het Woord." Ik denk dat de man naar huis is gegaan. Hij was... O, God is zo goed! Hij was mijn buurman, waar ik nu verblijf.

5 Dus nu, morgenochtend, zo de Here wil, is mij het voorrecht gegeven om al deze fijne predikers en leraars zondagsschoolles te geven. En zo de Here wil, wil ik in de ochtend spreken over Het herstel van de bruidsboom. En als u dus niet in uw eigen kerk bent, wel, dan zouden wij blij zijn om u daar om half tien te hebben, of wat voor tijd het ook is in de ochtend.

     En dan verwachten wij morgenavond dat God opnieuw het buitengewoon overvloedige zal doen, boven alles wat wij kunnen doen of denken. Daarna zullen we naar broeder Bigby gaan ginds in Zuid Carolina voor twee avonden: maandag en dinsdag. En dan moeten wij vandaar naar huis gaan, om vervolgens naar het Cow Palace aan de westkust te vertrekken, waar we daarna zijn.

6 Maar laten we nu juist voordat we het Woord benaderen tot de Auteur naderen, terwijl wij onze hoofden een moment buigen voor gebed. Ik vraag mij vanavond af, met onze hoofden gebogen – en ik vertrouw erop dat onze harten dat ook zijn in Zijn tegenwoordigheid – hoeveel er hier zijn die iets op hun hart hebben waarvan u zou willen dat God u gedacht? Steek even uw hand op en zeg: "God, gedenk mij." Het is bijna honderd procent.

     Hemelse Vader, het is zo goed om naar de levende God te komen, wetende dat Hij onze grote Raadsman is, de Vredevorst, de Machtige God, Eeuwige Vader. En wij komen vanavond in Zijn Naam voor de troon van Zijn genade om te vragen voor al deze handen die omhooggingen. Daar beneden de hand, in het hart van het menselijke wezen, daarvan wist U wat daar was, Vader. En het laat zien dat zij een nood en een geloof hebben, anders zouden zij hun handen niet opsteken. Maar zij geloven, Here, dat de grote Onzienlijke met ons is. Zij geloven dat U hun hand zou zien en hun verzoek zou kennen. En ik ben er zeker van dat U dat deed, Here. En achter dat verzoek was een gebed. En ik leg die van mij met die van hen op Uw altaar en bid, Here, dat U elk en ieders gebed zult beantwoorden.

7 Ik bid voor al de predikers hier, hun gemeenten. En wij danken U, Here, voor de getuigenissen die al van die ene avond van het bidden voor de zieken binnen beginnen te komen; en de kleine baby, Here, o, een getuigenis voor de arts. Christus is de Hoofddokter. Hij geneest al onze kwalen. Wij zijn daar zo dankbaar voor.

     Nu, hemelse Vader, wij bidden dat U bij het gezin wilt blijven, bij allen wilt blijven voor wie gebeden is. En laat hen toch niet zenuwachtig en overstuur zijn; maar enkel verwachtend. Laat hen onthouden wat "Vraag..." betekent, en dan weten dat het gegeven zal worden. God heeft het gezegd. Het kan gewoon niet falen. Sta het toe, Here.

     Zegen Uw Woord vanavond als wij het lezen, en moge de samenhang van de Schrift ons gegeven worden in de kracht en demonstraties van de Heilige Geest.

8 En als wij vanavond weggaan naar onze verschillende huizen en plaatsen waar wij nu wonen, bid ik dat het naklinkt langs de weg en in de auto's, zoals bij degenen die van Emmaüs kwamen toen zij Jezus hadden gezien en wat Hij na de opstanding had gedaan. Ze wisten dat Hij precies hetzelfde had gedaan na de opstanding als wat Hij voor de kruisiging had gedaan. Zij wisten dat Hij het was, want niemand kon dat zo doen. En zij zeiden: "Brandden onze harten niet binnenin ons?"

     Sta vanavond toe dat de Heilige Geest, de opgestane Christus, tot elk hart zal spreken. En moge Hij vanavond volvoeren en de dingen doen die Hij vóór Zijn kruisiging deed, zodat de gemeente opnieuw een verzekering mag hebben dat Hij is opgestaan uit de dood en voor eeuwig leeft. Wij vragen het in Zijn Naam. Amen.

9 Ik heb vanavond twee Schriftgedeelten in gedachten om uw aandacht voor te vragen. Een ervan is Spreuken, het achttiende hoofdstuk, het tiende vers; het andere is Jesaja 32:2. En in Spreuken 18:10 wil ik dit graag lezen.

     De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarheen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.

     En in Jesaja, het tweeëndertigste hoofdstuk, en te beginnen met het eerste en tweede vers...

     Ziet, een koning zal regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht.
     En die man zal zijn als een verberging tegen de wind, en een schuilplaats tegen de vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als een schaduw van een zware rotssteen in een dorstig land.

     En ik neem hieruit een kleine samenhang die ik deze morgen aan het predikersontbijt zou gaan gebruiken, slechts een kleine samenhang die ik wilde... dacht dat het ons allen zou kunnen helpen, omdat ik denk dat het geschikt is. Ik noem het Stoom afblazen.

10 Ik dacht eraan dat... U weet dat wij in een dag leven met heel wat druk, en ik probeer altijd aan iets te denken dat de mensen zal helpen die naar het Woord komen luisteren.

     Als ik hier alleen maar sta... En ik ben geen vlotte spreker. Ik ben geen opgeleide persoon en ik heb geen theologische opleiding. Daarom is het enige wat ik kan doen: studeren en bidden, en slechts de leiding van de Heilige Geest volgen, en God vragen om iets voor ons te doen dat ons zal helpen. Dat is waarom wij hier allen vanavond zijn, niet om gezien te worden, maar om geholpen te worden. En dat is ons doel. Dat is wat het doel van de conventie is, dat is om iemand te helpen het leven iets gemakkelijker te maken.

11 En in deze geweldige dag waarin wij leven, is er zoveel druk, alles lijkt onder druk te staan. Zo'n moeilijke tijd; iedereen haast zich gewoon zo snel ze maar kunnen door de straat met honderdveertig kilometer per uur in elke snelheidszone. Als het dertig is, gaan zij toch honderdveertig. Zouden dat niet moeten doen. Christenen zouden dat niet moeten doen. Zij moeten Caesar geven wat Caesar toekomt; en aan God wat God toekomt. Maar hier gaan wij, zo hard als we maar kunnen, gewoon jachten...

     En we zijn zo nerveus. Ik geloof niet dat de echte Christenen dit doen, maar velen van hen steken de ene na de andere sigaret op. Wat is er aan de hand? Denkt u dat dat u helpt? Het maakt u alleen maar nerveuzer. Maar u doet het. De dokters zullen artikelen schrijven en het in de bladen zetten en zegen: "Kanker bij de ladingen", u vertellend hoe gevaarlijk het is om te roken en... Maar u doet het hoe dan ook. Wat is er aan de hand? U probeert de stoom af te blazen.

12 Wij vinden mensen die drinken. Gaan op pad, rennen rond, gaan tekeer, en dan proberen ze het weg te drinken. Ik veronderstel dat zij denken dat dat hetgeen is wat zij moeten doen. Dat laat de druk niet ontsnappen; dat bouwt de druk op, door achter het verkeerde aan te gaan, de verkeerde weg te nemen.

     Dan zullen ze op pad gaan en alles doen wat zij kunnen... ongeacht of het goed of fout is. En ze zondigen en proberen zich ervoor te verbergen, en dan denkt u dat u iets geweldigs doet. Wat probeert u te doen? U probeert zich voor iets te verbergen. U weet dat u verkeerd bent. Geen mens kan verkeerd doen of hij weet dat hij verkeerd doet. Zelfs de natuur in hem, ofschoon hij een gevallen mens is, is een gevallen zoon van God. Er is iets in hem dat hem vertelt dat het verkeerd is.

     Geen man kan er met iemand anders vrouw vandoor gaan zonder te weten dat hij verkeerd is. Geen man kan dronken worden zonder dat hij weet dat het verkeerd is. Geen vrouw kan immorele kleding dragen zonder dat zij weet dat het verkeerd is. U kunt deze dingen niet doen. Maar wat doet u? U probeert stoom af te blazen, helemaal doorgedraaid, opgewonden.

     Het is gewoon simpel een neurotisch tijdperk waarin wij leven. Het is... het is de tijd waarin wij leven: spanning.

13 Ik sprak hier niet lang geleden over de tijd dat ik in Afrika was, en daarbuiten op een lammetje lette waar de inboorlingen een kleine kraal hadden. En zij hadden de kleine makker naar buiten gelaten en hij was aan het grazen. En plotseling werd hij erg nerveus, en ik dacht: "Wat is er met dat knaapje aan de hand?"

     Maar toen ik oplette – hij kon het niet zien – was daar in de verte een heel grote geel gemaande leeuw die door het gras kwam aansluipen. Hij had het kleine lam geroken en maakte zijn weg ernaartoe. Kijk, hij was gewoon nerveus. Hij wist niet waarom. Soms noemen wij het een voorgevoel. Nu, de reden waarom hij nerveus was; hij kon de leeuw niet zien, maar gewoon iets... Hij wist dat de dood op de loer lag.

14 De wereld lijkt in diezelfde toestand te zijn, weet dat iets langzaam naderbij komt, dat er iets staat te gebeuren. Het bouwt natuurlijk een druk op bij de zondaar. Maar de Christen die in het Woord is onderwezen, behoort te weten dat dat het komen van de Here is. Het behoort een heerlijk vreugdefeest in de Christen op te bouwen, te weten dat het einde nadert.

     Iemand zei niet lang geleden tegen mij: "Broeder Branham, u maakt de mensen bevreesd als u erover spreekt dat Hij misschien in het komende uur komt."

     Ik zei: "Welke mensen maakt het bang? Niet Zijn mensen." Zie? Dat is de belangrijkste toon die wij kunnen uitbazuinen. Dat is waar wij naar uitzien. "Zie, de Bruidegom komt." Want daar leven wij voor. Dat is het uur waar wij allemaal voor leven. Ik weet dat er niets heerlijker zou kunnen zijn dan dat uur. Maar voor de zondaar is het natuurlijk een verschrikkelijke zaak.

15 Ik sprak... Soms ga ik rond en predik op verscheidene plaatsen, maar ergens moet ik deze opmerking hebben gemaakt, en het zou hier geweest kunnen zijn. Maar wanneer er een storm opsteekt boven een uitgedroogd land en we kunnen die koele bries voelen, dan weten we dat de regen op het punt staat te komen. Het zou ons blij moeten maken om dat in te ademen, want die lucht is door de regen heen gekomen en het is slechts het voorteken van de komende regen.

     En als Christenen vandaag de dingen zien gebeuren die er gebeuren, zijn het de voortekenen van het komen van de Here. Wij kunnen de bries ervan voelen, zo nabij is het. Wat een verfrissend gevoel voor diegenen die niet bevreesd zijn voor een storm, omdat zij een schuilplaats hebben.

     Ja. Drinken, verbergen, bouwt druk op. Het laat het niet ontsnappen.

16 Ik was een paar dagen geleden in onze stad, en onze herder... Ik keek naar hem uit; hij wordt verondersteld hier te zijn: broeder Neville, een fijne broeder. Wij hebben hem lief op onze reis. En hij was een Methodist, kwam van de Methodistenschool. En hij nodigde mij ongeveer twintig jaar geleden uit om voor hem een avond in de Methodistenkerk te prediken in een stad die ten zuiden van ons ligt.

     En ik stond daar te prediken en sprak met hem. Toen ik terugkwam, zei ik tegen de gemeente: "Weet u wat? Ik zal hem een dezer dagen gaan dopen, en God zal hem de Heilige Geest geven." En Hij deed het. Nu is hij daar de herder.

17 Hij was niet ziek. Hij was gewoon zo uitgeput dat hij niet verder kon. En ik probeerde mijn afspraken na te komen. En zo gebeurde het dat ik er enige van de zijne bij nam.

     Het kantoor belde op en er werd gezegd: "Ga naar het ziekenhuis en vraag naar een zekere dame. Broeder Neville zou ongeveer vijfenveertig of vijfendertig kilometer hebben moeten rijden en vijfendertig kilometer terug." "Ga naar deze bepaalde toe, er zijn zoveel oproepen."

     Ik ging naar het ziekenhuis, en zij gaven mij de naam van de dame en haar... Ik... Zeiden dat ze dachten dat zij op een zekere afdeling was. Dat was op de derde verdieping van het ziekenhuis. Ik liep het ziekenhuis uit en begon beneden.

     Er was een verpleegster die daar stond met een klein neerhangend monddoekje. Ik zei: "Goedenavond", en zij zei helemaal geen woord. Ik zei: "Kunt u mij vertellen waar... of deze dame in deze plaats is of niet?" Ik zei: "Zij vertelden mij dat zij in kamer 331 moest zijn."

     Ze zei: "Ga er dan kijken."

     Ik zei: "Dank u. Ja, mevrouw." Spanning...

     Ik ging naar de kamer en daar lagen ongeveer vier mensen in, en ik zei: "Is mevrouw Zus-en-zo hier?"

     "Nee meneer, zij is hier niet."

18 Wel, ik dacht dat zij misschien 231 bedoeld hadden, dus ging ik naar 231... of ik bedoel 321 in plaats van 31. Zij wisten niets van haar af. Ik ging weer omhoog, en daar zat dan een kleine dokter die echt... Als ik ooit een man gezien heb die even breed als lang was, dan was het deze kleine kerel wel, en hij was aan het schrijven. En ik kwam dichterbij. Keek op, trok zijn wenkbrauw omhoog en keek. Ik dacht: "Ik kan maar beter niets zeggen." Dus ging ik verder. Ik zag dat ze allemaal om de een of andere reden onder druk stonden.

     En dus dacht ik dat het misschien op de tweede verdieping was in plaats van op de derde. Daarom ging ik omlaag naar drie, de derde... of de tweede verdieping, en ik ging daar naar de verpleegster toe en ik zei: "Dame, ik ben een beetje in de war. Ik probeer bij iemand te komen voor wie is opgebeld. Ik ben een prediker." Ik zei: "Kunt u mij vertellen of deze dame is in... Ze zeiden 331, maar misschien is het 231."

     Ze zei: "Ga het dan uitvinden."

     En ik zei: "Ja, mevrouw. Dank u voor uw informatie."

     Ik ging naar beneden. En zij zeiden: "Nee, zij is niet hier."

19 Ik was weer terug. En terwijl ik weer terug was, dacht ik: "Wel, ik ga de trap maar weer omhoog." Ik ging weer terug naar de derde verdieping en ik begon te lopen. En ik dacht dat dit misschien kon zijn in... misschien was het 320 of zoiets. Wel, ik kon het niet vinden waar 320 was. En terwijl ik terugkwam in de hal, zat daar deze kleine dokter zijn stethoscoop in het rond te draaien. En ik ging naar hem toe en ik zei: "Goedenavond, meneer." Hij zei helemaal geen woord. Ik zei: "Kunt u mij vertellen waar 2, of 320 is?"

     Hij zei: "Deze kant op en die kant."

     Ik zei: "Dank u voor uw informatie."

     Wat is het? Spanning. Ik liep weer terug naar het bureau en daar zat een andere verpleegster. Ik dacht: "Ik probeer het nog één keer." Ik was tegen die tijd een beetje beverig geworden en zag er tegenop om het te vragen. En ik zei: "Dame, kunt u mij wat informatie geven?" En ik vertelde het verhaal opnieuw aan haar.

     En ze zei: "Even een ogenblik, Eerwaarde. Ik zal op de lijst kijken."

     Ik dacht: "Prijs God." Ik blies wat stoom af.

     Dus zij keek ernaar en ze zei: "O, zij is ergens anders heen gebracht. Zij is in die bepaalde kamer."

     Ik zei: "Dank u zeer."

20 Ziet u, vol met spanning... Dokters zijn op die manier; verpleegsters zijn op die manier; psychiaters behandelen psychiaters: spanning. Er is iets fout... Het lijkt gewoon zo vreemd; de hele wereld gaat een bepaalde kant op. De nerveuze mensen behandelen de nerveuze mensen...

     Maar, weet u, in dit alles hebben de dokters toch het antwoord niet. Het ziekenhuis, de medici hebben het antwoord niet, omdat zij ook nerveus zijn. Maar er is slechts Eén Die het antwoord heeft. Dat is God. Hij heeft het antwoord.

21 Er is altijd spanning bij de mensen geweest. In het Oude Testament, toen Israël in Palestina kwam en het land beërfde, bouwde Jozua huizen die "toevluchtsoord" [vrijstad – Vert] genoemd werden. Dat was waar de mensen heen konden gaan als zij iemand hadden gedood, of wanneer hun vijand hen achtervolgde, dan konden zij naar dit huis gaan, of deze vrijstad, en ze konden bij de poort gaan staan en hun zaak bepleiten.

     Maar als zij dit met opzet hadden gedaan, wel, dan was er geen hoop voor hen.

     Het is precies zoals vandaag. Mensen zijn op de loop, en waar loopt hij voor weg? Wat is er met hem aan de hand? Hij heeft geen rust. Hij gaat gewoon rond als een maniak.

22 En deze man had in dit Oude Testament geen kans wanneer hij dat opzettelijk had gedaan, maar als hij het niet met opzet had gedaan, als het per ongeluk was... En er zijn vandaag zoveel mensen die per ongeluk... Het is niet hun bedoeling om verkeerd te doen. Nu, er is hoop voor die persoon. Als u wilt... Als u verkeerd doet en u bedoelt het niet om verkeerd te doen, dan is er een kans voor u. Er is een plaats voor u. Maar als u gewoon opzettelijk, moedwillig zondigt, en geen schuilplaats wilt, dan is er niets voor u.

     Wanneer van deze man in het Oude Testament zijn doodslagers achter hem aan kwamen, dan wisten de bekenden van deze mensen dat, als zij hem ooit te pakken konden krijgen, zij hem zouden doden, omdat de wet luidde "oog om oog en tand om tand". Want zij hadden een recht om hem te doden omdat hij verkeerd had gedaan. En als zij hem ooit konden inhalen... Natuurlijk stond hij onder druk en hij zou rennen voor zijn leven, en hij zou in de richting van deze plaats gaan, deze vrijstad.

     En als hij daar aankwam, en als hij naar binnen was gegaan en hun aan de poort een leugen had verteld, dan kon degene die achter hem aan zat, hem van het altaar wegtrekken en hem doden. Maar zij... Hij kon zijn zaak bepleiten. En als hij het niet bedoeld had om dat te doen, dan moesten de achtervolgers bij de poort stoppen. Zij konden helemaal niet verdergaan.

23 Ik ben vandaag zo blij dat er een schuilplaats is, waar wij van al dit haasten en jachten en druk doen de stoom kunnen afblazen en daarin gaan, weg van dit alles.

     Mensen zijn bang voor atoombommen. Ze zijn bang voor radioactieve neerslag. Toen ik hier uw stad naderde, hier in deze staat, stonden daar reuzegrote borden met "Waarschuwing: fall-out". Iedereen is bevreesd; men probeert diep in de grond te graven om erbij vandaan te komen.

     Weet u, u hoeft niet verder naar beneden te gaan dan op uw knieën. Om zeker te zijn om erbij vandaan te komen, is als u... als u zich gewoon zover laat zakken. U hoeft geen mol te zijn die onder de grond gaat. Ga slechts op uw knieën. Dat is hoever u slechts hoeft te gaan.

24 Nu. Maar deze man die komt, moet eerst gewillig zijn om de schuilplaats te accepteren. Nu, als hij niet om de schuilplaats geeft, is er geen plaats voor hem. Maar als hij gewillig is om de schuilplaats te accepteren, dan is er in een plaats voor hem voorzien.

     En zo is het vandaag. Als u ziek bent en de dokter zegt: "U zult gaan sterven", wat ook van die baby en anderen werd gezegd, kanker, of wat het ook is, en nu, als u niet in Goddelijke genezing gelooft, wel, dan weet ik niet of er een plaats voor u is om naartoe te gaan. Maar als u gelooft dat er een bron is geopend, als u gelooft dat er een plaats is, dan kan ik u vertellen waar een schuilplaats is, een huis van ontkoming. Niemand wil sterven; niemand. U wilt leven, en er is een plaats ter ontkoming voor u. God heeft een plaats voor u bereid, een plaats ter ontkoming waar u uw zorgen kunt achterlaten, uw spanning kunt achterlaten, en gered zijn.

25 Nu, hij moet in deze schuilplaats willen blijven. Nu, als hij daarin gaat, doet hij niet... moet hij niet klagen. Hij moet daar niet ingaan en rondlopen en zeggen: "O, ik wenste dat ik hier uit was." Als hij dat doet, wordt hij eruit gezet.

     Weet u, sinds ik mijn Here binnenkwam, heb ik Hem zo lief dat ik er nooit meer uit wil gaan. Ik... Er is iets met deze redding, want sinds ik in Hem ben gekomen, is Hij mijn schuilplaats. En nadat ik in Hem ben gekomen, wilde ik er nooit meer uitgaan. Ik heb geen klachten. Als ik wist dat ik eruit zou worden gezet, dan zou ik een klacht hebben. Maar ik heb geen klachten.

     Ik houd van Hem. Ik houd van Zijn gemeenschap. Ik houd van degenen die dezelfde schuilplaats hebben aangenomen. Ik houd ervan gemeenschap te hebben met hen die in deze schuilplaats zijn. Zo'n glorieuze gemeenschap rondom het Woord van God.

26 Hij moet er niet uit willen gaan, want daarbuiten zal hij sterven; binnen blijft hij leven. Amen. Ik ben zo blij dat ik binnen ben. O, het is zo goed om hierbinnen te zijn, want je bent veilig voor de dood. Dood kan u in Christus niet raken. Hij is levend. En het is zo glorieus dat wij daarin gedoopt zijn. Ik ben er zo dankbaar voor: een doop in de schuilplaats.

     Als u dan in de schuilplaats bent gekomen, dan moet degene die achtervolgt bij de poort stoppen, omdat degene die hij achtervolgt veilig is. Het gaat er dus niet om hoe hard hij rent; als hij in de schuilplaats komt, kan hij gewoon gaan zitten en stoom afblazen. Dat is alles. Het loslaten. Hij is gered. Hij hoeft zich geen zorgen meer te maken. Hij is dan binnen. De poorten zijn achter hem gesloten.

     Ik ben zo blij dat we dood kunnen zijn, en dat ons leven verborgen is in Gods schuilplaats, veilig voor altijd. De dichter zei...

Ik heb mijn ziel geankerd in de haven van rust,
Ik zeil niet meer op de wilde zeën.
De stormen mogen woeden over de woeste wilde diepten,
Maar in Jezus ben ik voor altijd veilig.

27 De golven mogen slaan, en tarten, en ziekte kan komen, dood kan komen en van alles. Maar u bent voor altijd veilig. Christus, onze Schuilplaats, Gods voorziene plaats van veiligheid... Christus is de enige veilige plaats voor diegenen die willen leven. Hij is de Enige Die eeuwig leven heeft. Er is geen kerk of denominatie, geen president, geen koning, geen paus, geen bisschop, geen prediker; nee, niets kan u veiligheid geven dan alleen Jezus Christus. Hij is de enige plaats die u veiligheid kan geven. En Hij is Gods voorziene Veiligheid.

     O, wij kunnen hiervoor zorgen en daarvoor zorgen, en het zal falen. Maar als God in iets voorziet, is het eeuwig. En dat is Gods voorziene weg voor onze redding in Christus. Ik houd ervan. Als u in Hem bent, en moeite komt, zoals ziekte of zorgen, teleurstellingen. Hij droeg onze zorgen. Door Zijn striemen werden wij genezen. Alles wat wij nodig hebben voor de rest van de reis is precies hier in de Schuilplaats.

     Hoe komen wij in deze Schuilplaats? Door één Geest zijn wij allen gedoopt in deze Schuilplaats en worden wij een lid van deze Schuilplaats. Wij zijn inwoners van dit Koninkrijk, met onze grote Verzorger bij ons Die voorziet in alles wat wij nodig hebben. Vertrouw gewoon Zijn Woord, en terwijl wij hierin zijn, zijn wij in Zijn tegenwoordigheid. Ik houd daarvan.

28 Nu, wij hoeven niet te jachten en te vechten en te handelen zoals de rest van de wereld. Word rustig. Wat is er met de Christen aan de hand? De geest van de wereld vandaag is neurotisch. Maar dat is niet de Geest van Christus. Hebt u Hem ooit over iets opgewonden zien raken? Gewoon zo kalm als Hij maar kon zijn. Hij wist exact waar Hij stond.

     O, wat een gezegende zekerheid is het. Om eenvoudig zoals een baby uw vertrouwen in Hem te stellen, en Hem al uw zorgen te laten nemen; want Hij zorgt voor u. Probeer er niets aan te doen. Hij zal het zeker doen. Hij beloofde dat Hij het zou doen. Het is Zijn zaak. Zolang u zich ermee bezighoudt, wel, dan kan Hij er niets mee. Maar als u het loslaat en Hem het laat hebben, dan zal Hij er zorg voor dragen voor u. Jazeker. O, ik houd daarvan. Wat een perfecte kalmte behoort de Christen te hebben.

29 Laten we nu even als een voorbeeld naar Israël kijken. (Nu, ik heb mijzelf beloofd om hier vanavond niet een lange tijd op het podium te staan, zoals ik gedaan heb.)

     Laten we naar Israël kijken, de nacht van het Pascha daar in Egypte. Dat was de meest verschrikkelijke nacht die Egypte ooit zag, de nacht van het Pascha; de doodsengel was in het land. Overal kwam geschreeuw vandaan. Mensen in de straten schreeuwden, moeders trokken hun haren uit, hun jongste... hun oudste kind was net gestorven. Grote zwarte vleugels van de doodsengel gingen door het land.

     Maar Israël kon gewoon zo rustig zitten als ze maar konden. Waarom? Zij waren mensen precies zoals de Egyptenaren, maar zij hadden in Gods voorziene weg gewandeld. Zij hadden Gods manier van redding geaccepteerd. Zij hadden het bloed aan de deur aangebracht. En zolang zij op deze weg hadden gewandeld – Gods voorziening – hoefden zij geen enkele zorg te hebben over een doodsengel of iets anders, omdat zij waren... de belofte van God hadden dat de doodsengel aan hen voorbij zou gaan.

30 Ik kan een kleine jongen zien terwijl hij uit het raam kijkt. En hij rent terug naar zijn vader die de boekrol zit te lezen, en zegt: "Papa, kleine Johnny Jones, waarmee ik op straat speelde, is dood. Zijn moeder is op straat. En ik keek, en de grote vleugels van de moordenaar komen deze kant op." Ik kan de oude vader – net zo kalm – naar zijn zoon zien kijken. En hij zegt: "Papa, ik ben uw eerstgeborene, en ons huis is aan de beurt. Hoe kunt u daar zo rustig zitten als u weet dat ik de volgende ben?"

     Ik kan de oude vader de rol zien neerleggen, de kleine jongen bij de hand nemen, naar de deur lopen, en zeggen: "Zie je dat bloed?"

     "Maar papa, wat voor kracht heeft dat bloed tegen die grote zwarte vleugels van de dood?"

     "Zoon, het is Gods belofte dat Hij... 'Als Ik het bloed zie, zal Ik aan u voorbijgaan.' Het enige wat wij hoeven te doen, is het aan te brengen."

     Nu, er had een vat met bloed bij de deur kunnen staan, maar als het niet was aangebracht, zou het niet werken. Het moest worden aangebracht op Gods voorziene manier. Dat is hetzelfde vanavond. U brengt het bloed niet aan door erover te praten; u brengt het bloed aan door het te accepteren en het aan te brengen aan de deurpost van uw eigen hart. Dan bent u vrij.

31 De oude vader was niet bevreesd. Ik kan hem horen zeggen: "Zoon, ga rustig zitten. Blaas stoom af. Niets zal ons kunnen deren." Gewoon zo kalm als hij maar kon zijn. "Hij beloofde dat Hij, als Hij het bloed zag, voorbij zou gaan."

     Hij zei: "Ik heb elke instructie opgevolgd die het Woord van de Here – dat tot de profeet kwam – ons vertelde om te doen. Ik volgde die instructie precies op, op de wijze zoals de profeet ons vertelde om te doen. En ik weet dat God met de profeet is, omdat hij Gods man is, en het Woord van de Here komt tot onze profeten. En daarom, hij vertelde ons dit bloed aan te brengen. Hij had ZO SPREEKT DE HERE, en ik heb het gedaan, en ik geloof het, en ik rust daarin." Halleluja.

32 Zij zouden misschien willen dat u zich hierbij aansluit en daarbij aansluit. Dat is goed. Maar wat mij aangaat, ik wil slechts het bloed aanbrengen, aangebracht overeenkomstig de instructie. Als u nu gewoon hetzelfde doet, dan kunt u neerzitten en stoom afblazen. Beslist.

     Maar de mensen van deze dag, dit onzekere tijdperk, rennen van de ene kerk naar de andere, van de ene denominatie naar de andere, bekeerlingen makend (o my), en van alles. Wat zijn ze aan het doen? Zij zijn alleen maar druk aan het opbouwen.

     Een of andere kerk kan een kleine samenkomst hebben en er komt daar een spreker en zij nemen hun lidmaatschapskaart uit deze kerk en nemen hem mee naar die andere. Een ander komt langs die een ander soort kleine samenkomst heeft, en zij nemen het van die kerk mee naar deze hier, hem gewoon ronddragend.

     Waarom neemt u niet gewoon het bloed van het Lam, en brengt dat aan op de wijze dat God het heeft gezegd om te doen? Dan hoeft u niet met uw kaart rond te lummelen. Is dit juist of is dat juist? God is juist. En als u het voorbeschikte bloed op uw hart hebt gekregen, dan bent u in orde met God.

33 Opgebouwde druk: hoe komen ze daaraan? Omdat zij Hem verlaten hebben. Zij verlieten Zijn Woord. Zij accepteerden geloofsbelijdenissen en al deze dingen, dogma's, en gingen weg van het Woord. Het Woord van de Here is een... De Naam van de Here is een sterke toren; de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar.

     Wat er aan de hand is, is dat wij niet proberen de Naam van de Here binnen te vluchten, maar dat wij proberen de naam van de kerk binnen te vluchten. En dat is de reden dat wij het uitzweten, en heel de tijd druk opbouwen, omdat we zijn... Een nieuwe denominatie, een nieuw iets, en daar gaan we voor. En het eerste wat gebeurt, is, dat wij helemaal onder druk staan, en niet weten waar we staan.

     Maar: "De Naam des Heren is een sterke toren: de rechtvaardige ijlt daarheen en is veilig." Dat is de schuilplaats. U voegt zich daar niet in; u wordt erin geboren. U neemt uw lidmaatschapskaart daar niet mee naar binnen; u bent aangenomen door de Heilige Geest, want u bent besneden van de dingen van de wereld en ze zijn dood, achter u. En u bent met Hem opgestaan in Zijn opstanding als nieuwe schepselen in Christus Jezus. Zij verlieten het Woord.

34 Als u zich gewoon hebt aangesloten bij een kerk, wel, dan kunt u natuurlijk druk opbouwen. Maar als u in het Koninkrijk van God bent geboren, dan is de druk verdwenen. Zie? O ja. Zijn Naam is een toren, een grote sterke toren van veiligheid. Het is zo'n toren dat, als wij erin komen, Hij ons deze zekerheid geeft: "Vraag de Vader iets in deze grote Naam van de toren, en het zal u gegeven worden." Let hier op. Kom erin. Word erin geboren. Vraag dan de Vader iets wat u wilt in die Naam, en let op hoe Hij het bewijst.

     Wat een vertroosting is het in dit uur, dat wanneer de mensen van de wereld, kerkleden, van plaats tot plaats rennen, proberend een schuilplaats te vinden... En ze zeggen... Wel, deze zal zeggen: "Wel, u moet onze geloofsbelijdenis opzeggen"; die zegt: "U moet zich bij onze kerk aansluiten."

     Maar voor die gelovige die rustig in Christus komt, en de Heilige Geest ontvangt, en erop let dat de belofte van God onder hen gemanifesteerd wordt; zij hoeven niet van hier naar daar te rennen. Zij kunnen gewoon stoom afblazen. Dat is juist. Neerzitten; het is allemaal voorbij, het is voor elkaar. Stoom afblazen, omdat u niet meer van kerk naar kerk hoeft te rennen, omdat u erin bent.

35 De Naam van de Here is een sterke toren, als de rechtvaardigen erin gaan, zijn zij gered. Wat voor soort toren? Het is een toren van veiligheid waar we kunnen ingaan. En dat... het Woord... De Here is het Woord. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons."

     Opnieuw: "Als gij in Mij blijft (de toren), Mijn woorden in u..." Nu, dat is als u aan de binnenkant bent. Niet als u buiten bent en naar binnen kijkt, maar als u hierin bent en naar buiten kijkt. Zie? Als... "Als gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, kunt u vragen wat u wilt en het zal voor u gedaan worden."

36 Nu, als u niet gelooft dat dit de Waarheid is, kom er een keer in en ontdek het. Kom erin en word bevredigd door wat de Heilige Geest doet. Vind er geen fout in, en verlang niet om er weer uit te gaan. Kom er gewoon in en verblijf met Hem.

     De Naam van de Here... De Bijbel zegt: "En wat u ook doet in woord of daad, doe het alles in de Naam van de Here." Dat is juist. En de Bijbel zei: "Er is geen andere toren onder de hemel waardoor u gered moet worden", geen andere toren, naam, geen andere schuilplaats, of kerken, of organisaties, of verenigingen. Zij zijn allemaal in orde. Ik heb niets tegen ze. Ze doen een voornaam werk. Maar wanneer het tot redding komt, is daar geen andere Naam onder de hemel gegeven dan deze grote Naam van Jezus Christus.

     Dat betekent niet hem alleen maar te noemen; het betekent erin te komen, erin zijn. Wij zijn erin gedoopt door één Geest. I Korinthe 12: "Wij zijn allen gedoopt in één lichaam", hetwelk Christus Jezus is. Amen. Daar houd ik van. Het is een grote... een geweldig iets voor mij geweest.

     Dan, als wij in deze grote toren zijn, de gemeenschap die wij hebben... Is het niet wonderbaar om gemeenschap met Christus te hebben? Om wat meer zouden we kunnen vragen?

37 Welnu, Jesaja beschrijft Hem als een grote Rots in een dorstig land. Dat is dit land, een moeizaam land, of een moeizame tijd. Wij leven in een moeizame tijd, als mensen proberen onder hun huizen kuilen te graven en ze een grote tank daarin doen.

     Wel, weet u niet dat als een atoombom ooit deze plaats zou opblazen, wel, dat het zo diep de grond in zou gaan dat het elk bot in uw lichaam zou breken? En, wel, sommige van deze bommen zullen een gat blazen van vijfendertig of vijfenveertig, misschien zestig meter diep; en zullen alles doden op het oppervlak van de aarde tot tweehonderdvijftig of driehonderd kilometer eromheen. Zullen een gat blazen van misschien zestig meter diep, en in een straal van honderdvijftig kilometer alles nemen en er gewoon vulkanische as van maken. Al zou u daar diep beneden in het centrum van de aarde in de lava zijn, zou het u nog steeds doden.

     Er is geen ontsnapping, alleen omhoog, om er van weg te komen. Jazeker. Hoe komt u omhoog? Ga eerst neer. Dat is juist. Hoe? Ga neer, belijd uw zonden, geloof in de Here Jezus Christus, word begraven in de doop met Hem, en sta op in Zijn opstanding, met de Heilige Geest Die u boven de zorgen en moeiten en het ongeloof van de wereld optilt. Ja, dat is het. "De Naam van de Here is een sterke toren, een machtige rots in een dorstig land; de rechtvaardigen ijlen daarheen en zijn veilig." Hoe danken wij God daarvoor.

38 Ik was pasgeleden aan het lezen, omdat ik ervan houd om over het leven van wilde dieren te lezen. Ik was gedurende jaren een natuurbeschermer, en ik heb het leven van de wilde dieren bestudeerd. De meesten van u weten over een geweer dat niet lang geleden bij mij ontplofte. Als God er niet was geweest, zou het mij gedood hebben. Nu wil ik daar graag even iets over zeggen. Dat kwam door te veel druk. Dat deed het.

     Laat mij u hier een kleine les geven. Weet u, het geweer was geen origineel Weatherby geweer. Zoals ik heb gezegd dat... Ik had vrienden die er een voor mij gekocht zouden hebben. Ik wilde er altijd al een hebben, maar ik wilde het hen niet laten doen omdat het meer kost dan welk ander geweer ook. En een fijne Christen zakenman gaf mijn zoon een model 70 Winchester; en Billy is linkshandig en het heeft een rechtshandige grendel, daarom kon hij hem niet gebruiken. Daarom gaf ik hem mijn oude Savage .300, en ik nam zijn geweer, omdat ik rechtshandig ben. En dus toen... Het was een .257 Roberts, voor u broeders die handmatig laden en van geweren afweten.

     En toen kwam een vriend van mij langs en zei: "Broeder Branham, u wilde ons nooit een Weatherby laten kopen voor u. Nu, Weatherby kan dat uitboren en er een Weatherby van maken voor heel weinig geld. Het kost u dertig dollar. Het kost mij ongeveer tien of vijftien." Zei: "Laat hen het uitboren. Laat mij het voor u laten doen."

     Wel, hij is zo'n wonderbare broeder, ik zei: "Het is goed, neem hem."

     Wel, hij ging erheen en liet hem uitboren. Toen ik er een kogel in deed en ermee schoot, leek het alsof het mij doodde.

39 Nu, hier is wat het was. Als dat vanaf het begin een Weatherby Magnum was geweest, zou hij nooit zijn ontploft. Waarom niet? Hij zou van het begin af aan uit deze gietvormen vandaan zijn gekomen. Dan zou het een juiste Weatherby Magnum zijn geweest. Maar het was iets anders, en omdat men probeerde er iets anders van te maken dan het was, ontplofte hij.

     En dat is er vandaag met de Christenen aan de hand. Dat is het precies. Er zijn zoveel mensen die Christendom proberen na te bootsen. Zij raken opgewonden. Zij gaan uit en proberen te handelen als Christenen. Wat gebeurt er? De eerste kleine druk komt langs en u ontploft.

     Maar als u zou zijn teruggegaan naar het begin en wederom geboren was geworden uit de Geest van God, dan kunt u de druk weerstaan, omdat het naar u gezonden werd. U moet beginnen van dood naar leven. U moet sterven, op de schroothoop gaan, en opnieuw gevormd worden. Als u het niet doet, zult u ergens gaan ontploffen.

40 Ik las hier niet lang geleden... Ik predikte in Chicago over een onderwerp genaamd Zoals een arend zijn broedsel opwekt. Ik las over een bepaald soort adelaar. Ze beweren dat er veertig verschillende soorten van zijn; het betekent: 'die verscheurt met de snavel'. God vergelijkt altijd Zijn mensen met arenden. Hij noemt Zichzelf Jehova-Adelaar.

     En Zijn kleine arendjes, dat zijn zij die uit Hem geboren zijn. En ik geef daar dikwijls een kleine, ruwe illustratie van, hoe dat... hoe de arend haar kleintjes gereed maakt om te vliegen en hen meeneemt in de lucht en hen daar loslaat.

     En als een kraai probeerde daar te komen, zou elke veer van hem afvallen. Hij is er niet drukbestendig voor. Zie, hij zou de druk niet kunnen verdragen. Maar de arend is de enige vogel die geboren wordt met dat soort veren, want hij kan zo hoog gaan dat zelfs een havik niet bij hem in de buurt kan komen. En hij heeft ogen... En hoe hoger je gaat des te verder je kunt zien. Welk nut zou het voor hem hebben om daar te komen als hij geen ogen had om in de verte te zien? Hij zou niet kunnen zien waar hij vandaan komt.

     En dat is de wijze waarop het is met de Christen. Sommige mensen hebben misschien een buizerdaard, en die van een aasgier, en eten de dingen van de wereld, en proberen dan omhoog te vliegen met een arend, wel, hij ontploft. Er is te veel druk. U moet ervoor gemaakt zijn.

41 En als deze bepaalde soort arend oud begint te worden, wordt hij vermoeid, zoals allen van ons oude mensen, en hij krijgt een korst over zijn kop. En hij wordt zo vermoeid dat hij niet weet wat te doen. En de Bijbel zegt nu dat de arend zijn jeugd vernieuwt. Dus ik onderzocht dat over deze makker. En als hij oud en afgemat wordt, en die korst helemaal over zijn kop zit, dan vliegt hij gewoon zo hoog als hij maar kan totdat hij een grote, hoge rots vindt. Hij zet zich neer bij de zijkant van de rots en hij zit daar en beukt zijn kop tegen deze rots.

     Wat probeert hij te doen? De korst ervan af te slaan, de hele korst. En het bloed zal uit zijn kop spatten. Hij gaat door allerlei pijnigingen. Maar zolang hij kan voelen dat er nog wat van de korst op hem zit, moet hij het ervan af krijgen. Hij beukt dus op de rots, blijft gewoon door beuken totdat de hele korst van zijn kop af is.

     En zo gauw de hele korst van zijn kop af is, ofschoon hij bloedt, verwond is, schreeuwt hij gewoon zo hard als hij kan. Hij blaast stoom af. Waarom? Omdat, zodra de hele korst ervan af is, hij zijn jeugd vernieuwt. Die komt zeker, dus als de hele korst eraf is, kan hij beginnen met schreeuwen, omdat hij weet dat hij bevrijd is van de hele korst. Zijn jeugd zal dus zeker vernieuwd worden, daarom kan hij stoom afblazen en beginnen te schreeuwen, omdat hij weer teruggaat naar een jonge arend. Dat is wonderbaar. Ik ben blij voor de arend. Ik ben blij voor die vogel.

42 Maar weet u, ik ken een Rots waar wij naartoe kunnen gaan, en beuken in gebed totdat de hele korst van de wereld van ons is af gegaan, totdat al het ongeloof in Gods Woord is weggeslagen, totdat wij een plaats binnengaan waar alle dingen mogelijk zijn. En zo gauw wij de hele wereld, en ongeloof in Gods Woord van ons afgeslagen hebben, dan kunnen wij schreeuwen en juichen omdat eeuwig leven zeker is, gewoon zo zeker als iets maar kan zijn. Zeker, omdat de hele wereld is weggeslagen.

     Als u de wereld bij u houdt, de wereld blijft liefhebben en de dingen van de wereld, dan zult u zeker sterven. Maar als u weg kunt blijven van dat alles, dan zal uw jeugd worden vernieuwd. U zult eeuwig leven hebben. Ben daar zo blij om.

43 Ik las eens over de Bevrijdingsproclamatie, toen de slaven – de gekleurde broeders en zusters in het zuiden – toen de slavernij nog bestond. En toen de Bevrijdingsproclamatie was getekend... Ze waren gegeseld en geslagen, enzovoort, en ze waren slaven geweest, en wij weten wat er gebeurde. Ze zeiden: "Op een zekere morgen... (ik herinner me nu de datum even niet), dit is de morgen dat jullie vrijgelaten zullen worden, en jullie zullen met zonsopgang vrij zijn. Als de zon opkomt, kunnen alle slaven vrij zijn."

     Deze arme, afgeleefde, slecht behandelde slaven waren zo verlangend om vrij te zijn, dat de sterksten van hen helemaal naar de top van de heuvel klommen. De vrouwen en de zwakken liepen tot onderaan. Degenen die niet al te sterk waren klommen wat verder, vervolgens de vrouwen, daarna de kinderen. En degenen die groot en sterk waren en in staat waren om helemaal naar de top te gaan, stonden daar al voor daglicht. En zij keken en zij keken, totdat zij na een poosje de stralen van de opkomende zon begonnen te zien. Het was nog steeds donker in het dal.

     Ze riepen het naar beneden. Eén schreeuwde van de top: "Wij zijn vrij!" De volgende schreeuwde naar beneden: "Wij zijn vrij!" Helemaal naar beneden in het dal: "Wij zijn vrij! De zon is op!" Zij konden stoom afblazen, en op de top van hun stem schreeuwen, omdat zij vrij waren. De zon was op.

44 Dat was de z-o-n. Maar, o, broeder, nu is de Z-o-o-n op. Wij zijn vrij. Halleluja! De tekenen van Zijn opstanding zijn precies onder ons: "Jezus Christus Dezelfde, gisteren, heden en voor eeuwig." Hij is niet dood, maar Hij leeft voor eeuwig. De Zoon is op. Wij kunnen juichen en God prijzen. De Zoon is op. En wij leven. Hij is met ons, in ons, Zijn tegenwoordigheid bewijzend met Zijn grote opstandingstekenen en wonderen.

     De Z-o-o-n is op. De slaven van zonde en kerkdenominatie, kerkelijkheid, en al deze dingen: u bent vrij. De Zoon van God is opgestaan met genezing onder Zijn vleugels, en de Zoon is op. Ik ben daar zo blij om.

45 Op een keer was ik in Kentucky, hoog in het bergland waar ik vandaan kom, aan het prediken. En ik... Vroeg in middag was ik aan het prediken voor de ongelovigen over hel, vuur en zwavel. Daar zat een oude houthakker achterin, en ik zei: "Al u dronkaards," (en hij was er een), "u kunt u beter bekeren. Kom in orde met God!"

     De avond ervoor was er een makker binnen gekomen die maïs had afgesneden, en hij had een grote spijker in zijn overall gestoken. Hij zei: "Wij gaan daarheen," (ik had daar ongeveer een jaar gepredikt), zei: "wij zullen die kleine prediker het raam uit gooien."

     Dus kwam hij naar de deur. Iemand kwam het mij vertellen, zei: "Die behoort tot de ruwste soort die hier in de buurt is." Daar stond hij, een grote sterke, stoer uitziende kerel, zijn armen gekruist, zijn baard hing van zijn gezicht af, ongeveer dertig jaar oud: o, hij was een gemeen uitziende man. En hij bleef naar mij kijken. Ik bleef gewoon door prediken: "Bekeer u of kom om."

     Hij stond daar een beetje te lang. De Heilige Geest kreeg vat op hem. Hij viel op de vloer; hij kon niet snel genoeg naar het altaar komen. Hij kwam met zijn handen omhoog boven zijn hoofd, huilend: "God, wees mij genadig."

     De volgende avond zat zijn kleine kind achterin. Zijn dochtertje overhandigde mij een bosje bloemen toen ik de deur binnenkwam. Ze zei: "Broeder Bill, wij hebben thuis een nieuwe papa gekregen. Ik wil u tonen dat ik u liefheb omdat u hierheen kwam, waardoor Jezus een nieuwe papa voor ons heeft gemaakt."

46 En deze oude dronkaard die daar zat... En ik zei: "Al u dronkaards, al u zondaars, bekeert u!" En hij werd boos, en hij stond op en ging naar huis. Hij ging naar bed.

     Ik verbleef toen in het huis van mijn grootvader. En toen... Terwijl ik de samenkomst had. En daar zouden we... je moest met een lantaarn in je hand over die heuvels gaan.

     En toen, ongeveer te middernacht, kwam deze oude kerel naar mijn huis. Hij klopte op de deur. En ik zei... opende de deur. Hij zei: "Broeder Branham, ik wil dat u voor mij bidt." Zei: "Ik had daarnet de allerverschrikkelijkste droom." En hij zei: "Ik... ik kan deze nacht gewoon niet doorkomen."

     Ik zei: "Wat is er aan de hand?"

     Hij zei: "Ik droomde dat ik een konijn was." En hij zei: "Ik zat buiten op het veld gewoon klaver te eten en had een goede tijd, en ik deed waar ik zin in had." En zei: "Na een poosje hoorde ik het geblaf van een hond, en de hond kwam recht op mij af." En zei: "Ik zette het op een lopen, maar de hond was sneller dan ik."

     En zei: "Toevallig keek ik achterom en daar was een grote rots waarover ik gehoord had." En zei: "In die rots was een gat." En zei: "Ik wist dat, als ik die hond maar kon voor blijven tot aan dat gat, ik dan veilig zou zijn. Maar als ik het niet zou halen, zou hij mij te pakken hebben."

     En zei: "Broeder Branham, ik rende met alle kracht die in mij was, wetend dat ik elk moment opgeslokt kon worden, omdat ik de hete adem van de hond op mijn hielen kon voelen," en zei: "maar plotseling, toen hij mij wou grijpen, gleed ik het hol in." En zei: "Toen ik erin was, ging ik zitten en blies stoom af." Dat is het.

47 Hij is een Rots in een vermoeid land. Er is een kloof in de Rots voor zondaars, voor ongeloof. Ren gewoon de Rots in en word gered. Christus is onze Rots. Mensen rennen vandaag achter van alles aan, behalve Christus. Zij rennen achter denominaties aan; zij rennen achter sensaties aan. Iedereen heeft bloed, vuur, rook, of zoiets, en mensen rennen er achteraan.

     Waarom neemt u niet Zijn Woord? Want Hij is het Woord. Ren daarin en u bent veilig, want: "Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal niet voorbijgaan." Zo is het.

     Vandaag moeten ze altijd iets doen. Zij zullen naar een geloofsbelijdenis rennen. Zij zullen zich aansluiten en uitsluiten en van alles, van de een naar de ander; maar zij willen het niet proberen met Christus. Let op Hem hoe Hij Zichzelf betuigt. Dat alles bouwt druk op. U moet die afbouwen. Geloof gewoon Zijn Woord.

48 Hoe kan ik het krijgen, broeder Branham? In Johannes 5:24 zegt Jezus: "Die Mijn woorden hoort en gelooft in Hem Die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven, en zal niet in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in leven." Dat is wat Jezus zei.

     In Handelingen 2:38 zei Petrus: "Bekeert u, eenieder van u. Wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden en u zult de schuilplaats ontvangen. U zult de Heilige Geest ontvangen, want het is voor u en uw kinderen, en voor allen die verre zijn, zo velen als de Here onze God ertoe roepen zal." Dat is de plaats om naartoe te komen.

     Markus 16 zegt: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." U weet wat is... wat daar aan de binnenkant is. U weet wat de resultaten zijn. Als u dit doet, bent u overgegaan van dood in leven en heeft u eeuwig leven, en dan kunt u stoom afblazen.

     Waarom blaast u niet af? Mensen zijn zo opgewonden, zo gekweld. Laat gewoon de druk ontsnappen. Er is een land over de rivier. Er is een schuilplaats, en die schuilplaats is Christus.

     Vandaag hoeven wij het ons niet af te vragen. Wij weten dat het de waarheid is. Als God in Zijn Bijbel een belofte doet, en wij zien het vervuld worden, dan weten wij dat het de waarheid is. [Leeg gedeelte op de band – Vert] Meer kan niet worden gedaan.

49 Nu, hoe kunt u het deze dag weten terwijl er zo'n grote opeenhoping bestaat van iedereen die dit heeft gekregen en dat, dit en dat? Maar... En wij weten dat God tekenen geeft. Er zijn tekenen langs de weg. Als u geen verkeersbord zou hebben, zou u niet weten waar u heenging. U kunt geen wegenkaart nemen en weggaan zonder dat u een bord hebt om te zien waar u heengaat. Dit is de wegenkaart. Dit is datgene wat ons vertelt of wij goed of verkeerd gaan.

     Jezus zei: "Deze tekenen (in Markus 16) zullen de weg wijzen." Jezus zei in Johannes 14:12: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen. Meer dan dit zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga." Dat is de schuilplaats. Met andere woorden, als u in Hem komt, zullen Zijn natuur en Zijn leven in u zijn, en u kunt het voelen. U kunt het zien. En het zal exact het leven voortbrengen waarvan de Bijbel zei dat het voortgebracht zou worden.

     Als u een klimplant kocht en het was een druif, en die druif groeide en bracht er een tak uit voort, en die tak had er druiven aan, nu, hoe zult u aan de volgende wijnrank een pompoen krijgen? En de volgende komt op en er zal iets anders aankomen. Als dat zo is, is het een druif die is ingeënt.

     En dat is wat er vandaag aan de hand is. Wij hebben te veel geënte dingen gekregen, genaamd de Church of Christ [Kerk van Christus – Vert]. We hebben te veel entingen. Het draagt alleen wat uit hem voortkomt.

50 Ik sprak een paar weken geleden over de internationale radiozender van de Volle Evangelie Zakenmensen in Californië. En toen ik dat deed, sprak ik over een boom die ik op broeder Sharritts boerderij in Phoenix had gezien. Ik denk dat er negen verschillende soorten vruchten aan zaten, en het was een sinaasappelboom. En ik zei: "Ik wil u iets vragen, broeder Sharritt." Ik zei: "Nu, er zit een grapefruit aan, en er is een mandarijn, een tangelo, en een citroen." O, ik weet niet hoeveel citrusvruchten er aan die boom zaten. En ik zei: "Die boom... hoe kwamen zij eraan?"

     Hij zei: "Wel, ik heb ze er in geënt. Het zijn allemaal citrusvruchten, daarom heb ik ze geënt."

     Ik zei: "Nu, zullen er het volgend voorjaar, of de volgende keer – omdat het een oorspronkelijke sinaasappelboom is – zal hij dan voortbrengen... zullen al deze takken sinaasappelen voortbrengen?"

     Hij zei: "Nee, nee. Huh-uh. Nee. Het zal voortbrengen naar gelang het soort tak dat er in zit."

     Zei: "Als het is... hoewel er een citroentak aan een sinaasappelboom zit, zal hij toch citroenen voortbrengen." En zei: "Als het een mandarijnentak is, zal hij mandarijnen voortbrengen; levend van hetzelfde leven."

     Ik zei: "Zal hij dan nooit meer sinaasappelen voortbrengen?"

     Hij zei: "O ja. Als de originele boom een van zijn originele taken doet uitbotten, zal hij sinaasappelen dragen."

     Ik zei: "Prijs God; dat is het."

51 Jezus zei in Johannes 14: "Ik ben de Wijnstok; gij zij de ranken." En over de eerste tak die uit de Wijnstok tevoorschijn kwam, schreven zij daarna het boek Handelingen. Dat is juist. En vandaag hebben wij denominaties die in de naam van Christendom leven maar alleen denominatievruchten dragen. Dat is waar. Maar als die Wijnstok ooit een andere tak voortbrengt, zult u er daarna een boek Handelingen over schrijven, omdat dat het originele leven zal voortbrengen.

     Als de Geest van Christus in de gemeente is, wel, dan zal Hij de werken van Christus doen. Jezus heeft dat gezegd. Dan kunnen wij stoom afblazen, de spanning laten gaan. U hoeft niet van de ene kerk naar de andere te rennen. Kom gewoon naar Christus. Wat deed Hij? Hoe kenden wij Hem? Wat zou Hij zijn als Hij hier vanavond in de stad was? Wat zou Hij doen als Hij hier stond? Hij zou u over een plaats vertellen. "Vrees niet... (het eerste na de opstanding), vrees niet. Wees helemaal niet opgewonden. Ik ben Degene Die dood was en weer levend is. Ik ben Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig." Wij zouden Hem kennen.

52 En dat is hoe wij Hem vandaag kennen, omdat... Op een dag na de opstanding wandelde Hij langs een weg, of met wat vrienden die naar Emmaüs gingen, Kléopas en zijn vriend. En Hij sprak de hele dag tot hen. Zij wisten niet wie Hij was.

     Maar toen Hij die avond in het gebouw kwam, in de kleine herberg, toen Hij neerzat... En hun ogen waren ervoor verblind. En toen deed Hij iets precies zoals Hij deed vóór Zijn kruisiging. En door dat teken dat Hij deed, wat Hij op dezelfde manier deed voordat Hij was gekruisigd, herkenden zij dat Hij het was. Dat is wat hun ogen deed opengaan.

53 Nu, is dat niet precies hetzelfde vandaag? Nu, wij zijn in de eindtijd, waarvan Hij beloofde dat dit... dat deze Wijnstok een andere tak zou voortbrengen. Hij beloofde het voor de eindtijd, en hier zijn wij in de eindtijd. (Ik ga het morgen over het bloesemen van die tak hebben, zo de Here wil.) Maar hier zijn wij in de eindtijd met dezelfde Jezus.

     Nu, iemand zal zeggen: "Sluit je hierbij aan." De ander zegt: "Ga hierheen", en van alles. U bent nog steeds druk aan het opbouwen; u weet niet waar u zich bevindt. Waarom gewoon niet naar die schuilplaats komen? Waarom niet eenvoudig tot Hem komen, en kijken of het juist is? Neem Hem op Zijn Woord. Geloof Hem.

54 Daar is Christus in het gebouw vanavond. Christus beloofde dit: "Waar er twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar zal Ik in hun midden zijn." Is dat waar? Wel dan, als dat niet waar is, dan is het Boek verkeerd. Het zegt iets wat Hij niet zei. Maar hoe zou u dan uw vertrouwen erin stellen als het Boek juist was? Als het Boek juist is en dat zegt, neem Hem dan op Zijn Woord, en de Heilige Geest zal betuigen dat dit de Waarheid is.

     Dat is... als God iets zei, komt God iets bewijzen. Elk mens kan zeggen wat hij wil, maar dat maakt niet dat het goed is. Maar als God hier komt en bewijst dat het juist is, maakt dat het juist. Amen.

55 Gelooft u? Bent u in die Schuilplaats? U hebt een recht op elk voorrecht dat God heeft als u daarin bent. Gelooft u dat? Bent u gelukkig dat u in deze Schuilplaats bent? Kunt u gewoon achteroverleunen en stoom afblazen? Zeg: "Dank God; ik heb het uiteindelijk gehaald. Ik ben hier door de genade van God. Ik ben in de veiligheidszone. Niets kan mij nu schaden. Ik word beschermd door het bloed van Jezus Christus. Een kring van engelen staat rondom mij."

     "De engelen van God legeren zich om... (Zij gaan niet weg; zij blijven daar dag en nacht.), zijn gelegerd rondom degenen die Hem vrezen." En u hebt een Schuilplaats. U kunt erin komen en elk voorrecht... En wat een tijd is het om in deze Schuilplaats te zijn en gemeenschap met Hem te hebben!

     Ik geloof dat als wij Hem vanavond zouden vragen of wij met Zijn tegenwoordigheid een beetje gemeenschap konden hebben; ik geloof dat Hij het voor ons zou doen. U niet? Ik geloof dat Hij het zou doen.

56 Nu, voor u die even geleden dat verlangen had, waarvoor u uw hand opstak, waarvan ik mij vanavond afvraag of u gedurende een paar minuten gemeenschap met Hem zou willen hebben met dat verlangen. Als u in die Schuilplaats bent, kunt u Hem aanraken, omdat "Hij de Hogepriester is Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden." Als u in die Schuilplaats bent, kunt u het.

     Nu, ik geloof dat wij gisteravond hier naartoe zijn gekomen om gebedskaarten uit te delen. Hoeveel zijn hier ziek, die gebed willen? Laat ons uw handen zien. Steek uw hand op. Overal. O, wij kunnen geen gebedsrij hebben zonder kaarten. Dat is... Zie? Dat zouden we niet kunnen, omdat men elkaar zou verdringen, maar laat ons... laten wij voor een ogenblik stoppen. Denk aan die kleine baby waarvoor wij gebeden hebben, in minder dan vierentwintig uur kwam God op het toneel, zodat hij zelfs de dokter verbaasde. Zeker. Hij is God. Hij geneest de zieken.

57 Nu, als u wist dat Jezus precies naast u stond; gelooft u dat als u Hem zou aanraken Hij u zou genezen, zoals de vrouw deed die de bloedvloeiing had? Gelooft u dat?

     Welnu, als de Bijbel ons hier vertelt dat Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en voor eeuwig, laten wij dan gewoon bidden en zeggen: "Here, ik ben in deze Schuilplaats gekomen. Ik ben Uw dienstknecht. En nu ben ik door iets gekweld, of er is iets fout met mij. Kan ik U aanraken? Als het mijn geloof is... als ik genoeg geloof heb om U aan te raken, spreekt U dan tot mij terug. Nu, broeder Branham kent mij niet, en ik ken hem niet; maar U kent ons beiden. En ik geloof dat de Bijbel zegt, dat U Dezelfde bent, gisteren, heden, en voor eeuwig. En als wij in U gedoopt zijn, en U heeft daar voor de volmaaktheid van Uw gemeente werkzame bedieningen in, om alle twijfel weg te krijgen... Ik zal vanavond deze arend zijn. Ik ga tegen deze Rots aanzitten en slaan totdat alle ongeloof van mij is weggegaan. Zie? Als ik voel dat alle ongeloof verdwenen is, al mijn zonden beleden zijn, dan zeg ik: 'Here God...'"

58 Nu, u zegt: "Broeder Branham, ik rook, drink en pruim niet, pleeg geen overspel." Dat maakt niet uit. Dat is geen zonde. Dat is het attribuut van zonde. Dat is het attribuut van ongeloof. Zie, als u geloofde, zou u dat niet doen. Ziet u? Nee, dat is niet wat zonde betekent. Mensen kunnen... Ongeloof is zonde. "Wie niet gelooft, is reeds veroordeeld." Zie? Dat is gewoon een attribuut van ongeloof.

     Maar als u dat alles van u af kunt slaan, zeg dan: "Here God, ik geloof precies wat Uw Woord zegt, en ik geloof (zoals we gisteravond predikten), dat de verschijning van de Here komt vóór het komen van de Here", want het zijn twee totaal verschillende woorden. Zie? Nu is het de verschijning, zoals Hij voor de laatste dagen beloofde dat Hij met ons zou zijn.

     En wat een Schuilplaats en wat een troost is het, Christenen, dat wij hier vanavond in de tegenwoordigheid van God kunnen staan in het aangezicht van Zijn Woord, en dat we de onmogelijkheden die Hij hierin heeft beloofd vlak voor ons gemanifesteerd kunnen zien. Wat een wonderbare zaak. Als dat geen Schuilplaats is, als dat geen haven der rust is, weet ik niet wat het wel zou zijn, om Jezus te zien, Die zei: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen." O, wat een belofte is dat. Nu, hoe velen geloven dat dit de waarheid is? Goed. Nu, laat ons bidden.

59 Onze hemelse Vader, Gij zijt God. Ik bid dat U vanavond de dingen waar de mensen om vragen, wilt toestaan. En ik bid dat U Zichzelf levend wilt vertonen om troost te geven.

     Toen ik kort geleden de gelovigen vroeg hun hand op te steken, Vader, was het zover als ik kon zien honderd procent, dat allen van hen gelovigen waren. Velen... Voor de meesten van deze mensen ben ik een vreemde. Maar Here, U kent hen.

     Nu heb ik hun verteld dat er een Schuilplaats is, een Toren, een Rots in een vermoeid land, een Plaats in een vermoeid land nu, waar wij naartoe kunnen komen en veilig zijn. De Bijbel zei: "De Naam van de Here is een sterke toren: de rechtvaardigen ijlen daarheen en zijn veilig."

     Nu, om de veiligheid te verzekeren, Here, zodat de mensen zullen weten dat het geen denominationele veiligheid is maar dat het de Heilige Geest is, de veiligheid van het bloed waar wij in komen... Laat dit vanavond bekend worden, Here, dat U nog altijd Jezus bent, dat U bent opgestaan uit de dood, dat U nu een grote Hogepriester bent Die bemiddeling doet voor alles waarom wij vragen.

     Wij geloven dat U ons beloofd hebt, dat als wij iets zouden vragen in Uw Naam, het gedaan zou worden. U beloofde het: "Als wij in U blijven en onze... en Uw woorden in ons, dan konden wij vragen wat wij wilden en het zou ons worden toegestaan."

60 Wij weten dat Gij Uw Woord houdt, Here. En ik bid dat U vanavond Uw tegenwoordigheid wilt betuigen. En wij vragen U, Vader, om toe te staan dat hier vanavond dezelfde dingen gebeuren voor de mensen als die U voor Uw kruisiging deed. Opdat zij mogen weten dat na tweeduizend jaar Jezus geen dag ouder is; Hij is Dezelfde Christus Die Hij altijd was. Hij kan nooit falen of veranderen.

     Ik bid dat U hun vertroosting wilt geven. En, Vader, sta vanavond toe dat zij weten dat wij gewoon menselijke wezens zijn en deze dingen voor een mens onmogelijk zijn om te doen... Maar God beloofde het voor Zijn gemeente te doen, Zijn uitgeroepenen, degenen die onder het bloed zijn. Sta het toe, Vader.

     En als er hier vanavond enigen zijn die niet onder het bloed zijn, mogen zij snel en lieflijk vragen om dat voorrecht. En ik ben er zeker van dat het zal worden toegestaan. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

61 Nu, gemeente, u die hier verblijft, ik spreek niet over denominatie. Ik spreek van u mensen in de denominatie, die de gemeente zijn. Ik vraag dit, omdat een man kan komen en van alles zeggen wat hij maar wil. Maar tenzij het uit de Bijbel vandaan komt, zou ik er een beetje sceptisch over zijn.

     Nu, God kan doen wat Hij maar wil; Hij is God. Ik ben niet iemand om te zeggen dat Hij het niet moet doen. Hij draagt zorg voor Zijn eigen zaken. Ik kan zelfs niet zorgen voor de mijne, maar ik steun op Hem. Maar wat... Als Hij belooft, en het is een Bijbels teken zoals: "In Mijn Naam zullen zij duivels uitwerpen; zij zullen spreken met nieuwe tongen. Als zij slangen zouden opnemen of dodelijke dingen drinken, zou het hun niet schaden. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen. Jezus Christus Dezelfde, gisteren, vandaag en voor eeuwig. Een kleine tijd, en de wereld zal Mij niet meer zien, doch gij zult Mij zien, want Ik (persoonlijk voornaamwoord), zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de wereld. En de werken die Ik doe, zult gij ook doen." Dat zijn Bijbelse tekenen, vrienden. Dat zijn gelovigen die van dood in leven zijn overgegaan.

62 De Bijbel zegt dat Hij een Hogepriester is Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden. Nu, als u vanavond een zwakheid hebt, of u kent iemand die vanavond ziek is, bidt u dan, en geloof God, vraag het nu meteen. Ik geloof God, door Zijn Heilige Geest Die hier in ons midden is...

     Nu, vrienden, wij zien deze... velen van u hebben het gedaan zien worden. Maar de moeilijkheid met de Amerikaanse mensen is, dat wij teveel gezien hebben. Het is voor ons nu te gewoon geworden. Een oude zeeman kwam op een dag van de zee en hij ontmoette een man die erheen ging, een dichter die over de zee had geschreven maar die nooit had gezien. En hij zei: "Waar gaat gij heen, mijn goede man?"

     Hij zei: "Ik ga naar de zee." Zei: "O, ik heb erover geschreven, over wat ik gelezen heb." Zei: "Nu zal ik het gaan ervaren." Hij zei: "Ik ga erheen om het te ondervinden. Ik heb... O, mijn hart is ontroerd." Hij zei: "Ik wil zijn zilte golven ruiken. Ik wil zijn opgezweepte golven zien. Ik wil de zeemeeuwen horen krijsen, en de blauwe luchten zichzelf in het water zien weerspiegelen, in de schuimkoppen die op en neer dansen." Hij was een dichter, dus kon hij het echt goed uitdrukken.

     En de oude zeeman zei: "Ik kan er niets opwindends in zien." Zei: "Ik ben erop geboren, meer dan veertig jaar geleden."

     Kijk, hij had het zoveel gezien dat het gewoon voor hem was geworden. Dat is er aan de hand met de Volle Evangelie mensen. Maar het uur zal spoedig komen wanneer u erom zult roepen en het dan niet zult zien. Laat het nooit oud voor u worden. Laat de Heilige Geest nooit oud voor u worden. Moge het altijd fris en nieuw zijn.

63 Moge elke handeling van God mijn ziel ontroeren. Ik ben iedere avond verbaasd, elke dag, als ik voortga en Hem zie als Hij dingen vertelt, en het exact zie gebeuren op de wijze dat Hij zegt dat het zal gebeuren. Hoe Hij het maanden van tevoren zal voorzeggen voordat het gebeurt, dan let ik heel nauwkeurig op en zie dat het nooit op één jota faalt.

     Zijn Woord kan niet falen. Hij is God. En wat een schuilplaats is dat. Wat een troost om te weten dat wij geen kinderen zijn die heen en weer geslingerd worden, niet wetend waar wij heengaan. Wij weten waar wij heengaan. God beloofde het. Hij bevestigt Zijn beloften.

     En mensen mogen u vertellen dat wij gewoon te emotioneel zijn. Het is geen emotie, hoewel het enerzijds wel emotie is. Want alles wat geen emotie heeft, is dood. Dus als uw religie er geen kleine emotie bij heeft, kunt u haar beter begraven, omdat ze dood is. Het is dus zeker ontroerend.

     Toen Jezus kwam tot... in Jeruzalem, schreeuwden en juichten de mensen totdat de mensen zeiden: "Maak dat zij hun mond houden." Hij zei: "Als zij hun mond houden, zullen de rotsen het onmiddellijk uitschreeuwen." De Zoon van God was onderweg, en er moet in Zijn tegenwoordigheid iets tot uiting worden gebracht.

64 Nu, de Zoon van God is hier vanavond. Ik geloof dat. Ik ben niet de Zoon van God, ik ben de geadopteerde zoon van God, zoals u. Ik ben een deel van Zijn Geest. En als Zijn Geest in mij is... Als ik u vertelde dat ik de geest van John Dillinger had, zou u van mij verwachten dat ik geweren had en een vogelvrij verklaarde was. Als ik u vertelde dat de geest van een artiest in mij was, zou u van mij verwachten dat ik schilderijen schilderde. Als ik u vertelde dat de geest van een sterke soldaat in mij was, zou u van mij verwachten dat ik al de wapenen en van alles had, omdat zijn geest in mij is. Als ik u vertelde dat de Geest van Christus in mij is, dan zou ik de werken van Christus moeten doen, het soort leven leven dat Hij leefde, een opofferend leven voor de mensen. Dat is juist.

65 Ik denk aan de tijd dat de profeet naar de mensen toeging toen zij net zo wilden worden als de overige mensen. Dat is waar zij een jammerlijke vergissing maakten, toen zij een koning wilden en zoals de rest van de mensen wilden handelen. Het is heel erg dat wij denominatie in Pinksteren hebben gebracht, de slagbomen afbraken, en zulke dingen. Het is heel erg; het sluit de ander uit. En wij zouden niet moeten willen handelen zoals de overige kerken. Wij zijn een wederom geboren groep mensen. Wij zijn vrij. Wij zijn niet gebonden door leerstellingen van mensen. Wij zijn vrij in Christus.

     Nu. Maar het was erg slecht dat zij dit deden. Maar wij zijn nog steeds vrij door Gods genade, en Hij is met ons vanavond. Wij hoeven niet heen en weer geslingerd te worden, zeggend: "U moet dit doen en u moet dat doen, en dat doen." Wij zien Christus gewoon onder ons komen. En wat een vertroosting is het om dezelfde Christus te zien Die beloofde: "Ik zal met u zijn, zelfs in u tot het einde van de weg, het einde van de wereld", om dan precies neer te komen en te bewijzen dat Hij Zelf onder ons is (is dat niet wonderbaar?), Zichzelf Dezelfde makend, gisteren, heden en voor eeuwig.

66 Er zijn hier binnen niet veel mensen die ik ken. U zieke mensen, of u die een verlangen in uw hart hebt en weet dat ik u niet ken, of uw verlangen weet, steek uw hand op. Wel, het is gewoon overal. Goed. Ik heb hier geen controle over, Het heeft controle over mij. Maar als het over iemand komt die mij kent, en iemand die ik ontmoet heb of zoiets en hen ken, en zij van Jeffersonville zijn, of van elders, zeg het dan.

     Maar ik wil u iets vragen. Toen onze Here Jezus hier op aarde stond en over Zijn gehoor keek, raakte een kleine vrouw op een dag Zijn kleed aan. En Hij keerde Zich om en zei: "Wie raakte Mij aan?" Hij wist niet wie het was. De kleine vrouw was misschien gaan zitten zoals u daar zit. En wat deed Hij? Hij zei... Hij vond haar. Zie, Hij...

     Zij kon zich niet verborgen houden, en Hij zei: "Uw geloof heeft u behouden." Vertelde haar dat haar bloedvloeiing gestopt was omdat zij Hem had aangeraakt. Nu, dat deed zij zelf. De Bijbel zegt dat Hij de Hogepriester is Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden.

     Toen Petrus tot Hem kwam, gewoon een oude, ruige visser, waarvan ons verteld werd dat hij zelfs niet genoeg onderwijs had gehad om zijn eigen naam te schrijven. Maar toch behaagde het God om hem de sleutels van het Koninkrijk te geven (dat is waar), vanwege zijn geloof. Hij had een openbaring van Wie Hij was. Hij zei: "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen."

67 Nu, Jezus is niet dood. Hij leeft; een Hogepriester. En als Hij Dezelfde is gisteren, heden en voor eeuwig, en Hij Dezelfde Hogepriester is, zal Hij, als u Hem aanraakt, op dezelfde manier handelen. Is dat juist? Nu, Hij beloofde dat deze dingen gedaan zouden worden.

     Ik geloof in de Bijbel. Ik geloof dat dat het volkomen Woord van God is. Ik geloof dat wij niet buiten die Bijbel hoeven te gaan om iets te krijgen, maar dat elke Goddelijke belofte daarin is. Ik geloof het met heel mijn hart, heel mijn ziel, met al mijn kracht en alles wat in mij is. Ik geloof het. Ik mag misschien niet genoeg geloof hebben om elke belofte te laten gebeuren. Maar ik zou zeker niet diegenen in de weg willen staan die dat geloof wel hebben om dat te geloven. Ik wil dat u het met alles wat in u is, gelooft.

68 Nu tot iedereen. Als Christus in ons midden wil komen door de Heilige Geest, en wil dat u... U bent Zijn kinderen, de blokken die in de tempel zijn. U weet dat wij vandaag zoveel horen over... Precies zoals het in de vroegere dagen was. Er is zoveel lidmaatschap. We moeten zoveel leden binnenhalen.

     [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... het Woord, en de zonen en dochters van God. Dat is het. Wij hebben het metselwerk van Gods Heilige Geest nodig.

     De Bijbel zegt: "Het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend zwaard." Hebreeën 4:12. "Het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend zwaard." Luister: het Woord. Hoe velen geloven dat in den beginne het Woord was? Dat wil zeggen, het was eerst een gedachte. En het moet een gedachte zijn, en als het dan wordt uitgedrukt, wordt het een woord. En dan: "In den beginne was het Woord, en het Woord was met God, en het Woord was God", toen Hij het sprak, "en het Woord werd vlees en woonde onder ons."

69 Nu, dat was Jezus. Toen Hij hier op aarde was, onderscheidde Hij de gedachten van de mensen. Dat maakte dat al de ware gelovigen wisten dat Hij de Profeet was waar Mozes over gesproken had Die zou opstaan. Zij hadden gedurende honderden jaren geen profeet gehad.

     Ik geloof dat het opnieuw de tijd is waarvan de Bijbel beloofde dat in de laatste dagen die Geest op de aarde zou komen en het geloof van de kinderen weer terug zou herstellen naar de Pinkstervaderen, terug naar het oorspronkelijke geloof. Ik geloof dat het de avondlichten zijn. Ik geloof dat het hier is.

     Ik geloof dat die Geest van God, die Christus, hier vanavond is. En ik vraag u als mijn vriend, en mijn broeder en zuster, om te geloven dat Jezus Christus, de Zoon van God, aanwezig is. En als u dat gelooft, raak Hem dan aan met uw zwakheid, door uw geloof om het te geloven, en zeg: "Here God, als die man... Hij kent mij niet. Ik ken hem niet; hij kent mij niet, maar als hij mij de waarheid heeft verteld, laat dan Uw Geest door zijn lippen spreken en laat mij U aanraken, en bevestigt U het door zijn lippen." Raak Zijn kleed aan, zoals de vrouw in die dag deed toen zij de zoom van Zijn kleed aanraakte, want Hij kan aangeraakt worden door uw geloof, zoals door die vrouw. Misschien niet lichamelijk, maar zoals die vrouw. Zou dat maken dat u vreugde zou hebben en blij zou zijn in de schuilplaats als u kon... Hem dat kon zien doen? Steek uw hand op als u gelooft dat Hij het zal doen. Dank u.

70 Nu, Vader, dat is alles wat ik weet te zeggen. Ik probeer hun te vertellen van een veilige plaats waar zij gewoon kunnen rusten. En, God, hierin is genezing. Hierin is een rots waar al het ongeloof mee afgeslagen kan worden, de rots van het Woord. En moge het Woord nu naar voren komen en onder ons vlees worden gemaakt. En er staat: "Het is scherper dan een tweesnijdend zwaard. Het dringt zo diep door dat het vaneen scheidt, en is een onderscheider van de gedachten in het hart." Een onderscheider van de gedachten in het hart...

     "Als u in Mij blijft, en Mijn Woord in u, vraag dan wat u wilt." Here, ik ben eruit gezet, opzij gezet, weg gezet, maar ik heb geprobeerd om trouw te blijven staan. Ik ben blij om het door Uw Woord te doen. Laat het altijd in mijn hart blijven. En voor dit gehoor deze avond, waarvoor ik op een dag weer zal staan; en als het niet meer op aarde is maar op de grote dag dat Jezus komt, dan weet ik dat Uw Woord de Waarheid is.

     Help mij, o Here, dat ik in staat zal zijn vanavond gebruikt te worden. En als... Ik weet dat ik geen theoloog ben, Vader. U hebt mij daar nooit voor geroepen. Maar ik bid, dat U de bediening die U mij gegeven hebt om de mensen mee te zegenen, nu naar voren laat komen. In de Naam van Jezus Christus, moge het Woord komen en hier vaneenscheiden, en de gedachten van de harten onderscheiden, zodat de mensen mogen weten dat het Woord van God in ons verblijft. In Jezus' Naam vraag ik het, voor de glorie van God. Amen.

71 Kijk hierheen. Nu, ik zeg dit zoals Petrus en Johannes die door de poort de Schone kwamen. Hij zei: "Kijk naar ons." Dat is wat ik u vraag te doen, kijk hierheen... niet naar mij, maar naar wat ik heb gezegd. Waar u ook maar een verlangen in uw hart naar hebt, geloof dat God het aan u wil geven. En zeg: "Here Jezus, laat mij U aanraken."

     Hoe velen in dit gebouw hebben ooit de foto gezien van dat Licht, de Engel van de Here, die hier in Washington hangt? Ik ben uw broeder. Dat Licht, als u het kunt zien, hangt nu ongeveer een halve meter bij mij vandaan. Geloof alleen. Als u het niet kunt zien (zie?), bid, en zie of God het niet zal bewijzen. Dat Licht... Als dat Licht hetzelfde Licht is dat Paulus op de weg naar Damaskus ontmoette... Hij zei: "Ik ben Jezus." Hij zou tot God terugkeren, terug als Geest. Het Woord werd vleesgemaakt. Hij wordt opnieuw het Woord. Als dat hetzelfde Licht is, zal het hetzelfde leven voortbrengen, dezelfde handeling. Ziet u het?

72 Deze dame die precies hier zit. Zijn wij vreemden voor elkaar, dame? Ik ken u niet. Ik heb u nooit gezien. Gelooft u dat ik Zijn dienstknecht ben? Gelooft u dat het Woord dat ik gepredikt heb de waarheid is? En wij zijn totale vreemden voor elkaar. U bent gewoon... Zover ik weet, is het gewoon een vrouw die hier binnenkwam en hier ging zitten. Maar u geloofde voor iets. U probeert iets van God te krijgen. En als ik een dienstknecht van God ben, en ik heb de waarheid van God verteld, en als Gods Woord en waarheid hierbinnen vertoeven, dan zal het Zichzelf voortbrengen. Het zal het verklaren. U zult weten of het de waarheid is of niet.

     U bidt voor iemand. Het is uw kind. Het is dat kleine meisje dat daar precies zit. En gelooft u dat Hij mij zal vertellen wat er met dat meisje aan de hand is? Zou het u helpen? Zij heeft hartproblemen. Als u met heel uw hart zult geloven en daarheen loopt en uw handen op dat kind legt... Ga er nu heen, leg uw handen op het kind. De schoot die haar op deze aarde geboren liet worden, de hand van de moeder ligt op het kind.

     Here, als zij genoeg geloof had om Uw kleed aan te raken, dan kom ik met het Zwaard van God door het Woord van God om een operatie te verrichten. Kom eruit, Satan. Ik hak je los met het Woord van God, door een belofte dat deze tekenen hen die geloven zullen volgen. Verlaat het meisje, in de Naam van Jezus Christus. Amen. Gelooft u dat zij zal leven en gezond zal zijn? Zoals u geloofd hebt, zo zal het zijn.

     Nu, ik vraag iemand om het aan de vrouw te vragen. Vraag haar of elk woord dat gezegd werd waar is. Ik ken de vrouw niet. Ik heb haar nooit gezien, weet niets van haar af. Maar wat gezegd werd, is waar.

73 Wat met iemand anders hier. Hoe zit het met uw geloof? Laten we tenminste twee of drie als getuigen nemen. Ik ben gelukkig om in deze Schuilplaats te zijn. Ik ben voor altijd veilig. Ik houd van Hem. Hoe goed is het om in Jezus te vertrouwen.

     Wat een uitdaging voor de mensen. Hij beloofde dat het licht zal zijn in de avondtijd. Er zal een dag zijn die dag noch nacht is. Het zal een sombere dag zijn, net genoeg om in te wandelen en het aan te nemen. "Maar in de avondtijd zal het licht zijn."

     Kleine dame, u bent zich zo bewust als u maar zijn kan dat er iets gebeurde. Ik kijk er precies naar. Dat Licht plaatste zich recht boven u. Ik kijk ernaar. Ik heb u nooit eerder gezien. Ik veronderstel dat wij vreemden voor elkaar zijn. Als dat juist is, steek dan uw hand op.

     Er is een donkere schaduw om u heen. Het is de schaduw van de dood. U lijdt aan een... tumoren, en die tumoren zijn op uw borst, beide borsten. Een groot percentage van uw borsten zijn bedekt door tumoren. U hebt één hoop. Als u genoeg geloof hebt om Hem aan te raken, om iets dergelijks te doen... U bent een fijn persoon. Ik heb een goed contact van de Geest met u. Gelooft u mij als zijnde Zijn profeet? U weet dat ik u niet ken, en u weet dat er is... U bent zich bewust dat er een echt aangenaam gevoel helemaal om u heen is. Dat is dat Licht, dat gloeiende Licht.

     U komt hier niet vandaan. U komt van een afstand: Birmingham. Ik zie die bananenmarkt daar. Uw naam is mejuffrouw Vincent. Dat is waar. Heb geloof in God. Nu, op dit moment, dame, is het van u weggegaan. Die schaduw die over u was, heeft u verlaten. Nu, twijfel niet en u zult gezond worden.

     Ik vraag iemand om te komen en het de vrouw te vragen. Ontdek het. Als hier een dokter aanwezig zou zijn: waarom het niet komen vragen en het onderzoeken als u een beetje achterdochtig bent? Waarvan ik weet dat dit aanwezig is. Maar waarom zeg ik het niet? Vroeger riep ik dat eruit, maar het kwetst te veel gevoelens.

74 Hoe zit het met iemand hier, enigen van u ergens helemaal achteraan? Heb geloof. Ik kan dit niet doen; u doet het. Ik probeer alleen maar om Hem te vertegenwoordigen, Hem te reflecteren zoals in een spiegel voor u, mijn leven als Zijn spiegel makend zodat Hij Zichzelf zou kunnen reflecteren. U weet dat ik deze dingen niet weet en ze niet zou kunnen doen. Ik... Heb slechts geloof en twijfel niet; geloof.

     Precies hierachter. Het is een man. Het is boven een man. Hij lijdt aan een nerveuze toestand. Ik hoop dat hij het niet mist. Hij komt uit Pennsylvania. God, help mij. Meneer Carnes, sta op uw voeten. Ik ben een vreemde voor u. Ik ken u niet. Als deze dingen waar zijn, steek uw hand op. Ga naar huis; u bent gezond. Jezus Christus maakt u gezond.

75 Gelooft u in God? Geloof eveneens dat ik u de waarheid verteld heb over Jezus Christus, Zijn tegenwoordigheid.

     Ik geloof dat dit er drie op een rij zijn. Wij nemen één meer. Laten we hierheen gaan. Wat met sommigen van u daar, zult u geloven? Hoe velen lijden en hebben hulp van God nodig, en u gelooft dat... En u allen weet, u weet dat ik uw toestand niet ken, steek uw hand op en zeg: "Ik ben het. Ik... Ik ben gelovig." Gewoon overal. Heb nu geloof.

     Deze kleine kerel die hier zit met zijn hand opgestoken, u wist niet dat u zoveel geloof had, is het niet? Als u genoeg geloof hebt in uw toestand om God op het toneel te roepen, neem dan nooit meer één druppel whisky zo lang als u leeft, en rook geen enkele sigaret meer. Geloof God en u zult gezond worden. Wilt u het aanvaarden? Wilt u het geloven? Goed. Ga dan, en God maakt u gezond.

76 Laten wij zeggen: "Prijs de Here!" [De samenkomst zegt: "Prijs de Here!" – Vert] Gelooft u dat Hij hier is? Hoe velen van u zouden hun ongeloof willen belijden en zouden willen zeggen: "God, wees mij genadig", in de tegenwoordigheid van de Heilige Geest? "Ik weet dat er geen man op aarde is die deze dingen kan doen. Wees mij genadig." Belijd uw fouten; zeg tegen God: "Ik ben onverschillig geweest, Here. Ik wil nu deze grote gemeenschap binnengaan. Ik wil ingaan in deze Schuilplaats. Ik zal U gaan geloven met heel mijn hart." Steek uw hand op en zeg: "God, ik ben het; ik ben het. Ik ben aan het einde van de weg. Ik wil in orde gemaakt worden." Gelooft u het? Belijd nu uw zonden.

     Laten we bidden. Ieder van u bidt op zijn eigen manier.

77 Here Jezus, wij zijn menselijke wezens, Here. Wij zijn bereid om onze zonden te belijden. Ik belijd de zonden van deze mensen. Ik belijd mijn eigen zonde. Wij hebben te veel ongeloof gehad, Here. Het uur wordt donker. De Zoon van God komt spoedig met... En ik bid, hemelse Vader, dat U onze zonden wilt vergeven. Here, ik bid dat de Heilige Geest nu elk ongeloof van ons zal wegnemen.

     O, als Hij alleen maar in onze harten kon komen, dan zou er een andere Pinksterdag zijn. Dan zou er zo'n toestand in de gemeente zijn, bij deze groep mensen vanavond, dat het voor de ochtend al bekend zou zijn door het hele gebied.

     Heilige Geest, breek door elke zondebarrière heen. Moge Hij, zoals het straalvliegtuig, door de zondebarrière heen breken en elke keten van ongeloof afschudden. Moge elke arend zijn hoofd tegen de Rots der eeuwen slaan totdat de Heilige Geest de volledige controle neemt.

     Satan, je bent verloren. Je hebt de strijd verloren, en in de Naam van Jezus Christus: verlaat dit gehoor. Kom uit van hen, voor de glorie van God.

78 Nu, nadat u uw zonden hebt beleden, en nu gelooft, gelooft u dat u elke keten van uw begrip hebt afgeslagen en dat niets u hindert? Er staat niets meer in de weg, zodat u gelooft dat u vrij bent? Gelooft u dat al het ongeloof van u is weggegaan?

     Gelooft u dat u nu in de haven der rust bent? Gelooft u dat al de spanning... "Zal ik genezen worden? Kan ik genezen worden?" U bent reeds genezen.

     "Broeder Branham, als u handen op mij zult leggen..." Mijn handen hebben er niets mee te maken. Het is Zijn hand. Als u een zondaar bent: u bent al gered. Geloof alleen, en aanvaard het, en handel ernaar. Als u ziek bent: u bent al genezen.

     Zou God hier staan en iets dergelijks doen door een huichelaar, iemand die niet weet waar hij het over heeft, dat Hij hier komt en een leugenaar zou betuigen, een huichelaar zou betuigen? God handelt niet met zondaars. God handelt met waarheid, en Zijn Woord is de Waarheid. Ik heb u de Waarheid verteld.

79 En, vrienden, ik zeg vanavond dat als u zult geloven wat ik u heb verteld, er geen zwak persoon onder ons zal zijn. Elkeen van u is genezen. Door Zijn striemen bent u reeds genezen. "Door Zijn striemen werden wij genezen." Gelooft u dat?

     Nu, u die gelooft in het opleggen van handen, u stak uw hand op dat u gelovigen bent. Leg dan uw hand op iemand voor u in de stoel. Leg uw hand erop, als u wilt...

     De Bijbel zegt niet: de handen van William Branham. De Bijbel zegt niet: de handen van Oral Roberts. De Bijbel zegt: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Nu bidt u. U bidt. U belijdt. Belijd uw fouten. Vertel God dat u Hem gelooft, en ieder van u kan volmaakt gezond worden in dit uur. Geloof.

     Halleluja! Houd eraan vast. Laat het niet los. Blijf erbij. Het is een belofte. God heeft het gezegd. Word niet heen en weer geslingerd door van alles. Geloof het nu precies.

80 Ik heb u lief. U bent mijn vrienden. Ik probeer niet ruw tegen u te spreken, maar ik... ik zeg het. Ik moet het vastspijkeren anders zal Satan het van u roven: deze grote tentoonspreiding van de tegenwoordigheid van de Heilige Geest hier vanavond, die zonder een schaduw van twijfel een Bijbelse betuiging is van wat God zei dat zou plaats vinden. Er is een machtig ruisende Wind die probeert in het gehoor te komen om iedere ziel hier te vullen met de tegenwoordigheid van God. Laat Satan het niet van u wegnemen. Houd eraan vast, totdat u de barrières van ongeloof voorbij bent. Amen.

     Het geeft niet hoe kreupel u bent, hoe ziek u bent, wie u bent, of waar u vandaan komt. Ik daag u uit in de Naam van Jezus Christus, als u dat vanuit uw hart meende, ga op uw voeten staan en aanvaard het. Ongeacht wie u bent, of wat u bent, sta op. Dat is het. Sta op. Dat is de manier. Amen. Sta overal op. Daar bent u er, een volmaakt gezond gehoor, overal. [Broeder Branham spreekt met de organist – Vert]Mijn geloof ziet op naar U.

Mijn geloof ziet op naar U,
U, Lam van Calvarie,
O,... (Laat ons nu onze handen opheffen en het tot Hem zingen.) Goddelijke...

Nu, hoor mij terwijl ik bid,
Neem al mijn vrees weg,
O, laat mij vanaf deze dag
U volledig toebehoren!

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)