Ziet, meer dan Salomo is hier

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder. Goedenavond vrienden. Het is een voorrecht om vanavond hier weer te zijn, en om in de dienst van de Here te zijn. En we hebben gisteravond zeker genoten van de boodschap (om nog even te noemen), een klein tafereel. Wel, u hebt niet meer genoten dan ik, zoals ik probeerde het aan u voor te stellen zoals ik het zie, de manier waarop de Here het deed, of hoe zij het deden in de Bijbel. En vanavond is het zo'n voorrecht om hier weer terug te zijn en om u allen weer terug te zien. Dat is geweldig mooi.

     Ik wil zeggen dat vaak in de diensten de bediening van dit type verkeerd wordt begrepen... Maar het ziet er beslist naar uit dat het hier goed wordt begrepen. Dat laat zien dat u goed onderwezen bent. Dat waardeer ik.

     En nu, let altijd op hetgeen Hij u zegt. Ziet u? Als ik vanavond geen tijd heb om het uit te leggen, van hoe... Let gewoon op wat er gezegd wordt, omdat ik het niet ben. Ik weet het niet. Zie? Het is precies zoals een... zoals ik het probeer te zeggen, gewoon een... Het is een gave, alsof je jezelf in een versnelling zet. En u weet het niet, maar u bent degene die het doet. U bent het; ik ben het niet.

2 En voor degenen die meereizen, en die we onderweg ontmoeten, enzovoort, en thuis, zijn de visioenen die daar komen niet zoals die op het podium. Die op het podium, dat doet u zelf. Zie? U weet het niet, maar u bent het. Dat doet uw geloof. En die thuis gebeuren, doet God. En dit is wat u doet.

     Zoals ik het even kort aan u wil uitleggen, toen die vrouw het kleed van de Here Jezus aanraakte, draaide zij ... of keerde Hij Zich om en zei: "Wie raakte Mij aan?" En Hij keek om Zich heen. En de apostel Petrus berispte Hem enigszins voor zo'n opmerking, en Hij zei dat Hij bemerkte dat Hij zwak werd. Kracht ging uit door één kleine vrouw. En Hij zocht in het gehoor totdat Hij haar vond, vertelde haar dat haar bloedvloeiing was gestopt. Haar geloof, haar geloof had het gedaan (zie?), haar geloof.

3 Wel, wat met Lazarus toen Hij hem opwekte? Hoeveel groter was dat, om iemand op te wekken nadat hij al vier dagen dood was! Er werd niets van gezegd dat Hij daar zwak werd. Zie? Dat was God Die het deed. Nu, in Johannes 5:19, zegt Hij: "Voorwaar zeg Ik u, de Zoon kan niets uit Zichzelf doen, behalve wat Hij de Vader eerst ziet doen." Zie? Kijk, het was een visioen. Niet: "Wat Ik de Vader hoor zeggen", maar: "wat Ik de Vader zie doen." Zie?

     Nu, de Here had Hem verteld... Wij weten dat de Schriften niet verwarrend zijn en dat ze elkaar niet tegenspreken. Zij zijn de Waarheid. Dus daarom deed Hij niets totdat de Vader Hem eerst door een visioen toonde wat Hij moest doen. "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, de Zoon kan niets van Zichzelf doen, behalve wat Hij de Vader ziet doen, dat doet de Zoon insgelijks. De Vader werkt, Ik werk tot hiertoe." Met andere woorden, er wordt slechts een drama ten uitvoer gebracht, datgene wat God Hem vertelde om te doen.

4 Nu, God moet Hem toen verteld hebben om Lazarus achter te laten en weg te gaan, omdat hij zou gaan sterven. En na een bepaald aantal dagen stuurden ze iemand maar ging Hij niet, omdat die lieflijke familie Hem liet halen, en Hij ging verder.

     En uiteindelijk, op het uur waarop Lazarus stierf, enzovoort, wist Jezus het. En Hij keerde Zich om en zei dat Lazarus sliep. Natuurlijk begrepen zij het niet. Zij dachten dat hij ging rusten. Toen vertelde Hij hun in hun eigen taal: "Hij is dood. En voor uw eigen bestwil ben Ik blij dat Ik er niet was. Maar Ik ga hem wakker maken." Zie?

     Nu, let op Hem bij het graf. "Vader, Ik dank U dat Gij Mij reeds gehoord hebt. Maar Ik zeg dit voor degenen die erbij staan." Zie? Er werd niets gezegd over dat Hij zwak werd. Dat was God Die Zijn gave gebruikte door Zijn Zoon te tonen wat Hij moest doen. Maar toen de vrouw Hem aanraakte, was dat een vrouw die Gods gave gebruikte met het geloof dat zij erin had. Zie? Dat is het verschil. Kijk, het is uw geloof, niet het mijne; het uwe. U bent degene die het doet. Het is uw geloof.

5 Het is maar een kort verblijf en zo'n fijne groep mensen, dat ik er een hekel aan heb om te vertrekken, hoewel ik moe ben. Maar ik moet gaan naar... Nu weet ik dat er vanavond een doopdienst is en dergelijke, hier in de kerk. Broeder Ned Iverson, mijn vriend en broeder, zal de dienst nu overnemen en een poosje doorgaan. En ik zou hem zeker willen aanbevelen, hem aanbevelen om naar hem te komen luisteren.

     En dan vanavond na de dienst... We zullen daar tijdig genoeg voor stoppen, en ik moet naar mijn motel gaan om mezelf gereed te maken om, uren voordat de dag aanbreekt te vertrekken; daarna moet ik ongeveer elfhonderd kilometer rijden om de volgende ochtend thuis te vertrekken, om drie of vier uur thuis, zodat ik de volgende week in het Cow Palace in Los Angeles kan zijn.

     Moet er naartoe rijden met mijn gezin. Heb geen dagen meer, behalve dat ik één of twee dagen moet reizen tussen de diensten door, tot aanstaande september. En het is een vrij grote opdracht, dus bidt u voor mij.

6 En ik ben niet zo groot. Als ik zo groot was als uw voorganger hier, geloof ik dat ik dag en nacht door kon gaan. Ik zeg u niet om hem dag en nacht te vermoeien, maar... maar de kleine broeder Ned zei vandaag toen ik met hem sprak, de voorganger, hij zei: "Ik wenste dat ik enige kracht van mij naar u toe kon overbrengen." Wel, dat zou goed zijn, omdat hij zo groot en sterk is. En ik ben altijd klein geweest.

     Toen ik vroeger voor de Public Service Company werkte, zou ik de trap opgaan, en de uitvoerder bij het hoofdschakelbord, mevrouw Ehalt, zei: "Billy, ik weet altijd wanneer jij eraan komt." Zei: "Je bent de kleinste man die voor de Public Service Company werkt en de meest luidruchtige."

     Ik zei: "Wel, Edith, ik moet wel een hoop lawaai maken zodat de mensen weten dat ik in de buurt ben." Dus... [De samenkomst lacht – Vert]

7 Nu, ik geloof dat de broeders allemaal zijn geïntroduceerd, heel de rij langs, denk ik. En er was één kleine broeder die ik in de vorige samenkomst vergat, dat is de kleine Methodisten jongen, die een in de wol geverfde Methodist was vanuit het seminarie. En hij heeft een broer die een zeer vooraanstaande figuur is in Asbury, Wilmore, Kentucky. En deze jongen en zijn gezin zijn eruit gekomen en hebben de doop van de Heilige Geest ontvangen, en hij predikt het Volle Evangelie. Dat is broeder Collins, Wilbur Collins. Waar zit je, Wilbur? Wilbur Collins zit daar ergens achteraan. Zou je even daar vandaan een woord tot ons willen spreken, of hier naar voren komen? Ik wil graag dat men een Methodist ziet die de Heilige Geest heeft, afgezien van broeder Neville die hier zit. Kom naar voren, spreek even tot ons.

     En ik geloof, broeder Junior Jackson. U bent geïntroduceerd, is het niet, broeder Jackson? Nog een in de wol geverfde Methodist met de doop van de Heilige Geest.

8 Ik ken broeder Collins al enkele jaren, een lieflijke dierbare Christen, een echte man van God. Hij en zijn vrouw en gezin staan allemaal in lijn met... met Gods orde van de Bijbel. Broeder Collins. God zegene u.

     [Broeder Collins spreekt het gehoor toe. "Dank u, broeder Branham. Ik zal niet veel tijd nemen, want ik ben hier voor hetzelfde doel als u, namelijk om het Woord van de Here te horen. Maar ik wil dit zeggen, dat ik dankbaar ben 'een van hen' te zijn. Weet u, die getuigenisdienst van gisteravond heeft me heel goed gedaan. Ik dacht er gewoon aan, dat toen Hij die discipelen daar in de struiken verscholen had zitten, weet u, achter de bladeren, luisterend naar die conversatie tussen Jezus en de vrouw bij de bron, toen dacht ik: 'Ja, vroeger zat ik ook achter bladeren; het waren Methodistenbladeren.' Maar ik kwam daar achter vandaan en ontdekte dat God dierbaar was, en dat ieder die wil, de belofte van God kan ontvangen. Dus bidt u allen voor mij, terwijl ik van plaats tot plaats ga." – Vert]

     Dank u, broeder Collins, de Here zegene u. Dat is erg fijn.

     Nu, de mensen hier die Methodisten zijn, we bedoelen niet dat u geen Christen bent. Zie? Maar weet u wat de Pinkstergemeente is? De gevorderde Methodistenkerk. Zie?

9 En Jack Shuler, velen van u kennen hem, is een fijne Methodist. Jack vertelde mij... Op een dag ging ik naar Phoenix, en ik ging naar de Madison Square Garden. Hij was in de aula van de school. En ik belde hem op, ik zei: "Jack, ik wist niet dat u hier was."

     Hij zei: "Broeder Branham, ik wist niet dat u kwam." En hij zei: "Ik zou anders uit de weg zijn gegaan."

     Ik zei: "Ik zou niet zijn gekomen als ik had geweten dat u hier was." Ik zei: "Wel, broeder Jack, de meeste mensen die naar mijn diensten komen, zijn Pinkstermensen."

     Hij zei: "Wel, u hebt mijn groep."

     Ik zei: "Wel, ik dacht dat u Methodist was."

     Hij zei: "Weet u niet wat een Methodist is?"

     En ik zei: "Nee."

     Zei: "Een Methodist... of een Pinksterman is een orthodoxe Methodist."

     En een ieder van u weet... Wel, velen van u kennen Jack, en de oude man Bob, en zij allen. Zij waren echte Christenen.

10 Ik was op een Luthers college, Bethany, waar ik op het matje werd geroepen, o my, gewoon op mij om te schoffelen. Hij is degene die mij een "gepolijste waarzegger" noemde. En toen zat de Here hem een beetje achterna, weet u, en toen belde hij me op om zich te verontschuldigen. We gingen naar beneden naar een souterrain waar ze een fijn, groot diner opdienden. En hij sprak tot mij, hij zei: "Broeder Branham, ik wil u gewoon een paar vragen stellen. Ten eerste wil ik mij verontschuldigen voor wat ik in die brief zei."

     Ik zei: "Dat is in orde. Heb er nooit meer aan gedacht."

     Hij zei: "Ik wil dat u mij vertelt, wat ter wereld... Tellen wij Lutheranen mee?"

     Ik zei: "Zeker."

     Hij zei: "Wat... wat hebben wij gekregen?"

     Ik zei: "U hebt de Geest van God." En toen zei ik: "Weet u..." Zij... Want voor de studenten die hun opleiding niet konden betalen, hadden zij ongeveer vierhonderd hectare met maïs, zodat zij voor hun opleiding konden werken. Dus zij... Hij zei...

     Ik zei: "Op een keer plantte een man maïs. En hij ging heen, en de volgende ochtend staken er twee blaadjes omhoog. Hij zei: 'Prijs de Heer voor mijn maïsoogst.'"

     Ik zei: "Nu, broeder Hegre, had hij een maïsoogst?"

     Hij zei: "Wel, nog niet."

     Ik zei: "Potentieel had hij het toen wel."

     Hij zei: "Ja."

     Ik zei: "Dat waren u, Lutheranen." En ik zei: "Deze kleine bladeren groeiden gestaag door en na een tijdje vormde zich een pluim. Dat waren de Methodisten. Zij keken neer op hen, zeiden: 'Wij hebben jullie niet meer nodig. Jullie zijn slechts bladeren, ik ben bloesem.'"

11 "Na een poosje begon iets van het stuifmeel weer terug op het blad af te vallen, en het bracht een korenaar voort, zoals het originele graan dat de grond inging." Ik zei: "Dat waren de Pinkstermensen." Ik zei: "Maar kijk, zij hebben het oorspronkelijke graan. We hebben heel wat schimmel op de aar, maar er is daar ook wat graan, weet u", zei ik. Maar zij... Ik zei... En ik zei: "Nu, de Pinksterkerk is de gevorderde Lutherse kerk." Hij zag het.

     Hij zei: "Wel, broeder Branham, wij lazen erover en we gingen erheen." En zei: "We hebben de Pinkstermensen zien springen en schudden en over de stoelen springen." Zei: "Wat hebben zij?"

     Ik zei: "De Heilige Geest."

     Hij zei: "Wel, hoe komt het dat zij zo doen?"

     Ik zei: "Zij moeten de stoom afblazen. Zie?" En ik zei...

     En hij zei: "Gelooft u daarin?"

     Ik zei: "Zeker. Maar, ziet u, wat ermee aan de hand is, de Pinksterkerk, in... Wel, de enige fout die ik daarin kan vinden, is, dat zij het door de fluit laten ontsnappen in plaats van het op het wiel te plaatsen om het te laten rollen. [De samenkomst lacht – Vert] Als iemand iets over u zegt, laat dan die genade van God daar staan, zodat u hem toch kunt liefhebben. Dat is wat... Laat die stoom daar werken (zie?), en ga dan de straat op om anderen binnen te brengen, enzovoort. Laat de stoom precies daar werken."

     Ik houd er ook van om het te horen fluiten, weet u. Maar wacht totdat u bij het kruispunt bent, dan kunnen we stoom uitblazen. Laten we het laten rollen totdat we het spoor heel snel afgaan, zodat zij... [De samenkomst verheugt zich – Vert]

12 Ik ben hoffelijk door uw voorganger uitgenodigd om terug te komen, en misschien, zo de Here wil, als ik de komende herfst terugkom, kan ik in deze herfst voor nog een paar avonden komen.

     En ik heb broeder Bigby gevraagd om dat artikel dat hij had geschreven nogmaals tevoorschijn te halen. Wel, er is al van alles over mij verteld, weet u. Men heeft mij van alles genoemd: van de vleesgeworden Zoon van God tot de laagste der duivels. En... Maar ik denk dat zijn uiting gewoon... Hij zei het vanuit zijn hart. Het was geen vleierij; het was gewoon wat hij dacht, en ik heb dat zeker op prijs gesteld. Het was... ik denk dat het ongeveer het beste artikel is over mijzelf. En ik had er daar een paar van, maar... Elke keer als er iemand kwam, werd er gevraagd: "Kan ik dit meenemen, broeder Branham?" En voordat ik het wist, was ik ze allemaal kwijt. Zie?

13 Dus vroeg ik hem of hij wilde proberen om mij er nog zo één te geven, omdat er meer boeken uit zullen komen, en men zal... ze gaan... Ik wil daarin het artikel hebben met zijn naam erbij. En trouwens, ik denk dat men achterin enige boeken heeft (ik denk dat het zo is, is het niet?), broeder Wood en anderen, en de banden, enzovoort, die u achterin kunt vinden bij het weggaan.

     En nu zijn we... Ik heb al uw gebeden dringend nodig. Ik reis overal heen om voor de mensen te bidden, en daarom ben ik degene die gebed nodig heeft. Misschien zult u het amper begrijpen, maar het is de waarheid. Het is een... Ik heb het waarschijnlijk harder nodig dan u allemaal. Misschien niet in verband met ziekte, maar vanwege wat er dagelijks op mijn pad komt.

14 En iedere dag... Er zitten hier nu mensen rechtstreeks naar mij te kijken met wie ik vanmorgen een interview had, enzovoort, die weten dat... hoezeer de Geest van God ervoor nodig is om Zich daarin te bewegen, om deze hoeken en gaten van dit leven te ontdekken.

     Dit is het Woord. Wij geloven dat. En dat is het Woord. Maar God plaatst in de gemeente: apostelen, profeten, leraars, herders, evangelisten. En al deze dingen zijn de vervolmaking. En nu, de leraren en de herders en de evangelisten zijn degenen die het Woord naar voren brengen. En de profeten zijn degenen die de verborgen hoekjes van de individuen uitkammen (ziet u?), en dingen voorzeggen die zullen gebeuren, enzovoort.

15 De apostelen zijn eigenlijk zendelingen. Ik geloof, nu... Mijn opleiding is erg beperkt, maar de... ik denk dat het woord apostel 'gezondene' betekent. Klopt dat? Betekent zendeling niet hetzelfde? 'Een gezondene'. Hoe u dus ooit verlangde om zendeling in plaats van apostel genoemd te worden, weet ik niet. Maar elk van hen is in orde, zo lang de Here maar zendt. Dat is fijn.

     Nu, ik ben... Ik zal niet veel van uw tijd nemen aangezien de doopdienst er direct aankomt. Ik wil nog wat van de Schrift lezen, en ik hoop dat het me niet teveel tijd zal kosten.

16 Zoals ik gisteravond zei: "Geef mij dertig minuten." En toen ik onderweg was, nadat ik had geprobeerd weer tot mezelf te komen, nadat ik me daar tussen die sferen heen en weer bewogen had, toen zei mijn zoon: "Dat waren een goeie twintig minuten, pap." Zei: "Het duurde ongeveer een uur en drie kwartier."

     Ik zei: "O, ik was daar niet zo lang. Dat kan ik niet zijn geweest." En ik keek naar mijn horloge en ik zei: "Ja." Maar, weet u, het gaat over... [De samenkomst moedigt broeder Branham aan – Vert] Dank u. Het is iets dat... Zij houden van mij. Zij houden van mij, en ik houd ook van hen. Ik moet sommige broeders daar ontmoeten en moet die hand schudden van een werkelijk goed oud zuidelijk hart dat daaronder klopt. Daar houd ik echt van.

17 Maar soms, weet u... Elke prediker weet wanneer de Heilige Geest gewoon schijnt te... dat ieder woord wat je zegt erin zinkt. Is dat geen wonderbaarlijk gevoel? Je hebt er gewoon een hekel aan om te stoppen, u niet? En toch weet je dat je onbeleefd bent en de dienst verstoort, maar je kunt amper stoppen.

     Het doet me denken aan... Ik heb twee kleine meisjes thuis, en het zijn nu al behoorlijk grote meisjes, en van een behoorlijke lengte. Een van hen is zestien jaar oud en de ander is twaalf. Een van hen is Rebekah en de andere is Sarah. En Sarah is de jongste.

18 Wel, enkele jaren geleden kwam ik van een samenkomst thuis. Ze zijn beiden papa's meisjes. O my. U weet hoe... En de kleine jongen, kleine... mm, sprekend over een... Hij zei dat hij een prediker wilde worden. Ik zei: "Lieverd, je hebt nog een heleboel verbeterwerk te doen als je dat wilt." En dus... Joseph.

     En de meisjes waren toen nog erg klein en ze zaten tot ongeveer middernacht op mij te wachten. En ik was vermoeid en had gedurende twee of drie dagen gereden, komend uit Californië. En toen ik thuiskwam, waren de meisjes ondertussen erg slaperig geworden en naar bed gegaan. En moeder was op gebleven. Dus ging ik liggen om wat slaap te vatten, maar het lukte me niet. En weet u, bevend en nerveus, en dingen uit de samenkomsten, de impact: zielen, met een besef van al die verantwoordelijkheid, het verworvene van het bloed van Christus voor je houdend. Het is geen gemakkelijke zaak. De broeders hier weten wat het is, hoe je...

19 Ik denk dat elke prediker zich gedurende een lange tijd moet afzonderen voordat hij naar de kansel gaat, om naar voren te komen met de frisheid van de Heilige Geest, omdat hij het gekochte voor zich heeft. Kijk, ik heb me vaak afgevraagd wat ik zou doen met twee druppels van het letterlijke bloed van Jezus. En nu hebben wij hier degenen die gekocht zijn door Zijn bloed voor ons. Hij gaf Zijn bloed voor u, en wij handelen met dat gehoor. O my. Het is maar beter om zeker te zijn, en gewoon zo eerbiedig als we maar kunnen.

     Ik was dus echt nerveus, zoals we allemaal weten wat dat is. En ik kon niet slapen, dus... Mijn vrouw had lang op mij gewacht, daarom sliep zij. Ik stond op en ging in de stoel in de woonkamer zitten. Ik zat daar tot de dag aanbrak, denkend aan de dienst, en vroeg mij af wat enige van die visioenen betekenden, enzovoort. En plotseling hoorde ik dat iemand zich omdraaide in de meisjeskamer, vlakbij een kleine hal daar van de pastorie. En ik keek.

20 En Becky werd wakker. Snel dacht zij: "Het is al licht, papa moet thuis zijn." En toen ze opsprong, maakte ze haar zusje Sarah wakker. En Becky is nogal mager en heeft lange benen, en daar kwam zij door de kamer aanrennen. En Sarah, klein van stuk...

     En als ik erover nadenk, vergelijk ik ze met de kerk. U weet dat deze hier reeds een lange tijd is, zoals u weet, en ze heeft al een lange geschiedenis. En de ander is nogal een kleine, korte Pinkstergroep, weet u, zij bestaan in feite nog niet zo lang. Dus zij...

     En Becky kwam heel snel aangerend en ze sprong precies schrijlings op mijn schoot, en ze zei... sloeg haar armen om mijn nek en begon me te omhelzen. En u weet hoe het voelt in je hart. Wel, kleine Sarah, zij had aan... Ik weet niet of uw kinderen het ook doen of niet, maar de mijne krijgen de afdankertjes, de tweedehandse. Daarom had zij Becky's pyjama aan, en de voeten waren net zoals konijnenvoeten, weet u, veel te lang. En het kleine ding ging struikelend en vallend door het huis, en uiteindelijk lukte het haar.

21 En juist tegen de tijd dat zij arriveerde, keek Becky om, en ze zei: "Sarah, mijn zuster, ik wil je iets vertellen; ik was hier het eerst." Zie? En zei: "Ik heb alles van papa, en er niets meer over voor jou."

     Dus kleine Sarah trok een lip, haar bruine oogjes schoten vol, en ik gebaarde naar haar terwijl ik mijn andere been uitstak. Ze kwam aanrennen en sprong er zó op, net zoals op een gezadeld paard. En ze wankelde zo'n beetje, weet u. Ze stond op het punt eraf te vallen. Ze was er nog niet zo lang. Haar benen waren niet zo lang als die van Becky, want zij kon helemaal de grond bereiken, weet u.

     En Sarah was dus aan het wankelen, en ik sloeg mijn beide armen om haar heen om haar vast te houden. Zij legde haar hoofd even tegen mijn borst. Onmiddellijk sloeg ze haar donkere oogjes op en keek omhoog naar Rebekah, en zei: "Rebekah, mijn zuster, ik wil jou iets vertellen." Zie? "Het mag zo zijn dat jij alles van papa hebt, maar ik wil dat je weet dat papa alles van mij heeft." Dus... [De samenkomst lacht – Vert]

     Weet u, wanneer Hij alles van ons in Hem krijgt verpakt, dan maken we ons helemaal geen zorgen meer, nietwaar? Alles vervaagt gewoon helemaal. En dat is wat ik wil doen, en dat is wat wij allen willen doen: Hem gewoon alles geven wat wij hebben, al onze tijd, al onze zintuigen, het gewoon aan Hem overgeven. Dat klopt.

22 Laat ons nu iets van het dierbaar Woord lezen voordat wij er verder over praten, gedurende een korte tijd. En laten we nu in de Bijbel opslaan in het boek Mattheüs, voor u die de tekst wil opschrijven. Laten we beginnen met het twaalfde hoofdstuk en het achtendertigste vers tot en met het tweeënveertigste vers.

     Toen antwoordden sommigen der Schriftgeleerden en Farizeeën, zeggende: Meester! wij willen van U wel een teken zien.
     Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jona, de profeet.
     Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van de walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde.
     De mannen van Ninevé zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen het veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en ziet, meer dan Jona is hier!
     De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht, en het veroordelen; want zij is gekomen van het einde der aarde, om te horen, de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier!

     Als ik een kleine zinsnede daaruit naar voren mag halen, is het dit: Ziet, meer dan Salomo is hier. Hij had deze Farizeeërs bestraft voor hun ongeloof. Zij hadden de Bijbel gedurende de eeuwen heen op boekrollen gehad, waarin al de profeten over Zijn komst hadden gesproken. Helemaal vanaf Mozes, toen hij het boek Genesis schreef, sprak het over de komende Messias.

23 Mozes beschreef Hem, precies wat Hij zou zijn, hoe dat... En Jesaja beschreef hoe Hij vanuit een maagd geboren zou worden. En Mozes sprak erover dat Hij een profeet zou zijn net als hij. En al deze dingen werden over onze Here gesproken.

     En toch had het systeem van die dag ervoor gezorgd dat... ze waren bij het Woord vandaan gegaan, en het maakte dat zij leefden bij hun traditie van de oudsten. En ik hoop dat onze kerken nooit zo zullen worden, om weg te gaan van het geloven van Gods Woord naar tradities van de oudsten. Dan vormen wij dogma's, en plaatsen er dan dingen in - onze leerstelling - die in werkelijkheid niet in de Bijbel staan. En ik hoop dat wij altijd het volle Evangelie zullen blijven, en altijd het hele Evangelie zullen prediken; wij allen. Dat is de wijze waarop ik denk dat God het bedoelde, dat wij precies de hele zaak prediken.

24 En nu, zoals ik vaak heb gezegd, ik zou misschien niet genoeg geloof hebben om elke belofte te doen geschieden, maar ik zou zeker niet iemand in de weg willen staan die wel genoeg geloof heeft om het te doen. Ik heb vaak gezegd dat ik genoeg geloof zou willen hebben zoals Henoch zodat ik niet hoef te sterven wanneer mijn tijd daarvoor gekomen is, om gewoon een middagwandeling te maken en met Hem naar boven naar huis te gaan. Maar als ik dat geloof niet heb, dan hoop ik zeker dat ik iemand zal ontmoeten die dat wel heeft. En ik vertrouw dat wij op een dag allemaal dat geloof hebben, dat wanneer Hij komt, wij gewoon een wandeling kunnen maken en met Hem naar huis gaan.

25 Nu, zoals we gisteravond opmerkten in het kleine drama, voerde Jezus strikt uit, en deed precies wat de Schrift zei dat Hij moest doen. En velen van hen hadden het geloofd omdat... Precies zoals de vrouw bij de bron, zodra die Geest en handeling op haar hart hadden geflitst, wist ze meteen dat dit het teken van de Messias was. Daar was... Want de Messias zou, als Hij kwam, dat soort werk doen. Daarom zei ze: "U moet een profeet zijn."

     Nu, kijk, soms minachten we iets dat echt goed is, omdat het niet de glans heeft die wij denken dat het zou moeten hebben. Ik wil niet van mijn tekst afdwalen, maar enige jaren geleden las ik dat hier een man was die een misdaad had begaan. En hij werd in de gevangenis gezet, en onderzocht, en werd schuldig bevonden aan iets wat hij gedaan had tijdens zijn dienstperiode. Het was gedurende de tijd van Abraham Lincoln, en op een zekere ochtend zouden zij de man bij zonsopgang doodschieten.

26 Een zekere goede vriend die van hem hield, pleitte voor hem, maar hij kon geen antwoord krijgen. Daarom ging hij naar de hoogste instantie toe waarvan hij wist. Hij ging naar meneer Lincoln. Men vertelde dat meneer Lincoln op dat moment uit de koets stapte. En hij viel neer voor zijn voeten en zei: "Meneer Lincoln, meneer...", vertelde de zaak. En hij zei: "Hij is een goede man."

     Ik denk dat hij was weggelopen in de tijd van iets, een veldslag, of dat hij ongehoorzaam was aan zijn opdracht, en daarom, of... En hij zei: "Hij was gewoon nerveus. Hij komt uit een goed huis." En zei: "Hij was gewoon nerveus en verscheurd. Meneer Lincoln, hij bedoelde niet om dat te doen. En overmorgen zullen zij hem in de ochtend gaan doodschieten. Hij zal overmorgen 's morgens door een vuurpeloton worden gedood."

     Zei: "Meneer Lincoln, u ben een Christen." Zei: "U... één handtekening van u kan die man zijn leven redden." En zei: "Hij meende het niet om dat te doen, dat weet ik zeker." Zei: "Ik smeek het u als zijn vriend."

     Meneer Lincoln pakte een stukje papier en schreef er eenvoudig op: "Gratie verleend door Abraham Lincoln."

     Hij bracht het naar de man in de gevangenis. Hij wilde het niet aannemen. Hij zei: "Je doet alsof."

27 Hij wilde het niet aannemen. Hij zei: "Nee, als het van meneer Lincoln was, zou het verzegeld zijn met het zegel van de Verenigde Staten", enzovoort, en al dergelijke. Zei hoe dat de glanslaag erop te zien moest zijn. En omdat hij het verwierp, werd hij gedood. Omdat hij dat verwierp... Daar was meneer Lincoln zijn zegel... of handtekening, maar hij verwierp het.

     En het kwam voor de rechter omdat zijn naam erop stond. Er stond dat hij de man gratie had verleend en dat de man werd doodgeschoten. Dus toen het voor het federale hof kwam, was hier de beslissing van het federale hof: Een gratie is geen gratie, tenzij het wordt aangenomen als een gratie. Dat is dus de wijze waarop Gods Woord is. Het is het Woord van God voor al degenen die het accepteren als Gods Woord. Zo niet, wel, dan is het niet zo.

     Wij geloven dus het Woord, en dat is de reden waarom wij uitkijken naar het teken van Zijn verschijning. Wij willen daarin niet fout zijn. Wij willen niet iemands gedachten daarover nemen. Wij willen het rechtstreeks uit het Woord van God lezen.

28 Dus Jezus had strikt en direct elk teken dat Hij verondersteld werd te zijn, uitgevoerd. Nu weten wij ook, voordat we dit gedeelte van het onderwerp verlaten, dat de Joden tekenen zochten (zie?); Grieken, wijsheid. En Paulus zei: "Wij prediken een gekruisigde Christus." Nu, de Joden zochten een teken omdat zij het teken boven hun theologie plaatsten. En dat was een goede zaak. Als...

     U zou kunnen zeggen: "Nu, dat klinkt een beetje raar, broeder Branham."

     Wel, Jezus zei: "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet." Zie? Als Hij het Woord van God niet bevestigde, geloof Hem dan niet. Maar Hij zei: "Als u Mij niet kunt geloven, geloof dan het Woord."

29 Nu merken wij op in de Bijbel dat wanneer iemand profeteerde, of een dromer een droom had, en zij waren er niet zeker van, dat zij hen naar de tempel brachten en hen voor de Urim en Thummim plaatsten. En als u opmerkt, als de Urim en Thummim het niet beantwoordde... Nu, het beste wat ik daarover kon vinden, hetgeen die Urim en Thummim was, was deze borstplaat van Aäron. Ik heb het onlangs gezien bij een van de conventies van de Amerikaanse Baptisten daar in Green Lake, Wisconsin, waar de Volle Evangelie Zakenlieden een conferentie hadden. En zij hadden de voorbeelden van al de stenen daar.

30 Welnu, en zij namen een dromer of iemand die profeteerde mee. Ongeacht hoe goed het er uitzag, als deze geheimzinnige lichten als een regenboog op die Urim en Thummim niet oplichtten, dan werd de droom niet geaccepteerd, noch de profetie. Het werd getest door de Urim en Thummim. Dus, kijk, het was altijd het bovennatuurlijke dat de waarheid betuigde.

     Ik denk dat hetzelfde heden ten dage gebeurt. Omdat we zo vaak horen dat de dagen van wonderen voorbij zijn, en dat u Pinkstermensen en Volle Evangelie-mensen de verkeerde weg bent ingeslagen, dan denk ik dat het komt doordat zij het niet begrijpen. Nadat die Urim en Thummim van dat priestertijdperk, of van dat tijdperk, was opgehouden, en het Levietische priestertijdperk van Aäron, hebben wij nu een andere Urim en Thummim, en dat is Gods Bijbel. Zie? En als onze tekenen en wonderen worden... Gods Woord ze weerspiegelt, dan kunnen wij daarop "Amen" zeggen. Het is God Die exact betuigt wat Hij beloofde te doen.

31 Hij beloofde dat Hij in de laatste dagen de Heilige Geest zou uitstorten. Dus is het gewoon een weerspiegeling. Het is deze Urim en Thummim die Zichzelf in de mensen reflecteert. Zie? Ik ben er zeker van dat het onder dit soort mensen niet moeilijk te begrijpen is. Het is de Urim en Thummim, hier, de Bijbel, die Gods beloften reflecteert.

     En Jezus had Zijn ambt als Messias gereflecteerd, en zij hadden het niet geloofd. En in de volgende hoofdstukken begrijpen wij dat ze... Of in hetzelfde hoofdstuk voorafgaand aan dit, hadden zij Zijn werken gezien, en zij hadden Hem Beëlzebul genoemd. Beëlzebul is een duivel, net als...

     Zij hadden Hem deze dingen zien doen, en zij dachten dat Hij een waarzegger was, of een heks, of zoiets. En Hij zei tegen hen: "U spreekt hier nu tegen, en Ik vergeef u daarvoor, maar wanneer de Heilige Geest komt (om wellicht volgens Hem hetzelfde te doen), en daar tegen te spreken, zal u nooit vergeven worden. (Zie?), omdat... in deze wereld, noch in de wereld die komt."

32 Nu, nu, God voorzag in alle tijdperken dat er gaven waren in Zijn gemeente. Hij heeft Zijn volk altijd betuigd. Waar je de levende God ook ziet, daar ziet u de tekenen van een levende God. Nu, daar had je Moab op de berg, en hij offerde. Hij had zeven altaren, Bileam, en hij had zeven ossen. Hij had zeven rammen, evenveel ossen, een rein offer; rammen spreken van de komende Rechtvaardige. Fundamenteel gezien was hij net zo fundamenteel als Mozes ginds in het kamp van Israël.

     Maar het enige verschil was, dat God Mozes bevestigde door middel van een geslagen rots, en een koperen slang, en een Vuurkolom, en een geroep in het kamp, van een Koning Die erbij was. En God bevestigde dat daarginds. Dat is het verschil. Dat laat zien...

33 Als wij nu spreken over fundamentalisme, dan was Kaïn net zo fundamenteel als Abel dat was. Beide jongens zochten naar een manier om God te behagen. Kaïn bracht een offer. Kaïn bouwde een altaar. Kaïn aanbad net zo oprecht als Abel. Maar Abel, door geestelijke openbaringen, waarop de gemeente is gebouwd, op geestelijke openbaringen van de wil en het Woord van God, bood God een offer aan dat Hem behaagde. En ik geloof dat het precies zo is als de dag waarin wij nu leven.

34 Nu, God had altijd tekenen. Jezus sprak hier over... verweet deze steden en zei: "O, gij Kapernaüm", en verschillende andere. "Als deze tekenen... Als de machtige werken in u waren geschied die... of in Sodom waren geschied die in u zijn gedaan, dan zou ze tot op vandaag hebben bestaan. En u bent verhoogd in de hemel, maar zult in de hel geworpen worden", hoe zou... Bestrafte de steden die de Boodschap niet ontvingen.

     En kijk naar de Boodschap vandaag zoals ze de wereld is overgegaan: zendelingen. O, ik geloof dat het verdraagzamer zal zijn voor Sodom en Gomorra dan het zal zijn voor de mensen en de steden die vandaag het Evangelie verwerpen, terwijl God met Zijn Urim en Thummim Zijn eindtijdtekenen en wonderen reflecteert onder Zijn volk. Kijk slechts naar wat er in de laatste paar jaren is gedaan. Over de gehele wereld vinden opwekkingsvuren plaats met grote tekenen en wonderen en wonderbaarlijke zaken. Er kan niets anders volgen dan oordeel nadat ze afgewezen zijn.

35 Nu, Jezus sprak hier over sommige mensen in de dagen waarin God tekenen had getoond. Jona was zo een over wie Hij sprak, en Jona werd naar Ninevé gezonden. En ik had altijd medelijden met Jona, omdat veel mensen, denk ik, Jona verkeerd begrepen. Nu, ze zeiden dat Jona teruggevallen was, en dat hij dit, dat en wat anders was, en ik heb precies hetzelfde gezegd. Maar laten wij Jona even onder de loep nemen.

     Ik geloof niet dat hij teruggevallen was, omdat hij Gods profeet was. En het leek alsof hij uit de wil van God wegliep, maar door het kleine verhaal dat ik zo dadelijk wil vertellen, geloof ik dat u zult zien dat God alles liet medewerken ten goede.

     U weet dat de voetstappen van de rechtvaardigen worden geleid door de Here. Dat geeft ons predikers soms de kans om even op adem te komen, als we denken een verkeerde beweging te hebben gemaakt. Maar soms beweegt God met ons mee. Wij denken dat het fout is, maar misschien is het God Die ons beweegt.

36 Nu was Ninevé veel groter dan deze... ja, ongeveer net zo groot als Sint Louis. En het was een heidense stad, en het was een grote commerciële stad, en een grote stad dichtbij de kust. Een van hun belangrijkste beroepen daar was de visserij. En ze waren afgodenaanbidders, en hun zonden waren zo talrijk geworden dat God het niet langer kon aanzien.

     Onthoud, dat er toen nog geen offer voor hen op het altaar lag zoals dat er voor de wereld van vandaag is. Daarom kon God die afschuwelijke zonden niet langer toestaan. Daarom vertelde Hij Zijn profeet om naar Ninevé te gaan (we zijn allemaal bekend met het verhaal die de Bijbel lezen), en zei: "Roep het uit tegen die stad."

37 En toen de profeet bij de zeekust aankwam... In plaats van naar Ninevé te gaan, nam hij een schip dat naar Tarsis voer. Nu hebben we altijd gedacht dat dit een kortere route was, of dat hij zijn verplichting ontdook. Maar ik ga vanavond proberen het voor die prediker op te nemen, en ik ga zeggen dat ik geloof dat hij een profeet was, en precies in de wil van God. Ik geloof dat hij de leiding van de Geest volgde. Ik geloof dat hij geleid werd om die kant op te gaan. Hij begreep het niet, nadat God hem bevolen had naar een bepaalde plaats te gaan, en hier ontdekte hij dat hij een andere kant op ging.

     Hij ging naar beneden in de boeg van het schip, of beneden in de romp, en viel in slaap. En er stak een grote storm op. Goed, we weten dat ze het allen uitriepen dat zij begonnen te zinken, en dat er iets fout zat. En Jona kwam eraan en beleed dat het zijn schuld kon zijn. Hij zei tegen hen om zijn voeten en zijn handen vast te binden en hem overboord te gooien, omdat het niet eerlijk was dat zij allen vergingen vanwege hem.

38 Nu, God maakte dat een grote vis hem opslokte (wij noemen het een walvis) en de vis zocht in die storm in het water naar voedsel. Velen van u zullen hebben opgemerkt hoe een vis in het bijzonder tijdens een storm aan de oppervlakte zwemt om zich te voeden, omdat er veel... De oceaan heeft dan een opwekking. Weet u, hij springt op en neer en heeft een geweldige tijd. Dat is wanneer er... Dat is een opwekking.

39 Ik herinner mij toen ik voor de eerste keer aan de zeekust stond... het was geen zee, het was het Michigan meer. Ik was nog maar een jonge prediker die ging luisteren naar Paul Raders prediking op de Wereldtentoonstelling. Het was geloof ik ongeveer in 1933, toen in Chicago. En ik kreeg toen voor het eerst de gelegenheid om naar buiten te gaan om naar de enorme watermassa te kijken, groter dan de Ohio rivier. En het ging gewoon op en neer en zo maar door, weet u. En het was in de vroege lente toen we daar bij de zonsopgangsdienst met Pasen waren. En ik zag die grote schuimkoppen dichterbij komen, weet u, die de oever raakten en uitrolden. En ik dacht aan die... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... het lied: Stromen van vreugde rollen over mijn ziel, als de golven der zee.

     En ik dacht: "Ze komen aanrollen, maar dat is niet het einde van de golf. Ze gaat weer terug om opnieuw aan te komen rollen." Ik dacht: "Wel, waar is dat springen voor? Waarvoor is het?" En het was alsof iets tegen me zei: "Het heeft een opwekking, dat is alles."

40 Wel, ik dacht: "Weet je wat? Er is geen spatje... geen enkele druppel méér water in die plaats nu, in dat meer, dan er in was toen het volkomen stil was. Er is niet méér water. Geen beetje." Heeft u daar ooit over nagedacht? Maar het heeft gewoon een opwekking (zie?), gewoon springend, en schreeuwend, en juichend; heeft een opwekking.

     Ik dacht: "Wel, wat is het nut ervan om een opwekking te hebben?"

     Er kwam een wind naar beneden, een ruisende wind, weet u, zoals wij het geloven, en die begon het in beroering te brengen. Waarvoor brengt het in beroering? En ik zag dat alle rommel die in het meer was, er op de kust werd uitgespoeld. Daarvoor is dus een opwekking nodig, om al de rommel eruit te spoelen (ziet u?), om heel de wereld eruit te krijgen, om het gewoon op de kust weg te rollen.

     En nu, als wij... Ik hoop dat onze Pinksterkerken er nu geen nodig hebben, zie. Wij hebben ze alleen nodig om ons ermee te verheugen, weet u; onze kerken hebben dat echt niet nodig. Dus [Broeder Branham schraapt zijn keel uit sarcasme – Vert] we hebben... we hebben hoe dan ook een opwekking. Dus dan, als de... Er wordt dus alleen maar gesprongen en gejubeld daar in de golven.

41 Dus terwijl dit schip op en neer ging, en de vis naar voedsel zocht... En het eerste wat er gebeurde, is, dat er een grote walvis aankwam en Jona inslikte. En ik sprak daar een paar jaar geleden met iemand over toen ze een walvis op een platte goederenwagen naar Louisville brachten, het skelet ervan. En deze man maakte er een opmerking over.

     Hij zei: "Nu, de... Weet u, u heeft gehoord over de zinspreuk in de Bijbel over de walvis die Jona inslikte." Zei: "Ik wil dat u allen opmerkt dat hij... Hij kan het niet gedaan hebben. Het zou zijn, o, waar de slokdarm hier zit ...", zei hij, "de walvis zou niets groters dan een sinaasappel of een grapefruit hebben kunnen doorslikken, daar waar het naar beneden gaat."

     En ik stond daar - nog maar een jongen - te luisteren. Weet u, ik begon eraan te denken... Merkte u het op? (Ik zal het straks lezen.) Luisterde, en dacht: "Natuurlijk zou de Bijbel daarover niet liegen." En ik dacht: "Het kan niet zo zijn én in de Bijbel blijven. En dat is geen zinspreuk, ik geloof dat het de waarheid is."

42 Maar heeft u opgemerkt dat dit een speciale walvis was; deze had God toebereid. Deze was speciaal gebouwd voor de gelegenheid. Weet u, God kan dat doen. Ja, Hij kan dat. In Genesis 22 had Hij daar op een keer op de berg voor Zichzelf in een offer voorzien. Jehova-Jireh kon voor Zichzelf in een walvis voorzien. Gelooft u dat niet? Daarom nam Hij er een die groot genoeg was om deze profeet door te slikken. En toen hij naar beneden ging, nadat hij gevoed was...

     Iedereen weet, dat wanneer je je goudvis te eten geeft, wel, u merkt op dat hij regelrecht naar de bodem gaat, zijn kleine vinnen op de bodem plaatst en rust, omdat hij een volle maag heeft. Wel, dan is hij daar beneden aan het rusten. En waarschijnlijk ging deze oude walvis nadat hij Jona had ingeslikt naar de bodem van de zee, misschien vele vadems diep, en rustte daar. Hij had een hele volle maag. En toen...

43 Maar weet u, Jona bevond zich daar in de maag van deze walvis, met het zeewier rondom zijn nek... en hij was in een slechte toestand. En hij ging op zijn rug liggen, en hij lag in het braaksel van de walvis, en hij begon deze kant op te kijken...

     Weet u, mensen praten zoals dit: "Wel, broeder Branham, er werd gisteravond voor mij gebeden, maar mijn handen zijn niet beter." U... u kijkt niet naar de belofte; u kijkt naar de symptomen. Zie?

     "Wel, ik was ziek gisteravond toen er voor mij werd gebeden. Ik voel me deze morgen niet beter. Bid weer voor mij."

     Dat is in orde. Maar als u het de eerste keer hebt geaccepteerd, dan is het niet nodig om weer te bidden, omdat het reeds beklonken is. Ziet u? Het is van u. Zie? Nee. En u... u kijkt naar de symptomen. Het hangt er vanaf waarnaar u kijkt. Zie?

44 Dus als hij daar naar symptomen keek... Kijk. Wat als hij er daarginds naar zou hebben gekeken? Wel, als hij deze kant opkeek, was het walvisbuik; keek hij naar die kant dan was het walvisbuik; overal waar hij keek was het walvisbuik.

     En hij lag op de bodem van de zee met zijn handen en voeten achter hem vastgebonden op de bodem van de zee, op een stormachtige zee. Nu, op de bodem van de zee... Nu, over een geval van symptomen gesproken, die had hij daar werkelijk op de bodem van die zee in deze walvisbuik. En daar lag hij, zijn handen gebonden, zijn voeten gebonden, liggend tussen het zeewier en wat de walvis eerder had gegeten om hem heen gewikkeld, liggende op de bodem van de zee.

45 Maar weet u wat? Hij wilde niet naar die walvisbuik kijken. Weet u wat hij zei? Dat zij leugenachtige ijdelheden waren. Zij waren gewoon niet waar. Hij ging naar iets anders kijken. Hij zei: "Nog éénmaal wil ik naar Uw heilige tempel opzien." Nu, Jona wist, dat toen Salomo die tempel opdroeg, dat hij bad en zei: "Here, wanneer Uw volk ergens in nood is, en naar deze heilige plaats zal opzien en bidden, hoort U dan vanuit de hemel." En hij had vertrouwen in dat gebed.

     En weet u wat God deed? Ik weet niet of Hij daar een zuurstoftank in stopte, of wat Hij deed, maar Hij hield hem in leven gedurende drie dagen en nachten.

46 Nu, als Jona geloof kon hebben onder deze omstandigheden, in een gebed dat een man bad (een doodgewone man die later terugviel) en God dat geloof eerde, wat behoorden wij dan vanavond te doen? Niet kijken naar een tempel met handen gemaakt, maar een in glorie, en niet naar een man die terugviel, maar naar de Zoon van God Die daar zit met Zijn bebloede klederen om voorbede te doen op onze belijdenis. Hoeveel te meer behoorden wij niet naar onze symptomen kijken maar naar Gods belofte. Jazeker.

47 "Vraag de Vader iets in Mijn Naam, Ik zal het doen." Dat is alles. Hij is de Hogepriester Die daar in de hoge aan de rechterhand van Zijn majesteit zit om voorbede te doen op onze belijdenis; op wat wij hebben geloofd en beleden. En alles wat Hij voor ons deed, kunnen wij belijden, en het geloven, en Hij is daar om het in orde te maken in de tegenwoordigheid van God. Hoezeer behoorden wij te juichen, en niet naar enige symptomen te kijken. Kijk naar wat God heeft beloofd. Dat is een belofte.

     Nu, we ontdekken dat het vreemd is... Drie dagen en nachten cirkelde die oude walvis daar ergens in het water rond en rond, en Jona leefde. Nu, ons werd verteld dat deze mensen van beroep vissers waren. Zij voorzagen in hun levensonderhoud door te vissen. Dus misschien waren al die vissers daarbuiten... En een van hun goden was de walvis-god.

48 Ze waren dus allemaal aan het vissen op zee, en plotseling rees hun god omhoog, ging rechtstreeks de oever op en stak zijn tong uit, en de profeet wandelde regelrecht uit de bek van hun god. Wie zou hen kunnen afhouden van te geloven? Zie? Zeker. Geen wonder dat zij zakken op hun dieren legden, omdat de zeegod de profeet regelrecht had uitgespuugd, en hij had hun verteld om zich te bekeren. Nu ziet u dat Jona niet uit de wil van God was; hij was precies in de wil van God.

     En Jezus zei dat een boos en overspelig geslacht naar een teken zal zoeken. Hebt u dat opgemerkt? En zij zullen het ontvangen. Hij beloofde dat zij hun teken zouden ontvangen. Hij zei: "Zoals Jonas drie dagen en drie nachten in de buik van de walvis was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn."

49 Nu, dit is een boos en overspelig geslacht. We weten het. En wat was het teken dat zij zouden ontvangen? Het teken van de opstanding. Jezus is niet dood, maar Hij is weer opgestaan. Opnieuw hebben grote commerciële steden zich overgeleverd aan de vijand, aan de duivel: trouwen, geven ten huwelijk, en overspel, en verdorvenheid, en allerlei soorten vuiligheid dat heden ten dage op aarde is; en ongelovige Christenen die een vorm van godzaligheid hebben, koppig, hooghartig; een intellectueel tijdperk.

     De profeet sprak ervan. De Heilige Geest zei specifiek dat er in de laatste dagen een intellectueel tijdperk zou komen. Mensen zouden liefhebbers van zichzelf zijn, trots, godslasteraars, ongehoorzaam, zonder zelfbeheersing, en verachters van hen die goed zijn.

50 U zegt: "Dat zijn communisten, broeder Branham." Zeker niet. Het zijn kerkleden die een vorm van godzaligheid hebben maar de kracht ervan verloochenen. Van dezen... Zij krijgen het teken van Jonas...

     Want Jezus Christus is vanavond bij Zijn volk, uitvoerende en dezelfde dingen doende als die Hij deed voordat Hij gekruisigd werd. [De samenkomst verheugt zich – Vert] En Hij stond weer op, en is levend onder ons. U begrijpt niet wie dat is die daar naast u zit. Dat is een zoon en dochter van God.

     Misschien is het wel goed dat we het niet begrijpen, de manier waarop we handelen. O, wel, we zijn vergaderd in hemelse gewesten, letten op Zijn Urim en Thummim van deze laatste dagen die Zijn tegenwoordigheid reflecteren omdat Hij klaar is om te komen; Hij maakt Zijn verschijning bekend in de vorm van de Heilige Geest om Zijn gemeente in vorm te krijgen, om haar gereed te maken om ontvangen te worden. Amen. Wij zijn zo blij om dat te weten.

51 Dus denk ik niet dat Jona uit de wil van God was. En ik geloof dat het boze en overspelige geslacht naar tekenen zoekt. Nu. En zij... God weigert dat nooit, maar Hij geeft hun altijd een teken.

     We ontdekken nu dat we bij het volgende karakter zijn beland, genaamd Salomo. Nu weten alle Bijbellezers dat de dagen van Salomo het gouden tijdperk van Israël waren. Als... Ze hadden meer voorspoed onder Salomo omdat er amper oorlog was. En zij bouwden de tempel, en het was een grote gouden tijd voor Israël.

52 En de reden daarvan was, dat toen Salomo, de zoon van David, de troon innam, hij nooit bad dat God hem zoveel zou geven, maar slechts om wijsheid, hoe hij moest regeren en het volk bijeen kon houden. Welnu, God werkte met hem, en Hij gaf hem een gave van onderscheiding. Waarlijk, dat had hij zeker. En hij kon het goede van het kwade onderscheiden, enzovoort, en het nieuws verspreidde zich overal, over de gehele wereld, van deze grote...

53 Weet u, als God in een bepaald tijdperk de mensen ziet, dan geeft Hij hun een gave, of een teken... En een gave produceert altijd een teken. Dat is de reden dat Jezus hen bestrafte, omdat Hij Gods gave was, en het teken van Gods gave werd betuigd. Hij zei: "Als gij Mij niet kunt geloven, geloof dan de werken, want zij getuigen van Mij." Ziet u?

     En zou het nu vanavond niet fijn zijn als heel Amerika Gods gave voor deze laatste dagen, de Heilige Geest, zou geloven? Zeker, het is Gods gave. Bedenk nu, als zij dat teken en die gave verwierpen, wat zou er gebeuren? De natie zou in chaos terechtkomen. Als zij die gave accepteerden, dan zou de natie een gouden tijdperk hebben. Nu, dat is hetzelfde als wat er vanavond gebeurt.

54 Denk aan iedere Amerikaan vanavond die belijdt een Christen te zijn en gelooft in Jezus Christus, dat hij de Gave zou aanvaarden en geloven die God ons in deze laatste dagen heeft gezonden: de Heilige Geest. Wel, weet u wat? Zij zouden elke politie-eenheid ontslaan. Zij zouden gewoon de gevangenissen kunnen afbranden. Wij zouden ze niet meer nodig hebben. Nee, nee. Er zouden geen advocatenkantoren meer zijn en dergelijke. Wij zouden die niet meer nodig hebben. Waarom, omdat het duizendjarige rijk gaande zou zijn. Zeker.

     Maar wat doen zij? Zij verwerpen de Gave van God. Niet alleen dat, maar het is zoals in de dagen van Noach: ze maken er grappen over en bespotten het. En wij zitten het uit te zweten. Dat is waar.

55 Noach moest het ook uitzweten. Nu gaan we van Salomo naar Noach, maar heeft u opgemerkt dat God... Nadat Noach zijn boodschap had gebracht, vertelde God hem in de ark te gaan, en Hij verzegelde hem daarin. En de volgende ochtend dacht hij dat het zou regenen.

     Maar weet u, Noach ging erin op de zeventiende februari, maar weet u wat? Het regende de hele week niet. En de mensen die eromheen zaten, de grensgelovigen, zeiden: "Wel, die oude man kon wel eens gelijk hebben, laten wij daarheen gaan en kijken of er werkelijk wat komt... De wetenschap zegt dat daar geen water is; maar hij zegt dat zijn God daar water kan voortbrengen als Hij dat beloofd heeft. Dus zou het kunnen. Laten wij daar gewoon in de buurt blijven rondhangen."

56 Er zijn heden ten dage zo velen van dat soort, die slechts toekijken om te zien wat er zal gebeuren. Zie? Dus de... Zeiden: "Als het werkelijk begint, bijvoorbeeld wat water daar omhoog in de lucht, wolken of zoiets, dan zullen we op de deur kloppen en naar binnen gaan."

     Wel, Noach geloofde dat het op de eerste dag zou gaan regenen. Dus zat hij daar en keek uit het raam, en de zon kwam op en ging onder, en geen spatje regen, weet u. En Noach begon zich af te vragen of hij het juist had of niet.

     Dus toen ging de tweede dag voorbij, de derde dag ging voorbij. (Pinksteren, haalt u het nu nooit in uw hoofd dat u het fout hebt. Zit daar gewoon en zweet het uit.) Hij beloofde het, en Hij zal het gaan doen. Ziet u?

57 Ik sprak onlangs 's avonds over Veronderstellen, wat als de apostel gezegd zou hebben: "We hebben hier negen dagen gewacht, ik geloof dat wij de Heilige Geest hebben gekregen. Ik veronderstel dat wij het hebben. Laten we naar buiten gaan en onze bediening starten." O, nee. Zij wachtten totdat dat Bijbelteken daar verscheen, wel, dat was totdat het goed was. En zij dachten nergens aan.

     Zij zagen Gods betuiging toen Zijn Urim en Thummim in hun leven begon op te lichten. Toen zei Petrus: "Dit is hetgeen gesproken werd door de profeet Joël..." Dat is waar, omdat hij een Schriftplaats had om het kracht bij te zetten. En dat is Gods gemeente vandaag.

58 En Salomo was Gods grote gezalfde. Ik stel me voor dat iedereen één van hart en één van ziel was, de hele natie was één van hart en één van ziel. Moest het zo niet zijn? Wat zou het zijn als alle kerken die de gemeente van Jezus Christus worden genoemd, vanavond zo zouden zijn als Israël was in die tijd, één van hart en één van ziel?

     Niet één kwam binnen en zei: "O, wel, ik weet niet hoe het zit met oude Salomo. Ik weet daar niets over. Ik geloof dat hij een fanatiekeling is. Wat denk jij daarvan, Jim?"

     "O, ik geloof ook dat hij een fanatiekeling is." Gaan weg, en wonen onder hun eigen olijfboom.

     Nee. Iedereen zou naar de samenkomst komen. Ze zouden zeggen: "O, ik heb nog nooit zoiets in mijn leven gezien als voorganger Salomo. Glorie voor God voor het zenden van Zijn Geest op ons." En weet u, zo'n opwekking zou zich over de gehele wereld verspreiden. Zeker zou het dat.

59 En nu hadden zij in die dagen geen televisie en radio en pers enzovoort om het nieuws te verspreiden. Het ging gewoon van lip tot oor. En de grote kamelenkaravanen gingen langs de verschillende delen van het land, wel, zij brachten het nieuws.

     En na verloop van tijd kwam het helemaal in Scheba aan, heel ver weg. En er was een kleine koningin daar. Nu, zij was een heidense, maar zij was... begon te luisteren naar iemand die thuiskwam en zei: "O, ik trok zojuist door Israël, en wij hebben daar wat spullen opgepikt en wij brachten ze naar hier. En, o, u zou dat land moeten zien. U zou moeten zien wat voor soort samenkomst daar aan de gang is. Zij zijn gewoon als één persoon."

     "En, weet u, zij hebben daar een God Die zij Jehova noemen, en die Jehova heeft Zelf een man uitgekozen, en Hij betuigt Zichzelf als Jehova door die man heen." O my, dat moet een geweldig gesprek zijn geweest.

60 Weet u, geloof komt door... [De samenkomst vult aan – Vert] ... het horen van het Woord van God. Zie? Dat is waar. Dus toen deze mensen dat vertelden, begon deze kleine koningin zich diep in haar hart af te vragen: "Ik vraag me af of dat allemaal wel waar is. Wel, ik wacht tot de volgende kamelenkaravaan langstrekt." En toen kwam de volgende langs. "Bent u door Israël gekomen?"

     "Ja, ik ben vanaf die kant gekomen."

     "Is dat zo, dat ze daar een opwekking hebben, de Pinkstermensen, of, de..." Wel, het Pinksteren van die dag. Ziet u? "Hebben ze een echte opwekking gekregen?"

     "O, zij zijn één van hart en één van zin."

     O my. Ik wenste gewoon dat deze groep op die wijze kon worden. Ik vertel u, Columbia zou de volgende ochtend op de voorpagina van de krant komen te staan. Dat vertel ik u.

     "Ja, ja. Wonderbaar." En zei: "O, ja."

     "Vertel me, heeft u die man gezien die ze daar hebben, Salomo?"

     "Ja."

     "Is het waar dat zij een God hebben Die Zichzelf kenbaar maakt door hen heen?"

     "Ja, dat is waar."

61 Jongen, dat hartje begon te kloppen. Ze wilde gaan. Nu, ik denk eraan hoe het zou zijn als wij elkaar zouden beginnen te vertellen hoe goed onze mensen zijn, hoe wonderbaar deze Heilige Geest is, in plaats van te proberen elkaar neer te halen. Ziet u? Ik denk dat het zou maken dat iedere... U bent het zout der aarde. Ziet u? Maar het zout kan alleen bewaren wanneer het contact maakt. Zie? Dus denk ik dat, als wij echt zoutend worden, de wereld echt dorstig zou worden. Denkt u ook niet? Dat is waar. Word echt zoutend.

     En nu ontdekken we dat Salomo gewoon een geweldige tijd had. En zo begon deze kleine koningin te hongeren en te dorsten. En ik kan me voorstellen dat ze 's nachts wakker werd en dat zij haar dienstmeisjes riep, en dat zij zou zeggen: "O, ik had een droom, en ik droomde dat ik... Op de een of andere manier een vreemde droom. En ik geloof dat... Misschien komt het omdat de leider van die stoet me vertelde over die opwekking ginds in Israël."

62 Tenslotte begon haar hart zo te kloppen, dat ze zei: "Goed, weet je, ik zal daar naartoe gaan om het voor mijzelf uit te zoeken." Dat is goed. Maak uw keuze. Weet u, wanneer iets begint te kloppen, begint te dorsten, dan is het tijd om er achteraan te gaan. Als u begint te denken: "Ik kan een dezer dagen sterven. Ik ken God niet", dan kunt u maar beter starten, omdat dat Gods rode licht betreft. Het sein gaat omlaag, dus kunt u zich maar beter haasten.

     Als iets u vanavond vertelt: "Ik geloof dat er ergens een bron voor genezing is..." Gods sein rinkelt. Stap er heel snel in. Het water is reeds in beweging. Het enige wat u hoeft te doen, is om er direct in te stappen.

     "Wanneer kwam het in beweging, broeder Branham?"

     Negentienhonderd jaar geleden op Calvarie begon het te bewegen. En toen op de dag van Pinksteren schudde het werkelijk de hele zaak. Het raakte toen echt in beweging. Nu, het enige wat u hoeft te doen, is regelrecht in de wateren van de Heilige Geest te stappen om genezen te worden.

63 Nu, deze kleine vrouw was hongerend en dorstend om daar naartoe te gaan. Dus nu... tenslotte was ze een kerklid, dus moest zij toestemming vragen aan haar heidense priester, of zij de opwekking kon bijwonen of niet. En zo zie ik haar daar naartoe gaan, en ze zei: "Heilige vader... [Leeg gedeelte op de band – Vert], ik zou graag uw toestemming willen vragen, of ik zou kunnen... Ze hebben me verteld dat ze in Israël een opwekking hebben. Zij hebben daar een God Die, o, Hij leeft precies in de mensen. En zij zijn allen eensgezind. En zij vertellen mij dat die man een bepaalde soort gave van onderscheiding heeft. Hij kent de geheimen, en kan dingen voorzeggen die komen te geschieden. En ze zeggen dat daar een grote God is Die zij dienen. En weet u, heilige vader, ik zou daar graag naartoe willen gaan om te zien of dat waar is."

     Ik kan me zo voorstellen wat er plaatsvindt. Ik kan hem horen zeggen: "Mijn kind, zou de waardigheid van een koningin erom vragen om naar een dergelijk stel toe te gaan!"

64 Weet u, waar God Zijn Geest uitstort, wordt er altijd min of meer op hen neergekeken, of ze een stelletje domoren zijn. Zij weten beslist niets over deze wereld. Zij raken hun eigen verstand kwijt, zodat zij het verstand van Christus zouden mogen vinden. Ziet u?

     En er werd daar dus echt slecht over gesproken. Ik kan hem horen zeggen: "Kind, zeker niet. Als er zoiets gaande was zoals die soort gave, zou het hier in onze kerk plaatsvinden." U weet dat dit nog steeds zo gebeurt. Dat doet het zeker. Zei: "Welzeker, het zou precies hier onder ons plaatsvinden in onze groepen. Dat is waar dit zou gebeuren."

65 Ze zei: "Maar, vader, dat is niet zo. En zij vertellen mij... Daarom zou ik graag uw toestemming willen krijgen om daar naartoe te gaan."

     "Luister. Je bent een hoogwaardigheidsbekleder. Je hebt veel aanzien, en je bent een bekendstaand persoon. Je kunt jezelf niet verlagen om met zo'n stel om te gaan."

     En toen zei ze: "Maar, weet u, meneer, ik wil hoe dan ook gaan." Weet u, er is iets mee aan de hand wanneer God aan uw hart begint te trekken, dan is er amper iets dat je daarvan kan weerhouden. Dat is waar. Zeker niet.

     Het begon dus aan haar hart te trekken, weet u: "Je moet hoe dan ook gaan."

     "Wel," zei ze, "ik heb ervan gehoord." Dat is hoe geloof komt. "Laat mij gewoon gaan en het voor mijzelf uitvinden. Ik zal terugkomen en u verslag uitbrengen."

     "Je zult nooit mijn toestemming krijgen. Wel, je oude dode grootmoeder en overgrootmoeder, enzovoort, waren koninginnen voor jou, en die zouden zich daar in hun graf omdraaien als zij wisten dat je zoiets zou doen."

     Ik kan me voorstellen dat haar hartje zei: "Wel, zij kunnen zich net zo goed klaarmaken om zich om te draaien, want ik ga toch." Zie? Dus...

66 Waarom? Geloof komt door horen, het horen van het Woord. En wanneer God aan een hart begint te trekken, is er geen enkele manier om er vanaf te komen dan om te gaan doen wat het je vertelt om te doen. Dat is de enige manier om het te doen. Dus hier was zij, het trok aan haar hart, en ze ging...

     Hij zei: "Nu, kijk. Nu, blijf gewoon hier in onze kerk, en op een dag zal hier misschien de grote Dagon, of een van de andere goden, in actie komen."

     Ze zei: "Luister even. Ik wil u iets vertellen. Ik heb mijn leven in deze tempel uitgezeten, en al mijn dagen sprak u over een god, en ik hoorde mijn moeder hetzelfde zeggen. En hier hebt u een boek met regels, en u hebt hier overal afgoden hangen, en ik heb nog nooit iets zien gebeuren."

67 Dat is waar ik van houd. En als er zoiets is als een god die in u kan komen... Bent u allemaal bekend met de heidense vorm van aanbidding? (Ik weet... Ik wil niet... Ik kijk hier naar die klok en ik zal bij deze verkeerd gaan.)

     De wijze nu van een heidense aanbidding, zoals zij doen, is de afgod binnenbrengen en hem neerzetten. Dan halen ze een priester en zij zegenen de kaars. En ze plaatsen deze kaars voor de afgod neer, en ze brengen hem iets te eten en gebruiken het avondmaal met hem. En dan werpen zij zich neer voor die afgod, en geven hun gedachten op zó'n manier over, totdat zij geloven dat ze die afgod tot hen terug kunnen horen spreken. Nu, dat is heidense aanbidding.

68 Nu, dat is tegengesteld aan God. Zie? God is geen afgodsbeeld; God is een Geest, en daar werpen wij ons voor neer. En de Geest komt niet in een of ander beeld, zoals sommige zogenaamde Christenen ons willen doen geloven, maar de Geest komt in u. En u bent Gods huis, levende voorwerpen die rondlopen en de levende God manifesteren. Want God woont niet in tempels met handen gemaakt, "maar een lichaam hebt Gij Mij bereid."[De samenkomst verheugt zich – Vert]

     U bent Gods brief, een geschreven epistel. God is in u, Zichzelf daar doorheen manifesterend. Als u zich voor God kunt neerbuigen en zeggen: "God, ik ben een zondaar; kom in mij", dan zal de Heilige Geest binnenkomen, en dan bent u een levend beeld van God, een levende vertegenwoordiging van God, rondwandelend met God, Die door uw lippen tot anderen spreekt.

69 Nu, misschien zei deze kleine eenvoudige vrouw tot deze priester: "Ik ben hier al deze jaren geweest. U heeft over al deze dingen gesproken. Ik heb niet één keer gezien dat het sprak; ik heb niemand gezien die anders handelde; het is altijd dezelfde oude zaak geweest, en er zit helemaal geen leven in. En als er ergens iets bestaat waar een God is Die leven kan geven, dan wil ik dat." [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

     Ik zeg "Amen" tegen haar. Jazeker.

     "Ik wil het vinden."

     Goed. Het eerste wat er gebeurde, was dat het haar lidmaatschap kostte. Dus nam ze haar lidmaatschap mee onder haar arm. Nu... Ik denk dus dat zij misschien de weg afliep. Nu, die kleine dame had wat obstakels waarmee ze te maken kreeg. En nu... om daar naartoe te gaan.

70 En nu, allereerst zei ze: "Ik ga er naartoe. En ik heb al de boeken gelezen over wat deze Jehova zou moeten zijn. En ik ga er naartoe om het zelf te bekijken." En toen laadde zij een paar kamelen op met enige cadeaus. En ze zei: "Als het zo is, dan zal ik het steunen, als het niet zo is, neem ik mijn geld weer mee terug." Tjonge, zij kon in Amerika sommigen van ons een paar lessen leren, is het niet? Jazeker. Als het er toe doet, is het alles waard. Zo niet, dan is het niets waard. Ga er bij vandaan.

     En ze zei: "Als deze zaak, die Jehova beweert te zijn... Als Hij Zichzelf manifesteert en ik het met mijn eigen ogen kan zien, dan ben ik gewillig om er alles voor te geven, maar als het niet zo is, dan kan ik gewoon mijn gaven mee terug nemen." Bedenk nu, met al dat goud en spullen op die kamelen... Zij had honderden mijlen te gaan, en weet u wat? Ezau's kinderen waren in de woestijn en zij waren rovers. En wat zou het een gemakkelijke prooi zijn geweest, met al dat geld, voor een groep van deze rovers om die kleine dame te overvallen, en haar en die paar kleine bewakers, eunuchen, die zij bij zich had, te doden, en dat geld te pakken.

71 Maar wist u dat? Wanneer je uitgaat om Christus te ontmoeten, en vastbesloten bent om Christus te ontmoeten, dan ben je je van geen enkel gevaar bewust. Je bent nergens bang voor. Je hebt één doel en één verlangen, en dat is om Christus te ontmoeten. O, kon de wereld maar zo hongerig zijn. Zij wilde Christus ontmoeten, of Salomo ontmoeten, en dat was haar voornaamste doel, of om Salomo te ontmoeten, de gave, en zien of het God was. En zij was zich van geen enkel gevaar bewust. Zij wist het niet.

72 Iemand zei op een keer... Ik zag een vrouw opstaan die begon te schreeuwen, en ze rende in de rondte. Eerlijk, ze sprong over vier stoelen. En sommigen van hen zeiden: "Het leek erop dat die vrouw haar nek zou breken."

     Ik kende haar. Zij was een gewone kleine huisvrouw daarginds. Maar ik zei: "Daar dacht ze niet aan." Ze was net overgestoken en ze kon gewoon niet blijven zitten. Dat was alles. Ze was aan het rennen. Ze stond in vuur en vlam. Ik zei: "Zij moest gewoon rennen." En daarom dacht ze niet aan gevaar; ze ging gewoon door.

     Hetzelfde als je zou zeggen: "Welnu, als je niet zo-en-zo doet, en zus-en-zo en zo-en-zo, dan zal je gaan sterven." Daar let je niet op. Je neemt Gods Woord ervoor en je blijft gewoon doorrennen. En zij moest doorgaan.

73 En nu, onthoud, als u op uw landkaart nameet, of kijkt, hoever het was vanaf Jeruzalem helemaal naar Scheba, dat is dwars door de Saharawoestijn... En het duurt drie maanden om er met een kameel doorheen te komen. Nu, zij ging er niet in een luchtgekoelde Cadillac doorheen. Zie? Zij moest er op een kameel doorheen gaan, en het duurde drie maanden om daar te komen. Nu, dat is toen zij werkelijk naar God hunkerde.

     Het probleem met ons Pinkstermensen heden ten dage is, dat we alles direct in onze schoot geworpen moeten krijgen, en we kijken er even naar en zeggen: "Wel, ik denk dat het in orde is." Zie? "Dat is tamelijk goed." Maar wanneer je er zo'n prijs voor moet betalen, dan verheug je je echt wanneer je het krijgt. Zie? Dat is waar.

74 Daar was zij. Zij moest de Sahara doorkruisen, en hier gingen zij. Met deze oude kamelen die misschien 's nachts reisden, en met een paar dienstmeisjes bij haar, en een groep kleine eunuchen die meeging, en aan niets anders denkend. Maar gedurende die dagen – als ze ergens bij een oase zat – las ze deze boekrollen over wat Jehova was, want geloof komt door het horen, het horen van het Woord van God. Zij had deze rollen gekregen en las ze. Ze wilde precies weten wat Jehova was, en Salomo manifesteerde Jehova. Daarom ging zij erheen om het te ontdekken.

     Welnu, uiteindelijk kwam ze aan, en ze kwam bij de poort. Toen ze bij de poort was, laadde ze al haar kamelen af, en misschien sloeg ze haar tenten op daar op het terrein. En laten we er nu een klein drama van maken. Ik kan de mensen zien die van overal vandaan komen. En de volgende ochtend friste zij zich op en ging naar de samenkomst. En zij kwam daar en ging zitten.

75 En, weet u, het volgende was, dat voorganger Salomo eraan kwam, en al de muzikanten begonnen te spelen, enzovoort. En voorganger Salomo kwam eraan. Zij had geen gebedskaart, daarom wachtte zij helemaal achterin het gebouw, weet u. Ze wachtte daar dus gedurende een lange tijd. En toen voorganger Salomo begon te spreken, bemerkte zij dat ze niets anders hoorde dan de wijsheid waarvan zij had vernomen.

76 En toen zij er de volgend ochtend kwam, veronderstel ik dat zij ongeveer tot halverwege kwam. En wat er vervolgens gebeurde, was, dat zij aardig dichtbij kwam. En op een morgen kwam zij in de gebedsrij, en zij kwam voor Salomo te staan. Ze zei: "Nu, ik zal zien hoe... of het goed of fout is. Ik ben gewoon... Iets wat helemaal over mij heen komt, zegt dat het juist is." En de Bijbel zegt dat er geen enkel geheim was, of God liet Salomo er alles over weten. Dat is waar. En toen Salomo tot haar begon te spreken, en haar hart en haar verlangens onderscheidde, weet u wat ze toen zei?

     Ze stond op voor de mensen (kijk nu naar deze kleine heidense vrouw)... ging voor het volk staan, en ze zei: "Alles wat ik gehoord heb, is waar, en meer dan wat ik gehoord heb." O, zij was dubbel overtuigd, omdat zij hetzelfde als de anderen had gezien, en nu werkte het bij haar. Amen.

77 En als u niet gelooft dat de Heilige Geest waarachtig is, geef Hem dan dezelfde kans. [De samenkomst verheugt zich – Vert] U mag het van anderen horen, maar wacht totdat het ook eens bij u begint te werken. Dan weet u zeker dat het de gave van God is. Het neemt alle humeurigheid, alle zonden, al het ongeloof, alle twijfel, alle vrees weg; zelfs de angst voor de dood verdwijnt wanneer de Heilige Geest binnenkomt. O, het is echt, vrienden. Als u het nog nooit hebt ontvangen, laat dan de avond niet voorbijgaan zonder dat u het ontvangen hebt.

78 Wat een grote zaak was dat. Die arme kleine dame was zo ontroerd, dat zij daar opstond en zelfs wat grond mee terug wilde nemen. Zij werd echt een gelovige.

     En Jezus zei: "De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met deze generatie en zal haar veroordelen, want zij kwam heel de weg van de uiterste delen van de bekende wereld van die dag, op de rug van een kameel, om de wijsheid van Salomo te horen; en Ik zeg u dat Eén Die meer is dan Salomo hier is." Want Salomo was de onderscheiding, en kijk hoeveel groter dát was.

79 En nu, vanavond, nadat Hij gestorven is, begraven, en weer opgestaan, in heerlijkheid als een Hogepriester gedurende tweeduizend jaar... En in de ongelovige wereld, geïnspireerd door het communisme zoals het vanavond is, te midden van dit alles, staat hier Eén meerder dan Salomo, Eén meerder dan allen, dezelfde God met dezelfde beloofde gave, dezelfde Heilige Geest met eeuwig leven.

80 Wat was er met de kleine dame aan de hand? Zij had voor één keer in haar leven iets gezien dat echt was, iets dat niet werd gespeeld, een ritueel, of een vorm of zoiets. Zij was naar een gemeente gekomen waar zij de levende God in actie zag. Nu, als die kleine vrouw zal opstaan met die generatie in de dag dat Jezus op aarde was en die zal veroordelen, wat dan met deze dag?

     Terwijl zij van tweeduizend... o nee, ongeveer negentig dagen... Ik weet niet hoeveel mijl dat was. Het is heel ver weg. Ik heb het eens uitgezocht. Maar ik weet dat het lang duurt om daar te komen, ongeveer negentig dagen om daar te komen... drie maanden door de woestijn om de wijsheid van Salomo te horen. En hier in Amerika rijden wij amper de straat over om de kracht van de opstanding van Jezus Christus te zien door middel van een Bijbel, een Urim en Thummim, die beloofde dat het Hem in deze laatste dagen zou reflecteren. En hier is het door Bijbels bewijs.

81 De Heilige Geest met Bijbels bewijs is in de gemeente gekomen, en laat nu precies onder ons de tekenen en krachten zien van de opgestane Jezus: Eén meer dan Salomo. De onsterfelijke Geest van God werkt niet slechts met één; Hij werkt in de gehele gemeente, tekenen en wonderen tonend, de zieken genezend; de doden worden opgewekt, duivelen uitgedreven, er wordt in tongen gesproken en uitleg gegeven; krachten worden uitgegoten, zondaars bekeerd. O, Hij laat door tekenen zien dat Hij hier is, de harten en gedachten van de mensen onderscheidend zoals Hij beloofde dat Hij zou doen. En onthoud, dat dat het laatste teken was wat Israël kreeg. En dat is het laatste teken dat nu is beloofd: het teken van de laatste dag. En hier bevinden wij ons nu.

82 Die kleine koningin had iets gezien dat echt was, iets waar zij zelf naar kon kijken. En het was werkelijk. Zij kon de uitwerking ervan zien op die man. Zij wist dat het iets was dat...

     Mensen vandaag... Ik geloof dat als de gemeente vandaag, zoals ik al zei, niet zoveel stoom uit de fluit zou blazen, maar het in werking zou zetten, en zou hongeren en dorsten om de mensen erbij te krijgen waar zulke dingen gebeuren... Zie? Ze willen iets echts zien. Zij willen niet gewoon binnenkomen en hun naam in een boek zetten. De mensen die hongeren en dorsten naar God komen om iets echts te vinden.

83 Ik herinner me dat niet lang geleden... Ik kan u dit kleine ding eerder verteld hebben... Zoals u weet, ben ik een jager, of ik houd ervan om te jagen. Ik ben geen jager, maar ik jaag in Afrika, India en overal rondom de wereld. Mijn moeder was een halfbloed, en zij... En mijn grootvader was een bekende jager. Ik heb er dus altijd van gehouden. Het eerste wat ik ooit kocht... Ik plantte de hele dag door zoete aardappelplantjes en kreeg er een kwart dollar voor, kocht er twee metalen vallen voor, en ik deed zaken. En ik ving een buidelrat en verkocht die huid en kocht nog meer vallen. En toen deed ik echt zaken. Ik was ongeveer acht jaar oud, en sindsdien heb ik altijd gejaagd.

84 Nu, gewoonlijk ging ik naar de bossen in het noorden om te jagen, ver weg in het noorden. En ik jaagde daar gewoonlijk met een goede jager, Bert Call genaamd. Dit was een echte jager, ik hoefde mij geen zorgen over hem te maken. Vaak als je een knaap naar de bossen meeneemt, en je niet uitkijkt... Als hij niet echt de weg kent, en niet weet hoe hij op tekenen moet letten - mos op bomen enzovoort - dan moet je een dag of twee naar hem op zoek gaan. Hij draait gewoon in de rondte, een klein eindje uit de buurt.

     Maar Bert niet. En in dat vlakke land in de buurt van Maine, enzovoort, wist hij precies waar hij was. Op een ochtend gingen we jagen en hij... Je hoefde je nooit zorgen te maken. Als wij uit elkaar gingen, zou Bert daar 's avonds zijn. Dat is alles. En daarom hielden we ervan om samen te jagen.

     Er was maar één ding dat ik tegen Bert had, en dat was dat hij de gemeenste man was die ik ooit had gezien. Hij had ogen als een hagedis, weet u, zo naar achteren staande, zoals in deze dagen sommigen van deze vrouwen hun ogen proberen te schilderen...?... die lachwekkend uitziende dingen. Het lijkt niet op een gewoon menselijk wezen. En hij had een soort schuinstaande hagedissenogen, en hij was gemeen.

85 En, weet u, hij ging gewoonlijk met mij jagen en hij zou deze kleine reekalfjes neerschieten, alleen maar om mij daar slecht over te laten voelen. En ik zei: "Bert..." Nu, het is in orde. Ik heb er niets op tegen dat u, u jachtbroeders, een reekalf doodt. Ziet u? Nee, zeker niet. Als de staat zegt dat u hem mag hebben, in orde, omdat de Natuurbescherming erop toeziet of er genoeg van zijn. Zij kunnen het dan toestaan. En er is niets verkeerd wat de leeftijd van het dier betreft.

     Abraham doodde een kalf, en God at het. Dat is waar. Dus geef ik niet om de leeftijd ervan. Maar om gewoon gemeen te zijn, daar gaat het om. Om het alleen te doen om gemeen te zijn, daarvan denk ik dat het gewoon moord is, en ik zou niets op die wijze willen doden. En als Bert dus een kalfje zag rennen, dan zou hij hem gewoon zo neerleggen, en zeggen... En dan zei ik: "Bert, ik houd van je, je bent een goede man, maar je bent de gemeenste man die ik ooit heb gezien."

     Hij zei: "Ach, prediker, zo is het met al jullie kerels. Jullie zijn te weekhartig." Hij zei: "Houd erover op."

86 En ik ging daar op een keer in de winter met hem jagen. Het was nogal laat in de herfst en er was een soort van... Het had reeds gesneeuwd, en het jachtseizoen was sedert enkele weken voorbij. En ik... Bert ging daarheen om mij te ontmoeten, en we kwamen bij het kamp. En we dronken onze hete chocolademelk. We hadden het in onze thermoskannen gedaan. En toen we onderweg waren, werden we ergens door de sneeuw overvallen, en we konden niet... moesten de hele nacht blijven. We maakten een vuur, en we hadden onze chocolademelk om ons enigszins warm te houden gedurende de nacht, en aten misschien een sandwich of zoiets. En we hadden altijd droge lucifers bij ons om een vuurtje te stoken.

87 En die ochtend trokken we over de Jefferson Notch waar je de Presidential Range binnen gaat. En we gingen dus... Er was zelfs geen spoor. Deze kleine witstaartherten... als je spreekt over Houdini als een ontsnappingskunstenaar, zij zijn daar werkelijk goed in. En ze kunnen onder dat kreupelhout gaan en je zult ze niet meer zien. Laat in de avond, net voor het donker, kun je er wel eentje zien gaan. Als er maanlicht is, zal hij wachten totdat het nacht wordt om tevoorschijn te komen. Zie? En nadat er op ze geschoten is, is het hoe dan ook erg, erg moeilijk om ze te vinden. En wij hadden die ochtend nog geen enkel spoor gevonden. En het werd ongeveer middag en... Voordat wij vertrokken, zei Bert: "Ik heb iets voor je, Billy."

88 En ik vroeg: "Wat is het?" En hij reikte naar zijn broekzak en hij liet een klein fluitje zien. Ik zei: "Wat is dat? Coyote... voor coyotes?"

     Hij zei: "Nee, dat is een fluitje voor herten." Hij zei: "Luister hiernaar", en hij blies erop. En je hoorde een reekalfje huilen, zoals een hertje dat om zijn moeder roept.

     En ik zei: "Bert, dat zou je toch niet willen doen?"

     En hij zei: "O, prediker, jullie kerels zijn te weekhartig om jagers te zijn."

     En ik zei: "Wel, Bert, ik houd van jagen." En eerlijk gezegd, heb ik dikwijls zijn herten te pakken moeten krijgen.

     Maar hij zei... Hij zei: "Maar jullie kerels zijn te weekhartig."

     Ik zei: "Wel, schiet niet op die kleine kereltjes, Bert." Ik zei: "Je behoort dat niet te doen." En hij... Ik zei: "Je zou niet zo op dat fluitje moeten blazen."

     Hij zei: "Let maar op."

89 Wel, ik was het vergeten. Het was ongeveer elf uur overdag, en we kwamen bij een plaats, ongeveer net zo groot als deze zaal hier, met sneeuw op de grond. Het was een open plek. En deze Bert ging zitten en hij begon zo naar achteren te reiken. Ik dacht dat hij een slok van zijn warme chocolademelk zou nemen.

     Dus reikte hij zo naar achteren, en toen hij dat deed, haalde hij dit fluitje tevoorschijn. Ik zei: "Bert, je zou dat niet moeten doen."

     Hij zei: "Shhh." Hij nam dat kleine fluitje en hij liet het roepen, het klonk precies zoals een klein babyhertje dat om zijn mama riep.

90 En toen hij dat deed, stond daar precies aan de overkant van de opening een grote hinde op (nu, dat is het moederhert), met deze grote oren, grote bruine ogen, een prachtig dier. En zij keek... Oude Bert bukte snel met zijn hoofd onder deze kleine struikjes. Die hagedissenogen keken naar mij op, weet u, en ik dacht: "O my. Zeker zal hij dat niet doen." En hij blies opnieuw.

     Nu, het is ongebruikelijk op dat tijdstip van de dag dat een hert opstaat, zeker in het jachtseizoen. En toen hij er opnieuw op blies, liep ze regelrecht die opening in. Nu, dat is altijd al erg ongebruikelijk voor ze om dat te doen. Maar, weet u, ze was een moeder. En diep in haar hart was zij een moeder. Zij deed niet alsof, om te pronken. Zij was werkelijk een geboren moeder, en een kleine baby was in problemen, en ze was toen voor niets bang. Zij wilde ontdekken waar die baby was. Ik kan die grote oren nog zien die zo omhoogstaken, u weet hoe zij dat doen, met die kop zo omhoog.

91 En plotseling zag ik Bert. Wij plaatsen nooit een huls in de loop, of een kogel, totdat je iets ziet om op te schieten. Daarom deed hij de kogel erin. Hij had een .30-06. Ik zag... O, hij was een trefzekere schutter. En ik zag hem zo richten en ik dacht: "O my. Hij zal dat getrouwe hart van haar dwars door haar heen eruit schieten. Hoe kan hij dat doen terwijl die moeder probeert haar baby te vinden?" Zie?

     En hij blies er opnieuw op. En het hert herkende - toen zij er lucht van kreeg - dat de jager daar was. Maar weet u, ze sprong nooit weg. Gewoonlijk zou ze dat doen, maar die baby riep zo erbarmelijk dat het haar niets uitmaakte als dat haar dood zou betekenen. Zij ging die baby in nood opzoeken. Dat is werkelijk echt moederschap. Vrijwel niets zal die plaats innemen: alleen God.

     God zei: "Kan een moeder haar zuigeling vergeten? Ja." Zei: "Zij mag haar baby vergeten, maar Ik zal u nimmer vergeten, want uw namen zijn gegraveerd in de palmen van Mijn handen."

92 Dus lette ik op die jager, en hij draaide zich om, en richtte dat geweer omlaag. En ik wist dat de kruisdraad van het vizier precies op haar hart gericht was, die grote honderdtachtig korrel mushroom kogel [kogel met ronde kop die tijdens het exploderen in scherpe stukken uiteen springt en ernstige verwondingen aanricht – Vert]. Hij zou dat getrouwe hart van die moeder regelrecht door haar heen blazen.

     Ik dacht: "Hoe kan hij het doen?" Ik kon er niet naar kijken. Ik keerde me gewoon zo om. Nu, ik keerde me enigszins om; ik zat achter wat bosjes. Ik zei eenvoudig in mijn hart: "Hemelse Vader, laat het hem niet doen. Laat het hem niet doen." En ik zat daar voor mezelf te luisteren om op elk moment dat geweer te horen afgaan. En ik bemerkte dat het niet afging.

     Ik wachtte nog even, en het ging niet af. En ik keerde mij om om te kijken, en de geweerloop ging zoals dit. Ik lette op hem, en hij draaide zich om. Grote, dikke tranen stroomden langs zijn wangen. Hij gooide het geweer op de grond, en hij zei: "Billy, ik heb er genoeg van", greep me bij mijn broekspijp vast. Hij zei: "Ik wil dat je voor mij bidt en dat je me naar die Jezus leidt waarover je spreekt."

93 Wat was er aan de hand? Wat was het? Hij had iets werkelijks gezien. Hij zag iets dat niet werd voorgewend. Hij zag iets dat echt was. Hij was tevredengesteld. Dat is wat je wilt weten, iets echts, iets dat geen vorm is, namaak, maar een echte God, echte liefde, echte actie. Is dat waar u hart naar hongert? Laten we onze hoofden buigen en voor een ogenblik tot Hem spreken.

     Ik vraag me af, terwijl wij voor een ogenblik onze hoofden buigen, om een moment na te denken. Hoe velen van u hier vanavond zijn (nu, wees eerlijk), hoe velen van u zouden in uw hart hetzelfde soort Christen willen zijn, een zodanige Christen als dat hert een moeder was? Steek even uw hand op; zeg: "Ik zou graag dat soort Christen willen zijn." God zegene u. "Al zou iets mij regelrecht in de kaken van de dood drijven, mijn liefde voor Christus zou gewoon verdergaan: onsterfelijke liefde. Ik houd van Hem met al wat in mij is." Hij ziet uw handen.

94 Onze hemelse Vader, zeker is er Eén meer dan Salomo hier. Eén meer dan één van de profeten is hier. De Heilige Geest is hier, de Gave van God voor de wereld. En Hij... Gedurende honderden en honderden jaren kon Hij in de gemeente Zijn gang niet gaan. Maar in deze laatste dag beloofde Hij dat Hij een gemeente zou hebben zonder vlek of rimpel. En wij zien Hem vanavond bewegen.

     Nu, Hij kwam bij ons binnen door het spreken in tongen. Hij kwam in ons met vreugde. En nu blijft Hij grotere gaven geven en Hij geneest de zieken, en nu heeft Hij de doden opgewekt. En hier is Hij, het Woord van God. Hij is het Woord. Het Woord dat werd vleesgemaakt. En nu is het Woord van God scherper dan een tweesnijdend zwaard. Het snijdt zelfs het been van het merg, en is een onderscheider van de gedachten van het hart: de Heilige Geest.

95 En over dit verhaaltje vanavond van Bert en mij daar, Vader... [Leeg gedeelte op de band – Vert]... leven precies zoals de wereld. En de wereld kan geen verschil zien tussen hen en de gewone gang van zaken in de wereld. U bent in staat om een oud moederhert te nemen om een van Uw kinderen tot zijn verstand te laten komen. Dank U daarvoor, Here.

     En vanavond bid ik dat de Heilige Geest elk hart met liefde en vrede zal vervullen, en laat ons de hand van onze God zien. Voorzeker, Eén meer dan Salomo is hier. En nu, U beloofde dat U dit zou doen in de laatste dagen zoals het was in de dagen van Noach en zoals de dagen van Sodom. En toen handelde U met de Joden en de Samaritanen in die dag. En de heidenen hebben tweeduizend jaar van onderwijzing gehad.

96 En nu in de eindtijd zou U niet rechtvaardig kunnen zijn, Here, en dan laten... De Joden moesten gewoon dat teken zien en moesten het verwerpen; en daarna werden zij afgewezen. Nu, Vader, als U dat aan hen gaf, en de heidenen alleen op theologie laat binnenkomen... U bent niet zo'n soort Vader. U bent Dezelfde. U geeft aan een van Uw kinderen hetzelfde als aan het andere. U hebt ze allen lief. En elke generatie, elke dispensatie, ontvangt haar teken en gave voor dat tijdperk.

     En nu Vader, weten wij dat... Wij zijn dankbaar vanavond dat we het teken van de Heilige Geest hebben: de opgestane Jezus Die Zijn gemeente klaarmaakt. Zegen ons vanavond. Geef ons van Uw tegenwoordigheid; wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

97 Nu, met onze harten naar Hem... Nu, het spijt me dat ik het zo laat heb gemaakt. Ik ben werkelijk een half uur te laat. Ik zei tegen Billy dat ik tegen half tien weg zou gaan zodat de broeders kunnen dopen, enzovoort. Wij moeten rond drie uur in de ochtend eruit kruipen. Nu, als ik daaraan denk, maakt het me nerveus. En dat is de reden waarom ik mijn boodschap zo afhak. Vergeeft u mij daarvoor. Maar ik vertrouw dat de Heilige Geest u iets in uw hart heeft verteld om u te doen geloven (dat is waar), waardoor u met uw gehele hart kunt geloven.

98 Nu, we kunnen oproepen... Ik denk dat we een paar gebedskaarten hebben uitgedeeld. We kunnen deze gebedskaarten hier naar boven roepen en voor hen bidden, of we kunnen op elke andere manier de samenkomst beëindigen. Of wilt u soms liever... iedereen dezelfde kans geven? Laten we dan bidden, en de hemelse Vader vragen dat iedereen die daar zit genoeg geloof heeft om Hem aan te raken. Zou u dat willen doen? Kunt u geloven dat u genoeg geloof heeft om dat te doen? Steek uw handen op. Daar bent u er; dat is goed.

     Ziet u, vrienden, waarom ik zo volhoud (zie?), hier alles op alles zet? Hier is het. Daar zijn mensen. Ik ken hen niet. Maar nu zeg ik hier dat... dat God hen kent. En ik... Als zij zijn gekomen om de wijsheid van Salomo te zien, en als zij dan komen om de werking van Jezus te zien...

99 Nu, onthoud, God kan niet veranderen. Hij is altijd God. Wanneer God ooit... Dat is mijn geloof in de Bijbel. Als God ooit een beslissing neemt over iets, dan moet het altijd op die wijze blijven. Het kan nooit veranderen, omdat Hij vandaag niet kan hebben... Elk van Zijn beslissingen is perfect, omdat Hij oneindig is.

     Weet u wat oneindig betekent? Weet u wat het betekent als u uw camera neemt en hem op oneindig instelt? Dat betekent gewoon vanaf daar en verder. Wel, God is oneindig. Zie? Dat is waar het woord oneindig vandaan komt.

     Nu, Hij heeft nooit een begin gehad, daarom eindigt Hij nooit. En alles wat ooit een begin had, eindigt. Dus is dat de reden waarom wij uit de Geest van God geboren moeten worden, om Gods leven in ons te hebben, eeuwig leven te hebben, want het Griekse woord Zoë betekent 'Gods eigen leven' in ons. En dat leven kan evenmin sterven als God dat kan, omdat het een deel van God is, de Oneindige. Dat is waar. En dat is Zijn Geest.

100 Nu, als Zijn Geest werkzaam was in Salomo's tijdperk, het werkzaam was in het tijdperk van de Here Jezus, en werd beloofd voor de laatste dagen hier, dan is het dezelfde God. Amen. Hij beloofde het. U gelooft dat toch allemaal? Gelooft u het, mijn broeders? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Dat is goed.

     Ik wenste dat ik u allemaal met me mee kon nemen naar deze samenkomsten, met zo'n goede respons. God zal gewoon alles doen wanneer er genoeg van u omheen staan. Dat is juist. Weest u er allen zeker van - wanneer ik in de herfst terugkom - dat u komt, u allemaal. Laten we weer wat gemeenschap hebben, verscheidene avondsamenkomsten hebben. Tot die tijd, bid voor mij.

101 Nu, hier sta ik dan. Hoeveel mensen in dit gehoor... Nu, ik herken dat... Ik ben er niet zeker van of dit zuster Bryant is. En dan deze drie mensen die hier zitten, ken ik. Nu, afgezien daarvan denk ik niet dat ik iemand zie die ik ken, behalve deze broeder hier vlakbij. En hij kwam... Hij was een Baptist. Hij kwam langs en bleef praten over de Heilige Geest en zo. Hij kon niet stoppen met roken. En hij had een paar vraaggesprekken gehad, en op een morgen kwam de Heilige Geest rechtstreeks naar beneden, en dat was het einde ervan. En hij zei dus: "Ik ben... ik woon in Carolina. Ik weet niet..."

102 Ik zei: "Zoekt u broeder Bigby op, en sluit u aan bij zijn gemeente, omdat dat de plaats is om heen te gaan als u..." Ik zei: "Want ik weet dat hij een echte leraar is. Dus... en een man van God."

     Welnu, ik kende niet veel andere broeders, maar ik kende broeder Bigby. En ik weet dat er andere fijne mannen zijn. Ik heb ze hier vanavond in de hal ontmoet. Als je hier overal rondkijkt, zie je dat we allemaal Gods kinderen zijn. Dat is alles.

103 Nu, hoeveel mensen zijn er hier die ziek zijn die ik niet ken, en u wilt dat God u helpt, en u weet dat ik niets over u weet, niets over wat er verkeerd met u is, of wat dan ook? U zegt... Zoals ik hier ergens opmerkte, maar het kan ook in een andere samenkomst zijn geweest, dat een vrouw het podium opkwam en zei: "Ja, ik ken u. Ik was op een keer in een van uw samenkomsten, vier of vijf jaar geleden."

     My, denk daar eens aan, hoeveel tienduizenden ik sindsdien heb ontmoet! Ziet u? Ik zou echt niet weten hoe ik u zou moeten kennen... u passeert gewoon over het podium, of zit daar ergens in het gehoor. En hoe velen zijn nu ziek, en u weet dat ik niet weet wat er verkeerd met u is? Steek gewoon uw handen op, waar u ook bent. Wel, het ziet ernaar uit dat het bijna unaniem is. En God zal ons nu zeker helpen.

104 Nu wil ik dat u dit doet. Ik wil dat u stopt met nadenken over ons predikers, de broeders hier op het podium. Nu, dit is niet ergens op een of ander ouijabord, in een of andere donkere kamer met de lichten uit; dat is duivelswerk. Dit hier geschiedt in duidelijk helder licht, in de tegenwoordigheid van Jezus Christus en Zijn gemeente, deze heilige Bijbel die hier ligt, verklaart het. Dit is de Urim, de Urim en Thummim. Dit is de borstplaat. Dat is de versterkte borstplaat van iedere gelovige. Dat is juist. Zie? En de Urim en Thummim is dat bovennatuurlijke dat ervan uitging, het vaststellend.

     En geloof nu met uw gehele hart. Twijfel nu niet. Ik wil dat u werkelijk gelooft. En bidt u dan en zeg: "Hemelse Vader, ik ben U zo dankbaar dat U Uw Zoon, Christus Jezus, zond. Hij stierf in mijn plaats. Wij weten dat Hij verwond werd voor onze overtredingen en door Zijn striemen zijn wij genezen, door de dingen die Hij deed. Hij zit vanavond aan de rechterhand van de Majesteit om voorbede te doen op mijn belijdenis."

105 "Ik heb zojuist broeder Branham horen vertellen gedurende de laatste paar avonden dat het Woord van God scherper is dan een tweesnijdend zwaard, en dat Het een onderscheider is van de gedachten in het hart. Nu, toen U hier op aarde was, was U het Woord vleesgemaakt en woonde onder ons. Wij weten dat, dat U het Woord was. En nu geloven wij dat het Woord gekomen is in de vorm van de Heilige Geest om het geschreven Woord te betuigen, om het waar te maken."

     "Nu raakte een vrouw eens Uw kleed aan, en Uw Zoon, Jezus Christus, keerde Zich om en haalde de vrouw eruit, en vertelde haar van haar bloedvloeiing. Een blinde man stopte Hem, enzovoort, en meer, en meer, en meer, als wij door de Schriften gaan."

     "En nu zien wij dat U zegt: 'Hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen.'" Nu, dat is wat Hij zei. Is dat juist, broeders? Wij willen dat nu geloven. Laten we het allen met ons hele hart geloven, en bidt u allen voor mij.

106 Nu, ieder van u, trek uw ongeloof eruit, zet uw voet erop, en vervloek het in de Naam van de Here Jezus; en neem het Woord van God, en houd het daar omhoog en zeg: "Ik ben een gelovige, ik zal het met mijn hele hart gaan geloven."

     Ik zeg niet dat Hij het zal doen. Als Hij het niet doet... Ik kan Hem daartoe niet verplichten, weet u. Hij is... Hij is God. Zie? Ik... ik geloof het gewoon. En nu, als Hij het niet doet, dan zullen wij... Ik denk dat er hier vanavond in het gebouw misschien een paar gebedskaarten zijn. En als die er zijn, wel, dan zullen we ze oproepen, en zullen de predikerbroeders hier naartoe halen om voor hen te bidden. Maar ik denk dat het voornaamste voor een Christen is...

107 Kijk naar die Romein in die tijd. De Jood zei: "Kom, leg Uw handen op mijn dochter, en zij zal gezond worden."

     De Romein zei: "Ik geloof meer dan dat. Spreek slechts het Woord. Dat is alles."

     Jezus keerde Zich om en zei: "Ik heb nog nooit zo'n geloof in Israël gezien." Zie? Dat zijn wij heidenen. Wij worden verondersteld te weten dat wat Zijn Woord zegt de Waarheid is. Dat is de enige reden waarom ik hier vanavond zo sta, omdat het Woord het beloofd heeft. U weet dat. En de wijze waarop ik al zoveel jaren uitkijk naar iets groots in de laatste dagen dat zal opkomen... Weet u, er is aan ons beloofd dat dit het geloof van de kinderen zal terugbrengen naar de oorspronkelijke Pinkstervaderen. Dat is juist. Wij zien ernaar uit. Hij beloofde het, en wij geloven het.

108 Nu, bidt u gewoon, en ik zal met u bidden. En we geloven dat God ons wellicht zal helpen. En ik hoop dat Hij het doet.

     Ik zie dat Het precies boven een vrouw is die hier zit. Ze kijkt naar mij, maar zij zit precies hier. Ze huilt. Ze houdt haar hand zo omhoog, zo voor haar gezicht. Zij heeft een pleister op haar gezicht. Nu, het zou een stok geweest kunnen zijn die haar raakte. Het zou van alles kunnen zijn. Gelooft u dat God mij vanaf hier kan vertellen wat het is geweest? Zou u het aanvaarden? Het is kanker. Gelooft u dat God het zal genezen? Wilt u het aanvaarden? Goed dan. U kunt het. Amen.

     De kleine dame die daar zit met de donkere trui aan deed haar hand naar beneden, had haar vinger bij haar mond. U stak uw hand een paar minuten geleden omhoog dat u hier was voor gebed. Gelooft u dat God aan mij kan openbaren wat uw probleem is? Gelooft u dat? Dan, als u het met uw hele hart gelooft, dan zal uw hart u nooit meer last bezorgen. Dan zult u gezond zijn. Gelooft u dat uw hartprobleem in orde zal komen? Goed, dan. Het enige wat u moet doen, is geloven. Dat is alles.

109 Nu, ik ken deze mensen niet. Zij zijn vreemden voor mij. Nu, gelooft u mij? Hier zijn mijn handen omhoog, en mijn Bijbel ligt hier. Voor zover ik weet, heb ik ze nog nooit in mijn leven gezien. Het zijn gewoon mensen die daar zitten.

     Hier. O, wat een gevoel! Prijs God! Broeders, de Heilige Geest... Kijk, ik bid... Probeer dit te zien. Kijk daar precies naast die vrouw, kijk naar dat Licht daar. Kijk naar dat enigszins draaiende, zacht gloeiende dat regelrecht op haar neerkomt. Kunt u het niet zien? Kijk. Bij deze dame die precies hier zit. Zij bidt voor een zoon die problemen heeft met zijn verstand. Dat is waar, is het niet, dame? Steek uw hand omhoog als dat de waarheid is. Heb gewoon geloof. Zie?

110 Dat raakte de dame naast u. Daar ging het van die dame over naar de volgende. Heeft u allen een gebedskaart? Hebt u een gebedskaart? Nee. U heeft hem niet. Goed. U heeft er geen nodig. De dame daar naast u, daar is het Licht precies over haar heen. Kijk even deze kant op naar mij, zuster, voor een moment. Gelooft u dat ik Zijn dienstknecht ben? Ja. Het is uw dochter die zojuist een operatie heeft gehad. U bidt daarvoor. Als dat juist is, steek dan uw hand op. Goed. Twijfel niet, het zal goed komen. Gelooft u?

     Waarom huilt u, dame? U bent helemaal verscheurd, is het niet? Gelooft u dat ik Zijn profeet ben? Ik ben een vreemde voor u. Huil niet. Hé, kijk, dame. Doet u het niet. Doe het niet. Ik zal het niet zeggen, maar u staat op het punt om iets te doen, maar doe dat niet. Het is het niet waard. Juist. Laat het met rust. Doe het niet. Blijf erbij vandaan. Ga er van weg; negeer het. Het zal helemaal goed komen. Neem nooit een leven, omdat het niet zal werken. Blijf erbij vandaan. Gelooft u dat ik Zijn dienstknecht ben? U woont hier niet. U gaat nu naar Charlotte. Dat is juist. Mevrouw Mongolo, u gaat terug, doet u er niets aan, en God zal met u zijn en zal het allemaal in orde maken. [De samenkomst prijst God – Vert] Gelooft u? Heb slechts geloof. Twijfel niet. Twijfel niet. Geloof slechts met geheel uw hart.

111 Achterin, achterin, helemaal achterin. Daar waar... waar die man staat met een wit overhemd aan; een vrouw met een huidprobleem. Gelooft u dat God u beter zal maken, dame? U aanvaardt het, gelooft het? Dat is juist. Daar is zij. Ga even op uw voeten staan om God ervoor te prijzen, en dat zal u verlaten. Heeft u een gebedskaart? U hebt er geen nodig. Wanneer u zulk geloof hebt, heeft u geen gebedskaart nodig. Dat zal u gaan verlaten, omdat de schaduw die precies daar boven u hing u heeft verlaten. Zie?

     Hier is een dame die precies aan deze kant zit. Zij is een... God, mag zij het niet missen. Ze had moeilijkheden. Ze had een ongeluk, en zij is... Het veroorzaakt dat zij zwakteaanvallen krijgt, een soort flauwvallen. Zij komt hier niet vandaan: uit Georgia. Geloof slechts, mevrouw Griffin, en u zult beter worden. Ik ben een vreemde voor haar. Ik ken haar niet. Sta op, dame. Erken de Here Jezus als uw Geneesheer. Gelooft u, mijn vrienden?

112 Een dame die precies hier zit, bidt. Ze bidt voor een vriend die een alcoholist is, en voor een ander met een tumor in zijn hoofd. Zeg, u was eens in een van mijn samenkomsten. U werd van een kanker genezen. Dat is waar. U woont in Charleston. Mejuffrouw Rearling, ga nu naar huis. Jezus Christus geeft u uw verlangen. Amen.

     Gelooft u met geheel uw hart? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ik geloof dat de Heilige Geest het gehele gebouw heeft doorkruist. Bent u gelovigen? Hoe velen hier binnen geloven dat Eén meer dan Salomo hier is, is Hij dat niet? Hoe velen geloven dat Hij dit zei: "Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij gezond worden"? Gelooft u dat? En u hebt gezegd dat u gelovigen bent. Nu, laten we onze handen op elkaar leggen.

113 Onze hemelse Vader, wij brengen dit gehoor tot U. Wij hebben gesproken over deze grote gaven gedurende de tijdperken. En hier zijn wij, in ons hart verbonden door de Heilige Geest, en de Heilige Geest is hier met ons, Zichzelf manifesterend, tonend dat... dat de gemeente haar laatste teken ontvangt, net voordat God Zich omkeert en Zijn gemeente meeneemt in glorie.

     Nu, laten deze gelovigen... Moge de Heilige Geest neerkijken in de harten van deze gelovigen die hun handen op iemand hebben gelegd en voor hen bidden.

     U zei dat het gebed des geloofs de zieken zal redden. God zal hen oprichten. U zei: "Deze tekenen zullen de gelovigen volgen. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." En wij zijn door de jaren heen onderwezen dat, waar twee of drie vergaderd zijn, Gij in hun midden zult zijn. En hier bent U vanavond, Here, gewoon net zo werkelijk als U was toen U met Kleopas en hen het brood brak. En zij herkenden U bij een teken dat U voor Uw kruisiging deed. Zij wisten dat U van de dood was opstaan, en ze gingen opgelucht en jubelend naar hun plaatsen terug en zeiden: "De Heer is waarlijk opgestaan!"

114 Nu, Here God, ik bid dat U met ons wilt gaan, Here. Moge de kracht van de Heilige Geest ieder persoon vrijmaken die hier vanavond gebonden is door deze aanvechtingen, terwijl ik mijn handen ineensla met deze predikersgroep hier als Uw dienstknechten, gelovend voor dit gehoor. En wij zijn één van hart, en op één plaats, en de Heilige Geest is hier om de zieken en de aangevochtenen te genezen. O God, moge de kracht van de duivel worden verbroken, en de Heilige Geest op dit gehoor vallen van mensen om de boze geest van ongeloof te verdrijven, in de Naam van Jezus Christus. [De samenkomst bidt luid mee – Vert]

115 Ik geloof Hem. Ik geloof dat een ieder van u genezen is, als u het alleen maar aanvaardt. Wij, predikers hier op het podium, slaan onze handen ineen met één gezamenlijk gebed. Wij geloven met heel ons hart dat het Christus is Die Zichzelf hier voor ons manifesteert. Wat is het? Het is de Urim en Thummim die gemanifesteerd wordt door het Woord, de Heilige Geest in de tekenen van de laatste dag voordat de aarde wordt verbrand.

     O, verbergt u zich in Christus vanavond, zoals Hij heeft beloofd, en word gezond, een ieder van u. Allen die het zullen geloven, ga nu op uw voeten staan, terwijl wij onze handen gezamenlijk opheffen. Dat is waar. Dat is waar.

Mijn geloof ziet op naar U,
U, Lam van Calvarie, Goddelijke Redder;
Nu, hoor mij terwijl ik bid,
Neem al mijn zonden weg,
O, laat mij vanaf deze dag,
Geheel de Uwe zijn!

     In de Naam van de Here Jezus...

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)