Jehova Jireh, deel 2

Door William Marrion Branham

2 Hemelse Vader, we zijn vanavond dankbaar voor de gelegenheid die wij hebben om opnieuw naar het huis van aanbidding te komen, waar we onszelf en onze problemen bij U hebben neergelegd, omdat U beloofd hebt om ons hier onder het vergoten bloed te ontmoeten. De enige voorziene plaats die God ooit had, waar een zondaar of wie dan ook God kon ontmoeten, was onder het vergoten bloed. Dus wij komen in de Naam van de Here Jezus, wetend dat U het beloofde. Als we iets zouden vragen in die Naam, zou het worden gegeven. Wij geloven U, Vader. Help ons ongeloof. Wij bidden dat ons samenkomen vanavond tot de heerlijkheid van God zal zijn, dat God geëerd zal worden en Zijn Naam herkend zal worden onder de mensen. Want wij vragen het in de Naam van Jezus, de Zoon van God. Amen.

     U mag gaan zitten.

3 Ik acht dit een voorrecht om hier vanavond opnieuw te zijn en deze fijne groep mensen hier verzameld te zien. Ik geloof dat ze zeiden dat het een beursgebouw was. Ik heb wel zowat in alle soorten plaatsen samenkomsten gehouden, rondom de wereld. Ik herinner me daar in Californië, waar ik twee of drie samenkomsten had in het Koe-paleis, zoals ze het noemen. En van verschillende omvang, van een kleine kamer waar vijf of zes mensen zaten, tot de grootste bijeenkomst die we ooit in één keer hadden, in Bombay, met vijfhonderdduizend in één samenkomst.

4 Maar Bombay, iets geweldigs, onze Here redde vele mensen. Als we de kerken er slechts toe konden krijgen om samenwerking te hebben, dan zouden ze die Hindoes enzovoort op kunnen nemen. En dat waren werkelijk wat we "ongelovigen" zouden noemen. Alles wat niet in de Here Jezus gelooft, noemen wij een "ongelovige". En er waren letterlijk duizenden die Christus aannamen, maar je kon... je kon gewoon niet bij ze komen.

5 Toen in Durban, Zuid-Afrika, daar tekenden we op: dertigduizend mensen na één altaaroproep, één middag; waar de volgende dag de burgemeester van Durban, Sidney Smith, kwam met ongeveer zeven of acht van die grote Britse vrachtwagens, die volgeladen waren met oude krukken en dergelijke waar de mensen mee hadden gelopen, honderden mijlen. Of, zij hadden hen wekenlang opgehaald uit de rimboe, op karren. Ze waren er helemaal mee volgeladen.

6 De burgemeester riep me en zei: "Ga naar uw raam, dat uitziet op de Indische Oceaan, daar in het hotel", zei, "en u zult iets zien wat u nog nooit hebt gezien."

7 En daar waren die grote vrachtwagens, helemaal volgestapeld met, laten we zeggen, krukken en karren, enzovoort, waarmee ze hun geliefden uit de rimboe hadden gedragen. En de mensen die ze de dag tevoren nog gebruikt hadden, liepen achter de vrachtwagen en zongen Only Believe in hun inheemse taal. Het was echt een ontroerend gezicht om dat te zien.

8 En er waren daar dokters. Velen onderzochten de gevallen om zeker te zijn dat ze juist waren. Wij willen niets publiceren of drukken, tenzij kan worden bewezen dat het waar is. Het moet worden bewezen!

9 Ik ontving een poosje geleden een brief van een... Ik kreeg hem pas. Het is een speciale, beroemde dokter in Indiana. Hij is Katholiek. En zijn zoon is priester in het St. Meinard klooster in Jasper, Indiana. Dit was dr. C. Ackerman. En ik had hem toevallig een keer op een jachttocht ontmoet. En hij had elf jaar gejaagd op een eland. Het was hem niet gelukt er een te krijgen. En die nacht bleven we tot bijna twee uur zitten praten over de Here.

10 Ik hoorde dat deze dokter daar in het kamp was. Dus toen ik daar kwam, verwachtte ik een arrogante en onverschillige persoon te zien. Maar ik ontmoette een geweldig fijn en lieflijk soort man. Hij liep naar me toe en zei: "Bent u broeder Branham?"

     En ik zei: "Ja, meneer, dat ben ik."

     En hij schudde mij de hand. Hij zei: "Ik ben dr. Ackerman."

     Ik zei: "Wel, ik ben zeker blij om u te leren kennen."

11 We raakten in gesprek over God, en dat als Hij ooit God was, Hij dan God moet blijven, of dat Hij anders nooit God was. Zie? Een historische God doet vandaag geen goed, als Hij niet Dezelfde is voor de mensen vandaag als Die Hij destijds was.

12 Dus, ongeveer om drie uur, wij... o, de gids wekte ons. En was... Ik was ook gids, dus we zouden een trip maken en onze mannen meenemen naar verschillende plaatsen waar wij gids zijn. Op de weg daarheen was dr. Ackerman aan mij toegewezen.

13 En onderweg stopte hij, even voor daglicht. Hij legde zijn hand op mijn schouder en zei: "Broeder Branham?"

     Ik zei: "Ja, dokter."

14 Hij zei: "Ik ben diep overtuigd van Jezus Christus." Hij zei: "Ik heb een zoon, weet u, die priester is hier in het klooster."

     Ik zei: "Ja, meneer."

15 Hij zei: "Ik ben Katholiek van geloof. Ik denk dat dat de kerk is." Hij zei: "Ik geloof, dat als Hij ooit God was, Hij de God is van alle mensen."

16 Ik zei: "Dat is helemaal waar. Hij schiep alle mensen. En uit één bloed maakte Hij alle naties."

17 En hij zei: "Jazeker, dat geloof ik." Zei: "Ik heb uw boeken gelezen." Hij zei: "Ik heb hier vertrouwen in. Ik geloof dat als u God zult vragen om mij vandaag een eland te geven, ik die zal krijgen." Zei: "Elf jaar heb ik op ze gejaagd; ben in sneeuwstormen terechtgekomen."

18 Ik zei: "Ik zal de Here vragen u er een te geven, dokter. Dat is alles wat ik kan doen." En toen ik het Hem vroeg, bad ik voor hem. Ik zei: "Dokter, om precies negen uur deze morgen geeft de Here u een vijfpuntige mannetjes-eland."

     En hij zei: "Ik geloof het."

     Dat is alles wat hij moet doen. "Als u het gelooft."

19 Dus, een vriend en ik klommen de heuvel op en hielden de tijd in de gaten. Om negen uur vuurde het geweer. Hij had de vijfpuntige mannetjes-eland. We gingen erheen en hielpen hem om hem mee te nemen.

20 Hij brengt zijn patiënten om voor ze te laten bidden. Ik heb nu net een speciaal geval, dat hij een kankerpatiënte heeft, een vrouw die stervend is aan kanker en die hij hierheen wilde laten vliegen. Maar ik ga na morgen naar huis – daarna, overmorgen. Dus zei ik tegen hem: "Wacht even tot we daar zijn aangekomen, dan zullen we voor de vrouw bidden als we daar zijn."

21 Dus, ziet u, velen... als het geval maar voelbaar aan de persoon kan worden gepresenteerd! Goddelijke genezing is zoveel gemaakt tot iets om over te praten, en er is zoveel fanatisme aan verbonden geraakt, zoals aan al het andere. Bij elk soort religie of wat ook krijg je fanatiekelingen.

22 Zelfs bij de Mohammedanen vind je het, en bij de Hindoes. Je vindt daar iemand, een oude huichelaar, die de clown uithangt voor enige toeristen, liggend op spijkers enzovoort, glas. Maar helemaal binnenin is er iemand die daar werkelijk in gelooft. Hij doet dat als een offer.

23 En we vinden dat in alles, we vinden fanatisme. Zelfs een fanatieke eter, die teveel eet. Of, of, wat dan ook!

24 Maar als het geval werkelijk getoond wordt in de Schrift, dan is er niets wat het kan... Ik vind meer gelovige dokters dan gelovige predikers. Ja, werkelijk. Meer geloof.

25 Ik ben geïnterviewd door de Mayo's. Misschien weet u het allemaal; het heeft in de krant gestaan en van alles. En fijne klinieken van dokters overal. Er is niets. Zij geloven het. Er zijn dokters die mij kwamen vertellen, zoals daar tijdens het interview, die zeiden: "Wij beweren niet dat wij geneesheren zijn. Wij beweren dat we de natuur helpen. Er is maar één Geneesheer en dat is God."

26 Hoevelen hebben Reader's Digest [In Nederland: "Het Beste" – Vert] gelezen, over die kleine Donny Morton, van wie ze ondertekend hebben dat hij genezen was? In "Het wonder van Donny Morton", Reader's Digest. Dus, vanwege dat hielden ze een interview met mij. Die kleine jongen was opgegeven door de Mayo's, de Hopkins en allemaal. En de Here Jezus genas hem en maakte hem in orde.

27 En Florence Nightingale, een achterkleindochter van de overleden Florence Nightingale uit Londen, Engeland; zij was van Durban, Zuid-Afrika, komen vliegen.

28 En de zaak wordt verkeerd voorgesteld. Net als de... zoals vaak bij...

29 En het christendom wordt verkeerd voorgesteld aan de mensen. Christendom is aan de mensen voorgesteld als het verklaren van een geloofsbelijdenis. Christendom is een levend Wezen, Jezus Christus, de Opgestane, God Die leeft en nu onder ons is. Christendom is een Persoon, niet een geloofsbelijdenis. "Hem te kennen is leven." Zelfs niet Zijn Woord te kennen; dat is geen leven. "Hem te kennen", en Hij is het Woord.

30 Een man zei niet lang geleden tegen mij, hij zei... Ik besprak net wat wij dachten over een bepaald Schriftgedeelte in de Bijbel. Deze kerel was nogal een geleerde. Hij zei: "Wel, u kent gewoon uw Bijbel niet."

31 Ik zei: "Ik ken de Auteur heel goed." Dus, dat is het belangrijkste, als ik Hem maar ken. Hij zal zorg dragen voor de rest. "Hem te kennen is leven."

32 En nu, morgenochtend hier in het gebouw, daar, is mijn public-relation man, dr. Lee Vayle, hier. Als er vragen in uw gedachten zijn, kom, hij zal het beantwoorden en alles doen wat hij kan om u te helpen. Dr. Vayle is hier. Ik geloof dat hij nu ergens achter in het gebouw is. Een erg fijne geleerde en een erg goed geoefende man voor dat werk. Dus als iemand een vraag heeft of iets, en in plaats van het nu proberen te vragen in een publieke samenkomst zoals dit, wel, ga naar dr. Vayle. Hij zal het fijn vinden om te praten over alles waarover u met hem wilt praten. En dan heeft hij hier morgenochtend een dienst. En we zullen blij zijn om de mensen hier te ontmoeten.

33 En dan, zondagmorgen zal er zondagsschool zijn in de hele stad. We proberen niet om de zondag te nemen, zondagmorgen of zondagmiddag, hier in het auditorium, want dat is niet juist.

34 Ziet u, de kerken, u, uw plicht is in uw gemeente. En als de gemeente diensten heeft, dan behoort u daar te zijn. En wij willen niet dat iemand wegblijft, terwijl u uw eigen post van plicht hebt om naartoe te gaan. Als uw gemeente een opwekking heeft, en wij komen toevallig in de stad waar u een opwekking hebt, dan doen wij dat niet expres, helemaal niet. Wij zijn hier in christelijke gemeenschap, tolerantie, met goede bedoelingen ten opzichte van alle mensen, alle kerken. We zijn niet...

35 Ik behoor tot geen enkele organisatie. Ik behoor niet tot een bepaalde organisatie. Ik ben gewoon een Christen. En ik, met de invloed die ik heb... ik probeer die gewoon te gebruiken om Christus te eren, en om zondaren tot bekering te brengen. En het is alles wat ik weet te doen, in de hoop en het vertrouwen dat Hij die dag zal zeggen: "Het was goed gedaan." En dat zijn de woorden die ik wil zeggen... die ik Hem wil horen zeggen.

36 Ik heb daar vaak over gedacht. Ik had Hem graag willen horen toen Hij daar die dag stond, Zijn armen uitstrekte en zei: "Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt." Nu, dat was in het verleden. Maar: "Wel gedaan, Mijn goede en getrouwe dienstknecht", zal in de toekomst zijn. En ik, ik leef om dat gezegd te horen worden.

37 En nu dan, zondagmiddag gaan wij bidden voor de zieken. Soms noemen mensen dat genezingsdiensten. Nu, het is geen genezingsdienst. Het is bidden voor de zieken. Zie? Wij bidden voor de zieken. En gewoonlijk is het dan dat de dingen gebeuren, wanneer wij bidden voor de zieken.

38 Ik wil dat elke prediker die gelooft, door het hele land, overal in de omgeving, komt; maak zeker dat u zondagmiddag komt om met ons te staan terwijl wij voor de zieken bidden. Ongeacht wat uw denominationele achtergrond is, of wat het ook is, dat maakt ons niet uit. Zeker, u hebt gevoel voor uw mensen, en voor de mensen die Gods mensen zijn, en mensen die genezen willen worden.

39 Onthoud, wanneer u ziek bent, dan is het uw eerste plicht om naar uw dokter te gaan en te zien wat hij zegt. En als hij dan een diagnose stelt van het geval, van iets wat hij niet kan; wetenschap... de wetenschap is niet in staat geweest om hem iets aan te bieden waarmee hij u kan helpen, dan hebt u een recht om tot God te komen. Hij is de grote Heelmeester. En dan...

40 En te bidden, en een gebed over u te laten bidden. Zij doen het, behoren het te doen, in elke christelijke gemeente. Misschien doen zij het hier. Ik weet het niet. Maar in de meeste plaatsen bidden Christenen voor hun zieken. Presbyterianen en velen van hen hebben grote genezingscampagnes overal in het noorden en in verschillende delen van het land, ze bidden voor de zieken en hebben groot succes; Presbyterianen, Lutheranen, Methodisten, velen van hen.

41 Hun grote opwekking begon met genezingscampagnes. En zo zijn zij er ook weer van weggegaan, natuurlijk. De nieuwe groep komt binnen, zij, een groep mannen komt samen en verdeelt het zoals ze het willen, en daar gaat men erbij vandaan, ziet u, en keert regelrecht terug tot die geloofsbelijdenis, zoals de Farizeeën en Sadduceeën uit de tijd van de Here Jezus.

42 Maar nu, iedere prediker is uitgenodigd zondagmiddag om te komen en bij mij te zijn en mij te helpen als we voor de zieken bidden. Breng uw zieken en aangevochtenen mee.

43 Nu, we proberen de mensen nu zondaars te laten vinden die onze Here niet kennen, die niet beseffen dat Hij niet dood is. Hij leeft. Hij, Hij is niet dood. Hij leeft voor eeuwig. En Hij zei: "Omdat Ik leef, leeft u ook." Wat een belofte, en wat een vertroosting, wanneer we de tijd zien naderen!

44 Alle ware Christenen geloven dat de tweede komst van Christus nabij is. Hoe ver weg nog, weten we niet. Zag u dat Alaska vandaag nog een paar meer aardbevingen had? Een ervan was net zo hard als de eerste, alleen schudde die het niet neer. Weet u, Jezus zei dat dit soort dingen plaats zou vinden vlak voor Zijn komst.

45 En onthoud, deze dingen die u hier ziet gebeuren, het Woord voorspelde evenzeer dat die hier zouden zijn, als dat Hij de aardbeving voorspelde. Dus, vanavond, waarom kunnen wij niet gewoon onze harten verenigen en verbinden in Gods Woord en met ons hele hart geloven? Goed.

46 Nu, gisteravond waren wij... Ik nam een tekst van Abraham, van toen hij de Naam des Heren aanriep, Die hem daar verscheen bij het offeren van zijn zoon, waar hij naar op weg was. De naam werd Jehova Jireh genoemd, wat betekent 'De Here zal Zichzelf in een offer voorzien'.

47 Nu, vanavond heb ik hier enkele Schriftgedeelten en een paar notities opgeschreven die ik graag bij u zou willen achterlaten. Laten we voor wij dit doen eerst nog een ogenblik bidden.

48 Vader, wij bidden dat Gij Uw Woord wilt nemen... Uw Woord is waar, en de Bijbel zei... Jezus, toen Hij sprak, zei: "Het Woord is een zaad dat een zaaier zaaide." Nu beseffen wij dat als het zaad een goed zaad is, het kiemkrachtig is. En als dat zaad zijn plan in Gods wil heeft uitgevoerd, dan laat het een kiemkrachtig zaad achter. En toen Jezus op aarde was, was Hij die wijnstok en het zaad dat Hij zaaide was Zijn Woord. En wij weten dat het door Zijn eigen leven bevrucht wordt.

49 Wij weten, wanneer een zaad in de juiste soort aarde valt, niet op rotsen, zonder wortel, niet in doornen en distels die het spoedig zouden laten verstikken; maar in goed, krachtig, vruchtbaar geloof, dat elk zaad naar zijn aard zal voortbrengen.

50 En wij weten dat elk zaad, of elke belofte van God, naar zijn aard zal voortbrengen, wat beloofd werd, als het in de juiste grond valt, de grond die toebereid, gereed is; alle stenen zijn er uitgegooid en de wortels en de bitterheid en zelfzucht, onverschilligheid en jaloezie. Het is er allemaal uitgewied, die wortel van bitterheid die opspringt en die soms zo de zaak bederft die God probeert te doen. Wij bidden, God, dat dit niet onder ons zal zijn, maar dat het goede Woord goede grond zal vinden.

51 Terwijl wij deze grote patriarch Abraham volgen, in de onderwijzing vanavond, mogen wij onze positie vinden, wetend dat wij, door geloof in Christus, kinderen van Abraham zijn. En verkrijg dan lof voor Uw eigen Naam en eer, want wij vragen het in Jezus Christus' Naam. Amen.

52 We zullen vanavond voor de onderwijzing een kleine terugblik geven over wat wij gisteravond gesproken hebben. Dat was dat wij zagen dat Abraham, te beginnen in Genesis, hoofdstuk 12... Eigenlijk werd in het elfde hoofdstuk zijn naam vermeld toen zijn vader uit Babylon trok en zij in Ur woonden, in het land der Chaldeeën.

53 En toen ontdekten we ook dat God Abraham riep, een gewone man met de naam Abram. Hij was nog geen Abraham en Saraï was nog geen Sara. Dus zien we dat Saraï en Sara twee verschillende namen waren. En Abram en Abraham waren twee verschillende namen.

54 Nu zien wij hierin... We brachten hem gisteravond naar voren, tot de bevestiging, dat God het verbond met hem bevestigde, hoe Hij Abraham bewees dat Hij Zijn belofte zou nakomen. Dat wordt in het vijftiende hoofdstuk van Genesis gevonden. En Abraham werd in de avond geroepen om een kalf of een vaars en een vrouwelijke geit en een ram mee te brengen en te slachten. Wij hebben dat gisteravond behandeld, wat betreft de twee vrouwtjes en het mannetje en dan de twee duiven... of tortelduif en jonge duif, wat dezelfde familie is, en dat dit altijd genezing vertegenwoordigde, altijd genezing voorstelt, wat nooit is veranderd. Genezing gebeurt altijd door geloof. Maar natuurlijk werd de verzoening van een dierlijk leven afgehaald en op een menselijk leven gelegd.

55 In het Oude Testament, wanneer de aanbidder kwam met het bloed... God ontmoet de mensen alleen onder het vergoten bloed. De enige plaats waaronder Hij het ooit heeft gedaan of zal doen. Hij zal u nooit ontmoeten onder uw geloofsbelijdenis. Hij zal u nooit aannemen met uw opleiding. Hij zal u ontmoeten onder het bloed. Dat is de enige plaats. Heel Israël aanbad onder het bloed.

56 En we zien daar dan ook, wat we terugvonden in de geschiedenis, hoe door de mensen een verbond werd gesloten. En we zagen dat in het oosterse voorbeeld, en hoe men op verschillende manieren een verbond sluit. Hoe wij het vandaag doen door een hand te schudden enzovoort, en te zeggen "afgesproken". En de Japanners bestrooien elkaar met zout tot een verbond.

57 En wanneer u de wereld doorreist, vindt u dat er in de wereld nog steeds veel in dezelfde toestand is zoals het vroeger was, speciaal in de oosterse landen. Uw Bijbel wordt een nieuw boek als u ooit naar de oosterse landen gaat; u zult nooit... Ginds in Jeruzalem, Palestina en nog verder daar, zult u... De Bijbel is geschreven in... Wij zijn hier Engelse mensen en de westerse mensen proberen een Engels boek te begrijpen. Het is dus een moeilijke zaak. Als u daarheen gaat, ontdekt u dat het huwelijk en dergelijke nog precies op dezelfde wijze gaat zoals men het deed in de tijd van Christus. Veel dingen zijn daar in hun gewoonten en manieren totaal niet veranderd.

58 En nu in dit geval zien wij, dat wanneer dit verbond in die dagen gesloten werd, men het op een stuk schapenvel of leer uittekende. En dan slachtte men een dier en stond men tussen de stukken in en sneed het, hun verbond, in tweeën... Hun woorden... scheurde het zo in tweeën. Wanneer zij tegen elkaar aangepast werden, moesten ze op precies dezelfde wijze aaneen sluiten, het moest stukje bij stukje aan elkaar passen. Het kon niet worden nagemaakt. Daarom vonden we dan in onze les van gisteravond wat God deed om aan Abraham Zijn verbond te bewijzen.

59 De belofte nu werd aan Abraham gedaan en zijn zaad na hem. Niet alleen aan Abraham doch aan zijn zaad. Het natuurlijke zaad van Abraham was Izak, maar het geestelijke Zaad van Abrahams geloof was Christus. Niet door Izak werd heel de wereld gezegend, maar door Christus, het koninklijke Zaad, werd heel de wereld gezegend. Want Hij stierf voor alle mensen, alle naties en alle volken.

60 Hierin zien wij nu ook, in dit verbond, dat Hij daar toonde wat Hij zou gaan doen. Hoe God Christus Jezus uiteen zou scheuren; en het lichaam werd opgewekt en zit aan de rechterhand van God in majesteit in den hoge; en de Geest van Christus werd op de aarde teruggebracht.

61 Welnu, als we tijd hadden, zou men kunnen bewijzen dat als er iets in een gedeelte van de Schrift gezegd wordt het door de hele Bijbel verder geldt. Zo niet dan is er iets verkeerd. Het Oude was gewoon een schaduw van het Nieuwe, het kondigde het aan. Als u dan de schaduw neemt, kunt u vrijwel vertellen wat het Nieuwe is. Dat is dus waar Hij was, is en zal zijn.

62 Deze Geest van Christus keerde terug op de gemeente en vervulde opnieuw precies Johannes 15, waar Hij zei: "Ik ben de wijnstok; gij zijt de ranken." Eveneens Johannes 14:12: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Dezelfde werken, hetzelfde helemaal door de Schrift. "Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u, vraagt wat gij wilt en het zal u geworden." Veel dingen die Christus...

63 "Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer..." (de wereld is het Griekse woord kosmos, wat 'wereldorde' betekent) "... ziet Mij niet meer, maar gij zult Mij zien, want Ik..." (Ik, persoonlijk voornaamwoord) "... Ik zal met u zijn, zelfs in u tot het einde der wereld", wat Jezus Christus Dezelfde maakt, gisteren, heden en voor immer. Hij blijft. Hij stond op uit de dood. "De wereld " (de ongelovige) "zal Mij niet zien." Zij zullen Hem niet herkennen, maar de gelovige zal Hem herkennen, omdat Hij dezelfde Jezus is Die Hij altijd was. Hij is niet veranderd. "Gisteren, heden en voor immer Dezelfde."

64 En nu... En dat Woord proberen veel mensen te doen voorkomen alsof het niet geïnspireerd is. Ik wil hier nu iets zeggen. Het komt net in mijn gedachten.

65 Ik geloof niet dat de preekstoel is gemaakt tot een plaats voor grappen. Dit is geen plaats voor spotternij. Dit is voor oprechtheid. Naarmate we de dag des Heren zien naderen, zouden we oprechter moeten zijn.

66 Maar mij werd enige tijd geleden een verhaal verteld over een jongeman. Dit was in Boston. En hij vertrok. Om het verhaal te beginnen, hij had allereerst een fijne moeder. De moeder wist zeer zeker dat haar jongen een roeping in zijn leven had om de Here te dienen. En dat zou iedere moeder helpen. O, voor iedere ware moeder die weet dat haar zoon... Dat God hen vereerd heeft met een kind dat het Evangelie zal gaan prediken; dat zou een waardevol bezit moeten zijn voor het leven van elke moeder. En de arme moeder probeerde alles wat ze kon om hem naar school, naar een bijbelschool te zenden om zijn doctoraal te halen.

67 En terwijl hij weg was, werd de moeder ernstig ziek. En, zoals elke Christen zou doen, riepen zij de dokter. En de dokter... Zij had een dubbele longontsteking en de dokter probeerde alles wat hij maar kon doen om haar longontsteking tot stilstaan te brengen, maar niets hielp. Hij had haar medicijnen gegeven – sulfa, penicilline enzovoort – om de kiem te doden, maar het had geen effect. De moeder werd voortdurend slechter. Dus zond men haar zoon, die helemaal in Asbury, Kentucky, was, aan de Wilmore universiteit, bericht om over te komen, omdat zij op sterven lag. De volgende ochtend toen de jongen zich klaarmaakte om te vertrekken, ontvingen zij een telegram: "Uw moeder is veel beter, wacht op verder bericht."

68 Ongeveer een jaar later had de vrouw het voorrecht haar zoon te zien. Hij keerde met vakantie naar huis terug en had vrij van school. En hij zei: "Moeder, ik hoorde dat u weer beter werd." Nadat zij een poosje met elkaar gesproken hadden, zoals zoon en moeder doen, zei hij: "Ik heb nooit begrepen met welk medicijn de dokter uw toestand zo snel verbeterde."

69 Ze zei: "Zoon, dat was het niet." Ze zei: "Weet je waar die kleine zendingspost daar aan de straat is? Die mensen die daar...?"

     Hij zei: "Ja, dat herinner ik me."

70 Ze zei: "Daar was een dame die mij vertelde dat zij zich geleid voelde hier te komen en mij te vragen of de voorganger kon komen om voor mij te bidden. Ik zei dat het goed was, dus..." En ze zei: "De prediker kwam en las uit de Bijbel: 'Als er iemand onder u ziek is, roep de oudsten en zalf hen met olie, en bid voor hen. Het gebed des geloofs zal de zieke oprichten.'" En ze zei: "Hij las dat uit de Schrift, weet je en hij bad voor mij en zalfde mij met olie. En de volgende ochtend voelde ik me zoveel beter dat de dokter mij overeind liet zitten en binnen enkele dagen was ik weer beter."

     "Wel", zei hij...

     Ze zei: "O, prijs de Heer. Zoon, je behoorde..."

71 Hij zei: "Moeder, u begint zich net zo als die mensen te gedragen." Hij zei: "Luister, moeder, wij hebben op school geleerd dat waar hij las, het tweede Schriftgedeelte dat hij las, in Markus 16, waar staat: 'Deze tekenen zullen de gelovigen volgen. Zij zullen handen op de zieken leggen en zij zullen herstellen.'" Hij zei: "Wij hebben daar op school geleerd dat Markus 16 vanaf het negende vers niet geïnspireerd is. Die mensen gaan niet naar school, ziet u. De meesten van hen daar zijn ongeschoold, een wat ongeletterd soort mensen. Ze bedoelen het ongetwijfeld goed, maar", zei hij, "maar wij hebben op school geleerd dat vanaf het negende vers het er gewoon aan toegevoegd is, misschien door het Vaticaan, of zoiets," zei hij, "omdat dat deel niet geïnspireerd is."

72 De kleine moeder liet een geweldig "Halleluja!" horen.

     Hij zei: "Moeder! Hoe komt u erbij dat te zeggen?"

73 Ze zei: "Ik bedacht gewoon, zoon, dat als God mij kon genezen met het Woord dat niet geïnspireerd is, wat zou Hij dan eigenlijk niet kunnen doen met wat echt is geïnspireerd?"

74 Zoals met die andere beloften: "Al wat u vraagt in Mijn Naam, Ik zal het doen." "Als u tot deze berg zegt: 'Word bewogen' en niet twijfelt in uw hart, maar gelooft dat wat u hebt gezegd, geschieden zal, kunt u hebben wat u gezegd hebt." "Wanneer u bidt, geloof dat u ontvangt waarvoor u gevraagd hebt en het zal u geworden." Ziet u, het is allemaal geïnspireerd, elk stukje ervan.

75 Toen Morris Reedhead, een uitstekend geleerde, naar mijn huis kwam, ontving hij de doop van de Heilige Geest. Hij viel in mijn huis dwars over een kleine koffietafel. Hij zei tegen mij: "Broeder Branham, ik heb begrepen dat u een Baptist bent."

76 En ik zei: "Wel, ik werd als jongeman ingezegend in de Baptisten Zendingskerk. Ik behoor er niet toe..."

77 Hij zei: "Wel, wat is er met die Pinkstermensen waar u zich tussen beweegt?"

     Ik zei: "Het zijn gewoon mensen zoals u en ik."

78 Hij zei: "Wel, luister, gelooft u dat het de Heilige Geest is wat zij hebben?"

     Ik zei: "Jazeker."

     Hij zei: "Waarom al dat schoppen en stampen en geschreeuw?"

79 Ik zei: "Wel, zij moeten de stoom uit de ketel laten ontsnappen als zij deze niet gebruiken om de wielen te laten rollen." Ik zei: "Als u ze ooit zou kunnen leren waarom het allemaal gebeurt... Als ze het in plaats van het zo uit te blazen in werking zouden zetten. Geloof, buiten op straat, dat probeert mensen binnen te krijgen in het Koninkrijk van God."

80 En hij zei: "Wel, ik heb ze dat allemaal zien doen. Ik zal u zeggen waarom ik hier ben." Hij zei: "Een fijne jongen uit India had zijn opleiding en scholing gekregen. Toen hij wegging om te vertrekken, bracht ik hem naar het vliegtuig om hem op het vliegtuig te zetten dat hem weer overzee terug zou brengen. Ik zei tegen hem: 'Zoon, nu heb je je studie gedaan en ga je terug naar je volk.'" (Ik geloof dat hij elektronica studeerde.)

81 Hij zei dan, toen hij de terugreis aanvaardde: "Waarom verzaak je die oude, dode profeet Mohammed niet en ontvang je een echte, opgestane Jezus Christus in je hart?"

     En hij zei: "Meneer, ik wil u iets vragen."

82 Herinner u nu, dit is van een van de grootste bijbelscholen, fundamentele scholen. Deze man was een van hun leraars.

83 Hij zei: "Wat zou uw Jezus meer voor mij kunnen doen dan mijn profeet?"

84 Hij zei: "Wel, mijn Jezus kan jou eeuwig leven geven."

85 Hij zei: "Mijn Koran belooft hetzelfde." De Koran is de Mohammedaanse Bijbel. Hij zei: "Het belooft hetzelfde."

     Hij zei: "Wel, ja, ja, ik..."

86 Hij zei: "Weet je, de Koran heeft niets beloofd... Mohammed beloofde niets dan alleen leven na de dood." Hij zei: "Jezus beloofde u, leraars, dat deze tekenen en wonderen zouden volgen. Dat is wat Jezus zei. En wij wachten erop dat te zien gebeuren, om te zien dat u, leraars, het voortbrengt." Denk eens in!

87 Hij zei tegen mij: "Toen besefte ik dat ik met een jongen te doen had, die niet van gisteren was. Ik leerde er een kennen die wist waarover hij sprak." Hij zou misschien gewonnen hebben, maar dat is een juiste manier om het te doen. Laat de vijand zo een keer tegen u opspringen en dan weet u niet waar u heen moet gaan, ziet u. Hij zei dus: "Ik besefte dat dit geen jongen was die niet over de dingen had nagedacht."

88 En hij zei: "Wel, kijk nu eens hier. Jezus is opgestaan uit de dood."

89 Hij zei: "Is Hij dat? Jullie hebben dat tweeduizend jaar lang kunnen bewijzen en eigenlijk heeft tweederde van de wereld nooit van Hem gehoord! Wat is er met jullie mensen aan de hand?" Hij zei: "Laat Mohammed uit de dood opstaan en de hele wereld zou het binnen vierentwintig uur weten." Dat is zo.

90 Zij hebben een paard bij zijn graf staan. Ik heb het daar zien staan. Om de vier uur wordt de wacht afgelost en verwacht men dat hij nog opstaat. Het beeld laat zien dat hij op een wit paard komt om de wereld te veroveren.

91 En dus zei hij: "Laat hem uit de dood opstaan en heel de wereld zou het weten."

92 Hij zei: "Wel, Jezus is opgestaan uit de dood, en uw profeet ligt in het graf."

     Hij zei: "Hoe weet u dat Hij uit de dood is opgestaan?"

     De leraar zei: "Hij is in mijn hart."

     Hij zei: "Meneer, Mohammed is ook in mijn hart."

     Hij zei: "Maar ik heb blijdschap en vrede."

93 Hij zei: "Meneer, het Mohammedanisme kan evenveel psychologie voortbrengen als het christendom." En dat doen ze. U moest hén eens horen juichen en schreeuwen. Dat is juist, ze kunnen evenveel psychologie voortbrengen als het christendom. Hij zei: "Wel, wat bedoelt u toen u zei dat Jezus al deze dingen hier beloofd heeft?" Hij zei: "Ik veronderstel dat u naar Markus 16 verwijst?"

     Hij zei: "Ja, dat is er één van, niet alles, maar dat is er één van.

94 Jezus zei, de laatste woorden die Hij tot Zijn gemeente sprak: 'Ga heen in de gehele wereld', zie, 'en predik het Evangelie. En deze tekenen zullen de gelovigen volgen.' Hoe lang? Heel de wereld, elk schepsel. 'Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij genezen worden.' De laatste woorden die Hij zei overeenkomstig uw Schriftgedeelte."

95 Hij antwoordde: "Wel, zie je... dat is alleen..." Hij zei: "Dat gedeelte is niet geïnspireerd, zie je. Eigenlijk bedoelde Hij dat niet. Dat was..."

96 Hij zei: "Is het niet geïnspireerd? Wat voor soort boek leest u dan?" Hij zei: "Heel de Koran is geïnspireerd." Hmm! Het is een nederlaag!... Door de zwakte van theologie, een door mensen gemaakte theologie, dat de geestkracht niet heeft om op te staan en de zaak onder ogen te zien.

97 Zoals de Hebreeuwse kinderen zeiden: "Onze God is in staat ons uit deze vurige oven te verlossen. Maar niettemin zullen we ons voor dit beeld niet buigen." Wij hebben mensen met moed nodig. Mannen die God geloofd hebben, zijn altijd moedig geweest en geloofden in het bovennatuurlijke; mannen die God geloven!

98 Meneer Reedhead zei: "Ik ging af, broeder Branham, ik beet in het stof. Ik kon de man niet antwoorden." Hij zei: "Daarna nam ik mij in mijn hart voor u te bezoeken en te vragen waar dit alles om draaide. En hier ben ik dan. Als de Heilige Geest..."

99 Hij zei: "Broeder Branham, mijn moeder heeft mij naar school gezonden. Ik heb... Toen ik mijn kandidaats haalde, dacht ik: 'Daar is precies...'"

     Ik zei: "Ik weet wat u bedoelt."

100 Hij zei: "Ik dacht dat als ik maar eenmaal m'n graad had gehaald, dat ik daar Christus zou vinden. Hij was er niet. Toen ik mijn doctoraal haalde..." Hij zei: "Ik heb genoeg graden, eretitels, om uw muren te behangen. En waar is Christus in dit alles?"

101 En ik zei: "Wie ben ik om te zeggen dat de leraars verkeerd zijn? Maar daar gaat het niet om. Het is de Persoon, Christus, Die u nodig hebt."

102 Hij is nu een man die overal grote campagnes houdt. En dr. Lee Vayle daar, een goede vriend van mij, is ook een vriend van hem. En hij heeft groot succes behaald, bidt voor de zieken, houdt enorme campagnes enzovoort. Het is omdat die man gelooft.

103 Nu, ziet u, de Geest Die in Christus was, het lichaam Jezus, dat God Immanuël was... de Heilige Geest... God kwam neer in Christus, en Hij werd gemaakt: "God met ons." En dat was om ons te verlossen. Hij stortte Zijn bloed.

104 Wanneer in het Oude Testament de aanbidder kwam en zijn handen op zijn offer legde, en de priester de hals doorsneed van het offer, hield de aanbidder het offer met zijn handen vast en hij voelde het stuiptrekken van het vlees terwijl het kleine lam stierf en zijn kleine vacht doordrenkt werd met bloed, dat over de handen van de gelovige vloeide, enzovoort; het werd opgevangen in een schotel om daar bij het altaar verbrand te worden. De gelovige besefte dan dat hij diegene behoorde te zijn om voor die zonde te sterven, doch het lam stierf in zijn plaats. Maar het leven dat in dit bloed was, kon niet op de aanbidder terugkeren, omdat het bloed van een dier was, dat geen ziel heeft. Maar in... Daarom was er een voortdurende herinnering aan zonde.

105 Maar nu, Jezus Die Immanuël is, dan was het leven van God in Hem, en dat keert wel terug. Niet enkel het leven van een mens, maar God Zelf in de vorm van de Heilige Geest keert terug en maakt u zonen en dochters van God. Dan bent u zonen en dochters der mensen wanneer u de verschrikking en de ellende en de straf die Jezus doormaakte, voelt; bespot... Zijn bediening werd een duivelswerk genoemd, Beëlzebul... en belachelijk gemaakt en beschimpt door religieuze leiders en verworpen. "Hij kwam tot de Zijnen en de Zijnen ontvingen Hem niet." En de dingen die Hij toen doormaakte, om Zijn leven aan het kruis te moeten offeren om te verlossen wat God tevoren had gekend. Verlossen: terugbrengen naar de plaats waaruit het gevallen was. God deed dit dan teneinde de Heilige Geest nu op de gemeente terug te zenden, opdat het... De mensen, de gelovige. Het is alleen voor gelovigen.

106 Het is niet voor ongelovigen. Zij zullen het nooit zien. Zij zijn dood om mee te beginnen.

107 Kijk naar deze Farizeeën, toen zij Jezus precies het teken zagen verrichten dat verondersteld werd het Messiaanse teken te zijn.

108 Kijk naar Petrus. Hij geloofde het direct en Nathanaël geloofde het direct. De vrouw bij de bron geloofde het, blinde Bartimeüs, al diegenen die het ontvingen, geloofden het.

109 Maar die leiders stonden daar en zeiden: "Het is Beëlzebul, een boze geest, een soort bedriegerij of een truc."

110 Jezus zei: "Zegt u dat tegen Mij, Ik zal het u vergeven." Het offer was nog niet gebracht. "Maar wanneer de Heilige Geest gekomen is om hetzelfde te doen, zal één woord ertegen nooit worden vergeven, noch in deze wereld, noch in de wereld die komt."

111 Waarom konden zij dat niet geloven? Jezus zei: "Gij zijt van uw vader de duivel en zijn werken doet gij." Dat is het precies.

112 Het Woord geloven, betekent het Woord ontvangen en het tot leven laten komen. Nu, God liet daar zien hoe Hij dit verbond zou bevestigen. Het moet zo zijn. De gemeente – geen organisatie, geen denominatie, maar de individu – en God moet dezelfde Geest worden. Dat was Gods bedoeling in den beginne.

113 Adam en Eva waren dezelfde geest. De Bijbel zei in Genesis 1:27: "In het beeld van God..." God is een geest. "In het beeld van God schiep Hij hem. Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen", in de geestvorm waarin God was. En Adam moest voor het land zorgen, zoals de Heilige Geest verondersteld wordt de gemeente heden te leiden. En toch was de mens niet in vlees, en hij was beide, mannelijk en ook vrouwelijk, omdat het dezelfde geest was.

114 Daarop schiep God de mens uit het stof der aarde en maakte hem in de vorm van een dier; wat we nu zijn, dierlijk. Wij weten dat we zoogdier zijn en dat is een warmbloedig dier. En wij zijn in dat evenbeeld van dierlijk leven.

115 En verder nam God een rib van Adam. Niet... Een vrouw is een bijproduct van een man, is eigenlijk niet in de oorspronkelijke schepping. Hij nam een rib. Hij scheidde het fysieke deel en nam de vrouwelijke geest uit Adam en plaatste het in Eva. Daar waren de man en de vrouw.

116 En wanneer zij uit die plaats raken, zijn zij uit hun juiste toestand. Daar is ergens een verdraaiing wanneer een vrouw mannelijk wil zijn, of een man vrouwelijk wil handelen. Daar is ergens iets verkeerd. Zij zijn uit hun juiste toestand.

117 Wij bemerken dat Rebekka en Izak eigen bloedverwanten waren, ziet u. Maar dat typeerde nu Israëls natuurlijke zaad. Maar door geloof kwam Christus tevoorschijn, wat niet in het natuurlijke is.

118 Zoals het teken was op... het bloed op de deurpost daar in Egypte. Het gaf niet hoe zeer besneden, hoedanig verbond zij hadden, het teken moest gezien worden, anders was het verbond niet geldig. Zeker. "Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik u voorbij gaan."

119 Het teken is niet het bloed, het is het leven dat in het bloed was, de Heilige Geest. En dat is het... Ik geef er niet om hoe religieus u bent, tenzij u de Heilige Geest hebt ontvangen, zult u omkomen. Het is de enige manier. Er is geen ander Schriftgedeelte om iets te doen dan dat alleen. "Bedroeft de Heilige Geest van God niet door welke gij verzegeld zijt tot de dag van uw verlossing." Efeze 4:30.

120 Merk op, welnu, we keren terug. Dat toont dan dat Adam en Eva één waren om mee te beginnen. Man en vrouw worden nog steeds verondersteld één te zijn.

121 Maar toen zij gescheiden werden in het vlees, was het daar waar Eva viel. Viel! Waarom? Door het Woord niet te geloven, elk facet ervan. Sommige mensen kunnen een deel van het Woord nemen, maar niet de rest. Het moet alles zijn. Zij betwijfelde slechts een gedeelte ervan. En als al de ziekte en moeite die we nu gekregen hebben, is gekomen doordat een vrouw een gedeelte ervan betwijfelde, hoe zullen wij dan iets terugkrijgen tenzij we het geheel geloven en alles aanvaarden? Dat was hun... Zij waren verschanst achter dat Woord. Toen zij in het vlees gescheiden werden, vielen zij. Zij viel door het Woord. Zij... Let op, waar keek zij naar uit?

122 Evenals zoveel mensen vandaag, zij verlangen een betere, elegantere manier, een gemakkelijkere weg. Zij willen niet geconfronteerd worden met de zaak die voor hen geplaatst wordt. Wanneer zij het doen, worden ze uit hun organisatie gezet, geëxcommuniceerd, geminacht.

123 Weet gij dan niet dat "alle mensen onrechtvaardig kwaad over u zullen spreken terwille van Mij. Wees verheugd en verblijd u bovenmate, want groot is uw loon in de hemel; want zo hebben zij de profeten voor u vervolgd. En allen die godzalig leven in Christus Jezus zullen vervolging lijden."

124 Nu, wat willen wij Hem nog meer laten zeggen? Duizenden woorden zouden we kunnen... Schriftgedeelten die daarop betrekking hebben, gaan van Genesis tot Openbaring.

125 En alles wat wij heden hebben, begon in Genesis. Het is het zaadhoofdstuk. Alle ongeloof en elk ding begon daar. De kerk begon daar. Alles begon daar. Het is zoals twee wijnranken groeien en de een bootst de ander na en ze groeien bijna eender op.

126 Zoals Moab, en ook Mozes. Daar kwam Israël, klein, geen denominatie, helemaal geen natie. En ze hadden hier, in Moab, hetzelfde offer. Moab was een fijne denominatie, al hun waardigheidsbekleders verschenen, offerden hetzelfde offer om te proberen... Hun bisschop daar, Bileam, kwam eraan om wat God had gezegend te vervloeken. Zij dachten: "Die afvallige mensen, zij hebben niet eens een thuisgemeente, als het ware. Ze zijn maar aan het zwerven."

127 En hij zei... Maar zij faalden die roep van de Koning in het kamp te horen. Hij faalde die Goddelijke genezing daar te zien door deze slang, en de geslagen rots om hun leven te geven; de roep van de Koning in het kamp.

128 Hij faalde te zien, die blinde bisschop, maar toch was hij fundamenteel net zo goed als Mozes. Zeven altaren, zeven offers, offerde zelfs een ram, wat sprak van de komst van Christus.

129 Maar God heeft niemand nodig om Zich te verklaren. Hij is Zijn eigen uitlegger. Hij doet een belofte en Hij laat het gebeuren en dat is de uitleg ervan. Niemand hoeft het te verklaren. God vraagt het niemand. De Bijbel heeft geen eigenmachtige uitlegging nodig. Iedereen probeert te zeggen dat het dit of dat betekent. Laat God voor Zichzelf spreken. Hij is Degene Die het doet! Hij deed de belofte, Hij staat erachter. Dat doet Hij voor gelovigen.

130 Maar ongelovigen ontvangen niets. Het is niet voor hen. Zij zijn dood om mee te beginnen. Zij werden nooit vertegenwoordigd. Er zit niets in hen, het zijn dode omhulsels. Zo verlangt u niet te zijn.

     "Weest vervuld met de Geest!"

131 Merk op, Hij scheidde Eva en Adam en zij viel. Adam ging met haar mee. Adam werd niet verleid, Eva werd verleid. Maar Adam, de eerste Adam, was ook Gods zoon en hij bezweek vanwege zijn liefde voor Eva, om te proberen haar terug te brengen, omdat hij haar liefhad.

132 Christus deed hetzelfde om haar terug te verlossen. Waar naartoe? Het Woord! Wat veroorzaakte de val? Het Woord, het Woord niet te geloven, heel het Woord. En Christus kwam, opdat Hij een van ons zou worden, Zijn leven in ons, om het Woord voort te zetten. "In den beginne was het Woord en het Woord was met God en het Woord was God. En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons." Dezelfde gisteren, heden en voor immer, dezelfde God. Daarom kwam Hij, om dat te doen.

133 Nu vinden wij in de bevestiging, dat het is om ons terug tot Zichzelf te verlossen, om de verdwaalde kinderen, die daar in deze lijkenhuizen verdwaald zijn, weer naar het Woord terug te doen keren, terug naar het geïdentificeerde Woord.

134 Nu, toen Jezus kwam, konden deze Joden zeggen: "Wij hebben het Woord! Wij hebben het Woord! Hier is wat Mozes heeft gezegd. Wij zijn Mozes' discipelen." Jezus, slechts twaalf jaar oud, discussieerde met hen, en wanneer dan... Ziet u, dat is wat mensen ermee doen.

135 Maar Jezus zei: "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet. Want de werken die de Vader Mij gegeven heeft om te doen, getuigen Wie Ik ben."

136 Bij ieder mens, die van God gezonden is, getuigt God van de werken die Hij hem verordineerd heeft te doen. Zo niet, als het Schriftgedeelte er niet mee overeenstemt, laat het gaan.

137 Zelfs in het Oude Testament had men een manier om te weten of het waar was of niet. Men bracht hen – een dromer of iemand die geprofeteerd had of wie het ook was – men bracht hem naar de Urim en Thummim. Dat was een bovennatuurlijk licht.

138 God is altijd bovennatuurlijk, werkt in het bovennatuurlijke. Zolang er een God is, is er het bovennatuurlijke, als het Jehova God is.

139 En wanneer... Het maakt niet uit hoe goed de droom klinkt, als het op die Urim en Thummim niet weerkaatste, dan was het verkeerd.

140 Het oude priesterschap van Aäron is afgeschaft, maar nog steeds hebben wij een Urim en Thummim. Dit is de openbaring van Jezus Christus; het openbaart Hem in dit Woord. En alles wat tegengesteld is aan het Woord is God niet, is tegengesteld eraan. Maar God spreekt voor Zichzelf. Hij vereenzelvigt Zich met Zijn Woord.

     Daarmee versloeg Jezus Satan: "Er staat geschreven!"

141 En hier keert Satan terug en glipt nog een keer binnen. Hij zei: "Ja, en er staat ook geschreven..." Maar toen hij die keer kwam, raakte hij een zwaar voltage. Die keer verschroeide hij zijn vleugels. Hij sprong daar toen weg.

142 Jezus zei: "Er staat geschreven: 'Niet alleen van brood zal de mens leven maar van ieder Woord dat uit de mond Gods uitgaat.' Ga achter Mij, Satan!" Zie?

143 Merk op wat er gebeurde. God heeft Zich altijd geïdentificeerd door Zijn beloofde Woord. Als die Farizeeën nu hadden teruggekeken naar wat Mozes had gezegd: "De Here uw God zal een profeet opwekken zoals ik." Dat was in de Schrift.

144 Geen wonder dat Jezus de Vader dankte en zei: "Ik dank U, Vader, dat Gij dit voor de ogen van de wijzen en verstandigen verborgen en het aan baby's, zulken die willen leren, geopenbaard hebt."

145 Toen Hij op die dag tot Petrus sprak, toen Hij kwam en zei: "Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen ben?"

146 Een van hen zei: "Gij zijt Elia", en een zei: "U bent Mozes", enzovoort.

     Hij zei: "Maar dat is de vraag niet, Ik vraag het aan u!"

     Petrus zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."

147 Hij zei: "Gezegend zijt gij, Simon, zoon van Jonas. Vlees en bloed heeft u dit niet geopenbaard." Nooit in een seminarie geleerd, niemand heeft het u onderwezen, maar het is een openbaring. O my! "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel kunnen het niet overweldigen", de openbaring, of de identificatie van Jezus Christus.

     Hij zei: "Als Ik de werken van Mijn Vader niet doe, geloof Mij dan niet."

148 Laten we verder reizen. We zien Hem nu. Laten we naar het zeventiende hoofdstuk gaan. We vinden hem nu in het zeventiende hoofdstuk, waar Hij aan Abraham verscheen, na de bevestiging hiervan, waarbij Hij toonde wat Hij zou gaan doen.

149 Herinner nu, de Geest komt op... De Geest Die in de gemeente is – de echte gemeente, ware kerk, Gods kerk, Gods mensen – de God Die in hen is, is op... Dezelfde Geest is op Christus, met de belofte: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen."

150 Bedenk, tijdens de kruisiging... (er net voor), op een gegeven moment bonden zij een doek om Zijn gezicht en sloegen Hem op het hoofd met een rieten stok. En zeiden: "Als U de Zoon van God bent... U bent een profeet, vertellen ze mij. Profeteer, profeet." Zij gaven de stok door. "Vertel ons wie U slaat!" Ziet u die duivel? Ziet u?

151 Hij zei: "Ik begrijp dat U een geweldige wonderverrichter bent. Verander deze stenen in brood. Laat me het U zien doen. Ik zal U geloven als U het op die manier doet. Verander deze stenen in brood. Ik zal geloven als U het doet."

152 Niet lang geleden vertelde een man mij, hij zei: "Als u een man kunt halen die genezen is, met een doktersverklaring..."

153 Ik zei: "O genade, man, houd je mond, in hemelsnaam." Ik zei: "Ik zal dokters brengen bij honderden."

     Hij zei: "Ik heb duizend dollar voor u als u het doet."

154 En ik bracht de dokters met de gevallen. Hij zei: "Wel, het geld is..."

155 Ik zei: "Ik wil dat geld voor een zendingsoffer." En hij zei... "Zend het aan iemand overzee, die het Evangelie gelooft."

156 Hij zei: "Wel, laat me een klein meisje nemen en ik en de broeder zullen eromheen staan en we zullen haar hand doorsnijden. En dan geneest u het hier vlak voor ons en we zullen u geloven."

157 Ik zei: "U hebt geestelijke genezing nodig." Dat is het precies; een man die zo van de duivel bezeten is!

158 Dezelfde zei: "Indien Gij de Zoon van God zijt, (indien Gij het zijt!) kom af van het kruis", terwijl de Bijbel zelf zei dat Hij aan het kruis moest hangen.

159 Kajafas zei: "Hij heeft anderen gered; Zichzelf kan Hij niet redden." Niet wetend dat dit het grootste compliment was dat Hem ooit werd gemaakt. Als Hij Zichzelf had gered, kon Hij anderen niet redden. Hij moest Zichzelf geven.

160 Jazeker, Hij wist wie Hem sloeg, maar Hij speelt geen clown voor de duivel. God is geen clown. Hij speelt niet de clown voor de duivel. Zijn werken worden gezonden tot degenen die geloven, niet om de clown uit te hangen.

161 Merk op. Hij verscheen aan hem toen hij negenennegentig jaar oud was en Hij verscheen hem in de Naam van almachtige God. De Naam in het Hebreeuws daar is El Shaddai.

162 Welnu, God heeft zeven samengestelde verlossingsnamen. Dat weten we en u kunt ze niet van Christus scheiden. U kunt ze niet scheiden. Christus voldeed aan elk van deze samengestelde verlossingsnamen. Gelooft u dat? Gelooft u dat Hij Jehova Jireh, het door de Here voorziene offer is? Wat dan met Jehova Rapha, de Here geneest al uw ziekten? Als dat niet op Christus van toepassing is, dan was Hij geen Jehova Jireh. Dus kunt u het niet scheiden. De hele zaak is besloten en daar bent u er. Hij kan geen Jehova Rapha zijn, zonder Jehova Jireh te zijn. En Hij kan geen Jehova Jireh zijn, zonder Jehova Rapha te zijn. Hij werd verwond om onze overtredingen, door Zijn striemen werden wij genezen. Geen argument daarover.

163 Wij ontdekken hier dat Hij in de Naam van El Shaddai, de Almachtige, verschijnt. De... Het woord, het Hebreeuwse woord shad, s-h-a-d (sommigen spreken het uit: shade), shad betekent 'borst', zoals een vrouwenborst. En Hij verscheen hem in de Naam van El Shaddai, wat in het meervoud 'borsten' betekent. "Ik ben de God met de borsten. Abraham," (negenennegentig jaar oud), "wandel voor Mijn aangezicht. Wees volmaakt. Geloof Mijn Woord, ga gewoon door met geloven. Ik beloofde het met vijfenzeventig jaar. Hier is het nu vierentwintig jaar geleden sinds Ik u de belofte deed." En wat een troost moet het zijn geweest voor een oude man van negenennegentig jaar oud, zijn kracht helemaal verdwenen en hier stond God voor hem en zei: "Ik ben El Shaddai, Ik ben de God met borsten." Amen! "Trek uw kracht uit Mij. Ik ben uw kracht."

164 Zoals de Nieuw- en Oudtestamentische God, met borsten. "Ik ben de God met borsten. Put uw kracht uit Mij."

165 Zoals een kleine baby wanneer het ziek is, verdrietig, ziek, zwak; het leunt tegen de borst van zijn moeder, zuigt zijn kracht terug van de moeder. Met andere woorden: "Abraham, je bent voor Mij niets anders dan een baby, negenennegentig jaar oud. Het is geen tijd geweest." Zijn leven...

166 Herinner slechts, Jezus werd gekruisigd alsof het gisteren was. Duizend jaar op aarde is bij God slechts één dag. Ziet u, of Hij gisteren werd gekruisigd.

167 En merk op. "Ik ben El Shaddai. Jij bent de kleine, zwakke baby. Maar leun op Mijn borst, Mijn belofte, en zuig je kracht uit Mij. Ik ben de Schepper Die de hemel en aarde plaatste, de sterren daar plaatste. Is er iets te groot voor God? Ik ben El Shaddai en jij bent Mijn kind, hoewel je zwak bent. En Ik sta toe dat je zo wordt, alleen om te zien wat je ermee gaat doen. Ik ga je een voorbeeld maken voor de mensen hier, dat de mensen Mijn Woord zullen geloven. Ik blijf erbij, het geeft niet wat het kost, hoe lang, Ik zal het doen. Ik blijf erbij." El Shaddai. "Put uw kracht uit Mij."

     "O," zegt u, "als ik maar kon geloven..."

168 Hij is nog steeds El Shaddai. Hij is nog steeds de God met borsten, Nieuwe en Oude Testament. Put gewoon uw kracht daaruit, welk ding u ook maar nodig hebt. De baby is hulpeloos. Hij moet zijn kracht uit zijn moeder trekken. Dat is de enige manier waarop het zijn kracht krijgt. Dat is de enige manier waarop de gelovige zijn kracht krijgt, om het uit het Woord van God te trekken. Dat is zijn kracht, Gods beloften aan hem. Blijf erbij en geloof het.

169 Het kleine baby'tje is hier niet alleen vertegenwoordigd, wanneer het ziek is en jengelt – de moeder kan het aan haar borst leggen en het gaat zuigen om zijn kracht terug te krijgen – het is tevreden terwijl het drinkt.

170 Zo gaat het met het echte kind van God. Het geeft niet wat de scepticus zegt, wat hij ook gelooft; als u het werkelijk gelooft, kan Jezus niet liegen. U bent tevredengesteld, omdat het u geopenbaard is. U hebt de belofte verkregen en niets zal het tegenhouden. "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen", het geestelijke, geopenbaarde Woord der Waarheid.

171 Terwijl u wacht, rustend in uw geloof, Gods belofte neemt. "Ik geloof U, Heer. U beloofde mij de doop van de Geest te geven. Ik rust in Uw... en geloof, mijn geloof dat ik heb in U. Ik put uit mijn bron... voor mijn bron van... voor mijn gezondheid uit Uw bron, het Woord."

172 De mens zal niet leven van brood alleen, maar uit de boezem van God zal hij zijn kracht zuigen. Ieder Woord dat uit de mond van God komt, daarvan zal hij zijn kracht ontvangen. Als het komt uit Gods mond, het Woord.

173 Zoals Abraham, Abraham rustte. Nu had hij met Sara geleefd sinds zij een meisje was. Het was zijn halfzuster. En hij woonde met haar en trouwde haar. En zij had... zij was onvruchtbaar. Zij had geen kinderen. En hier is zij nu, zij is reeds... Als hij negentig, negenennegentig is, is zij negenentachtig... negenentachtig jaar oud. Maar, "Abraham, rust in het geloof van Mijn Woord! Ik beloofde je dat Ik het zou doen. Ik ben El Shaddai. Ik ben de God met borsten voor Mijn kinderen die geloven." Als u niet zogen wilt, wel, zeg er dan niets meer over, ziet u? Maar als u een kind bent, zuigt u, rustend, aan elke belofte.

174 Merk op, echt geloof rust op de vaste rots van de belofte van Gods Woord. Het verplaatst zich niet. Het echte geloof is verankerd.

175 Zoals de Noordster. De Noordster is een houvast voor elke schipper. Het kompas wijst u enkel naar die Noordster. En God, het Woord, is de Noordster van elke Christen; als u verdwaald bent. En de Heilige Geest verwijst u ernaar. Het zal nergens anders heen wijzen. Alle andere 'ismen' enzovoort, en christendom ermee vermengd, wat het ook mag zijn, het is zoals de wereld die van richting verandert. Het verandert die sterren. Maar het kan de Noordster niet veranderen. Evenmin kan iets het Woord van God veranderen. Anker je daaraan. Blijf erbij.

176 Welnu, echt geloof wordt niet door geloofsbelijdenissen en leerstellingen van mensen en ongeloof verschoven. Het staat pal met het Woord, echt geloof in het Woord.

177 En waar anders kunt u uw geloof op plaatsen dan op het Woord? Als God het heeft gezegd, houd uw vinger daarbij; dat is waar. Het verandert niet. Het put uit Gods boek met borsten, de Bijbel, Zijn attributen, wat Hij beloofd heeft. Wat Hij beloofde, dat is Zijn Woord. Het Woord brengt zichzelf voort. Voor het het Woord is, moet het een gedachte zijn; dan wordt het Woord. Dan wordt het Woord gemanifesteerd. En daaruit put u uw kracht. Geloven, geloven in de Schepper, gelovend, zoals Hij de Schepper was Die de wereld schiep.

178 Het Nieuwe Testament verwees daar: "Zoals Mozes de slang verhief in de woestijn, zo moet de Zoon des mensen verheven worden." Hetzelfde doel. Wat was het? Zij twijfelden aan God en ziekte en moeite kwamen binnen. En hij hief de slang omhoog. Waarvoor? Voor hun genezing en voor hun vergeving. Dat is wat was... En koper vertegenwoordigt Goddelijk oordeel. En Jezus was natuurlijk die veroordeelde slang. De koperen...

179 Nu, wanneer... nadat Hij het verbond had bekrachtigd of het verbond aan hem werd gemanifesteerd, geeft het geloof aan de echte zonen van God. Het Woord geeft geloof, degene met borsten. Het doet hun iets wanneer het Woord... wanneer het verbond wordt gemanifesteerd; het geeft geloof aan de echte zonen van God.

180 Welnu, wij beseffen dat Hij hier Elohim werd genoemd. Het Woord betekent hier in de vertaling ook Elohim. Zoek het maar op om zeker te zijn, Elohim. En Elohim is de Algenoegzame. Hij is El Shaddai, Elohim, de God met borsten, de Algenoegzame. Hij heeft van niemand anders iets nodig. Hij is uw Algenoegzaamheid.

181 Merk op, hetzelfde wordt hier betuigd (Ik bemerkte dat vanmiddag toen ik aan het studeren was), in Job, Job. Hij wordt hier Elohim genoemd. En Job werd bespot, belachelijk gemaakt. Wat een toonbeeld van nu. Maar Job rustte in de belofte van Elohim: "Hoewel de huidwormen dit lichaam vernietigen, zal ik daarna toch in mijn vlees God zien, Die ik zelf zal aanschouwen." Rustend in Elohim, het geeft niet wat er komt.

182 Zijn vrouw komt en zegt: "Je ziet er ellendig uit, Job." En hier komen zijn troosters langs. "Ach, zie je wat er met je gebeurd is, jongen. Ik heb je de hele tijd al gezegd dat je verkeerd was. Zie je wat er gebeurd is?" Heel wat mensen houden ervan op die manier op mensen af te geven.

183 Job was de beste man uit zijn tijd. De beste man die God op aarde had, was Job. Hij vertelde Satan: "Er is er geen zoals hij." Amen! "Heb je op hem gelet?"

184 Satan zei: "Ja, alles wordt hem gemakkelijk gemaakt. Verbreek die omtuining en laat mij hem hebben. Ik zal hem U voor Uw aangezicht laten vervloeken." Hij heeft alles gedaan wat hij maar kon, maar hij kon het niet. Job rustte in die belofte.

185 De 'vrienden' kwamen langs en zeiden: "Welnu, waar is dat alles van God, waarover je gesproken hebt? Ja, ja, kijk wat je... jij gelooft in... kijk! Kijk wat er nu gebeurt."

186 Maar hij rustte nog steeds in El Shaddai, zelfs toen vele zweren uitbraken en zijn leven zo goed als weggevloeid was. Hij zat daar op een ashoop zijn builen te krabben.

     Zijn vrouw: "Waarom vervloek je God niet en sterf?"

     Hij zei: "Gij spreekt als een dwaze vrouw." (O my!)

187 "De Here heeft gegeven en de Here heeft genomen. Gezegend zij de Naam van de Here. Ik vertrouw op Elohim. Hoewel Hij dit lichaam vernietigt, de huidwormen het zullen opeten, toch zal ik in mijn vlees God zien, Die ik zelf zal aanschouwen. Mijn ogen zullen aanschouwen en geen andere." Hij kwam tevoorschijn in Mattheüs 27 toen de heiligen opstonden, en uitkwamen en binnengingen. Maar... De stad binnengingen... precies een beeld van vandaag; toch nog steeds wachtend, vertrouwend in de belofte.

188 Merk op, nadat Hij in deze Naam verscheen, de Naam van almachtige God.

189 Nu, gemeente, we krijgen hier misschien wel een klein beetje doctrine en het kan u wel een beetje ingewikkeld toeschijnen. Als u het niet gelooft, is dat uw zaak. Wij zijn hier gewoon... Ik ga spreken wat ik denk. U hebt het recht te denken wat u wilt denken.

190 Maar merk op, al deze dingen waren beelden, afschaduwingen en voorbeelden, zoals de Bijbel het zei. Zij staan daar allemaal in. En dit is Gods handeling met Abraham op de reis, precies zoals Hij met Abrahams koninklijke zaad wil handelen op de reis. Merk op, dat Hij op dezelfde manier met de Joden handelt. Het is daar allemaal begonnen in die belofte van het verbond; alle naties, alle volken.

191 Bemerk dat na de verschijning in deze Naam van de almachtige God, het aan hem geopenbaard werd dat Hij de Algenoegzame was. Hij had geen helpers. Hij had geen enkele secretaris nodig. Hij was alleen God. Hij alleen was God. En Hij verscheen aan Abraham in deze Naam. En toen Hij in deze Naam aan hem verscheen en Abraham herkende wie Hij was, veranderde Hij Abrahams naam. Nu is hij tot de volheid van het geloven gekomen. Ziet u waar de gemeente is gekomen? Ik hoop dat u tussen de regels door kunt lezen. Komt tot de plaats waar Hij aan hem openbaarde wie Hij was, en toen veranderde Hij Abrahams naam, zodat de belofte kon worden vervuld.

     Nu zegt u, daar is niets in een naam.

192 Waarom veranderde Hij dan Abrahams naam van Abram in Abraham? Waarom veranderde Hij Jakobs naam van Jakob, onderkruiper, in Israël, prins van God? Waarom veranderde Hij Saulus' naam in Paulus? Zeker, zijn naam... Stellig! Het betekent absoluut iets, absoluut. Als u niet de juiste naam hebt, zal God het veranderen als Hij u geroepen heeft. Jazeker.

193 Merk op dat Hij zijn naam veranderde van Abram in Abraham, wat vader van volken betekent, voegde de h-a-m erbij, Abraham. Hij deed dit zodat de complete belofte vervuld zou kunnen worden en de zoon, die nu al zolang beloofd was, gezien kon worden, of anders gezegd, geopenbaard kon worden. Toen Hij zijn naam veranderde en... Nadat hij herkende Wie Hij was, hij kon wel... kon wel gedacht hebben dat er een groep van hen was. Maar hij herkende dat Hij Elohim was, God alleen. Maar toen hij dit herkende, toen veranderde Hij zijn naam. Hij zei: "Nu, Abraham, je zult niet meer Abram genoemd worden maar Abraham, want Ik heb je tot een vader van volken gemaakt." Abraham. Nu is hij in conditie. Hij is in de toestand... Na de openbaring van Wie Hij is, is hij nu in een toestand om de zoon geopenbaard te zien.

194 De zoon is gereed om te komen, om geopenbaard te worden. O, kinderen van Abraham!

195 Merk op, Hij veranderde de naam van Zijn boodschapper, precies in de eindtijd, precies toen hij negenennegentig jaar oud was, nog een jaar over gelaten. En Hij veranderde zijn naam van Abram in Abraham. Veranderde zijn naam, voegde de h-a-m erbij, wat 'vader' betekent. Hij zou een vader zijn, een vader van een belofte, vader der belofte.

196 O, als u geestelijke onderscheiding hebt, luister. Na de openbaring van Zijn Naam, van Wie Hij was, veranderde Hij zijn naam. Nadat de openbaring nu de wereld heeft getroffen... Er is geen gezelschap van goden. Er is er één. Nu is het tijd voor de openbaring van de Zoon Die beloofd is om aan Abrahams koninklijke zaad der belofte te worden geopenbaard.

197 Kijk, Hij veranderde het van Wesley, Baptist, Presbyteriaan, Pinksteren. Ik weet niet of ik dit moet zeggen of niet. U hoeft het niet te geloven. Doch ik hoop dat u het mij vergeeft, want ik wil u niet kwetsen.

198 Maar kijk. Door de geschiedenis van de tijd heen is er nog nooit een boodschapper tot de gemeenten van God geweest, die ooit een leider heeft gehad sinds de reformatie, zoals de leider die wij vandaag hebben gekregen; Billy Graham. Dat is waar, omdat hij over de hele wereld is gegaan, ziet u. En merk op. Nooit hebben we een man gehad... Welke reformator wij ook nemen; Sankey, Moody, Finney, Calvijn, Knox, wie het ook is, Wesley, Luther; er is er niet eerder een geweest met de naam eindigend op h-a-m. De enige boodschapper die wij ooit in de gemeentetijdperken hebben gehad met de naam die eindigt op h-a-m; G-r-a-h-a-m, Graham.

199 En Graham heeft zes letters; en zes is het getal van de mens, de dag van de mens. De mens werd op de zesde dag geschapen (in Genesis 1:26), op de zesde dag. Maar zeven is Gods getal. Op de zevende dag rustte God, niet zes, tonend dat deze G-r-a-h-a-m zou zijn tot de kerk die in de wereld is. Maar A-b-r-a-h-a-m, Abraham, is zeven letters.

200 U zegt: "Er is geen betekenis van getallen." Dan kent u niet de numeriek van uw Bijbel. U zult nu zeker ongelijk krijgen. Stellig.

201 God werkt volmaakt in drieën, wordt aanbeden in zevens en vijftigen en veertigen en jubileert in vijftigen. O, wat u maar wilt... Heel de Bijbel is wiskundig.

202 Merk op, de zesde is een boodschapper die naar de wereld gezonden wordt. En merk op, de zeven is Gods getal.

203 En merk op, op deze tijd van de verschijning nu, door de openbaring van de zoon, wanneer het geopenbaard zal worden, de zoon, men heeft reeds Zijn Naam herkend, geweten Wie Hij was. Hij is El Shaddai, de Almachtige, Elohim. Maar nu komen we aan bij de tijd dat de beloofde zoon zichzelf zal openbaren. De zoon, Izak zelf, die beloofd was, staat gereed om tevoorschijn te komen.

204 En Hij kon het niet doen tenzij Hij ging en zijn naam veranderde van Abram in Abraham, omdat hij de vader van volkeren was. Merk op, 'ham', h-a-m, vader, vader van volken.

205 Kijk hoe dit past met Maleachi 4, die het geloof terug herstelt aan de vaders, Abrahams zaad dat terug hersteld wordt tot het soort geloof dat vader Abraham had, zijn koninklijk zaad. Maleachi 4 vervuld worden, betekent het geloof terug herstellen dat daar eens terug in het begin was; het terug herstellen voor het koninklijke zaad van Abraham. Het is een belofte. Het is precies de belofte. Het koninklijke zaad moet geopenbaard worden en door... het koninklijke zaad, wat het koninklijke zaad van Christus is. Christus is het koninklijke Zaad. En het Zaad is de Heilige Geest Die in de harten van het volk is dat in God gelooft, dat Zijn Woord houdt, en God Die door hen heen werkt en dezelfde boodschap laat dragen. "Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer; maar gij zult Mij zien, Ik zal met u zijn, zelfs in u, en de werken die Ik doe, zult gij ook doen" (ziet u), het hier in de laatste dagen openbarend, hoe het verondersteld wordt te komen.

206 Let nu op het achttiende hoofdstuk. Onmiddellijk na de naamsverandering verschijnt God om Zichzelf in vlees te openbaren. Nadat de Naam bekend is gemaakt, Wie Hij is, verschijnt God in vlees. Abraham, een hete dag, enkel een paar weken of maanden voordat Sodom werd verbrand, en Izak komt op het toneel... En merk op dat Abraham buiten onder zijn eikenboom zit.

207 En Lot is daar in Sodom en zij genieten van de genoegens van de wereld. Toch is hij dominee Lot; waarschijnlijk had hij daar een mooie, kleine samenkomst. Wat hij ook deed, de Bijbel zei dat de boosheid en zonden van de tijd zijn rechtvaardige ziel kwelden. Dus moet hij gehad hebben... zoals heel wat moderne Lots vandaag. Maar hij wist dat hij er niets over kon zeggen. Dus, merk op, daar was hij!

208 Maar Abraham, nadat Hij nu aan hem was geopenbaard, Elohim was het Die tegen hem gesproken had, zat onder de eik en hier komen drie mannen aan, die wandelen als menselijke wezens. Let op het effect dat de openbaring, over Wie God was, op Abraham had, wat het deed aan hem. Nadat zijn naam veranderd was van Abram in Abraham, zag hij drie mannen aankomen. En hij noemde de drie één: "Mijn Heer", drie van hen als één. Niet zo met getal zes, Lot. Hij zag er twee aankomen en hij zei: "Mijne heren." Abrahams visioen en openbaring toonde hem dat Hij de Algenoegzame, Elohim, was. Zijn zaad ontvangt nog steeds hetzelfde.

209 Let op hoe Hij Zich openbaarde, hoe Hij Zich bekendmaakte of Hij juist was of niet. Merk op, welk teken Hij deed voor de echte gelovigen, wat er gebeurde om hem te laten weten dat dit Elohim was.

210 Welnu, hij zei: "Mijn Heer." Het is hoofdletter H-e-e-r. Elke geleerde weet dit. Elke geleerde weet dat het Elohim is, de Algenoegzame, Elohim.

     Een man zei op een keer tegen mij: "U gelooft toch niet dat dat God was?"

211 Ik zei: "Jazeker, Abraham zei dat het God was. Hij sprak tegen Hem, hij zou het moeten weten."

212 "O," zei hij, "u bedoelt dat God daar stond, vlees van dat kalf at, de melk van de koe dronk en tarwebrood, of wat u het daar wilt noemen, at?"

213 Ik zei: "Dat deed Hij." Wel, u kent gewoon onze God niet. O my, Hij kon gewoon... Wel, Hij strekte Zich uit naar...

214 Wij zijn gevormd uit zestien elementen; kosmisch licht en potas en calcium, enzovoort; zestien elementen. Hij pakte het bij elkaar en ademde erin en wandelde de aarde op. Ik ben zo blij dat Hij zo'n Vader is. Hoewel de huidwormen dit lichaam vernietigen, toch zal Hij u roepen. Hij beloofde het te doen. Hij is Elohim. Greep nog een handvol bij elkaar en zei: "Kom hier, Woodworm," of wat het ook was, de engelen, "kom en laat ons gaan kijken in Sodom en zien wat er aan de hand is."

215 En Abraham, na de openbaring, zag het en hij wist dat er één God was. Hij zag het en hij zei: "Mijn Heer, kom terzijde. Gaat U zitten. Laat mij Uw voeten wassen." Hij zei nooit "heer". Kijk, het is daar met een hoofdletter. Ieder weet het. Ik nam de Emphatic Diaglott, ziet u. Er staat hoofdletter H-e-e-r: Heer, Elohim, de Algenoegzame. Hij zei: "Laat me wat water halen en Uw voeten wassen en U een stukje brood geven. En dan kunt U Uw weg vervolgen."

216 Zeg, ik maak het te laat hier. Ik kan maar beter voortmaken. Ik wil tot hier komen, maar ik weet niet of ik het voor elkaar krijg. Heb nog een klein beetje langer geduld met me, wilt u?

217 Merk op, Elohim, de Algenoegzame, God. En Hij zei... Let op wat Hij deed.

218 Nu, twee van hen bleven naar Sodom kijken.

219 En Hij zei: "Zou Ik dit voor Abraham geheim houden?" Hij doet geen ding tenzij Hij het aan Zijn profeten openbaart, ziet u. Hij laat het hun weten. En Hij zei: "Ik zal dit niet verzwijgen, aangezien hij van God gezegend is. Hij zal de aarde beërven enzovoort. Zijn zaad zal..." Met andere woorden, hij zou de vader van vele volken worden... "Ik wil het niet voor hem verzwijgen. Ik zal het hem laten weten." En dus zei Hij... (begint hem te openbaren.)

220 En Hij zei: "Abraham," niet Abram, "Abraham, waar is uw vrouw S-a-r-a?" Hoe wist Hij dat? Wel, de dag daarvoor was hij nog Abram. Een dag of twee daarvoor was zij Saraï. En nu is zij Sara en hij is Abraham. Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw, Sara?"

     Abraham zei: "Zij is in de tent achter U."

221 Hij zei: "Ik zal u gaan bezoeken overeenkomstig de tijd des levens en deze zoon die beloofd was, staat nu op het punt om te verschijnen. U gaat hem krijgen."

222 En Sara lachte zo'n beetje in zichzelf en zei: "Ik, die oud ben, zal weer genot met mijn heer beleven? En hij zo oud." Zoiets dergelijks, weet u, omdat zij negentig en hij honderd jaar was. En dus... "Zou ik dat weer kunnen?"

223 En de engel-boodschapper, God in menselijk vlees, zei: "Waarom lachte zij?"

224 Dat was een bevestiging. Waarom? Het toonde dat de openbaring juist was. Liet zien dat hoe hij Hem genoemd had, goed was, Elohim, omdat Hij het Woord was. Dat was in Hebreeën, het vierde hoofdstuk, het twaalfde vers. Er staat: "Het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend zwaard, en onderscheidt de gedachten en overleggingen van het hart." En toen Abraham dit zag, toen was hij zeker en kon hij Hem Elohim noemen. Elohim, Hij was het Woord, gisteren, heden en voor immer Dezelfde.

225 Bemerk, toen Jezus, het koninklijke Zaad van Abraham, op het toneel verscheen, openbaarde Hij zich aan het natuurlijke zaad van Abraham in hetzelfde teken; en zij noemden Hem Beëlzebul. Het verblindde hen, de ongelovigen, verblindde hen en veroorzaakte dat zij Hem lasterden en zij naar de hel gezonden werden. Maar het gaf een eeuwig uitzicht aan de gelovige die voorbestemd was tot eeuwig leven.

226 Merk op, Jezus beloofde dat in de laatste dagen, net voor de komst van de Zoon des mensen, Hij komen zou en Zichzelf zou openbaren. Wanneer de dagen van de Zoon des mensen geopenbaard worden, zou het koninklijke zaad hetzelfde teken zien. Merk nu op. Toen Hij daar zei in Lukas 17:28 en 30: "En zoals het was in de dagen van Sodom..." Jezus zei dit. Ik ben er niet verantwoordelijk voor, ik ben verantwoordelijk om het u te vertellen, te zeggen wat Hij zei, maar Jezus zei dit: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn in het komen, bij de komst van de Zoon des mensen." Merk nu op. In de dagen dat de Zoon des mensen geopenbaard wordt, wanneer de Zoon des mensen aan Zijn gemeente wordt geopenbaard.

227 Zoals aan Abraham... Hij was God, Hij bleef maar neerkomen, bekrachtigde het verbond, deed herkennen Wie Hij was en zijn naam werd veranderd. Bemerk dat het veranderde net voordat hij op de heuvel kwam en over Sodom uitkeek, net voordat de beloofde zoon kwam.

228 Jezus vertelde hetzelfde beeld... Jezus las dezelfde Bijbel die ik lees en u leest. Als u wilt weten wat het was, ga terug en kijk wat ze aan het doen waren in de dagen van Sodom. Bemerk, niet zozeer in de dagen van Noach – Hij vertelde hun onzedelijkheid, hoe zij aten, dronken, huwden en ten huwelijk gaven – maar in Sodom.

229 Welnu, het is niet meer door water; God beloofde dat met het teken van de regenboog. Hij geeft ons een teken. Hij geeft altijd tekenen. Hij gedenkt Zijn tekenen altijd, blijft er door de jaren heen altijd trouw aan, blijft nooit in gebreke om dit regenboog-teken te geven. Hij geeft altijd Zijn tekenen. Merk op.

230 En met dat teken beloofde Hij de wereld nooit meer met water te vernietigen. Maar Hij zei wel dat het zou verbranden. En merk op hoe Jezus hier zei dat, zoals het was in de dagen van Sodom, de heidenwereld vernietigd zou worden. Sodomieten!

231 Nu, kijk naar de moraal van de naties. Kijk naar de moraal van een kerk, net als Lot. En kijk wat er zich onder hen bevindt, een man, G-r-a-h-a-m, die hen krachtig toespreekt, tot deze politici, tot de natuurlijke kerk. Bij de geestelijke kerk...

232 Er zijn altijd drie klassen mensen. Dat zijn gelovigen, ongelovigen en schijngelovigen. Men heeft ze in elke groep. Als u de druk voelde die ik voel, zou u weten dat zij hier echt zijn vanavond. Dus u... alle drie. Kijk, zo is het. Overal zijn er altijd deze drie klassen.

233 Nu, als u dat wilt zien, zou het hetzelfde moeten zijn wanneer de Zoon des mensen geopenbaard zou worden aan het koninklijke zaad van Abraham door Christus, Christus is het koninklijke Zaad, wanneer Hij in de laatste dagen wordt geopenbaard. De wereld bevindt zich nu precies in dezelfde positie... Omdat de zon die in het oosten opging in het westen ondergaat. En het was een sombere dag; men maakte organisaties en denominaties. Maar de profeet Jeremia zei: "Het zal licht zijn in de avondtijd." En in de dagen wanneer die Zoon van achter de wolken van denominatie tevoorschijn komt om Zichzelf te openbaren, zei Hij, dat de wereld zich precies eender zou bevinden als in de dagen van Sodom en de Zoon des mensen zou Zich opnieuw aan Zijn volk openbaren. Kijk hoe Hij het aan Izaks zaad openbaarde. Kijk hoe Hij het aan het koninklijke zaad, de bruid, koninklijk, de koningin gaat openbaren. De koningin is het koninklijke zaad.

234 Evenals God in Egypte een volk uit een volk bracht, brengt Hij een gemeente uit een gemeente, of een bruid uit een gemeente, gemeente uit een gemeente. En het overblijfsel van het zaad van de vrouw... Dat is wat was overgebleven... Er zal wening en geschrei en knersing van tanden zijn, omdat zij geen olie in hun lampen hadden. De Heilige Geest vertegenwoordigt altijd... Daar zijn ze.

235 De positie is goed geplaatst. En kijk nu op de heuvel. De kerk... Abraham, Lot, Sodomieten; de uitverkorenen, de kerk, de wereld; de gemeente, en de bruid uit de gemeente. We zitten positioneel goed. De wereld is er precies in de juiste houding voor gedraaid.

236 Verdraaiing, alles is verdraaid. Het is... Dit kan ik u wel zeggen, alles is verbasterd.

237 Ik kom hier en zag een groot reclamebord waarop stond: "Bastaard-maïs." Wel, het is niet goed. Nee. Dat behoorde u, atheïsten, te schokken. Wanneer God zei: "Laat ieder zaad voortbrengen naar zijn aard." En u kunt maïs kruisen en maken dat het een beter uitziende maïs is, maar u kunt het niet terug planten. Het zal geen leven in zich hebben.

238 En zo hebben wij met de kerk gedaan. We hebben het mooi gemaakt en versierden het met denominationele glans. Maar het heeft geen leven in zich. Het kan vandaag dat bijbelse bewijs niet voortbrengen. Het kan het bewijs van de opstanding van Christus niet voortbrengen. Het is een verbasterde aangelegenheid.

239 Beter geklede mensen, beter betaald, grotere denominaties, rijker; van het Laodicéa-tijdperk, precies. "Rijk, aan geen ding gebrek, en weet niet dat u armzalig, ellendig, blind en arm zijt. Naakt, en weet het niet!" Als een mens wist dat hij naakt was, zou u tot hem kunnen spreken. Maar wanneer hij het niet weet, is dat een ellendige toestand. Armzalig. Veracht de mensen niet, maar heb genade. Wat als ú in die toestand verkeerde? Wat als het Woord aan u niet was geopenbaard? Wat zou u doen? Wat anders zou helpen als uw ogen zo verblind waren dat u niet kon zien? Dat is een armzalig schouwspel.

240 En precies op z'n plaats, u kunt er geen vinger op leggen. Daar is het. Precies wat Hij gezegd heeft dat zou plaatsvinden; deze tekenen zouden er zijn in de laatste dagen. Kijk waar zij zich bevinden, gewoon precies.

241 Let nu op. Verbastering; u weet, als iets... Als u een ezel neemt en hem doorfokt met een paard, een merrie, en wat krijgt u dan? U krijgt een muilezel. Maar die muilezel kan zich niet verder voortplanten. Zie, God zei: "Laat ieder zaad voortbrengen naar zijn aard." Waar komt uw evolutie vandaan? Uw eigen ontwerp heeft veroordeeld wat u zei te geloven. God zei: "Laat ieder zaad voortbrengen naar zijn aard." Hij kan niet terug gefokt worden. Nee, nee het is afgelopen met hem.

242 En ik geloof dat een muilezel een van de domste dieren is, die ik ooit gezien heb. U kunt hem niets leren. Hij zit daar met die grote, lange oren, weet u, en hij zal wachten tot de allerlaatste minuut om u te schoppen voordat hij sterft. Hij is gewoon...

243 U kunt hem niets leren. Het doet me denken aan... U zit daar, en gaat hem dingen vertellen. Het doet me aan sommige mensen denken die vandaag beweren gelovigen te zijn en daar zitten met grote lange oren: "De dagen van wonderen zijn voorbij, honk, honk, honk." Hij weet niet waar hij vandaan komt. Hij weet er niets vanaf. Het enige wat hij weet, is wat kerkleer.

244 Maar laat me u vertellen, ik heb respect voor een volbloed. Man, hij kan u vertellen dat hij een stamboek heeft. Hij kan u vertellen wie zijn papa was, wie zijn mama was, wie zijn grootmoeder en zijn grootvader was. Hij heeft een stamboek.

245 Evenzo is dat met een 'stamboek'-Christen. Hij kan het regelrecht terugvinden in het boek Handelingen en zien waar ze vandaan komen; een 'stamboek'-Christen, geboren uit dezelfde Geest, handelt op dezelfde manier.

246 Dezelfde vervolgers; ezels en paarden grazen tezamen. Dat is zo. Daar bent u er. U zult het moeten hebben. Dit is een dag van verbastering.

247 Ik las niet lang geleden een stukje in Reader's Digest. Als men vrouwen blijft voeden met dit verbasterde vlees en dergelijke, kunnen zij hun baby's niet meer krijgen. Zij veranderen. Zij worden breder in de schouders en smaller in hun heupen. Waarom? Weet u, de mensen vernietigen zichzelf altijd door beschaving.

248 Keer terug tot God! Geloof God! Keer terug naar het oorspronkelijke zaad. Keer terug en geloof het! U hebt mijn banden bestudeerd, of liever, u hebt mijn banden en ik geloof dat u ze geluisterd hebt, over het oorspronkelijke zaad en de bruidsboom en deze dingen die waar zijn. De Here weet dat.

249 Hoe die dingen maanden en maanden geleden voorspeld waren. U mensen, wat u hier ziet... Het is nog maar gering wat u plaats ziet vinden. Vraag aan de mensen die erbij waren. Vraag of het ooit een keer gefaald heeft. Vertelt over mensen, aardbevingen, dingen die zullen gaan gebeuren; de Heilige Geest vertelt het ons. Is dat waar? Er zijn mensen, die... Stellig. En van verschillende mensen.

250 Zoals Marilyn Monroe, ver voor zij was gestorven. Men zei dat ze zelfmoord pleegde. Dat deed zij niet. Zij stierf aan een hartaanval. Absoluut.

251 Deze man, deze vechtersbaas, de Maginot Linie in Duitsland, al die dingen, duizenden dingen telkens feilloos precies. Het kan niets anders zijn dan de Heilige Geest. Hij beloofde het.

252 Hij gaf in 1933 zeven dingen die gebeuren zouden en nu is elk van deze uitgekomen op twee na. Perfect, helemaal precies. Hoe dat zelfs president Kennedy binnengebracht zal worden. Het staat echt hier op dit moment in mijn boeken. Drieëndertig jaar geleden verteld. Precies. Hoe de Maginot Linie gebouwd zou worden, elf jaar voordat het gebouwd werd. Hoe Hitler zou opstaan, en het fascisme en het nazisme en alles, om in het communisme over te gaan en het communisme zou het Katholicisme vernietigen. Het zal gebeuren, het geeft niet wat ze doen. Het liet zien dat er een oecumenische raad zou zijn en hoe alle kerken bijeen zouden komen en het beeld zouden vormen, genaamd "het merkteken van het beest". U ziet ze nu direct op de weg. Dat is precies waar. Het moet gebeuren, omdat het nooit gefaald heeft.

253 Ieder die het ooit heeft geweten, wie dan ook, neem ze de wereld rond; het heeft nooit één keer gefaald. Maanden en jaren van tevoren, het komt gewoon perfect precies uit. Het is God onder u, mensen. God in ons, de Heilige Geest. Merk op, Jezus zei dat het koninklijke zaad door hetzelfde geïdentificeerd zou worden, hier in Lukas, hoofdstuk 17. "O, keer terug, gij verstrooiden", uit uw denominatie naar uw oorsprong.

254 Ieder van ons kan geloven dat God... als u in God gelooft, weet u dat God de zieken geneest. Daar is geen vraag over. Wel, als u dat niet gelooft dan... Men zei in hun dagen: "O, wij weten dat Hij kan genezen, maar Hij kan niet redden." En nu: "Hij kan redden, maar niet genezen." Ziet u. Gewoon dezelfde duivel, precies eender. Maar Hij is beide: Redder en Geneesheer. Hij is Jehova Jireh en Jehova Rapha.

255 O, keer terug! Herinner dat Hij deze toestand beloofd heeft zoals elk ding geplaatst is, precies op de wijze zoals het nu is, en wat zou plaatsvinden. Hij zei dat het zou gebeuren, en het moet gebeuren.

256 Mensen, neem me niet kwalijk. Ik heb u lang gehouden. Laten we onze hoofden nog even buigen. Ik zal... Ik zal dit misschien morgenavond afmaken. Ik heb nog ongeveer zes bladzijden met aantekeningen hierover. Buig uw hoofden voor een moment. Wees allemaal eerbiedig.

257 U mag misschien met mij verschillen, daar hebt u het recht toe. Ik heb het recht om uit te drukken wat ik denk. Ik heb het Schriftgedeelte. Het maakt niet uit wat ik zou zeggen, indien God datgene niet betuigt, dan werken de Urim en Thummim niet. Dan wordt het geweigerd. Het maakt niet uit hoe goed het klinkt, hoe echt het klinkt, de Urim en Thummim moeten het laten zien. Het zaad moet tot leven komen. Als dat het niet doet, was het niet waar.

258 Wat genezing betreft. Ik heb geprobeerd u te vertellen dat ik geen genezer ben. Er zijn veel mensen die zich genezers noemen. Dan zijn er heel wat critici die mensen genezers noemen die... gewoon om te bekritiseren. Hun hart staat niet recht voor God, ziet u. Ieder weet dat niemand een ander kan genezen. God geneest de ziekte. Laat God om uw dood vragen; u kunt bidden wat u wilt, het ziekenhuis geeft u elke dag een infuus, u zult toch sterven.

259 Als ik vanavond in mijn hand snijd en ik hier sta met een snee in mijn hand is er geen medicijn ter wereld dat mijn hand kan genezen. Wij hebben geen medicijn dat geneest. Elke dokter zal u dat vertellen. Het houdt gewoon schoon terwijl God geneest. Het kan geen weefsel opbouwen. Als ik mijn hand doorsnijd en, "O," zegt u, "ja, broeder Branham, dit medicijn zal genezen." Goed, ik wil weten wat het is.

260 Laat me het u tonen. Als ik mijn hand doorsnijd en hier dood neerval, zou een dokter kunnen komen om mijn lichaam te balsemen en mij er natuurlijk uit te laten zien als vijftig jaren; mijn hand dichtnaaien en mij dan daar weghalen en mij elke dag een penicilline-injectie geven. En na vijftig jaar zou die snee precies eender zijn als toen hij gemaakt werd. Als medicijn gemaakt wordt om een snee te genezen, waarom geneest het dan niet? Elk medicijn dat een snee in mijn hand zou genezen, zal een snee in deze preekstoel genezen, zou een scheur in mijn jas herstellen. Als het een snee zou genezen, zal het een snee genezen, het geeft niet waar die zich bevindt. "Och," zegt u, "wel, medicijn werd voor menselijke wezens gemaakt." Waarom geneest het dan niet? "Wel," zegt u, "het leven is er uitgegaan." Dan is er iets anders buiten het medicijn wat geneest.

261 Het is leven. Zeker, en leven is God. Jazeker. Toch zijn sommige zondaars ermee aangetast, maar nochtans bent u naar het beeld van God; en het leven dat u hebt, heeft God u gegeven. U weet dat. Omdat God de Genezer is. Leven is de genezer. U gelooft dat, zie. Ik heb zoveel zien gebeuren.

262 Aanvaardt u Hem nu, wilt u? Voor we dat doen, vraag ik me af hoevelen hier overtuigd zijn. Voordat... Als u hier voor het eerst bent, hier nooit eerder bent geweest, maar u gelooft dat Hij de Zoon van God is... En hierdoor (de boodschap vanavond, het Woord alleen... voordat Hij zelfs iets doet), dat u het gelooft en u wilt dat ik u in gebed gedenk, steek dan uw hand op, wilt u? God zegene u. O my, drie- of vierhonderd handen. God zegene u.

263 Geloof komt door het horen, het horen van het Woord. De reden dat ik dit gezegd heb, is om te zien... om genade bij God te vinden. Ik geloof dat ik nu, in plaats van een gebedsrij hier op te roepen, u wil laten bidden.

264 Laat me u eerst een Schriftgedeelte geven. Wat wij doen, moet schriftuurlijk zijn. Het moet schriftuurlijk zijn. God zal niets anders eren. God zal een leugen niet eren. Hij eert enkel Zijn Woord. U weet dat. Daar zou u Hem niet op kunnen aanvallen. Hij eert geen leugens. Hij eert alleen Zijn Woord. Maar Hij beloofde dit: "Mijn Woord zal niet ledig tot Mij keren. Het zal datgene volbrengen waarvoor het bestemd was." En wij zien dat het Woord vandaag wordt toebedeeld. Het geeft niet hoeveel ongeloof in het kamp oprijst, God zal Zijn Woord eren, wanneer Hij geloof vindt om het te eren.

265 Nu, ergens in het gebouw, wil ik dat u dit Schriftgedeelte neemt: Hebreeën, het derde hoofdstuk, is het geloof ik. De Bijbel zei, dat Hij een Hogepriester is, op dit moment, Die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden.

266 En ik wil dat u, die uw hand hebt opgestoken, zodra de dienst hier tot de sluiting komt, naar voren komt en hier gaat staan om voor u te laten bidden. Aanvaard Christus als uw Redder. Ga naar een van de fijne gemeentes hier in de buurt, het maakt niet uit waar het is, bij iemand die het Evangelie predikt. Ga erheen en vraag om de christelijke doop en de voorganger zal u dan verder leiden. Hij is Gods man. Hij is geroepen een man van God te zijn. Hij zal u van dien af verder leiden. Als ik hier in de stad was, zou ik tot een van deze gemeenten behoren. Ik zou naar hen komen, hen die het Evangelie geloven. Ik zou daar zijn. Jazeker. Ik zou mij met hen vereenzelvigen, want dat is wat u moet doen. Dat is wat u behoort te doen.

267 Als Hij de Hogepriester is Die aangeraakt kan worden door de gevoelens van onze zwakheden nu, is Hij Dezelfde gisteren, heden en voor immer. Daarom zou Hij hetzelfde moeten handelen als Hij gisteren deed.

268 Let nu op. Op een keer raakte een kleine vrouw Zijn kleed aan en Hij draaide zich om en wist wat haar mankeerde en vertelde haar dat haar geloof haar had behouden. En zij voelde in zichzelf... Zij deed geen enkele moeite om het te bewijzen. Zij hoefde het niet te bewijzen.

269 Je bewijst geen dingen, je gelooft God, ziet u. U bewijst God helemaal niet. Om uw leven te redden, kunt u niet bewijzen dat er een God is. Gewoon hier naarbuiten te gaan en zeggen: "Laat me Hem zien", ziet u. U moet Hem geloven!

270 De hele wapenrusting van God is bovennatuurlijk: liefde, blijdschap, geloof, lijdzaamheid, geduld, zachtmoedigheid, ziet u; alles bovennatuurlijk. Wij kijken naar dingen die je niet met je natuurlijke oog kunt zien.

271 En Christus is hier vanavond. Hij beloofde: "Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar ben Ik in hun midden." ("Daar ben Ik!" "Ik" opnieuw.) Hij is hier. Welnu, Hij is Dezelfde gisteren, heden en voor altijd.

272 U bidt en zegt: "Here Jezus, ik ben ziek", of wat u ook maar nodig hebt. "Ik heb een nood, en ik wil, dierbare God dat U mij genadig bent en mij genezen en gezond wilt maken. En als ik nu voldoende geloof heb, Heer, om U aan te raken... Ik weet dat broeder Branham mij niet kent. Ik ben een vreemdeling, en ik weet dat hij me niet kent. Als die man mij nu de waarheid verteld heeft... (waarvan ik geloof dat hij het deed, omdat het direct uit Uw Woord komt, dat ik gelezen heb. Ik zie dat het er volkomen goed uitziet.), bevestig het nu. Ik beweer een zaad van Abraham te zijn, door Christus. Ik beweer het koninklijke zaad te zijn, gelovend in Jezus Christus, het koninklijke Zaad. Ik geloof een deel van Zijn bruid te zijn, Zijn gemeente waarvoor Hij zal komen. En ik ben ziek en nooddruftig. Here Jezus, laat mij alstublieft Uw kleed aanraken. En bewijs het aan mij doordat U door broeder Branham heen spreekt, zoals hij beloofde dat het zou wezen, zoals het was in de dagen van Sodom. Laat mij... Laat hem aan mij vertellen waar ik aan denk, waar ik voor bid, wat ik verlang, wat mijn noden zijn; iets omtrent mij." Doet u dat, doe het.

273 Hemelse Vader, het ligt nu allemaal in Uw handen. Dit is alles wat ik kan doen, of iedere andere man, kan enkel zeggen wat U hebt gezegd, de waarheid. Bevestig het nu Heer, dat het de waarheid is. Ik heb over U gesproken. Spreek dat ik de waarheid verteld heb, in de Naam van Jezus Christus. Amen.

274 Nu, ik wil dat u alleen maar gelooft, heb enkel geloof. Laat niemand rondlopen, zit even heel eerbiedig. Ik wil dat u zich nu bedenkt dat Christus hier ergens voor u staat, opgestaan uit de dood, kwam eens dwars door de muur, at brood en zei: "Betast mij. Ik ben vlees en beenderen", en verdween recht voor hen. Nu beloofde Hij dat Hij in de laatste dagen weer in menselijk vlees zou verschijnen, in uw vlees, zoals Hij deed in de dagen van Sodom. God, welke Christus was gemanifesteerd in vlees, nu in Zijn gemeente, Zijn bruid. Ziet u, zij komen bij elkaar. Het is een tijd van vereniging: kerken verenigen zich, naties verenigen zich, en de bruid en Christus verenigen zich, ziet u. Het is de tijd van verenigen.

275 Geloof nu slechts, eenvoudig. Probeer niet nerveus te worden en iets af te dwingen, omdat u dan niets krijgt. Zeg gewoon nederig: "Heer, ik geloof." Laat iemand dat doen. En nu, ik...

276 Hoevelen zitten hier voor mij, speciaal... Nu, ik ken deze mannen hier en die daar. Enkelen die hier zitten, ken ik. Wat nu met deze hier, recht tegenover mij? Laten we ons op deze kleine groep concentreren, precies hierin ergens. Hoevelen hebben nog nooit Christus Zichzelf bekend zien maken op die manier? Laat ons uw hand zien, nog nooit gezien. Iedereen heeft het geloof ik gezien. Goed.

277 Bid nu. Wees eerbiedig. Ik weet niet of Hij het wil. Dat kan ik niet zeggen. Dat ligt aan Hem. Zal het u heel zeker laten geloven? De Here hoort dat. Hij weet alle dingen.

278 De man die daar precies zit en lijdt aan hernia. Gelooft u dat God die hernia zal genezen? U gelooft? Wij zijn vreemden voor elkaar veronderstel ik, u en ik? Ik ken u niet. Ik heb u nooit eerder gezien. Maar dat is waarvoor u bad. Steek uw hand op als dat waar is. Steek hem op.

279 Gelooft u dat... gelooft u dat toen Andreas aan Simon verteld had om te komen kijken, omdat zij de Messias hadden gevonden. En toen hij in de tegenwoordigheid van de Here Jezus kwam, zoals u nu in contact met iets gekomen bent, uw gebed... vertelde Hij hem wie hij was. Gelooft u dat God mij zou kunnen vertellen wie u bent? Als u het gelooft, kan Hij het doen. Zou dat u bemoedigen, om te geloven met heel uw hart? Zou het de rest van u op die manier bemoedigen?

280 Nu, de man heeft zijn handen opgeheven, dat wat hem ook verteld wordt... (Ik weet het niet, ik zou de band moeten terugdraaien, zie) wat het ook was, was juist. Is dat waar, meneer? Goed. Wat dan ook... is juist.

     Meneer Shepherd, geloof met heel uw hart. Indien gij kunt geloven...

281 Het is niet meer dan wat Hij zei: "Uw naam is Simon, zoon van Jonas." Indien u slechts gelooft, dat is alles wat nodig is. Wat is het? Hij beloofde dat. Hij gaf die belofte. Dat toont dat Hij hier is. Niet alleen mij; Hij is in u. Hij is in Zijn lichaam van gelovigen.

282 Kleine dame, die weent en bidt met uw hoofd naar beneden en lijdt aan een kanker; als u niet zult vrezen en zult geloven, zal God u gezond maken, als u het kunt geloven. Zij gaat het missen, zeker als... Mevrouw Hood, geloof nu met uw hele hart dat Jezus Christus u gezond maakt en u kunt hebben waarvoor u gevraagd hebt. Gaat u het nu met heel uw hart geloven? Amen.

283 Vlak naast u zit er een dame die een maagkwaal, een hartkwaal en complicaties heeft. Als u met heel uw hart gelooft, kunt u uw genezing hebben. Gelooft u het met uw hele hart en neemt u het aan? Ja? Goed.

284 Die man daar met aambeien; gelooft u dat God die aambeien kan genezen en u gezond kan maken? Sta op.

285 Wat denkt u ervan, die daarnaast zit met een hernia. Gelooft u dat God die hernia kan genezen en u gezond kan maken?

286 De dame daar vlak naast uw arm lijdt aan hoofdpijn. Het is verdwenen, is het niet? Ziet u, uw geloof deed dat. Dat is alles wat u moet doen, gewoon geloven.

287 Hier is een dame met suikerziekte. gelooft u dat God u gezond wil maken, dame, die daar zit met suikerziekte? U gelooft dat God mij kan vertellen wie u bent? U gelooft? Mevrouw Robinson, dat is uw naam.

288 Leg uw hand over hem daar, voor die hernia. Waarschijnlijk zal God hem ook gezond maken. Als u het gelooft, wilt u het dan doen? Goed, meneer.

289 De dame die naast u zit, leg uw hand op haar, meneer. Zij heeft zenuwontsteking. Gelooft u dat God de zenuwontsteking zal genezen en u gezond zal maken? Als u dat doet, kunt u ook uw genezing krijgen. U moet het geloven.

290 Nu, dat is de bevestiging. God deed de belofte. Hoevelen geloven nu dat Christus hier is? Gelooft u het? Allen die nu verlangen, in Zijn tegenwoordigheid nu, die genade van God verlangt, die genade voor uw ziel wenst en u wilt Hem nu aanvaarden, terwijl u nu direct in Zijn betuigde tegenwoordigheid bent...

291 Nu zou hier een man binnen kunnen komen met littekens van spijkers in zijn handen en doornafdrukken en zeggen: "Ik ben de Here." Elke oude huichelaar kan dat doen, maar het leven... Het lichaam van de Here Jezus zit aan de rechterhand van de Majesteit. Wanneer Hij komt, zal er geen tijd meer zijn, wanneer dat lichaam naar de aarde terugkeert. Maar Zijn Geest is hier. Zijn leven legt getuigenis van Hem af dat Hij hier is, ziet u. "Ik zal met u zijn, zelfs in u tot het einde van de wereld."

292 En u verlangt nu genade van Hem, wilt u dan gaan staan voor een woord van gebed? Over het hele gebouw, u die... waar u ook bent, sta op. God zegene u daar helemaal achteraan. Dat is goed, blijf maar staan. Ga gewoon staan, dat is al wat ik van u verlang. Ga een ogenblik staan voor gebed. Als u voor Hem wilt gaan staan... Als u beschaamd bent voor Hem, zal Hij zich voor de Vader schamen over u. En als u... als u gewillig bent Hem nu te belijden, zal Hij u belijden voor de Vader. "Ik wil Christus nu als mijn Redder aannemen. Ik verlang dat Hij mij nu vult met Zijn Geest. Ik wens Hem te..." Blijf even een ogenblik staan voor gebed, als u wilt. Sta op. Dat is goed. Ik wil... Ik voel me geleid dit te doen... Dit is een altaaroproep. Sta op, we hebben geen altaar om naartoe te komen. Uw hart is het altaar. Duw alle ongeloof weg en weet dat Hij hier is op dit moment. Ga op uw voeten staan; u die Christus nu wilt aanvaarden, in de Goddelijke tegenwoordigheid waarvan u voelt, dat het nu is betuigd.

     Laten we onze hoofden buigen.

293 Here Jezus, zij zijn de Uwen. U hebt gezegd: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij Mijn Vader hem trekt." Overeenkomstig de wetenschap konden zij zelfs hun handen niet opheffen. De wet van de zwaartekracht zegt dat onze handen naar beneden behoren te hangen. Maar er is een leven in hen en dat leven werd nader tot eeuwig leven, Christus, gebracht. En zij hebben een beslissing in hun hart gemaakt dat zij met de wereld hebben afgedaan. Zij hebben hun hand opgestoken en zijn gaan staan, de wet van de zwaartekracht trotserend, dat er een leven daarbinnen is. Dus tarten wij de wet van de wereld en ongeloof.

294 In de Naam van Jezus Christus zijn zij de Uwen. Zij zijn liefdegaven van het Evangelie. Het zijn gedenktekenen van de boodschap van vanavond, en van Uw grote aanwezigheid met ons. Zet hun namen in het levensboek van het Lam. Wij bidden, Heer, dat elk van hen daar zal zijn als Uw kinderen, Uw geliefden.

295 Vul hen met de Heilige Geest van God in hun hart. Moge hun leven zo beheerst worden met de kracht van God Almachtig, dat nederigheid en liefde, vriendelijkheid en zachtmoedigheid uit hen zal stralen; en een ijver om anderen gered te zien die ook eens in hun situatie waren. Sta het toe, Heer.

296 Het enige wat wij kunnen doen, Heer, is geloven. En zij stonden als een gedenkteken van hun geloof. En nu met mijn geloof en hun geloof tezamen leggen wij het in geloof op Uw altaar. Zij zijn het offer dat daar ligt en wachten op de geofferde Zoon van God, om in Zijn Koninkrijk aanvaard te worden. Sta het toe, Heer. Mogen zij nu de Uwen zijn in de Naam van Jezus Christus.

297 U, die in Hem gelooft met heel uw hart, die nu staat, hef uw hand omhoog en zeg: "Ik geloof Hem. Ik aanvaard Hem nu als mijn Verlosser en ik zoek de doop van de Heilige Geest." Steek uw hand op. God zegene u.

     U mag nu gaan zitten.

298 Nu wil ik dat u direct uw weg vindt naar een gemeente.

299 Morgenavond zullen wij een samenkomst hebben voor de doop van de Heilige Geest, morgenavond, hier in het gebouw. Nu is er heel wat fanatisme wat men de doop van de Heilige Geest noemt, maar dat betekent niet dat er geen echte Heilige Geest is. Er is de echte, zuivere Heilige Geest van God, net zo goed. Ik geloof dat Hij ons hier morgenavond wil ontmoeten.

300 Hoevelen hier in het gebouw zijn overtuigd dat wij in de eindtijd zijn? Hoevelen zijn overtuigd dat dit de waarheid is? Het Woord wordt verondersteld zo te zijn in de laatste dagen? Steek uw hand op. Hoevelen van u zijn gelovigen? Wuif met uw hand. Goed. Jezus zei deze woorden: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven", als u een gelovige bent.

301 Hoevelen hebben Christus nodig voor hun lichaam? Steek uw hand op. Goed. U, gelovigen, die naast hen zit, leg uw handen op elkaar. En de wijze waarop u bidt in uw kerk, dat is de manier waarop u hier bidt. Bid niet voor uzelf, bidt u voor hen; zij bidden voor u. En de Bijbel zegt: "Zij zullen de handen op de zieken leggen en zij zullen herstellen." Nu bidt u op uw manier en met een belofte.

302 Here Jezus, zij zijn de Uwen. Ontvang hen in Uw Koninkrijk. Genees ieder, Heer, met deze zakdoeken, in de Naam van Jezus Christus. Sta het toe, Heer. Satan heeft zijn greep verloren. Moge de kracht van de almachtige God ieder genezen.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)