Het feest der bazuinen

Door William Marrion Branham

1 Laten we onze hoofden buigen.

     Here, er werd eens door Uw geliefde discipelen gezegd: "Leer ons bidden." Want wanneer wij een glimp opvangen van de grote God des hemels, beseffen we eigenlijk hoezeer we tekort schieten. Leer ons daarom nu in onze harten te bidden, Here, voor de dingen die heilzaam zouden zijn voor Uw Koninkrijk en voor Uw dienstknechten. Gij kent de nood van iedere persoon hier.

2 En vanmorgen liggen er hier op de lessenaar zakdoeken en schorten en ook kleine pakjes van hen die lichamelijke hulp nodig hebben, of gezinsmoeilijkheden, en wat het ook moge zijn. Maar Gij zijt God, en God alleen, de enige ware God Die er is; en wij vragen U in de Naam van Jezus, Uw geliefde Zoon, dat U een ieder van dezen wilt genezen. Misschien zijn er sommigen hier die genezing nodig hebben, die hier geen zakdoek of pakje hebben liggen.

3 Mogelijk zijn er sommigen in de landen rond de wereld die zelfs in hun huizen of in hun gemeenten deze bandopname zullen horen. We zouden willen bidden, Here, dat terwijl de dienst bezig is, of de band wordt afgespeeld, of in welke omstandigheid of toestand wij ons ook mogen bevinden, moge de grote God des hemels deze oprechtheid van onze harten eren deze morgen en de behoeftigen genezen, en hun geven wat zij nodig hebben.

4 Zegen ons nu in de voor ons liggende dienst. Spreek tot ons als nooit tevoren omwille van het Koninkrijk Gods. Wij wachten in Jezus' Naam op Uw antwoord. Amen.

5 Wilt u mij hiermee helpen? [Broeder Branham verwijdert spullen van de lessenaar – Vert]

6 Het is goed om vanmorgen opnieuw hier in de kerk te zijn. Ik sprak zojuist met enkele vrienden, die juist uit Ohio zijn binnengekomen, tot een klein meisje dat hier enkele maanden geleden werd gebracht dat stervende was aan leukemie. De mensen, haar ouders, waren zeer arm. En ik heb vanmorgen geen tijd om het getuigenis voor te lezen. Het komt in het archief. Maar hier is de foto van het kleine meisje, na drie dagen geloof ik dat het was, nadat er voor haar gebeden was. De doktoren gaven haar nog maar drie dagen te leven en drie dagen later konden ze er zelfs geen spoor meer van vinden. En dus gaat ze naar school en is erg gelukkig. Ik ben er zeker van dat de gemeente het zich herinnert toen we haar hier in de zaal hadden.

7 En ook de kleine baby die geboren werd met de ingewanden als het ware buiten het lichaampje. De doktoren die... In deze toestand kon men door de wijze waarop de ingewanden gevormd waren, deze niet meer op de juiste plaats terugbrengen. Ze durfden het kleine ding niet aan te raken – het was nog maar een pasgeboren baby. En nu is de kleine makker ongeveer een jaar oud, denk ik, zoiets als dat, met normale ingewanden, alles net zo normaal als het maar zijn kan. Het is gewoon de genade van God, dat Hij zo goed voor ons is.

8 Nu vandaag wil ik de samenkomst aankondigen die we aan het voorbereiden waren – ik was van plan om volgende week naar Afrika te gaan, naar broeder Jozeph Boze in Kenya en Tanganjika. Wij zijn niet in staat de samenkomst te houden. We ontvingen een telegram terug van broeder Boze: "De afgelopen week zijn drie van onze eigen zendelingen gedood en vermoord."

9 Ze hebben daar nu een opstand en de communisten smokkelen wapens naar de inlanders, bewerend dat ze daar in de buurt vissersboten hebben (Rood-China en Rusland), en ze brengen geweren naar de inlanders; en die weten niet beter dan deze te gebruiken op letterlijk alles wat ze maar zien. Dus was de regering van mening dat het niet verstandig zou zijn de samenkomst in deze tijd te houden. En zoals ik ook begrijp kan broeder Boze zelfs zijn school niet openen in dit gebied waar ik deze keer heen zou gaan. Maar het is niet afgelast, het is slechts uitgesteld totdat zij het weer rustig kunnen krijgen.

10 Ik ben erg gelukkig vanmorgen om, na vele jaren van afwezigheid, broeder Jackson weer in ons midden te zien, broeder Sidney Jackson en zuster Jackson uit Zuid-Afrika. Hebben zij gesproken? [Broeder Neville antwoordt: "Ja." – Vert] En deze mensen waren mijn werkelijke broeders en zuster en medewerkers in de campagne in Zuid-Afrika gedurende de laatste reis daarginds, waarvan we vertrouwen dat we eens door Gods genade weer bij hen terug zullen komen; want het is behoeftig.

11 En ik heb al negen jaar geprobeerd daar terug te komen, maar vanwege de organisaties enzovoort, willen ze mij niet terug laten komen. Daarom schreef ik hun onlangs een brief waarin ik schreef: "Laat dan het bloed van deze verloren zielen op u zijn en niet op mij." Want ik geloof dat God daarginds gedurende enige tijd mijn bediening wilde gebruiken voor die mensen. En door hun kerkelijke verschillen willen ze mij niet terug laten komen. Maar het is in orde, de Here zal daarvoor zorgen.

12 Nu, wat ik wil zeggen vanmorgen is, dat broeder Neville mij gevraagd heeft, zo de Here wil, in de tabernakel samenkomsten te hebben, vanavond en... U wordt dus uitgenodigd. En dan zal ik de volgende zondag, zo de Here wil, hier ook zijn en dan misschien ook de volgende twee of drie zondagen vanwege het afgelasten van deze samenkomst die in voorbereiding was.

13 Nu, we zouden ook graag willen zeggen dat... ik zei dat we misschien gedurende deze tijd zouden willen prediken over de zeven bazuinen. We vroegen ons af hoe we dat zouden gaan doen, gezien de onvoldoende afmetingen van het gebouw en het ongemak van de airconditioner (geen frisse lucht in de zaal; de airconditioning is nog niet gemaakt). En we probeerden deze school hier in de buurt te huren, die is voorzien van een airconditioning, met een aantal zitplaatsen van ongeveer – o, ik weet het niet; het is een gebouw met heel wat zitplaatsen, een zeer fijne school, maar we konden niets vinden.

14 En het zou... Ze wilden ons volgende week geven. Maar, volgende week? Ziet u, er komen afvaardigingen uit de verschillende delen van de wereld; van Jamaica, en van de eilanden, en uit het zuiden en zelfs uit Zuid-Amerika, Canada, en Mexico, en uit verschillende landen; en als we de aankondigingen maandag zouden verzenden, dan zouden zij ze niet eerder dan woensdag of donderdag ontvangen en dan zouden ze nog vrije dagen moeten vragen enzovoort, waardoor het voor hen onmogelijk zou worden.

15 De daaropvolgende weken tot de school begint is het... je zou één avond moeten nemen, dan misschien een avond of twee niet, dan weer verder gaan, en dan... Dat kunnen we gewoon niet doen; dat zou je niet kunnen maken.

16 Ik vroeg me af waarom, toen ik ernstig had gebeden. En dan is het voor ons ongeveer tijd om weer terug te keren naar Arizona, omdat de kinderen weer naar school toe moeten, en dan zullen wij... Ik sprak erover met mijn vrouw.

17 En, wel, gisteren ging ik de kamer binnen en zei: "Here, ik mag dan wel niet zoveel woorden gebruiken, maar begrijp alstublieft, God, wat ik in mijn hart bedoel. Wat is toch de oorzaak dat alles mij bij de handen afbreekt in verband met het prediken van die bazuinen?" En toen kwam Hij en openbaarde het. En nu wil ik u deze morgen spreken over de reden waarom.

18 Laten we nu, degenen die Bijbels hebben en die het zouden willen, in onze Bijbels opslaan... We willen eerst Leviticus opslaan, het drieëntwintigste hoofdstuk van Leviticus.

19 Zo de Here wil, zal ik vanavond spreken over het onderwerp Buiten de legerplaats gaan, en het zal kort zijn, zodat u de tijd zult hebben om naar uw plaatsen terug te gaan voor uw werk.

20 We zijn blij om te zien dat er bezoekers zijn, mensen van buiten de stad. Hoeveel mensen zijn hier van buiten de stad, terwijl we kijken? Vijfennegentig procent, ja, achtennegentig procent van de toehoorders. Zo ziet u dat het Jeffersonville niet is; het zijn de mensen die naar Jeffersonville toekomen, die maken... We zijn hier door de genade van de Heer.

21 En nu wil ik vanmorgen drie gedeelten lezen. Een kunt u vinden in Leviticus hoofdstuk 23, en de andere zijn Jesaja 18 en Jesaja 27 (voor u die het noteert).

22 En nu in plaats van te prediken... Zo de Here wil, zal ik dat vanavond doen, maar vanmorgen wil ik onderwijzen aangaande Het feest van de zeven bazuinen. En deze maand is het het feest van de zeven bazuinen, beginnend... en wat de zevende maand is, wat zou zijn... de vijftiende juli was het begin van het feest der bazuinen in de Levitische wetten.

23 Nu, en als u uw papier en andere dingen hebt, en Schriftplaatsen en teksten, enzovoort, wilt opschrijven, als we verdergaan...

24 Er is één ding met deze samenkomst; het is heet, en we zijn er door de jaren heen aan gewend geraakt. Maar iemand zou kunnen denken dat ik geloof dat als wij dit gebouw binnengaan de tijd voor ons ophoudt, misschien en ten dele, gedeeltelijk in de eeuwigheid, omdat ik de mensen zo lang vasthoud. Het is niet mijn bedoeling dat te doen, maar ik geloof dat we zo dicht bij de komst van Jezus leven, dat ik van ieder ogenblik dat ik de mensen bij elkaar heb, gebruik moet maken.

25 En ik dacht eraan toen ik daarnet op de weg reed (ik was weggeweest voor een kort gebed vlak voor het betreden van de preekstoel, zoals iedere werkelijk oprechte geestelijke doet), ik dacht: "Weet u, wij hebben de allerheerlijkste tijd wanneer wij hier samenkomen, maar... en de mensen die hier nu zitten komen uit vele staten samen, van ver weg, honderden en honderden kilometers, en we zijn hier bijeen gekomen om gemeenschap te hebben rond het Woord, maar er zal spoedig een tijd komen dat dit nog slechts een lieflijke herinnering zal zijn." Dat is waar.

26 Deze tijden zullen van ons afgenomen worden, dus daarom moeten wij alles doen wat we kunnen, om ons elk van deze minuten te nutte te maken. En denk hier nu aan, terwijl wij de hitte van de morgen verduren. En u weet dat elk menselijk lichaam een warmtebron op zichzelf is, en dat maakt het nogal moeilijk voor u en mij, maar ik wil dat u het Woord ontvangt.

     Nu, laten we bidden voordat we gaan lezen.

27 Here, vrijwel iedereen hierbinnen die zijn handen kan bewegen, kan de bladzijden van deze Bijbel omslaan. Maar er is er maar Eén onder ons vanmorgen, Die het kan openen; dat is de grote Heilige Geest Die in ons midden is. Open voor ons het Woord, Here, als wij het lezen, zoals U het deed voor de discipelen, toen ze op weg gingen naar Emmaüs, en U hun de Schrift begon uit te leggen. En mogen wij, wanneer wij weggaan, evenals dezen, die van Emmaüs naar Jeruzalem terugkeerden, zeggen: "Was ons hart niet brandende in ons, toen Hij tot ons sprak op de weg?" Want wij vragen het in de Naam van Jezus. Amen.

     Laten we opstaan uit eerbied voor het Woord.

28 Nu, mijn onderwerp vanmorgen is: Het feest der bazuinen. Ik wil nu lezen vanaf het drieëntwintigste vers van het drieëntwintigste hoofdstuk van Leviticus.

     En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
     Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op de eerste der maand, zult gij een rust hebben, een gedenkdag des geklanks, een heilige samenroeping.

29 Nu, in het boek Jesaja, beginnende met het eerste vers van het achttiende hoofdstuk (dit verbindt het met elkaar):

     Wee het land, dat schaduwachtig is aan de grenzen, dat aan de zijde van de rivieren van Morenland is;
     Dat gezanten zendt over de zee, en in schepen van biezen op de wateren! Gaat heen, gij snelle boden! tot een volk, dat getrokken is en geplukt, tot een volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertre­ding, welks land de rivieren beroven.
     Al gij ingezetenen der wereld, en gij inwoners der aarde! als men de banier zal oprichten op de bergen, zult gij het zien, en als de bazuin zal blazen, zult gij het horen.

30 En in Jesaja 27:12 en 13:

     En het zal te dien dage geschieden, dat de HEERE dorsen zal, van de stroom der rivier af tot aan de rivier van Egypte; doch gij zult opgelezen worden, een bij een, o gij kinderen Israëls!
     En het zal te dien dage geschieden, dat er met een grote bazuin geblazen zal worden; dan zullen die komen, die in het land van Assur verloren zijn, en de weggedrevenen in het land van Egypte; en zij zullen de HEERE aanbidden op de heilige berg te Jeruzalem.

31 Laten we opnieuw bidden.

     Here, zegen deze woorden aan onze harten. Mogen onze gedachten en onze overdenkingen in overeenstemming zijn met Uw geboden, in Jezus' Naam. Amen.

     U kunt gaan zitten.

32 Er zijn zoveel dingen die een voorganger zou willen zeggen tegen zijn samenkomst die hij liefheeft, van verschillende mensen van verschillende plaatsen, wat niet mogelijk is in verband met de tijd.

33 Nu, als we dit onderwerp benaderen, willen we dat u zich op uw gemak voelt. Velen van u staan, en toen ik aankwam stonden de hallen vol, en buiten de deuren, aan de voorkant, en rondom het gebouw, en tegen de muren. Dus nu, als u van zitplaats wilt wisselen met elkaar, dan zou dat fijn zijn.

34 Nu, Het feest der bazuinen. Nu, dit was een bijeenkomst van Israël waar ze samenkwamen, het feest van de bazuinen.

35 Nu, ik heb er al een poosje naar uitgezien om te spreken over het onderwerp van de zeven bazuinen uit het boek Openbaring. We zullen hier nu even op terugblikken om de werkelijke oorzaak dat ik er deze keer niet over predik naar voren te brengen; want de Heilige Geest wilde mij op dit moment niet toestaan over deze dingen te spreken. Ik weet dat dit misschien erg kinderachtig klinkt voor mensen van grote geleerdheid en verstand, maar voor de Christen ligt het anders. Wij volgen de leiding van de Geest, en die alleen.

36 Nu, ik ben begonnen op te merken bij de prediking van de Zeven gemeentetijdperken, wat het patroon is, of de voorzegging van alles wat God zou doen voor de gemeenten, en door de gemeenten, wat hen op hun positie zette.

37 De eerste drie hoofdstukken van het boek van Openbaring openbaren alle gebeurtenissen aangaande de gemeente. Dan vanaf het derde hoofdstuk tot het negentiende hoofdstuk van Openbaring wordt er niets meer van de gemeente gezien. De gemeente gaat omhoog bij het vierde hoofdstuk van Openbaring en keert terug bij het negentiende hoofdstuk van Openbaring, de bruid en de Bruidegom die samen naar de aarde komen. En dan vanaf het negentiende hoofdstuk tot het slot van het tweeëntwintigste hoofdstuk, handelt het geheel over het duizendjarig vrederijk en wat er zal zijn in de jaren die daarop volgen. Gedurende het vierde tot het negentiende hoofdstuk, handelt God met Israël.

38 Nu dan, toen we gereed waren met het boek van de Openbaring van de gemeente... wat God deed aan die zeven gemeenten die toen nog in hun kinderschoenen stonden, ofwel hun schaduwbeeld in Klein-Azië. Toen openbaarde en opende de Heilige Geest aan ons daarin alle geheimenissen, hoe Hij Zijn gemeente door de geschiedenis heen heeft gebracht. En als u De zeven gemeentetijdperken niet op de band hebt, dan zou het goed zijn als u er naar luisterde; en spoedig zullen ze in boekvorm verschijnen.

39 Toen hebben we het gewoon daarbij gelaten en verondersteld dat we na enige tijd over de zegels zouden prediken, niet wetend wat de zegels betekenden.

40 Ik had mijn eigen idee, zoals iedere voorganger heeft, door misschien te lezen wat anderen ervan hadden gezegd; en ik geloofde het zoveel mogelijk met hen, over de dingen die ze hadden opgetekend, hun conclusie. Ik las het boek van meneer Smith, Uriah Smith, die de leraar van de Adventisten is, en ik las wat hij erover dacht. En ik las meneer Larkin, en ik las, o, zoveel verschillende commentaren van hen hierover. Maar op de een of andere manier dacht ik dat ik er een klein beetje inzicht van mezelf over had, dat mogelijk op bepaalde punten met hen verschilde. Maar toen ik het eens beproefde, slechts over drie onderwerpen sprekend; het eerste... of de vier onderwerpen aangaande de vier ruiters. Ik preekte daar vier avonden over, de ene op het ene paard en de andere...

41 Maar toen, vlak voordat het zou plaatsvinden, werd mij een visioen gegeven (wat zoals u allen weet op de band is opgenomen, Heren, welke tijd is het?), dat ik naar Tucson, Arizona, moest gaan. En daar achter in de woestijn, boven in de bergen, waar ik met enige broeders was, werd mij verteld wat een enorme dreun er zou komen; en ik... zeven engelen daalden neer. Ik dacht zelf dat dit het einde van mijn leven betekende, ik zei mijn vrouw haar intrek bij Billy te nemen, en wat te doen met de kinderen, enzovoort, totdat we elkaar aan de andere zijde zouden ontmoeten.

42 Toen op een dag in Sabino Canyon, terwijl God mij riep, vroeg in de morgen daarboven, terwijl ik daar met mijn handen omhoog stond te bidden, kwam er een zwaard in mijn handen. U weet dat. Ik stond daar en ik keek ernaar, even natuurlijk als mijn hand nu is. Niet wetend wat het betekende, en het had mij verlaten terwijl een stem sprak: "Dit is het Zwaard van de Koning." En toen, later, toen de Engel des Heren het openbaarde, was dit het Woord in de hand.

43 Onmiddellijk daarna verschenen de engelen des Heren en vertelden mij over de zeven bazuinen... of de zeven zegels; en dat ik moest terugkeren hier naar Jeffersonville om de zeven zegels te prediken. En daar, als ik ooit iets gezegd heb dat geïnspireerd was, was het dat wel. Daar waar de Engel des Heren ons ontmoette; en de Bijbel werd een nieuwe Bijbel. Daar opende het zich en openbaarde alle dingen die de hervormers en dergelijke eruit hadden gelaten. Het was de volledige openbaring van Jezus Christus, helemaal nieuw voor ons, maar volmaakt, precies in overeenstemming met de Schrift. Dat was het Woord dat er altijd geweest is. Ik werd zo geïnspireerd en geleid.

44 Daarna, toen ik hier aan dit gedeelte toekwam, om te prediken over de zeven bazuinen, dacht ik: "Wel, ik zal maar niet proberen om ook maar iets te bedenken, ik zal gewoon wachten tot die tijd en het Hem aan mij laten openbaren." En toen ik gisteren de kamer binnenging en mij afvroeg waarom (of, neemt u mij niet kwalijk, het was eergisteren toen ik de kamer inging om te proberen het te begrijpen); het was daar dat de Heilige Geest dit opende om mij de reden te tonen; dat het zelfs voor de gemeente op dit moment niet nuttig is, omdat het in het geheel niets met de gemeente te maken heeft.

45 Nu, de verborgen geheimenissen van Christus werden volledig geopenbaard in De zeven zegels.

46 Het openbaarde eerst De zeven gemeentetijdperken, het opende de gemeentetijdperken en zette ze op hun plaats, in overeenstemming met zowel de geschiedenis als de Bijbel, en het plaatste ze in de positie waarin ze waren. En we bevonden onszelf in het laatste gemeentetijdperk, wat het Laodicéa-gemeentetijdperk is, wat het meest verdorven van alle gemeentetijdperken was, zelfs vanaf het allereerste, vanaf Efeze, wat een geweldig gemeentetijdperk was.

47 En hoe toen de Heilige Geest mij hier een visioen gaf, en ziende wat er zou plaatsvinden, tekende ik het twee jaar geleden, op het schoolbord (hier boven staat het op de tekening), hoe het licht over de aarde verflauwde, wat precies zo zou zijn als hoe het licht over de aarde was gekomen als het Evangelie, en hoe het zou toenemen en afnemen. Ik wist toen nog niet wat het betekende en hoe het zou gebeuren.

48 Maar de grote oecumenische wereld had een ontmoeting met Rome. En Rome, dat de moeder van al de organisaties is... De paus verliet voor de eerste keer in de geschiedenis het Vaticaan om naar Jeruzalem te gaan en naar vele andere plaatsen. Nu is Jeruzalem vanouds de zetel van heel onze godsdienst; Jeruzalem. En naar deze zetel vanouds, vertrok de paus van Rome, die steeds de grootste vijand van de gemeente is geweest, en kwam over om Rome te bezoeken... of, van Rome, om Palestina en Jeruzalem te bezoeken.

49 En zoals we zien, daar ik zelf onontwikkeld ben, de woorden niet ken en niet weet hoe ik ze uit moet spreken, heb ik altijd onderwezen in typen en patronen uit de natuur. De natuur zal de natuur volgen; de natuur is van God.

50 Wanneer u een tijd neemt dat al het vee op het veld dicht bij elkaar gaat staan in de hoek van het veld, haal dan uw vissnoer maar uit het water; de vis zal niet bijten; u zult ze dan nooit vangen; ziet u, het vee rust; tenzij uw aas toevallig precies in het bed van één ervan terecht komt. Maar als het vee gaat weiden, let dan op! Op dezelfde tijd dat het vee gaat rusten, zullen ook de vogels naar de bomen vliegen; ze zullen ophouden met voedsel zoeken. Zie, het is de natuur; het is allemaal op elkaar afgestemd. U zult opmerken dat de bijen terzelfder tijd boven hun honing zoemen, ze verzamelen niet. De gehele natuur werkt samen.

51 En daarom, zoals we zien dat een boom een blad laat afvallen, nu zeer spoedig, in de komende paar maanden zal het blad van de boom vallen en het leven, het sap, zal naar beneden gaan, de wortel in. Het gebladerte zal afvallen en op de grond vallen, en het zal verrotten. En de calcium en de kalium en wat zich in het blad bevindt, zal in de grond verrotten. En wat gebeurde er? Het leven ging het vooruit en het zal het regelrecht weer in zich opzuigen, en dat blad weer terugbrengen. Het is een dood, begrafenis en opstanding.

52 En de hele natuur... De maan is de vrouw van de zon; ze is het mindere licht. En dan, ook wanneer de zon is ondergegaan, weerkaatst de maan, in afwezigheid van de zon, het licht naar de aarde, wat een type is van de gemeente. En toen de paus vertrok, de oude vijand van de kerk, en naar Jeruzalem kwam, dat de zetel van de gemeente is (wat het nieuwe Jeruzalem is en het oude Jeruzalem), merken we op dat, voordat dit gebeurde, er een totale maansverduistering was.

53 En in de kranten in het gehele land, zoals wij het op het bord hadden, werd getoond hoe die maan van licht tot duisternis veranderde. Het werkelijke fenomeen was, dat de maan in de lucht precies hetzelfde tekende als wat de Heilige Geest mij hier twee jaar geleden liet tekenen, en de bedekking liet zien! Terwijl er zes foto's van waren, zette ik de zevende daarop, omdat het zevende gemeentetijdperk nog net een glimpje licht gaf, het weggaan van de... Daar staat Jezus aan de deur te kloppen. Maar het gaat over in totale duisternis.

54 En wat een weerkaatsing, wat een boodschap van God Zelf, dat deze dingen de waarheid zijn! Hij betuigde het eerst in Zijn Woord, toen door Zijn Geest op het podium, en daarna maakte Hij het bekend in de hemelen. Er is totaal geen vergissing over mogelijk. Die zegels en tijdperken zijn volmaakt in overeenstemming, volmaakt, terwijl God getuigenis geeft door bovennatuurlijke tekenen en wonderen, met het Woord en de geschiedenis, helemaal samengevoegd in het tijdperk waarin wij nu leven.

55 Nu, het is moeilijk voor de kerken om dit te zien; het is moeilijk voor de denominaties om het te zien. Zij proberen altijd te denken dat je de mensen probeert uit te foeteren. Dat doe je niet, je probeert de mensen te waarschuwen. Je probeert niet om kwaad tegen hen te zijn, je probeert om hen bij het kwaad vandaan te krijgen. Het zijn niet de mensen in de organisaties, het is het systeem waarin ze zijn, wat hen verdoemt. Eerlijke, oprechte mensen zijn het, Katholiek, Protestant, Jood en wat ook meer. Het zijn menselijke wezens die...

56 Nonnen gaan niet in het klooster om slechte vrouwen te zijn, zij gaan daarin om goede vrouwen te zijn. Ze proberen dichter tot God te komen, maar het is het systeem dat hen verontreinigt. De mensen treden niet tot een kerk toe om een slecht persoon te zijn, maar om een goed iemand te zijn. Maar het is het systeem van de kerk dat hen wegtrekt van het Woord en van de grondslagen die God voor deze tijd heeft neergelegd; en dat is wat hen erbuiten plaatst.

57 Nu bedenk, God is het Woord. En aan elk tijdperk heeft Hij het Woord toebedeeld, voor elk tijdperk dat er op aarde zou zijn. Hij deelde het toe in het gemeentetijdperk, en de zeven zegels openbaarden elk onderdeel ervan. Ziet u?

58 Waarom waren er geheimenissen, die nog steeds verborgen waren? In Openbaring 10 vinden wij aan het einde van de boodschap van de zevende engel, dat deze geheimenissen die verborgen geweest waren, geopenbaard zouden zijn; Openbaring 10:1–7. Merk op, de reden is dat er gedurende dit tijdperk geen profeten waren geweest. De Bijbel zegt dat God niets doet tenzij Hij het openbaart aan Zijn profeten, Zijn knechten de profeten. En het Woord des Heren is in alle tijdperken altijd tot de profeten gekomen, nooit tot een systeem, nooit tot een groep.

59 Nooit gebruikte God een groep. Telkens wanneer welke groep mensen ook zich organiseerde, verliet God het en keerde nimmer terug. Onderzoek de geschiedenis en zie of dat juist is of niet. We hebben dat al gedaan. Nooit handelt Hij met een systeem of een groep nadat zij zich georganiseerd hebben; het is tegen God.

60 Daarom kwamen er gedurende de tijd van de hervormingen, hervormers naar voren, zoals De zeven zegels dat bewezen. Maar nu in de laatste dagen werd verondersteld dat het opnieuw geopenbaard zou worden; omdat wij in het Schriftgedeelte van Maleachi 4 vinden, dat er een zalving zou neerkomen, om opnieuw dat oorspronkelijke geloof te herstellen, om het geloof van de mensen terug te brengen tot het oorspronkelijke Pinksteren, het geloof van de vaderen.

61 En we namen de Elia van de eerste keer; we namen de Eliza die hem volgde. We namen daarna Johannes de Doper, die de Eliza van die tijd was, en een belofte voor nog een in déze dag.

62 Nu, Johannes de Doper was niet de Eliza van Maleachi 4, hij was de Eliza van Maleachi 3; Jezus zei het: "Zie, Ik zend Mijn boodschapper voor Mijn aangezicht uit om de weg te bereiden." We ontdekken dat hij dat was.

63 Nu, dit doende, door het vinden van deze posities, weten we dat heel de rest van de door God geïnspireerde Schrift ons openbaart dat wij ons in de laatste dag bevinden.

64 Nu, als ik kom met de boodschap van Pinksteren, zou ik me in het Laodicéa-tijdperk bevinden, en dat zou niet goed zijn.

65 Dat is de reden dat Wesley niet de boodschap van Luther kon nemen. Luther leefde in het ene tijdperk, gemeentetijdperk, en Wesley in het andere gemeentetijdperk. Als Jezus zou zijn gekomen met de boodschap van Mozes, dan zou het niet gewerkt hebben. Als Mozes met de boodschap van Noach zou zijn gekomen, dan zou het niet gewerkt hebben.

66 Maar God heeft aan Zijn volk uit elk tijdperk een deel van de Schrift toebedeeld; en voordat het tijdperk in bestaan kan komen, in de tijd, hebben de kerken het zo door de war gehaald dat zij niet weten waar ze aan toe zijn.

67 Daarom falen ze Jezus als de Zoon van God te herkennen. Hun tradities hadden hun ogen verblind, maar Hij was precies in overeenstemming met de Schrift.

68 De profeten waren het eveneens. Jezus zei: "Van wie van u, stenigden uw vaderen niet die profeten die tot u gezonden werden?" Dan zendt God Zijn profeet, en de profeet is het levende Woord van God dat openbaar wordt gemaakt.

69 Jezus zei: "Hoe kunt gij Mij veroordelen als Ik zeg: 'Ik ben de Zoon van God', en gij noemt in uw eigen wetten... Gij zegt dat degenen tot wie het Woord des Heren kwam," – en dat waren de profeten – "gij noemt hen goden, en ze zijn het, want de Schrift kan niet gebroken worden." Hij zei: "Hoe wilt gij Mij dan veroordelen?" Wanneer Hij wordt... Zij waren een deel van de Wet; zij waren een deel van het Woord van God; maar Jezus was de volheid van het Woord van God. Zijn gehele plan van verlossing, Gods algenoegzame deel, was in Hem.

70 En nu hebben ze door de gemeentetijdperken heen hetzelfde gedaan; en de zeven zegels moeten al de geheimenissen openbaren die gedurende deze tijdperken weggelaten zijn, omdat wij zonder profeten waren. En het Woord komt niet tot hervormers – tot profeten.

71 God is onveranderlijk. Maleachi 3 zei: "Ik ben God, en Ik verander niet." Gods eerste wijze om iets te doen blijft altijd Gods manier om iets te doen. God besloot in de hof van Eden dat Hij de mens zou redden door het vergoten bloed van een onschuldige en Hij heeft het sindsdien nimmer veranderd, en Hij kan het niet veranderen. Wij probeerden het door middel van opleiding, door gebouwen, door systemen, door denominaties, door zedelijke normen, en al het andere, en het heeft allemaal gefaald. Maar er is slechts één plaats waar God de mens ontmoet, en dat is onder het vergoten bloed van de Onschuldige. Alleen door het bloed; dat was Zijn eerste beslissing. Zie?

72 Wij kunnen een besluit nemen, en volgend jaar kunnen onze inzichten verbeterd zijn. We kregen er het jaar daarop een betere gedachte over. God kan dat niet; Hij is oneindig; Zijn eerste beslissing is volmaakt, niets kan het veranderen. Ik kan meer leren, wij zijn beperkt. Ik kan meer leren, u kunt meer leren; maar God kan niet meer leren; Hij is volmaakt om mee te beginnen. Laat daarom uw ziel rusten op Zijn eerste beslissing. Wat de Bijbel zegt: dat is het!

73 God moet op een zekere dag de wereld oordelen. En de Katholieken zeggen dat Hij haar zal oordelen door de Katholieke kerk. Als dat zo is, welke Katholieke kerk? De één verschilt van de ander. Als u haar door de Protestanten laat oordelen; welke Protestantse kerk? De één verschilt van de ander. En het zou een beetje verwarrend zijn; niemand zou weten waar hij voor moest gaan. Als de Methodist goed is, is de Baptist verloren. Als de Protestant het goed heeft, dan is de Katholiek verloren; als de Katholiek goed is, is de Protestant verloren.

74 Maar de Bijbel zegt dat Hij de wereld zal oordelen door Jezus Christus, en Hij is het Woord! Dan zal Hij haar oordelen door het Woord.

75 En al de denominaties zijn van dat Woord afgeweken om hun geloofsbelijdenissen te maken. Ik vraag slechts iemand om mij te bewijzen waar zij het volledige Woord nemen. Zij kunnen dat niet, omdat het door een systeem van mensen wordt beheerst. Waar u mensen heeft...

76 God handelde nooit dan met één persoon tegelijkertijd. Hij had zelfs nooit twee profeten terzelfder tijd – één! God kan één man in Zijn hand krijgen. Hij handelt niet met uw organisatie, Hij handelt met u.

77 Nu, op die basis komen wij tot het feest der bazuinen, de verborgen geheimenissen. Het was geprofeteerd dat het op die manier zou zijn; daarom moest het geopenbaard worden zoals het was. Om echter te worden geopenbaard in de laatste dag, om precies te vervullen wat ik zojuist zei: Maleachi 4, Lukas 17:30 (hoe Hij het zou doen), en Hebreeën 13:8, Hebreeën 4:12, en vele van deze Schriftgedeelten die het ons vertellen. Nu, als dat voor sommigen van u vreemd klinkt, mag ik dan zeggen dat de manier waarop God altijd onder Zijn volk gekend wordt, is door profetisch te zijn.

78 De Joden wisten altijd dat ze hun profeten moesten geloven. Hij zei: "Als er onder u een profeet is, dan zal Ik, de Here, tot hem spreken in geestelijke dromen en in visioenen. En als wat hij zegt gebeurt, hoor dan naar hem." Zij waren altijd...

79 Daarom faalden zij Jezus te herkennen en moesten zij Hem als iets anders classificeren. Zodoende maakten zij Hem een boze geest, Beëlzebul, omdat Hij in staat was de overleggingen die in hun harten waren, te onderscheiden. Wij weten dat dit altijd een teken van het Woord is.

80 Hebreeën het vierde hoofdstuk, het twaalfde vers, zegt: "Het Woord Gods is scherper dan enig tweesnijdend zwaard en een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten."

81 "Wanneer Hij, de Heilige Geest, op u zal komen, zal Hij u deze dingen te binnen brengen, die Ik gezegd heb, en Hij zal u de toekomende dingen tonen."

82 "God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze", Hebreeën 1, "tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door Zijn Zoon, Jezus Christus." Dezelfde God is slechts van de profeten overgegaan tot de Zoon. Dat is alles. Zie? Steeds dezelfde Boodschap, dezelfde handelswijze.

83 Nu, er is geprofeteerd dat de kerken in deze toestand zouden zijn en opnieuw hersteld zouden moeten worden. En Hij sprak in Maleachi 4, dat Hij Elia, de profeet, zou zenden, en de mensen weer terug zou herstellen tot de... het terugbrengen. Merk op, en vlak voor... of, direct na zijn boodschap zal er een tijd zijn dat de wereld zal branden, en de rechtvaardigen zullen treden op de as.

84 Nu, voor een theoloog die misschien ergens ter wereld meeluistert op de band... Als u denkt dat dit Johannes was, bedenk dat dan de Schriften fout waren, want de wereld brandde niet na de boodschap van Johannes. Jezus kwam niet om de mensen naar het duizendjarig vrederijk mee te nemen, maar Hij beloofde dat te doen nadat de geest van Elia opnieuw op de aarde komt.

85 Merk nu op, in Maleachi 4, we zien hier dat dit verondersteld wordt gedaan te worden om wát te herstellen? Het geloof van de mensen terug tot de oorspronkelijke vaderen, de Pinksterleer van de oorspronkelijke vaderen. En hij zal de mensen terugbrengen tot de vaderen.

86 Wij vinden in Lukas 17, dat Jezus zei dat wanneer Hij in deze laatste dagen zou komen... In Lukas 17:33, ontdekken we dat Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Lot, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen, wanneer de Zoon des mensen geopenbaard zal worden."

87 Nu merk op, Hij komt in drie 'zoons'-namen. Hij komt in de naam van de Zoon van David... of, de Zoon des mensen, de Zoon van God, de Zoon van David.

88 Nu, Hij moest komen als de Zoon des mensen, omdat Hij een profeet was. Jehova Zelf noemde de profeten "zoon des mensen". En Jezus verwees nooit naar Zichzelf als Zoon van God, Hij verwees altijd naar Zichzelf als Zoon des mensen. En merk op, Hij openbaarde Zich toen als de profeet, de ziener. Hij zei: "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof het dan niet." Hij was in overeenstemming met elke beschrijving die in de Schrift over Hem werd uitgesproken, zelfs wat betreft Zijn dood, begrafenis en opstanding; Zijn kruisiging, Zijn geboorte, alles. En in Zijn werk kwam Hij overeen met de beschrijving van de ziener, de Zoon des mensen.

89 Nu, Hij is geopenbaard door de gemeentetijdperken (let nu op), door de gemeentetijdperken als Zoon van God. God Die een Geest is, de Heilige Geest, openbaarde Zichzelf in de gemeentetijdperken, in de gemeente, als de Heilige Geest temidden van de mensen.

90 We ontdekken dat Hij in het Laodicéa gemeentetijdperk, het laatste gemeentetijdperk, buiten de gemeente gezet is. Nergens elders werd Hij ooit buiten gezet, in geen enkel tijdperk, maar wel in het Laodicéa-tijdperk. Omdat ze zeiden: "We zijn rijk en hebben aan niets gebrek."

     "En gij weet niet, dat gij zijt, ellendig, arm, naakt en blind, en weet het niet." Hij werd uit het gemeentetijdperk gezet.

91 En toen zei Hij overeenkomstig Lukas 17: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Nu, Hij las hetzelfde boek Genesis als wij. Bemerk wat er in Sodom plaatsvond. Wat gebeurde er in Sodom? Abraham...

92 Er zijn altijd drie klassen van mensen. Daar was Abraham, de uitverkorene en geroepene, buiten Sodom zelf; daar was Lot, het kerklid of de denominatieman, ginds – hij werd een deel van die wereld doordat hij de burgemeester van die stad was – gezeten in de poort, hij was de rechter, wat een burgemeester is; en daar was Sodom zelf.

93 Nu, ten tijde van de avond, of op het midden van de dag, toen Abraham onder zijn eikeboom zat, verschenen er drie engelen aan hem. Twee van hen gingen Sodom binnen en predikten het evangelie, en probeerden hen eruit te roepen. Zij wilden het niet; ze waren verdorven, slechts Lot en zijn vrouw, en twee van zijn dochters trokken eruit; en de vrouw veranderde in een zoutpilaar.

94 Maar de Ene Die achterbleef en met Abraham sprak, Die Abraham Elohim, de Almachtige noemde... Genesis 1, God; "In den beginne schiep God"; Elohim, de Algenoegzame, de in Zichzelf Bestaande, Abraham noemde Hem Elohim. En Hij ging zitten en at met Abraham; Hij dronk; Hij was in menselijk vlees. En let op het teken dat Hij Abraham gaf.

95 Nu, zij zagen uit naar een zoon die komen zou, een beloofde zoon, Izaäk. Vijfentwintig jaar, op een lange reis, hadden ze er naar uitgezien; maar ze waren aan het einde van de reis. God was in vele vormen verschenen, zoals Hij het gedaan heeft door de gemeentetijdperken, in lichten, enzovoort (zoals Hij tot Abraham sprak) en door stemmen. Maar vlak voordat de komende zoon arriveerde (nu, we hebben dat doorgenomen, en u weet dat ik dit slechts herhaal om dit tot u te krijgen) veranderde Hij het lichaam van Abraham en Sara, onmiddellijk hierna, zodat zij de zoon konden ontvangen.

96 Merk op, het laatste teken dat zij ontvingen voordat de zoon arriveerde, was Jehova Die tot hen sprak in de vorm van een man. En hoe wisten zij dat dit Jehova was? Omdat Hij zei: "Abraham," (niet Abram; slechts enkele dagen daarvoor had God zijn naam veranderd), "waar is uw vrouw Sara?" (Niet Saraï, maar Sara: 'prinses'.) En Abraham zei: "Zij is in de tent achter U."

97 En Hij zei: "Ik..." (dat is een persoonlijk voornaamwoord) "Ik zal u bezoeken overeenkomstig Mijn belofte. Omtrent de tijd des levens, de volgende achtentwintig dagen, zal er iets met Sara gaan gebeuren."

98 En Sara, in de tent, glimlachte in zichzelf en zei in haar hart: "Hoe zou dit kunnen, ziende dat ik oud ben, dat ik wellust zou hebben met mijn heer, die ook oud is, Abraham?"

99 En de Engel, of de Man, zei: "Waarom sprak Sara dit in haar hart?" In de tent achter Hem! "Waarom zei ze dat deze dingen niet mogelijk zijn?" Zie? Een man in menselijk vlees, zoals een profeet, toch was het Elohim, Die de gedachte die in Sara's hart was, achter Hem, onderscheidde.

100 En Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Lot, zo zal het zijn bij het komen van het einde van de wereld, wanneer de Zoon des mensen...", niet de Zoon van God, "wanneer de Zoon des mensen zal worden geopenbaard."

101 Ze hadden het door het tijdperk heen niet gehad. Ziet u die volmaakte samenhang van de Schriften? Hier leven wij erin. De geheimenissen, zelfs van de doop in de Naam van de Here Jezus, en weg van het idee van de Eenheidsgemeente ['Oneness'] en die andere dingen, hoe de Heilige Geest dat naar binnen bewogen heeft, en het volmaakt heeft getoond; en de ware doop van de Heilige Geest, het Teken, en alles, en het op zijn plaats stelde; en hoe Hij iedere hervormer plaatste en alles, helemaal precies. En, zie, vlak voor onze eigen ogen, en het is niet in een uithoek geschied; het is wereldbekend. Jezus, de Zoon van God, Die Zichzelf openbaart door de Schriften, die Schrift levend makend, die voorbestemd is voor deze tijd, zoals het was voor die dag, en alle andere dagen. En het te geloven is het bewijs van de Heilige Geest.

102 Rechtvaardigheid, u kunt niet beweren dat alleen het naar de kerk gaan het bewijs van de Heilige Geest is. Als u dat zegt dan hadden die Farizeeërs het ook. Ziet u? U kunt niet zeggen dat schudden of springen het is... Als u dat doet, dan hebben de heidenen het ontvangen. Als u zegt dat het spreken in tongen is; welke duivelaanbidder spreekt er niet in tongen? Noem mij er een.

     Broeder Jackson uit Afrika, die hier zit, zou u dat kunnen vertellen. Ik ben hier in de Indianenkampen geweest, en zag de heksen en tovenaars zichzelf snijden, en ze lieten hun eigen bloed vloeien, en ze spraken in tongen; en de toverdokter vertolkte het; en ik zag ze een potlood neerleggen en zag het schrijven in onbekende talen. Dus dat is het niet. Maar als het...

103 Wat is het ware bewijs? Jezus zei: "Dat gij gelooft dat Ik het ben." En Hij is het Woord.

104 Waarom begrepen zij het niet? Waarom begrepen de Joden het niet? Ze waren rechtvaardige mannen; ze waren goede mannen; ze waren heilige mannen, en daar waren allerlei soorten mensen; maar, voor hen die voorbestemd zijn om het Woord te horen!

105 "En hoe weet u of dit het Woord is? Iedereen zegt dit."

106 Het is de belofte van de Bijbel die door dat tijdperk wordt betuigd. Daar hebt u het. Dan keert u terug tot waar de Heilige Geest is. Let zo dadelijk op wat het geluid van de bazuin bekend maakt. De bazuin, de Evangeliebazuin, zie wie hem kan horen. Bedenk, diegenen die in de ommuurde steden woonden konden in het jubeljaar niet naar buiten komen. Nee, meneer. Zij waren binnen de muren, zij bleven daar. Het was voorbij, ze waren slaven voor de rest van hun leven en moesten gemerkt worden. Nu, let op, als wij al deze voorbeelden zien.

107 Nu, deze handelingen: Maleachi 4, en dit alles, en Hebreeën 13:8: "Jezus Christus Dezelfde, gisteren, heden en in eeuwigheid", Hij blijft in eeuwigheid het Woord, het Woord openbaar gemaakt. Dat is precies wat Hij de profeten verklaarde. Een profeet betekent niet slechts een ziener of voorspeller, het betekent "een openbaarder van het Woord dat is geschreven". In zijn eigen leven, openbaren en bevestigen zijn eigen werken het Woord voor die dag, zoals Noach die de ark bouwde, zoals Mozes in het verleden, wat dan ook meer, en welke belofte, het beloofde Woord voor dat uur.

108 Nu weten wij dat Hij met ons is; wij geloven dat. U ziet hoe Zijn Woord openbaar wordt gemaakt door middel van foto's, door de Schrift, door bekendmakingen in de hemel, op aarde, al het andere wat Hij zei. Niet één keer heeft het gefaald. Ik vraag enig persoon, uit de verschillende delen van het land of over de wereld het mij te tonen; u bent verplicht mij te schrijven en mij te vertellen waar het ooit één keer faalde. Volmaakt, woord voor woord. Nu, dat is een belofte.

109 Waarom moest Hij in deze laatste dagen verschijnen? Als u die bandopnamen beluistert teruggaat naar De bruidboom, en gaat naar waar Christus was, die Boom in de Hof van Eden. De eerste Adam viel, en deze tweede Adam werd door de zonde afgehakt; ze hingen Hem aan een Romeinse boom. En daaruit kwam de bruidboom die Hij beloofde, die wij zien in de Schriften, nu, om de bruid te verkrijgen.

110 Zoals de piramide, hoe het steeds meer in de minderheid komt, vanaf de grote brede voet, vanaf Luther, Wesley, Pinksteren. En dan wordt de sluitsteen in de top zó geslepen, en elk van die stenen is zo volmaakt samengevoegd (en wij weten nu nog niet hoe zij dat deden); maar het is zo volmaakt samengevoegd in die piramide. (We leren nu niet over de piramide, we zijn slechts...)

111 Henoch en de zijnen bouwden hem jaren geleden; en hij staat als een symbool. Precies zoals de zon opkomt en ondergaat, precies zoals de boom zijn blad laat vallen en weer opnieuw terugkomt; zoals een vis, en het vee, en al het andere het symboliseren, staat die piramide er als een symbool.

112 Ga de profetenkamer binnen en let op die zeven treden. Waar ontmoette de wachter de uitdaging om de komende man in de tegenwoordigheid van de koning te brengen? Boven aan de treden; op de zevende trede. Dat toont ons dat we opnieuw moeten komen met diezelfde Geest die op Johannes was; hij introduceerde de Messias. Hij was groter dan al de profeten; hij introduceerde het. En wij moeten opnieuw tot een plaats komen, tot iets wat de Messias zal gaan introduceren.

113 En hoe zal de Messias... de mensen die Hem geloven weten het, mits zij voortdurend in het Woord zijn om te weten wat Hij is. Daniël zei dat de verstandigen het zouden verstaan, maar de dwazen, de onverstandigen, zouden het niet verstaan. Zij zullen hun God kennen. Nu, nu, hoe Hij zal verschijnen in de laatste dagen, is door de mensen terug te brengen naar het Woord, zodat de bruid haar Echtgenoot zal kennen, haar Man zal kennen, het geopenbaarde Woord. Daarom moet dit geschieden.

114 Het was niet in de hervormers; het was niet in Luther, Wesley, en de Pinkstermensen, en meer; de Schrift zegt dat het er niet was.

115 Maar het zal komen; dat is Zijn belofte voor dit tijdperk. Wij leven in het tijdperk waarin Zijn komst zal plaatsvinden. Zij moet geïdentificeerd worden in Hem. Iedere vrouw moet geïdentificeerd worden met haar man, omdat de twee één zijn. En de bruid van Christus moet geïdentificeerd worden met Hem, omdat de twee Eén zijn, en Hij is het Woord, niet de denominatie, het Woord! Wij moeten de kinderen van het licht zijn, en het licht is het Woord dat tot licht gemaakt ís voor dit tijdperk. Hoe kennen wij licht, tenzij het komt van het Woord? Goed. Het vleesgemaakte Woord is het licht van het tijdperk als u het ziet; de Bijbel zegt het.

116 Die mensen die daar naar Jezus keken, zeiden: "Wel, deze man, wie is Hij? Wel, Hij is daarginds op onwettige wijze geboren. Wel, Zijn vader en moeder zijn dit, dat, en nog wat anders, en dit allemaal." Maar zij kenden Hem niet. Als zij de Schriften hadden gekend, hadden zij Hem gekend; Hij zei het.

     Ze zeiden: "Wij zijn Mozes' discipelen!"

117 Hij zei: "Indien gij Mozes kende, dan zoudt gij Mij kennen, want Mozes heeft van Mij geschreven." En toch nog te blind om het te zien!

118 Ziet u hoe nederig? Weg van alle mensenmassa's, denominaties en geloofsbelijdenissen, en alles, kwam God direct in het vlees, in de vorm van een Man, een bloedverwant-Verlosser.

119 Zij moet met Hem worden geïdentificeerd. Wij zijn uitgenodigd om de kinderen van het licht te zijn, opdat wij wandelen in het licht.

120 Ik herinner me dat ik hier niet lang geleden in Kentucky een samenkomst had. Toen ik daarna de kerk uitkwam, stond daar een oude man met een lantaarn in zijn hand. Hij behoorde tot een kerk waar men niet gelooft in genezing, enzovoort. Hij zei: "Ik verschil met u van mening, broeder Branham."

     Ik zei: "Wel, daar hebt u recht op."

121 Hij zei: "Ziet u, ik zal niets aannemen tenzij ik het zie. Ik moet het heel duidelijk zien."

122 Ik zei: "Zag u God dan ooit duidelijk voor u staan?" (Natuurlijk geloofde hij niet in visioenen en dat soort zaken.)

     Hij zei: "Nee!"

123 "Wel," zei ik, "dan bent u geen gelovige, meneer. Ik zou niet tot u kunnen spreken, zie. Zie? Wij zien wat God belooft en we houden ons daaraan vast."

124 Hij zei: "Hoe komt u daarbij?" Ik zei... Hij zei: "Kom met mij mee naar huis, en laten we vanavond praten."

     Ik zei: "Ik kan niet; ik zou wel willen. Waar woont u?"

     Hij zei: "U moet over deze berg hier gaan."

125 Ik zei: "Hoe wilt u daar komen? U ziet uw huis niet." Uh-huh. Uh-huh. Ja. Ja.

     Hij zei: "Wel, er loopt een pad over de heuvel."

     Ik zei: "U ziet het pad niet." Uh-huh.

     Hij zei: "Wel, ik heb een lantaarn."

126 Ik zei: "Het licht van de lantaarn zal niet rechtstreeks op het huis schijnen. O, nee, maar dat pad zal naar het huis leiden. Maar die lantaarn zal slechts voor één stap per keer licht geven."

127 Wij zullen in het licht wandelen, het prachtige licht, stap voor stap, Here, dichter tot Hem komend. Ja. Kinderen van het licht, aanvaardt Zijn Woord, blijf wandelen en zie toe hoe er meer wordt ontvouwen. Verlaat het niet, ongeacht wat iemand anders zegt. Blijf daar gewoon regelrecht in en blijf er gewoon mee wandelen. Zie het zich ontvouwen en zich openbaren. Het Woord is een zaad; een zaad in de goede soort grond zal naar zijn aard voortbrengen.

128 Bemerk Openbaring 10:1–7, alle geheimenissen moeten aan de bruid geopenbaard worden door de boodschapper van de Laodicéa-gemeente. Heeft iemand een Revised Version Bijbel? Als u er een hebt, dan zult u bemerken dat waar er staat de engel, er tussen haakjes staat de arend. Zie? Uh-huh, uh-huh. Zie? De boodschapper aan de Laodicéa-gemeente, zie, Openbaring 10:1–7.

129 En hij zei dat dit... in die dag dat hij Hem zag neerdalen, en hij het boekje opat. En daar was... "Hij zette één voet op het land en één op de zee, en zwoer bij Hem Die in alle eeuwigheid leeft, dat er geen tijd meer zal zijn." En toen Hij dat deed, lieten zeven donderslagen hun stemmen horen. En toen de zeven donderslagen gesproken hadden, zei Johannes dat hij op het punt stond om te schrijven; en Hij zei: "Schrijf het niet op." Uh-huh. Zie? En hij verzegelde het.

130 Nu, iemand zei: "Wel, die zeven zegels dan, broeder Branham, die in de laatste dagen geopenbaard zullen worden, een of ander groot geheimenis hoe wij dichter bij God kunnen komen?" Nee, meneer, dat kan het niet zijn.

131 "Wie één woord van deze Bijbel af zal nemen of er één woord aan zal toevoegen, zijn deel zal worden weggenomen uit het boek des levens." Wat het is, het is om een openbaring over wat daar vroeger werd gemist te brengen. Het is hier al geschreven; het staat hierin; het is om te openbaren wat al werd geschreven, zie, omdat u er niets aan toe kunt voegen, of er één woord van weg kunt nemen.

132 Het eerste hoofdstuk van Openba-... van de Bijbel, in den beginne, Genesis, geloofde één vrouw het niet verkeerd, maar zij legde het alleen verkeerd uit; ze liet Satan haar één woord verkeerd uitleggen: "Zeker..." Zie? En daardoor is al deze moeite veroorzaakt. En dat was God Die sprak, Gods Woord.

133 En in het laatste hoofdstuk van Openbaring zei Jezus Zelf, dezelfde God: "Wie er één Woord van zal afnemen of er één Woord aan zal toevoegen..."

134 Dit is de volledige openbaring van Jezus Christus. [Broeder Branham tikt op zijn Bijbel – Vert] En de zeven zegels hielden de geheimenissen verborgen van wat het allemaal inhield, en worden verondersteld om het te openen in de laatste dag, in het Laodicéa-tijdperk, aan het einde van de tijd. God zij dank! Dat voleindigt de boodschap aan de gemeente. Dat voleindigt het. Wanneer ze terugkijken en zien wat er is geweest, en zien waartoe alles heeft geleid, dat voleindigt het, het tijdperk van de gemeente.

135 Nu merk op, de bazuinen waarover wij spreken, is een samenroepen, hetzij voor een feest, hetzij voor een oorlog, voor een persoon, een of andere heilige dag, of zoiets. Merk op, u zegt: "Voor een persoon?" Ja, of voor het jubeljaar, de aankondiging van de in vrijheidstelling, wanneer ze terug zouden kunnen keren. Nu, we zouden voor dit ene onderwerp een hele morgen kunnen nemen. Maar nu we de bazuinen benaderen, hebt u de achtergrond gekregen, van de zegels en de gemeente. We zullen nu op de bazuin ingaan. De bazuin schalde; en de bazuin kondigt óf oorlog aan, óf een feestdag, of... Wat het betekent is het vergaderen van de mensen, de bazuin.

136 Paulus zei: "Wanneer de bazuin een onzeker geluid geeft, wie kan zich dan toebereiden voor de oorlog of voor vrede, of wat het dan ook is?" Wie weet het? U moet weten waarvoor de bazuin klinkt.

137 Daarom, wanneer de bazuin klinkt, zien wij iets op de aarde vandaag. Er is ergens een grote nood; iedereen weet dat. Iedereen is een zenuwzieke geworden. De hele wereld is een neurotische wereld, en we weten dat er iets fout is. Het Pentagon, overal, we weten dat er iets fout is.

138 Nu, de enige manier waarop u zult weten wat de bazuin laat horen, is te kijken naar wat er op het muziekblad staat. Zie? Dat is alles. Het is een grote symfonie, zie, en maatslag.

139 Zoals "Peter en de Wolf", ziet, wanneer u... als de... En de componist heeft het boek geschreven, en de dirigent moet in dezelfde geest zijn als de componist. Als hij dat niet is, geeft hij de verkeerde maat aan en dan is de hele zaak mis.

140 Dat is wat er vandaag aan de hand is. Wij hebben teveel dirigenten gekregen die niet in de Geest van de Componist zijn. Zij zeggen (de denominatie): "Wel, wij geloven dit."

141 Het doet er niet toe wat u zegt, de Bijbel is juist. Laat de maat in overeenstemming zijn met de bladmuziek hier vlak voor ons, dan wordt de grote symfonie van Gods grote toneelspel juist uitgevoerd; dan kunnen wij het uur zien en waar wij staan.

142 Nu merk op, de bazuin is om de mensen bijeen te roepen, om zich ergens voor te verzamelen. Soms kondigde het een belangrijk persoon aan.

143 Zoals bij Jozef. Ze bliezen op de bazuin en Jozef verscheen, wat een symbool was van de grote bazuin (waarover we spreken en waar we straks op komen) in Jesaja, waar staat dat wanneer de grote bazuin bazuint en het vaandel daarginds zal worden opgeheven, er een tijd zal komen dat de grote bazuin zal worden geblazen; en alle volkeren zullen optrekken naar Jeruzalem. Dan begint het duizendjarig rijk, de grote bazuin.

144 Nu, deze oproep voor het feest der bazuinen, het naderen van iets... Let op Openbaring 8:7, als u het op wilt schrijven. We bemerken dat de eerste bazuin daar hagel, bloed en vuur op de aarde verspreidde. Precies in overeenstemming met Exodus, toen God Zijn volk uitriep in de exodus.

145 Nu, de reden dat deze zeven bazuinen geen betrekking hebben op deze gemeente en dit tijdperk, is omdat het alleen voor Israël is. Het is het roepen, het verzamelen van het volk. En nu, er ligt hier slechts één betekenis in, die ik wil dat u zo straks begrijpt, en dat is dat u zult zien waaróm dit geen betrekking heeft op dit tijdperk waarin wij leven; de zeven bazuinen.

146 Ik weet dat veel mensen hierover van mening verschillen, maar ik weet dat dit het is. Ik weet het. Niet omdat ik zeg dat u het zegt; want ik heb het niet van mijzelf gekregen, mijn gedachten zijn niet van mijzelf. Wat het ook ooit is dat het mij vertelde, als het verkeerd is, dan is het verkeerd. Maar ik vertel het niet uit mijzelf, ik vertel wat Iemand anders gezegd heeft. Die Iemand anders is de God Die tot ons sprak, Die al deze dingen gedaan heeft die Hij heeft gedaan, en verscheen, zie, dus ik weet dat het juist is.

147 Het bijeenbrengen van Israël zijn de bazuinen. De bazuinen zijn er om Israël te vergaderen. Merk op, de allereerste bazuin schalde; bloed, vuur, hagel en alles bestrooide de grond. Zie? Wat was Hij aan het doen? Israël uit het geestelijke Egypte te brengen, zie, terug naar haar vaderland.

148 Nu, laat mij dit hier direct zeggen, dat elke bazuin die bazuinde, onder het zesde zegel bazuinde. We zullen er dadelijk aan toe komen, daar waar wij het zegel namen. Al de bazuinen bazuinden onder het zesde zegel.

149 Omdat er bij het zevende zegel stilte was. Niemand wist het; dat was het moment of het uur dat Christus zou komen, zoals Hij het ons openbaarde.

150 Maar elke bazuin klonk onder het zesde zegel, gedurende de vervolging van de Joden. Let op, Openbaring 8 nu, te beginnen bij het zevende vers. Alles was het eruit roepen van het natuurlijke Israël in Egypte, nu is het het eruit roepen van Israël in geestelijke zin. Hij was bezig hen klaar te maken om naar het feest van de verzoening te komen.

151 Merk op, het feest van de bazuinen kwam eerst, wat Pinksteren was. Het feest van de verzoening volgde vijftig dagen later. Het feest van de verzoening, lees het hier. We zullen er als we tijd hebben waarschijnlijk naar verwijzen en het voor u lezen uit de Bijbel, hier in Leviticus 12 nu, of ik bedoel Leviticus 23, en Leviticus 16. We zien dat er eerst het feest van de bazuinen was, het was de verzoening, en daarna volgde Pinksteren. Nu, we ontdekken... het feest van de verzoening volgde op het feest van de bazuinen.

152 Merk nu op, een bazuin klonk en dat gebeurde om hen bijeen te vergaderen. Nu, de eerste bazuin klonk; er kwam hagel, bloed, vuur, dat sproeide over de aarde, precies zoals het was in Egypte, hen gereedmakend om hen te roepen tot de dag der verzoening. Zie? Zij verwierpen de ware verzoening. En deze jaren zijn hierdoorheen verlengd; het is het jaar van Pinksteren geweest. Zie? Nu, het bazuinen voor de Joden komt als volgende.

153 Dit is het eruit roepen van de gemeente geweest (let heel goed op, nu), die Hij daarna meenam naar het land der belofte; wat Hij precies zo zal doen, en waarbij Hij in symbool de gemeente meeneemt naar het land der belofte.

154 Onthoud, elke bazuin bazuinde onder het zesde zegel, alleen toen weerklonken ze.

155 Bemerk nu de exacte samenhang van de Schrift, precies hetzelfde. Onder de zevende bazuin is het voor Israël hetzelfde als wat het zevende zegel was voor de gemeente. We vinden onder het zevende zegel, dat toen de zielen die onder het altaar waren, die gewaden ontvingen... hun werden gewaden gegeven. Niet dat zij ze verdienden, maar omdat zij in de bedeling waren dat God nog steeds bezig was Zijn genade te betonen aan de heidenen, niet aan de Joden. Israël wordt als natie gered; God handelt met Israël als een natie. De heidenen zijn een volk voor Zijn Naam, niet een natie voor Zijn Naam. Israël!

156 En toen Hitler en die anderen de Joden vervolgden, en de dingen deden die ze deden onder dat... Kijk, zij... Stalin, Hitler, en al die dictators die opstonden (als wij de tijd hadden zouden we het voor sommige nieuwkomers herhalen, maar wij hebben het al doorgenomen), gedurende hetzelfde tijdperk was het daar in Duitsland en al de andere naties... De Joden waren over al de landen verspreid, maar in de laatste twintig jaren is er een bittere vervolging tegen de Joden ontstaan.

157 Ik ben daarginds op de oude plaatsen geweest waar ze hun lichamen verbrandden en cremeerden en hun as gebruikten om de grond te bemesten, Joodse kinderen en vrouwen en alles. En dan proberen ze het te ontkennen. Neem hen rechtstreeks mee en toon hun de plaatsen waar het gedaan werd.

158 Het is een bittere vervolging tegen Israël geweest, omdat het de tijd is geweest om hen nu terug te roepen tot de verzoening. Hij is nog steeds onder de verzoening van een natuurlijk lam. Het ware Lam van God is de verzoening, en hij heeft het verworpen, en het bloed is sindsdien altijd op hem geweest. Merk op, om het volk gereed te maken! Hoe volmaakt zijn dan de zevende bazuin en het zevende zegel; volmaakt samen, de vervolging van de Joden.

159 Zie in Openbaring 9, het dertiende vers (let nu nauwkeurig op), onder de zesde bazuin (Openbaring 9:13), onder de zesde bazuin; let op, daar werden tweehonderd duizend ruiters, die gebonden waren geweest in de rivier de Eufraat, losgelaten onder de zesde bazuin. Nu, er zijn geen tweehonderd duizend ruiters in de wereld, maar daar waren tweehonderd duizend ruiters. Sla daar acht op. Ik wil dat u het opschrijft, zodat u het kunt lezen.

160 Het waren geen natuurlijke paarden. Ze ademden vuur, en ze hadden borstplaten van jaspis, en ze hadden staarten, en het einde van de staart zag eruit als een slang, een slangenkop aan het einde om te pijnigen. Zie? Het waren geestelijke paarden, geestelijke duivels, aanvallers, die al die jaren gebonden waren geweest in de Eufraat, bovennatuurlijke duivelen. Wat was het? Het oude Romeinse keizerrijk dat weer opgeleefd was, de vervolging van de Joden. Ze waren gedurende bijna twee duizend jaar gebonden geweest bij de rivier de Eufraat, ze kunnen niet oversteken naar de belofte, een godsdienstige sekte die naar de andere zijde probeerde te komen. De Eufraat, weet u, kwam door Eden. Maar zij waren daar gebonden, tweehonderd duizend duivelen van vervolging.

161 En merk op wat er gebeurde onder die zesde bazuin. Ze werden losgelaten op de Joden, de vervolging van de Joden! Bovennatuurlijke duivelen, bijna twee duizend jaren, toen losgelaten door Stalin, Hitler, op de Joden. U zegt: "Wel, dat is Rome niet." Het is dezelfde geest. Zij deden dezelfde dingen als die zij deden met de Christenen in de oude heidense Romeinse dagen. Let nu op het natuurlijke Israël en de geestelijke gemeente, als we het hier scheiden. Losgelaten op de Joden.

162 Herinnert u zich, onder het zesde zegel, hoe al deze martelaren, overeenkomstig het Woord van God gewaden ontvingen? Het werd hun gegeven door genade, omdat ze verblind zijn, zodat zij het Evangelie niet kunnen zien, opdat dit volk uit de heidenen geroepen zou kunnen worden als de bruid. Hun werden gewaden gegeven, zegt de Bijbel hier, onder die bazuin, aan die Joden die absoluut tegen Christus en alles zijn. De reden dat zij dat zijn, is omdat de Bijbel zegt dat zij verblind werden; en zij werden verblind omwille van u! En de rechtvaardige God weet dat zij het zouden ontvangen, maar zij werden blind gemaakt omwille van u. De Bijbel zei het.

163 Daar is dat Romeinse rijk, daar gebonden door (wat?) de kerkelijke krachten, waardoor Rome, het heidense Rome, het pauselijke Rome werd, en het werd daar gebonden in haar christelijke tradities, door een christelijk deel en het bijgeloof dat het van Rome kreeg allemaal samen te mengen; vrouwenaanbidding en al die andere zaken en kerstdagen, en feestdagen, en dagen voor heiligen, en dergelijke dingen. Het is door die traditie gebonden geweest die het niet los kan laten, omdat het tegen de christelijke grondbeginselen is. Het is nog steeds dezelfde goddeloze, heidense geest! En die geest greep zich vast in de naties van de wereld, in overeenstemming met de profetieën van Ezechiël en de rest van hen.

164 En ze werden losgelaten op de Jood, die niets van de Geest wist. Daar zijn uw geheimenissen die daar onder dat zegel verborgen zijn. Zie? Let daarop. Wij hebben dat doorgenomen. En ik zal u deze bazuin hier tonen, deze laatste bazuin, wat er plaatsvindt. Daar zijn ze; deze bazuinen worden losgelaten op de Joden (ziet u het niet?), niet op de heidenen. De heidenen zijn, als die zegels worden geopend, wegverzegeld. De tijd is geëindigd; de gemeente is geroepen.

165 Herinnert u zich het visioen van onlangs? Herinnert u zich het... de voorschouw ervan? Hoevelen herinneren zich eerverleden zondag? Hoe het daar precies voorbij kwam; we hebben het exact gezien. We zagen die vuile, onreine zaak, genaamd de kerk, opkomen (de vulgariteit ten top), en die kleine bruid uit elke natie, elk van hen in de klederdracht van het land waaruit ze kwamen, gewoon volmaakt wandelend voor de Here.

166 Merk op, er zal eens een tijd komen wanneer men zal zeggen: "Wel, ik dacht dat de gemeente zou weggaan vóór de vervolging. Ik dacht dat er een opname zou zijn."

     "Het is al gebeurd en u wist het niet." Dat zei Hij eens over Johannes, zoals u weet.

167 Ze zeiden: "Waarom zeggen de profeten dat – de schriftgeleerden, dat Elia eerst moet komen?"

168 Hij zei: "Hij is al gekomen." En zelfs de discipelen wisten het niet. "Ze hebben met hem gedaan wat ze wilden."

169 De opname zal op dezelfde wijze zijn. In een uur... Hij beloofde dat te doen. Hij beloofde niet dat Hij Elia zo zou tonen, maar Hij beloofde dat Hij de bruid op die wijze zou wegnemen, "in een uur dat u het niet denkt", slechts een verandering, in een moment, in een oogwenk, en worden weggenomen. Dan wordt u achtergelaten. Dan is dat de tijd!

170 Twee duizend jaren kon deze geest door de Roomse mensen heen, de Roomse kerk, niet bewegen. Maar diezelfde geest, eerst opkomend ginds in Mussolini in Rome, de dictator... U weet de vijf...

171 Zeven dingen toonde Hij mij in '33, die zouden plaatsvinden. Vijf zijn er al geschied. Dr. Lee Vayle schrijft daar nu een boek over. Ziet u? Vijf dingen, volmaakt, en nog slechts twee moeten er geschieden. Hij zei dat het vlak voor de komst zou gebeuren. Hier zijn we nu helemaal aan het einde, en het ziet er naar uit dat het zesde in aantocht is. Ziet u? Volmaakt, exact, zelfs de oorlogen en hoe ze zouden gebeuren. Tot in de kleinigheden nauwkeurig, niet één keer miste het.

172 Luister mensen, wij behoorden ieder uur inventaris op te maken! U weet niet waar we staan. Zeer dichtbij!

173 Nu, nu hij liet ze los op... Onder het zesde zegel, deze tweehonderd duizend geestelijke demonen die begonnen in Rome, Duitsland, Hitler. En merk op daar in de Bijbel, waar ze nooit ontvingen... zij ontvingen macht als koningen, maar werden niet gekroond. Een dictator is geen gekroonde koning, hij ontvangt slechts macht als een koning.

174 O, de Geest van God werkt nu gewoon door mij heen, weet u, en zegt gewoon iets; ik weet niet hoe het te zeggen, noch wat te zeggen, en misschien doe ik het maar beter niet.

175 Merk op, tweehonderd duizend demonen werden losgelaten op die Joden, toen ze hen verbrandden, hen kruisigden. Ze brachten luchtbellen in hun aderen; ze doodden hen, totdat ze geen gas meer hadden om hen te doden; en ze schoten hen neer totdat ze geen kogels meer hadden om mee te schieten en ze hebben alles gedaan wat ze konden. Ze cremeerden hun lichamen en alles, en hingen ze aan schuttingen, kinderen en al, onschuldige mensen. Omdat ze Joden waren, werd er op die manier met hen afgerekend. Maar God zei dat Hij een ieder van hen een gewaad zou geven, hoe weinig ze het ook verdiend hadden; maar Zijn genade verblindde hen, zodat wij konden zien.

176 Het zevende zegel is nog niet geopend, weet u; dat is Zijn komst.

177 Dus terwijl ze nog steeds daaronder zijn... Maar Hij toont het ons hier van tevoren zoals aan Johannes. Hij nam hem op.

178 En eens wandelde Hij aan de zee, weet u; hij vroeg: "Wat gebeurt er met deze man die aan Uw boezem ligt?"

179 Hij zei: "Wat gaat het u aan als hij blijft totdat Ik kom?" Ziet u, hij is nooit gebleven, maar Hij nam hem op en toonde hem de dingen die zouden gebeuren, totdat Hij kwam. Hij toonde het hem slechts, Hij liet Johannes het gehele plan overzien.

180 Merk op, wij ontdekken nu dat die natuurlijke kracht onder het natuurlijke, daar op een natuurlijke natie, Israël, werd losgelaten. En wat veroorzaakte het? Het ging heen en ontketende oorlog, en wat moordde en vervolgde het.

     Nu, in de kerkelijke sfeer daarvan... Ik... bent u...

181 Ik hoop dat God hiervoor nu uw ogen opent, omdat ik mij realiseer dat dit niet alleen maar gesproken wordt tot deze gemeente hier; deze bandopname gaat over de gehele wereld. En het is niet mijn bedoeling om iemands gevoelens te kwetsen, maar alleen om de waarheid te vertellen.

182 Nu, de kerkelijke sfeer is geopend vanuit de natuurlijke opleving van het oude, heidense Rome, en werd ingezet tegen deze Joden, die altijd hun vijand zijn geweest (de leeuw met tanden en alles, die het volk vertrapte en uitroeide). Rome is altijd Gods vijand geweest. En het werd in dezelfde geest losgelaten door de dictators van de wereld, omdat het godsdienstige systeem nog steeds standhield; nu is het ontbonden.

183 Wat heeft het gedaan? Met list, zoals Hij zei, zou hij binnenkomen, met vleierijen. En wat heeft hij gedaan? Hij brengt de Protestantse oecumenische raad van wereldkerken, de geest van de antichrist, op hen beiden, hen ter slachting brengend, precies zoals zij de ander deden, in het uur om de bruid te roepen. Hoe? Losgelaten in de kerkelijke kerkgeest. Losgelaten op wat? Niet op de denominaties, op de bruid! Maar hier zult u het vatten; de bruid zal niet door die tijd gaan. De Bijbel zegt van niet. De gemeente zal erdoor gaan, maar de bruid niet! Kunt u het niet zien? Voorgangers, kunt u dat niet zien, broeders?

184 U zegt: "De gemeente moet door de vervolging gaan, om haar te vervolmaken." Het bloed van Jezus Christus vervolmaakt de bruid.

185 Een man die een vrouw kiest voert haar niet door een heleboel straffen; hij heeft ook reeds genade gevonden bij haar; zij heeft genade gevonden bij hem. Hij verlooft zich met haar. En als daar iets is, zal hij haar van elke plaats weghouden waar ze haar hand moet omdraaien. Zijn genade is zo groot over hen.

186 En zo zal het zijn over de bruid, en zo is het met de bruid. Wij zijn onwaardige schepselen die de hel verdienen, maar Zijn genade houdt ons steeds vast. Kijk eens hoevelen er verloren en blind zijn, hoevelen, hoeveel zondaren waren er in de wereld op het uur dat ik werd gered! God redde mij met een doel, en ik ben vastbesloten door Zijn wil, om dat doel uit te voeren. Het kan mij niet schelen wat er ook anders gaat, ik wil het doen.

187 En in het uur dat ik al de kerken zie met hun grote glamour, rijk en aan niets gebrek, naar ze zeggen; en zie dat ze ellendig, jammerlijk en blind zijn; dan geven ze je schouderklopjes en willen ze dat je een compromis met ze sluit. Ik werd geboren met een doel en dat is om die zaak te veroordelen en daar uit te roepen! Dat doe ik.

188 Bedenk, toen Jezus op aarde kwam, was er nog geen honderdste van de mensen op aarde die ooit wist dat Hij hier was. Hij kwam om die uitverkoren groep te nemen. Hij zei: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij Mijn Vader hem heeft getrokken. En allen die de Vader Mij gegeven heeft (verleden tijd) zullen komen. Zij zullen het weten, zij zullen het horen."

189 Merk het loslaten van deze kerkelijke geest op. Nu, twintig jaar later, na die oorlog, zien wij het loskomen van de kerkelijke geest. Waaronder? Het zevende zegel, de zevende bazuin voor de Joden.

190 Kijk hoe de maan steeds donkerder wordt. Waaronder? Ziet u het uitgetekend? De Zoon des mensen, Die verdreven wordt uit de gemeente.

191 Wat is het? Het zich verenigen met de kerkelijke groep. De oecumenische beweging, en met de Wereldraad van kerken, heeft alle mensen gedreven... Waar staat die zaak voor? Wel, u moet afstand doen van al uw evangelische leringen en dergelijke! "Hoe kunnen twee samen gaan tenzij ze het eens geworden zijn?" Dat kunnen ze niet. Jezus zei dat zij het niet kunnen. Hoe kan een kerk van Methodisten en Baptisten samengaan? Hoe kan de Church of Christ optrekken met de Presbyterianen? Hoe kan de Katholiek wandelen met de Protestant? Hoe kan Protestant wandelen met Protestant?

192 Maar de bruid kan wandelen met het Woord, wat Christus is; het moet in overeenstemming zijn, niet met het kerkelijke systeem, maar met het Woord. U moet overeenstemmen met het Woord om met het Woord te wandelen. Jezus zei het zo en dat maakt het juist.

193 Merk op, daar is ze nu. Ze is losgelaten om al deze kleine losse eindjes te nemen. "O wel, het maakt toch geen enkel verschil uit."

194 Dat is wat Satan tegen Eva zei: "Het maakt geen enkel verschil. Het is in orde. Zeker, God is een goede God; Hij heeft ons allemaal lief." Dat doet Hij niet!

195 U hoort er zoveel over dat Hij een goede God is. Hij is een goede God, maar omdat Hij goed is, moet Hij rechtvaardig zijn. Er is geen goedheid zonder gerechtigheid; er is geen gerechtigheid zonder wet, zonder bestraffing, straf. Dus zijn wij in dat uur waarin wij leven.

196 Let op, snel nu, deze bovennatuurlijke demonen. Dan onder de bescherming van een Verenigde Naties, verenigde groepen samen, oostelijk en westelijk...

197 Precies zoals de rechter- en de linkervoet van het beeld dat Daniël zag, hoe zij het niet met elkaar eens zouden zijn en zich met elkaar zouden vermengen; en het woord Eisenhower, gedurende die tijd, Eisenhower betekent "ijzer"; Chroestjef betekent "klei". En hij trok zijn schoen uit en sloeg er mee [Broeder Branham klopt op de lessenaar – Vert] op de lessenaar in de – toen de Volkenbond of de Verenigde Naties... Chroestjef deed het, sloeg het stof af van de... O my, het uur waarin wij leven! De gemeente en haar toestand.

198 Maar dank God, de kleine bruid heeft zich gereed gemaakt. Het duurt niet lang meer, blijf volhouden. Het zal niet lang meer duren, ik weet niet hoelang, weet niet wanneer (niemand weet dat), maar wij weten dat het nu dichtbij is, echt.

199 Let op het kerkelijke. Let op het natuurlijke, wat het die Joden aandeed. Dat was een volk dat zich aan de wetten van God hield. Ongeacht hoeveel kerken er oprezen, of wat anders, zij waren ten opzichte van Christus verblind en hielden vast aan die wet. En God gaf hun gewaden, ieder van hen, omdat zij vielen in martelaarschap. Zie? Zij werden verblind om onzentwil.

200 Hier nu de gemeente die niets anders kent dan de Bijbel; ongeacht het kerkelijke systeem, denominatie, zij weten er niets vanaf, het is hun geheel vreemd. Zij kennen Hem en Hem alleen.

201 De mensen van vandaag zijn zo'n beetje als Petrus en de anderen die op de Berg der Verheerlijking waren. Ze werden allemaal enthousiast, toen ze zagen wat het bovennatuurlijke deed, en één zei: "Wij zullen één kerk maken voor de profeten en één voor Mozes."

202 En zo deden de mensen, zo deden de Pinkstermensen. Ze zeiden: "We zullen er één, Assembly of God maken; en één Church of God; en één Oneness; en een Twoness", enzovoort, op die wijze.

203 Maar terwijl hij nog sprak, riep Jehova uit: "Dit is Mijn geliefde Zoon, Die het Woord is; hoort gij Hem!" Zie? Hij is het Woord.

204 Het uur waarin wij leven, de geestelijken, geesten, die zich nu verenigen en hen allen naar deze ene grote slachting leiden, om ze weg te vagen. Het is nu al op schrift gesteld in deze natie, dat deze gemeenten gesloten moeten worden, tenzij u bij de organisatie hoort. Het is een verbond; het is een boycot, precies zoals het merkteken van het beest.

205 En nu ziet u wat het beest is, is het niet? Het is een macht. Een macht, een kerkelijke macht, waarvan Jezus zei dat het zoveel op het werkelijke zou lijken, dat het de uitverkorenen zou verleiden, als het mogelijk was. Maar Hij beloofde hier iets voor ons te hebben in die dag, opdat wij niet verleid zouden worden, en dat is het Woord, en Christus om het aan ons te manifesteren. Zij zijn bovennatuurlijke duivelen, onzichtbaar voor het oog, maar u kunt zien wat zij aan het doen zijn. Ziet u?

206 Merk op, terwijl die groep aan het rijden is en zich voorbereidt om alles wat niet met hen wil overeenstemmen eruit te stoten, is er een andere groep die na een poosje klaargemaakt wordt – Openbaring 19. De volgende keer dat van de gemeente wordt gehoord, komt ook zij niet precies op echte paarden, maar de Bijbel zei dat Hij op een wit paard gezeten was, en het heir des hemels volgde Hem op witte paarden. Klopt dat?

207 Terwijl deze groep hier er twee duizend gebonden heeft bij de rivier de Eufraat, die twee duizend jaar gebonden zijn geweest, heeft ook die gemeente de Heilige Geest gedurende bijna twee duizend jaar gebonden onder martelaarschap vroeger en onder de gemeentetijdperken. Hij is gebonden geweest, niet aan de rivier de Eufraat, maar aan de deur van geloofsbelijdenissen en dogma's, zodat de Heilige Geest niet kan werken in de gemeente vanwege de door mensen gemaakte systemen. Maar zij zal bevrijd worden, ze komt terug. Dat is wat de Bijbel zei. En die twee ontmoeten elkaar opnieuw op het slagveld – Lucifer en Michaël – zoals in den beginne. Ze zijn gedurende bijna twee duizend jaar gebonden geweest, bijna twee duizend jaar.

208 Niet precies twee duizend jaar, omdat de Romeinen bleven doorgaan (Titus in A.D. 96 [dit moet zijn A.D. 70 – Vert] en zo verder) de Joden te doden. De Romeinen. Wie was het die de Joden doodde? Wie was Titus? Een Romeinse generaal. Het bloed stroomde daar de poorten uit naar de ... o, de vrouwen en kinderen en alles werden afgeslacht. Sprak Ezechiël 9 er niet van dat ze dat zouden doen? "Trek midden door de stad en plaats een teken op de mensen die zuchten en wenen", de Heilige Geest. En de rest van hen, de man der verdelging kwam naar voren die gebonden zou worden ("Houd ze vast! Houd ze vast!" totdat ze vertrokken), en slachtte alles af wat daar binnen was. Kleine vrouwen, vrouwen, kinderen, baby's, en al het andere, ze werden allen afgeslacht. Precies.

209 Hier herhaalt het zich opnieuw. En hier is dat kerkelijke systeem dat regelrecht terugkomt, alles verstikkend en vertrappend wat God genoemd wordt. O, ze hebben hun systemen en organisaties en denominaties, maar dat heeft niets met de Bijbel te maken. Zij zullen u spoedig vertellen dat zij er zelfs niet in geloven. Ja meneer! "Zeg wat de kerk zegt."

210 Het is wat Gód zegt! Dat is het Woord. De bruid is met de Woorden, zij zijn één. Hoe kunnen zij één zijn? Wanneer dat Woord dat daarin geschreven staat in u komt, en u en het Woord één worden. Dat is precies wat Hij beloofde.

211 Dan verklaart het zich. God heeft geen uitlegger nodig. Ze zeggen: "Wel, wij leggen het zo uit." U hebt het recht niet om wat dan ook uit te leggen. God doet Zijn eigen uitlegging.

     God zei: "Er zij licht", en er was licht. Wie legt dat uit? Hij zei: "Een maagd zal zwanger worden", en ze werd het. Dat heeft geen uitlegger nodig; het is al uitgelegd. God zei dat deze dingen in deze tijd zouden gebeuren, en het is gebeurd. Het heeft geen uitlegger nodig; het legt zichzelf uit. O my!

212 Openbaring 9:1, onder de vijfde bazuin, hun koning (let op, Openbaring 9:1 nu), de koning van deze grote groep van tweehonderd duizend paarden... Ze hadden een koning boven zich, en als wij opletten, was het een gevallen ster. "Waarom zijt gij uit de hemel gevallen, o Lucifer?" (O, wat haalde dr. Smith het daar zo door elkaar, maar het is helemaal in orde, zie, het was niet voor zijn tijd. Zie? Goed.) "Het was de bodemloze put; hun koning was de koning van de afgrond."

213 Openbaring 17:8. Ik heb hier iets opgeschreven; ik zal het even lezen. U ziet hier Openbaring 17:8, ik wil zien wat hier staat, omdat ik niet precies weet hoe ik tot deze volgende tekst moet komen, 17:8:

     Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond [Engels: 'bodemloze put' – Vert] en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn (wier namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is.

214 Zie? "Was", de ene paus sterft, en een andere staat op. "het beest, dat was en niet is", dat is, dat niet is, dat is. Verander z'n orde niet. Het is de Paus, dezelfde tijd, alles; alles moet in hetzelfde systeem gaan.

215 En waar zal het komen? Tot de afgronden. En de Bijbel zei hier dat de leider van die kerels uit de afgronden kwam, en dat was hun koning; en hij zit met een drievoudige kroon op en is bezig de Protestanten met zich te verenigen.

216 Ik hoorde onlangs een Lutherse priester – of een Lutherse prediker, zeggen: "Wel, de mensen vragen mij waarom ik een boordje draag. Hoe kunnen ze mij anders onderscheiden van de..." Was u daar? [Een broeder zegt: "Ja." – Vert] Ja, was dat niet belachelijk? Ik voelde me bijna alsof ik moest overgeven, liep het podium af. Ze zeiden: "Dus daar behoorde geen enkel verschil te zijn."

217 Als Luther, Maarten Luther, dat zou horen, zou hij zich in zijn graf omdraaien, en zeggen: "Jij huichelaar, jij hoort niet in mijn gelederen." Uh-huh. Ziet u?

     Maar ziet u waar het toe gekomen is? "Er is geen verschil."

218 Er is wél een verschil! Er is zelfs verschil in persoon. God zei: "Zonder Mij Paulus en Barnabas af", zo is het, "voor het werk..." Scheid af! God is een afscheider. Hij vermengt niet, een afscheider. De kerk wil vandaag iemand die goed kan vermengen, die hen badpakken kan laten dragen en korte broeken, en al het andere, hen laat uitgaan en op die manier hun gang laat gaan. Maar God sprak: "Zonder Mij af!" Scheid u af van de wereld.

219 Openbaring... Wij ontdekken hier dat hun koning afkomstig was uit de bodemloze afgrond en dezelfde was, die ten verderve ging, in en uit, in en uit, ging uit...

220 Merk op, in Leviticus, het drieëntwintigste hoofdstuk, hoe volmaakt de uitlegging met de rangorde is, met het Woord, met wat wij nu proberen mee te geven. Let nu hier op, op de orde. Nu, we bemerken... Laten we het opslaan om dat even te lezen. In Prediker, niet Prediker, maar Leviticus; Leviticus 23. Let hier nu op (Leviticus, het drieëntwintigste hoofdstuk). We willen hier beslist niets van missen, zodat wij het op precies dezelfde wijze kunnen ontvangen als dat de Here het hier voor ons heeft laten opschrijven. (Ik kan Leviticus zeker niet in Exodus vinden, is het wel?) Goed, Leviticus nu. "En de Here..." Het drieëntwintigste...

     De HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
     Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op de eerste van de maand, zult gij een rust hebben, een gedenkdag des geklanks, een heilige samenroeping... (Ziet u?)
     Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult de HEERE vuuroffer offeren.

221 Let op. Let nu op.

     Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
     Doch op de tiende van deze zevende maand zal de verzoendag zijn,...

222 Ziet u? De verzoendag volgde op de... Let nu op. De verzoening volgde op het geklank van de bazuin. Zie? Wat prachtig! Zie? De verzoendag volgde op de bazuin.

223 Nu, de vijftig dagen van de bazuinen symboliseren voor ons, toen de bazuin met Pinksteren bazuinde, wat vijftig dagen waren... Nu, hierna... de Joden verwierpen dat.

224 Nu zullen de bazuinen hen terug gaan roepen tot die verzoening, zie, de verzoening die zij verwierpen. En zij verwierpen het, zodat onze ogen geopend konden worden; de hunne werden toegesloten. En gedurende deze tijd werden deze zegels geopend en klonken de bazuinen. En nu, tijdens het geklank van de bazuinen, vlak voordat de Messias komt... omdat zij in Palestina moeten zijn; en u herinnert zich dat God het hart van Farao moest verharden om hen uit Egypte te leiden; en Hij verhardde Stalin, Mussolini, en al diegenen, om hen terug te brengen in het beloofde land, waar de honderdvierenveertig duizend worden verondersteld te zijn.

225 En nu, voor het eerst sinds duizenden jaren, vijfentwintighonderd jaar, is Israël een natie, met haar eigen vlag, en eigen leger en alles, en ze worden erkend in de V.N.. Het is voor het eerst dat het weer zo is. De oudste vlag die ooit op aarde gewapperd heeft, wappert in deze tijd weer. De zespuntige ster van David. Hij zei dat Hij die banier in de laatste dagen op zou richten, wanneer ze terug zouden komen. Wij zijn aan het einde. Er is gewoon geen twijfel over; we zijn er.

226 Merk nu op, snel, Openbaring 9, onder de zevende bazuin, hun koning komt uit de afgrond.

227 Dan, in Leviticus nu, hoe volmaakt is de uitlegging hier met het Woord. Omdat, zie, onmiddellijk op het Pinksterfeest de dag van een verzoening volgde, de orde van de feesttijd. Tussen het Pinksterfeest, tot de verzoendag, het geklank van de bazuinen van de verzoendag, was het Pinksterfeest, de lange tijdsperiode. Kijk, er lag een lange tijd tussen het Pinksterfeest en het roepen van de bazuin – het geklank van de bazuinen, dat de bazuinen zouden worden geblazen; een lange tijdsperiode. Precies gezegd duurde het vijftig dagen van het Pinksterfeest tot het feest van de verzoening; het duurde vijftig dagen. Nu, vijftig dagen zijn precies zeven sabbatten.

228 En zeven sabbatten zijn de zeven gemeentejaren – gemeentetijdperken. Hebt u het begrepen? Zie? Zie? Nu, de Joden werden verblind, heel deze tijd wachtend, terwijl de eerstelingsvruchten van Pinksteren werden uitgestort op de gemeente. En wij zijn door de tijdperken der martelaren, en door de tijdperken van de hervormers gekomen, en nu zijn we in het tijdperk van het eruit roepen, drie aparte gedeelten, dezelfde Geest, zoals Vader, Zoon, en Heilige Geest, Dezelfde. Zie? Maar, zeven gemeentetijdperken, wat zeven sabbatten zijn.

229 Precies zeven sabbatten vanaf de Pinksterbazuin – een Pinksterfeest, tot... Het bewegen van de garve, en dan het Pinksterfeest. En dan vanaf het feest tot de verzoening is zeven sabbatten, vijftig dagen. En aan het einde van die vijftig dagen vindt de verzoening plaats. Begrijpt u het? Nu, en dit is een type geweest, dat de gemeente...

230 Toen Hij Zich als Zoon van God openbaarde, aan de gemeente werd geopenbaard in de doop van de Heilige Geest door de gemeentetijdperken en het Pinkstertijdperk heen. Ziet u? Er blijft steeds meer komen: rechtvaardiging onder Luther, heiliging onder Wesley, doop van de Heilige Geest.

231 Nu is hier de tijd van het eruit roepen. Toen het zesde zegel geopend werd, trof de vervolging de Joden vanuit een letterlijk standpunt, en hier komt de vervolging van de gemeente vanuit een kerkelijk standpunt, omdat de bruid al geroepen is. De sabbatten zijn voorbij en het is gereed voor de Joden om geroepen te worden. Tot wat? Het feest van de verzoening. O, gemeente, ziet u dat niet? Geroepen tot het feest van de verzoening. Waarom? Om de verzoening te herkennen – geen kippen en ganzen meer en wat ze allemaal gedaan hebben; het Lam van God, dat geslacht werd voor de grondlegging der wereld. Dat zal Israël gaan weten.

232 Merk op, hier is iets groots. Zie! O my! De Heilige Geest is heel deze twee duizend jaar gebonden geweest door de denominaties. Wij zien dat het zo is geweest. Let nu op de sabbatten, zeven sabbatten; zij konden er niet helemaal uitkomen. De Bijbel zei dat er een dag zal zijn, die dag noch nacht zal zijn.

233 En heel de Schrift, heeft Jezus gezegd, moet vervuld worden. Is dat waar? Zeg: "Amen." [De gemeente antwoordt: "Amen." – Vert]

234 De profeet zei dat er een dag zou zijn die dag noch nacht genoemd kan worden, maar ten tijde van de avond zal het licht zijn.

235 Wat was het? Dezelfde zon die in het oosten schijnt, is dezelfde zon die in het westen schijnt.

236 Elke keer als die zon opkomt, haar baan beschrijft, en ondergaat, betekent dat uw leven. Een pasgeboren baby, zwak in de morgen; ongeveer acht uur gaat hij naar school; om half twaalf heeft hij de school verlaten, het is op het heetst van de dag; dan begint hij neer te dalen tot vijftig jaar oud; zestig, zeventig, tachtig, negentig; hij gaat ginds onder en sterft; alleen maar om de volgende dag weer terug te komen en te zeggen dat er een leven is, dood, begrafenis, opstanding.

237 En merk op, de beschaving is met de zon meegegaan. De oudste beschaving die we hebben is China. Iedereen weet dat.

238 Waar werd de Heilige Geest uitgestort? Op het oosterse land, op oosterse mensen. En het Evangelie is met de zon meegereisd. Waar kwam het vandaan? Vanuit het oosten ging het naar Duitsland; van Duitsland naar Engeland. Het stak driemaal het kanaal over. Van het Middellandse zeegebied naar Duitsland; van Duitsland... van het Middellandse zeegebied, van het oosten, naar Duitsland, door de Middellandse zee; van Duitsland over het Engelse Kanaal naar Engeland; van het Engelse Kanaal, over de Stille Oceaan naar... of de Atlantische Oceaan naar de Verenigde Staten.

239 En nu is ze aan de Westkust! Ze is de natie doorgegaan welke ze de beschaving heeft gebracht, doorkruiste het, en ging voort. De beschaving is voortgetrokken; het Evangelie is meegereisd. Nu, al het uitvaagsel is aan de Westkust, waar alles werd opgenomen, als de binnenkomende vloedgolf.

240 Maar de profeet sprak: "De Zoon zal in deze dag niet schijnen; het zal een dag van donkere somberheid zijn." Ze hebben genoeg licht gehad, zoals op een echt regenachtige dag; zij konden zich voegen bij kerken, en de Here geloven, en dergelijke dingen; maar Hij zei dat ten tijde van de avond de wolken zullen wegtrekken, de denominaties zullen verdwijnen, en hetzelfde Evangelie, hetzelfde vleesgeworden Woord (zoals Hij beloofde in Lukas 17:33), hetzelfde Evangelie met dezelfde dingen zou plaatsvinden in de avondtijd, juist wanneer de schaduwen dreigend worden. Hetzelfde Evangelie, dezelfde Christus Die destijds in het begin in het vlees leefde bij de Oosterse mensen, zal opnieuw in de eindtijd leven in de Westerse mensen. "Ten tijde van de avond zal het licht zijn."

241 Al de Schrift is ingegeven door inspiratie en kan niet gebroken worden.

242 De grote vijftig dagen zijn voorbij gegaan; het Pinksterfeest is voorbij. Zeven sabbatten, tot aan de bazuinen, een type van het zevende gemeentetijdperk. Bedenk, bedenk, onder de zesde bazuin, de Jood (luistert u?) [De gemeente zegt: "Amen." – Vert], onder de zesde bazuin verwierpen de Pinkstermensen de Bijbel, de lauwen, niet alleen de Pinkstermensen, heel de rest. De kerkelijke wereld verwerpt Christus, en Hij is buiten gezet. En in diezelfde bazuin – of datzelfde zegel liever, toen het geopend werd, werd getoond dat Jezus, buiten de gemeente, weer probeerde binnen te komen; op dezelfde tijd klinkt de bazuin voor de Joden, en de Joden herkennen de verzoening! Glorie! Halleluja! O my!

243 De Heilige Geest is gedurende bijna twee duizend jaar gebonden geweest door deze denominatierivieren, maar moet ten tijde van de avond losgelaten worden door de Avondtijdboodschap: de Heilige Geest weer terug in de gemeente, Christus Zelf, geopenbaard in menselijk vlees in de avondtijd. Hij zei het; Hij beloofde het.

244 Er waren drie fasen, zoals ik zei: de martelaren, de tijd van de martelaren, en daarna het stadium van de hervormers, en nu de tijd van het eruit roepen.

245 Als het Laodicéa tijdperk voleindigd was, zou overeenkomstig Openbaring 10, het geheimenis van de gehele Bijbel aan de bruid bekend zijn. Is dat juist? [De gemeente zegt: "Amen." – Vert] Openbaring 10 (luister nu aandachtig), uh-huh, de bruid eruit geroepen door het Woord, Christus Zelf Die de bruid eruit roept, Hebreeën 13:8 duidelijk makend, dat Hij Dezelfde is gisteren, heden en voor eeuwig, Hij doet hetzelfde, is Dezelfde. "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Zie? Lukas 22... of Lukas 17:30, en ook Maleachi 4, Hebreeën 4:12, al deze Schriftplaatsen die zijn beloofd, dit moet gebeuren tussen het zesde en zevende zegel en de zesde en de zevende bazuin.

246 Het Pinksterfeest eindigt bij de periode van de zevende bazuin, want het volgende is de komst van de – of het zevende zegel, want het volgende is de verborgenheid van de komst van Christus, en ook wordt de bazuin geblazen voor de Joden. Hun zesde bazuin wordt geblazen en wanneer dat gebeurt, maakt het aan hen de geopenbaarde Zoon van God bekend. Een tijdruimte van een half uur. Bedenk, al de bazuinen klinken onder dit zesde zegel. Het zesde zegel voleindigt het geheimenis – onder het zesde zegel, juist voor het zevende geopend wordt.

247 Merk op, hier is Leviticus 23:26. Wat is de Schrift in orde! Na de lange periode van Pinksteren; wat Israël daar destijds verwierp... En Hij riep de heidengemeente eruit gedurende dit Pinksterfeest. Hoevelen begrijpen wat het Pinksterfeest is? Het is de vrucht... de eerstelingen van de oogst, de eerstelingen van de opstanding, het Pinksterfeest.

     Mis dit niet, mensen! En u die de band hoort, luister aandachtig!

248 Dit is de tijd van het Pinksterfeest geweest. De Joden hebben in de stilte gelegen; zij verwierpen het. Nu moeten ze teruggeroepen worden tot de verzoening. Wij weten Wie de verzoening was; zij niet. En de bazuin klinkt na het Pinksterjubelfeest, roept de Joden bijeen. Kunt u niet zien hoe die bazuin van vervolging onder Hitler en die anderen schalde, en de Joden gedwongen werden om samen te komen, om de Schriften te vervullen?

249 Nu, hebt u het begrepen? Iedereen die het begrepen heeft, zeg: "Amen." [De gemeente antwoordt: "Amen." – Vert] Goed. In orde!

250 Let hier nu in Leviticus 26 op de orde van de Schrift. Na de lange periode van Pinksteren, die eindigt in het eruit roepen van de bruid, wordt de bruid eruit geroepen door een dienstknecht. De Verworpene moet vervolgens aan Israël bekend gemaakt worden, het feest der verzoening. Merk op, hier is het hetzelfde als in Leviticus het zestiende hoofdstuk, toen Hij het feest van Pinksteren instelde... of het feest der verzoening. Maar in deze plaats worden ze geroepen...

251 O, hoe volmaakt; ziet u het, predikers? Zie? Mis het niet, voorgangers.

252 In dit feest van Pinksteren, wat wordt vertegenwoordigd in Leviticus 23:26, of 23:24, het is een feest van droefheid, niet een feest van doden. Het feest was gedood – de verzoening was gedood, bedoel ik. De verzoening was gedood (Leviticus 16, het loopt er exact parallel aan), alleen op deze plaats wordt Israël opgeroepen om te wenen over hun zonden. Hoe volmaakt is het vandaag. Het is niet het opnieuw doden ervan (wat Mozes symboliseerde door de rots voor de tweede keer te slaan; dat werkte niet), niet een feest van doden, maar een rouw bedrijven vanwege het verwerpen van de verzoening. O my! Dit zal de bazuin zijn; het feest, verworpen worden, dan wordt hun Messias bekend gemaakt.

253 Merk op! Zij zullen hun Messias kennen wanneer ze Hem zien. Dit keer komt Hij in kracht, Degene waar ze naar uitzagen. Hij komt in kracht voor de heidenbruid, en de Joden zullen Hem herkennen. En dan zegt de Bijbel... (Wij zijn net klaargekomen hier met erover te prediken, ongeveer zes maanden of meer geleden.) De Bijbel zegt, wanneer ze zeggen: "Waar kreeg U die wonden?" (Hoevelen herinneren zich de boodschap? Steek uw hand op. Zeker. Zie?) "Waar kreeg U die wonden?"

     Hij zei: "In het huis van Mijn vrienden."

254 Herinnert u zich dat ik predikte over de tijd dat Jakob de kinderen van Israël daarheen had gezonden om de spullen te halen, en het voedsel en spullen; en hoe Jozef deed alsof hij hen niet kende; en hoe al deze dingen verder gingen, en hij zich daarna bekend maakte? Herinnert u het zich? En zij waren zo bevreesd dat ze begonnen te wenen, precies zoals met Jakobs moeite.

255 En hier vinden wij de Joden onder vervolging; ze weten nu niet waar ze staan. Maar ze komen terug.

256 En als ze werkelijk de verzoening zien verschijnen, zei de Bijbel dat wanneer ze dat zien, ze het ene huis van het andere zouden afzonderen en dagenlang zouden wenen, als een gezin dat hun enige zoon heeft verloren. "Waar kreeg U die wonden?"

     Hij zei: "In het huis van Mijn vrienden." Zie?

257 Bedenk, de bruid is reeds in de hemel. Jozefs vrouw was in het paleis, en Jozef zond iedereen bij Hem weg, en maakte zich aan zijn broeders bekend (ziet u?) – zijn vrouw, kinderen, en de anderen in het paleis – als Hij terugkeert om Zich aan de Joden bekend te maken. Daar is de verzoening, daar is uw bazuingeschal. Daar is het waar zij zeggen: "Oh!" Wat is het? Daar is de verzoening. "Waar zijn die wonden vandaan gekomen?" Daar is het.

     "In het huis van Mijn vrienden."

258 Herinnert u zich wat Jozefs broeders zeiden? Wel ze zeiden: "Nu zullen we vast en zeker gedood worden. Wij deden dat; wij deden zo'n groot kwaad."

259 Hij zei: "Nee, God deed dit om leven te redden." Herinnert u zich de geschiedenis in Genesis? Zie? Zie? Dus deed Hij het op deze wijze om het leven van de heidenen, de bruid, te redden.

     Hij zei: "Ik kreeg ze in het huis van Mijn vriend, maar weest niet vertoornd." Zie? "Weest niet bevreesd voor uzelf."

260 Ze zeiden: "O my! Hebben wij werkelijk gemist Hem te zien? Was dat de verzoening, en hebben wij het gemist? O, God!" En ze zeiden dat ze zich afzonderden en dagenlang weeklaagden. Wat is het? De verzoening, droefheid. Deze tijd, het komen van de bekendmakende verzoening, is niet de gebruikelijke verzoening die gedood werd, zoals in Leviticus 16, maar Leviticus 23 is een tijd van verootmoediging vanwege hun zonden; en hun zonden waren dat zij het hadden verworpen.

261 O, ziet u niet waar wij aan toe zijn? Ziet u niet waarom die bazuinen voor ons geen betekenis hebben? Zij schalden alle onder ons zesde zegel. Ziet u nu waarom de Heilige Geest het mij niet wilde laten spreken? En de hemelse Vader weet, met deze Bijbel voor mij, dat dit de waarheid is. Ik wist het niet tot gisteren, eergisteren, waar Hij het mij daar in mijn kamer openbaarde, tot mij kwam en tot mij sprak. Ik kwam terug; ik zei: "Vrouw, nu heb ik het; Hij ontmoette mij zojuist daarbinnen en vertelde het mij. Hier is het, lieveling." Zie? Daar is het, zie, precies volmaakt in harmonie.

262 O, mensen die zonder Hem bent, kom snel binnen. Het zou de laatste gelegenheid kunnen zijn die u ooit nog zou kunnen hebben. U weet niet op welke tijd Hij zou kunnen komen.

263 Het feest der bazuinen... De Bijbel zegt dat ze zich van elkaar zouden afzonderen en bidden en wenen, omdat... zoals iemand die zijn enig kind heeft verloren.

264 Kijk! Ik wil nog één ding zeggen. Wees nu aandachtig, mis dit niet. Hoe treffend! Vanaf de boodschap van de zevende engel (boodschapper van het zevende zegel) in Openbaring 10, wat het zevende zegel was, tot de zeven bazuinen, tussen deze twee tijden...

265 O God, hoe kunnen wij dit zeggen om het de mensen te laten zien?

266 Het is tussen die zesde bazuin – en de zesde bazuin en... en de zesde bazuin en het zesde zegel klinken tegelijkertijd – en tussen de zesde bazuin en de zevende bazuin, zal er een profeet verschijnen voor de heidenen om de mensen terug te roepen tot de oorspronkelijke Pinksterleer; en de twee getuigen van Openbaring 11 verschijnen aan de Joden om hen tot Jezus te zenden, terwijl de gemeente wordt opgenomen. Zij allen zijn profeten. Amen! Het Woord van de Here kan niet gebroken worden. Het zal geen denominatie zijn! Ziet u het?

267 Lees in uw Boek hier en zie of dat daar niet tussen de zesde en zevende bazuin is ingelast, met de Joden die eruit geroepen worden tussen de zesde en zevende plaag, komen we bij die honderdvierenveertig duizend (herinnert u zich dat?), wat daar tussenin was. Herinnert u het zich? Tussen het zesde (het vijfde zegel en het zesde zegel...) tussen het zesde zegel en het zevende zegel, was er een eruit roepen van de honderdvierenveertig duizend. Herinnert u zich dat? Nu, daar komen deze bazuinen binnen, precies daar, zie, en vervolging, en paarden die daar losgelaten worden.

268 Dan tussen die... dan zou daar de Boodschap van een zevende engel zijn, die tot de Pinkstermensen had gepredikt en hen had veroordeeld. En Jezus was eruit gezet, zou met niemand samenwerking hebben, werd buiten gezet, verworpen (de Bijbel zei het); want het is Christus gemanifesteerd onder ons, Jezus temidden van ons allen gemanifesteerd in de zuiverheid van Zijn Woord, het bekendmakend. En als dat is...

269 Dit is niet zomaar een verzinsel, vrienden; dit is ZO SPREEKT DE HERE, de Schrift.

270 En in dezelfde tijd... Nu zodra deze gemeente, de bruid, tezamen is gebracht, wordt zij opgenomen in dat geheimenis van het zevende zegel – of het zevende zegel, het geheimenis van het heengaan. En de Joden worden geroepen door het geheimenis van de zevende bazuin, wat twee profeten zijn, Elia en Mozes, en zij komen terug. En daar is waar de Pinkstermensen helemaal in de war zijn. Ze zien er naar uit dat er iets zal gebeuren, maar de gemeente is dan al weggegaan, en dat is voor de Joden!

271 Nu, ik voel dat er in iemands gedachten wordt gezegd dat dit Mozes niet zou kunnen zijn. Ja, hij is het. Nu bedenk, Hij kan mij uw gedachten vertellen. Uh-huh. Uh-huh. Ik blijf dat voelen... In orde!

272 Laat mij dat voor u uiteenzetten. Het was Mozes, want hier is uw gedachte: u zegt dat het Mozes niet zou kunnen zijn, omdat Mozes stierf. U denkt dat het Elia is; het is ook werkelijk Elia, terwijl u denkt dat het Henoch is. U zegt: "Mozes is reeds gestorven." Maar bedenk, hij zou weer terug tot leven kunnen komen; hij deed het, achthonderd jaar later. Verscheidene honderden jaren later verscheen hij op de Berg der Verheerlijking. U zegt: "Nadat een mens al gestorven is?" Ja, meneer. Lazarus was dood, stond weer op, en moest toen opnieuw sterven. Zie? Zeker! Uh-huh. En zelfs de goddelozen zullen weer tot leven worden gewekt en zullen dan de tweede dood moeten sterven. Is dat juist? Dus zet dat uit uw gedachten; het is Mozes.

     Let op uw bediening, helemaal precies wat Mozes en Elia deden; ze sloten de hemelen en sproeiden er vuur op. U weet welke dingen ze deden.

273 Denk het u in! Het is de eindtijd, vrienden. Halleluja! De grote dag des Heren is nabij. Kom allemaal samen. Het feest van de Messias, ze zullen Hem verwerpen en ze zullen ontdekken dat daar hun Messias is. De Bijbel zei die markante dingen als deze, zouden plaatsvinden.

274 In de roep van Openbaring 11; hun bediening zal de bediening van Mozes en Elia zijn om Israël uit de Joodse tradities te roepen, precies zoals de Boodschap van de zevende engel de bruid uit de Pinkstertradities riep. Bedenk, Mozes en Elia moeten Israël uit de oude verzoening van het offeren van lammeren, schapen, bloed en geiten, roepen tot het werkelijk levende Offer, tot het Woord.

275 En de Boodschap van de zevende engel, onder dezelfde bazuin, alles precies hetzelfde, hetzelfde zegel, is er (waarom?) om het volk, de bruid, uit de Pinkster- en wereldtradities te roepen tot de waarachtige verzoening, het Woord, Christus, verpersoonlijkt in Zijn Woord hier, vlees gemaakt onder ons. De wetenschap heeft het bewezen door foto's. De gemeente weet het over de gehele wereld. Wij weten het stellig, want Hij heeft ons nooit één ding verteld als ZO SPREEKT DE HERE dan dat het de waarheid bleek. Zei Hij niet ginds aan de rivier: "Zoals Johannes de Doper gezonden was, zo zal deze Boodschap..."

276 Ik keek op en het is twaalf uur. Het middernachtelijk uur is hier, vrienden, op ons. Ziet u hoe volmaakt de Schrift is? Volmaakt hoe het...

277 Dat... Kijk, dat zal niet een of andere organisatie zijn die daarheen gaat om de Joden te roepen; het zullen twee mannen zijn, Mozes en Elia, allebei profeten.

278 Nu kijk, om de heidenen, de bruid, eruit te roepen, beloofde Hij in Maleachi 4 om hetzelfde te doen.

279 En de Bijbel zei dat Hij buiten de gemeente gezet zou worden in het zevende gemeentetijdperk. Hij zou buiten de gemeente gezet worden; het wordt volkomen duister en gaat... Waar wordt het donker? Het gaat dit kerkelijke systeem binnen, in deze oecumenische raad, de Wereldraad van kerken. Zij... Hij is volledig buiten gezet, Zijn Woord. Ze kunnen het er niet mee eens zijn, u weet dat ze dat niet kunnen; zij kunnen het zelfs niet eens worden in hun eigen kleine plaatselijke groepen. Hoe zullen ze het daarin dan eens worden? Dus nemen ze een ander merkteken van het beest, een beeld voor het beest. Bedenk, de Bijbel zei dat er een beeld voor het beest werd gemaakt.

280 En deze Verenigde Staten zijn altijd nummer dertien geweest. Het begon met dertien staten, dertien koloniën, dertien sterren, dertien strepen; nummer dertien is altijd een vrouw. Ze verschijnt in het dertiende hoofdstuk van Openbaring. In het begin was zij een lam: zachtmoedigheid, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, enzovoort; en toen ontving het kracht en sprak met al de macht, die de draak daarvoor had. Wat is het? Wat was de draak? Rome. Zie, had een merkteken, een beeld van het beest om op te staan tegen de ware gemeente van God; onder die denominaties zal deze zaak kwellen! Maar wanneer zij beginnen dat te doen:

Het Lam zal Zijn bruid meenemen
Om voor altijd aan Zijn zijde te zijn,
Al de heerscharen des hemels zullen verzameld zijn;

O, het is een heerlijke aanblik,
Al de heiligen in smetteloos wit;
Samen met Jezus zullen zij voor eeuwig feest vieren. (Amen!)

"Komt en eet", zo roept de Meester, "Komt en eet"... (Amen!)

281 Wat een dag waarin wij leven, wat een uur. Ren, mensen, ren voor uw leven!

282 Merk nu op – tot besluit – de bediening zoals de zevende engel. De twee getuigen, onder een zevende bazuin, vlak voor... of, de zesde bazuin, vlak voor de zevende bazuin...

283 Nu bedenk, en ik zei u dat ik op deze grote bazuin zou terug komen. Wat zei Hij dat Hij hier in Jesaja zou doen? Hij zei dat de grote bazuin zou schallen (de grote bazuin – niet de bazuinen nu, het feest van de bazuinen – daar zijn er twee, Mozes en Elia, om de bazuin te roepen), maar onder de grote bazuin (de komst van de Here, om aan te kondigen dat Jozef terugkeert, zie?), dat al de volkeren zich zouden verzamelen te Jeruzalem. Amen! U vindt dat in het boek Jesaja; ik gaf het u daarstraks, één van die hoofdstukken die we lazen. Dat is Jesaja 18:1 en 3. En in Jesaja 27:12 en 13 blaast Hij die bazuin en alle volkeren zullen herkennen dat Israël in haar vaderland is, en God met haar.

284 Dan zal de bruid komen om met de Bruidegom te zijn, en de Bruidegom met de bruid, en dan het grote duizendjarig rijk, nadat de hele wereld vernietigd is door atoomkracht. En er zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn, ze zal voor immer leven.

285 Kijk, precies onder... Nu, let op! De bediening van Mozes en Elia zal... Nu, begrijpt iedereen het? Laat mij het opnieuw zeggen. De bediening van Mozes en Elia, tussen de zesde en zevende bazuin, zal bestaan uit twee profeten die zullen... Israël geloofde altijd haar profeten.

286 Nu, waarom zei de Heilige Geest tot mij, toen ik daarheen op weg ging om hun te tonen dat Hij de Zoon van God was: "Nog niet?" Weet u dat nog, ongeveer vijf jaar geleden, toen ik op weg was naar India? [De gemeente zegt: "Amen." – Vert] Hij zei: "Doe het niet."

287 Ik zei... Ze zeiden: "Als dit de Messias is, laat ons Hem dan het teken van de profeet zien doen; wij geloven de profeten."

288 Broeder Lewi Petrus en de anderen zonden mij die Bijbels, toen zij er een miljoen van uitgaven aan die Joden die uit Iran en overal kwamen, bij hun terugkomst, terwijl zij zich verenigden om een natie te worden.

     Ik dacht: "Dit is mijn tijd." Ik was al in Caïro, Egypte.

289 Hij zei: "Doe het nu niet, het is het uur nog niet." Toen keerde ik terug naar huis. Uh-huh. O my!

290 Mozes en Elia moeten roepen. Het Pinksterjubelfeest gaat nog steeds door, of ging door tot op deze tijd. Zie? Nu moet het feest der bazuinen bekend worden. En deze hier van Maleachi 4 is niet verbonden met die van daarginds; helemaal niet, totaal niet. Merk op! Let hierop! De bediening zal Mozes en Elia zijn, Israël veranderend en uitroepend uit de Joodse tradities (luister!), uit de Joodse tradities waarin ze verward waren (omdat zij profeten zijn, geloven zij – zij zullen hem geloven), hen roepend tot het feest van de verzoening (Christus), en hun Christus laten herkennen. Ze zullen zeggen: "Hij is komende, Hij zal hier zijn." De Joden zullen zich verzamelen, dingen zoals dat.

     En als Hij dan komt zegt Hij: "Hier ben Ik." Ziet u?

     "Waar kreeg U die littekenen?"

     "In het huis van Mijn vrienden."

291 Nu, hetzelfde als wat die twee profeten deden! Onthoud, de heidenbruid zal een profeet hebben, genaamd Elias (Elia) die hen uit hun tradities zal roepen (de bruid), precies zoals deze profeten de Joden uit het Jodendom tot Christus riepen, de verzoening. En de heidenen kennen de verzoening al, het gebeurt echter om de bruid terug te roepen tot de oorspronkelijke verzoening, waar deze (vijftig) sabbatten ze... Al deze zeven sabbatten waarvan ze weggeraakt waren roepen hen terug tot de eindtijd. De zeven... (luister!) de zevende gemeenteboodschapper, de zevende bazuinboodschappers, het zijn allen profeten. Nu, dat is waar!

     De honderdvierenveertig duizend zijn er tussengevoegd.

292 De zegels uitroepend, die voor de heidenen waren... Het moest voor de heidenen zijn, om het voor de heidenen te openen; om de heidengemeente te zien. Dat is alles wat wij weten; dat is alles waarnaar wij luisteren; wat al voorbij is. Wij zien uit naar Jezus.

293 U zegt: "Wacht nu even, broeder Branham, ik geloof dat zij dit gaan doen."

294 Het laatste teken dat Abraham (en wij zijn het Koninklijke zaad van Abraham, de bruid), het laatste teken dat Abraham ooit zag, voordat het beloofde teken kwam... de beloofde zoon kwam, wat was dat? God in de vorm van een menselijk Wezen, Die de gedachten van de mensen kon onderscheiden; één Man, niet een dozijn, één Man, ongeacht hoeveel nabootsingen. Zij hadden er één, en Hij onderscheidde de gedachten die daarbinnen waren. Wat? En het volgende wat gebeurde was dat Abraham en Sara opnieuw een jonge man en vrouw werden. Wij weten dat.

295 Nu weet ik dat u zich daar nu een beetje in verslikt; maar denk hieraan, zodat u het nu zeker zult weten... U leest de Bijbel niet op deze wijze; lees tussen de regels door en kijk, dan wordt het beeld duidelijk.

296 Let op, Sara was een oude vrouw, de Bijbel zei dat haar schoot was verstorven. Is dat waar? Abrahams leven, zijn zaad, was in hem verstorven. Is dat juist?

297 Nu, herinner u, Abrahams zaad was verstorven. Veertig jaar later kreeg hij zeven zonen bij een andere vrouw! Wat deed Hij? Hij veranderde hun lichamen.

298 Let op, ze ondernamen een reis van vijfhonderd kilometer naar Gerar, een tamelijk lange reis voor een oude man. Ze zei...

299 En Sara dacht zelfs dat zij geen omgang als man en vrouw meer konden hebben. Ze zei: "Ik..." (Het was misschien twintig jaar of langer geleden dat ze gemeenschap hadden gehad.) Ze zei: "Ik ben een oude vrouw, en mijn heer eveneens; zouden wij opnieuw wellust hebben als jonge mensen?"

     Hij zei: "Zou er voor God iets te moeilijk zijn?"

300 Let op, wat gebeurde er? Onmiddellijk keerde zij terug tot een jonge aantrekkelijke vrouw. Daarin tonend, afbeeldend wat Hij zal gaan doen aan het Koninklijke Zaad van Abraham om de Zoon Die beloofd werd te ontvangen. Zij keerde terug tot een jonge...

301 Kijk! Ze gingen naar Gerar en wat gebeurde er? Abimelech, de koning, werd verliefd op haar en zei: "Ze is knap en mooi", en zou haar, oude grootmoeder, gaan trouwen (is dat waar?), met al die andere aardige meisjes daar – opoe. "Ze is mooi, ze ziet er knap uit." Ziet u?

302 God veranderde haar lichaam en bracht hen terug. Het is een verborgenheid die nu in deze dag zal worden geopenbaard door de Zoon des mensen (ziet u?), de avondboodschap. Zie? Ze keerden terug! En wat was het laatste teken dat ze hadden gezien? Die onderscheiding, voordat de verandering van het lichaam kwam.

303 En wat gebeurt er voordat wij ooit de Zoon kunnen ontvangen? "De bazuin Gods zal schallen; de doden in Christus zullen het eerst opstaan, een nieuw lichaam; en wij, die levend overgebleven zijn, zullen in een ogenblik veranderd worden, in een oogwenk," halleluja, "en we zullen samen opgenomen worden om de Here te ontmoeten in de lucht." Het geheim is bekend gemaakt; de zegels zijn open.

304 De bazuin klonk voor Israël; de twee profeten staan gereed om te verschijnen. Wat is het? De gemeente moet nu dadelijk van het toneel verdwijnen, zodat zij kunnen verschijnen. Hij kan niet handelen met twee terzelfder tijd; Hij deed dat nooit. Ziet u?

305 O, broeder, kijk! Precies, om hen allen te roepen uit hun denominaties en tradities. Nu, we zien dat de gemeente van het Pinkstertijdperk voleindigd is.

306 De bruid moet nu uit de weg gaan, om nu naar omhoog te gaan, zodat de twee dienstknechten, de twee dienstknechten van God, in Openbaring, de twee profeten, op het toneel kunnen verschijnen om de zevende bazuin voor hen te blazen, om de Christus aan hen bekend te maken.

307 De zevende engelboodschapper zegt: "Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt." Niet: "Zie mijn Methodisten, mijn Baptisten, mijn Pinkstermensen", maar "het Woord, de Zoon van God, het Lam van God, Dat de zonde der wereld wegneemt", want er zijn geen andere fundamenten. Ziet u?

308 Hoelang hebben wij nog? De Joden zijn in hun vaderland; de bruid is geroepen. Schriftuurlijk is alles precies zoals Hij heeft beloofd; we zijn gereed. Het uur is hier.

Naties verbreken; Israël ontwaakt;
De tekenen die de Bijbel voorzegde;
De tijden der heidenen zijn geteld,
Met verschrikkingen belast,
Keert terug, verstrooiden naar het uwe,

De dag der verlossing is nabij;
De harten van de mensen bezwijken van vrees;
Weest vervuld met Gods Geest,
Laat uw lampen licht en helder zijn;
Zie omhoog, uw verlossing is nabij.

Valse profeten liegen;
Ze verloochenen Gods Waarheid;
Dat Jezus, de Christus, onze God is. (Dat is waar!)
Maar wij wandelen waar de apostelen hebben getreden.

Want de dag der verlossing is nabij;
De harten van de mensen bezwijken van vrees;
Weest vervuld met de Geest;
Uw lampen licht en helder; (Waag het er niet op.)
Zie omhoog, uw verlossing is nabij.

309 De profeet zei dat het licht zou zijn in de avondtijd.

Ten tijde van de avond zal het licht zijn;
Het pad naar de heerlijkheid zult u zeker vinden;
In de weg van het water is het licht vandaag,
Begraven in de kostbare Naam van Jezus.
Jong en oud, bekeert u van al uw zonden;
De Heilige Geest zal zeker binnenkomen.
De avondlichten zijn gekomen;
Het is een feit dat God en Christus Eén zijn.

310 We zijn er! We zijn aan het einde! Dat is niet zomaar een of andere dwaasheid van een man, dat is ZO SPREEKT DE HERE.

     Laten we onze hoofden buigen.

311 Genadige God, Jehova, de Almachtige, Die donderde op de berg Sinaï, en het volk schreeuwde; "Laat Mozes spreken en niet God, opdat we niet sterven." Gij, grote Jehova, zei: "Ik zal hun een profeet verwekken; Ik zal niet meer op deze wijze tot hen spreken." Maar U beloofde wat U zou doen, en U deed het. U verwekte ons de Here Jezus. Hij is het Woord. U zei dat Hij het was. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God." "En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond..."

312 We zien hier de dingen die Hij ons beloofde door Zijn profeet, Johannes, op het eiland Patmos. We zien het letterlijk vervuld. We zien de Heilige Geest gemanifesteerd hier onder ons op aarde. We zien de denominaties Hem, het Woord, uit de gemeente werpen. Ze hebben niets tegen de mensen, het is dat Woord dat ze haten; het is tegen hun traditie, precies zoals toen U hier op aarde was: U was het Woord en U was tegen hun tradities en ze wierpen U overal uit hun kerken.

313 En nu, Here, is er nergens samenwerking. Terwijl ik zelfs geprobeerd heb om Zuid-Afrika binnen te komen, waar ik weet dat er een paar zielen zijn die daar toch wachten. In elke plaats lijkt het erop dat zij mij niet willen ontvangen, Here. Maar het is niet om mij, Here, het is vanwege deze Boodschap. Maar U zei dat het op deze wijze zou zijn; en U maakte het aan ons bekend, opdat wij niet ontmoedigd zouden zijn. We kennen het uur waarin wij leven.

314 God, deze mensen hebben hier vanmorgen gezeten in deze ovenhete zaal. Ze hebben aandachtig geluisterd; ze begrijpen het nu, daar ben ik zeker van. Als het niet zo is, openbaar het hun, Here, waarom U mij niet wilde toestaan deze bazuinen te nemen. Ik zie dat het niets met ons heeft te maken. Precies bij die zesde bazuin gebeurde het allemaal, en wij hebben het zesde zegel zien opengaan; en we hebben hier twee weken geleden een visioen gezien van de voorschouw van de bruid en de kerk, zoals ik het hier vertelde. Ik vertelde het precies zoals U het mij toonde, Here. Hier zijn wij; het zou wel eens later kunnen zijn dan we denken.

315 O Vader, als hier vanmorgen iemand is die alleen maar een of ander bijgeloof heeft genomen, een of andere theologische invloed, of het woord van een of andere theoloog (dat in tegenspraak is met het Woord van God), en ze kennen de werkelijke Christus niet, de werkelijke Heilige Geest; het is nog niet aan hen geopenbaard, het Woord, hoe het Woord in deze tijd zou zijn; ze zien slechts een traditie; ze leven in een licht dat verblindt. Zoals de grootste roof die er ter wereld ooit plaatsvond, dat was in Engeland, door middel van vals licht werd gedaan. En de grootste beroving die Uw gemeente ooit heeft gehad, was toen ze een denominatielicht hebben aangenomen en het waarachtige licht van de Bijbel, de Christus, weigerden.

316 O God, wees genadig! Red de verlorenen, Here. Alstublieft, ik vraag slechts nog een klein beetje meer tijd, Jezus. Wij hebben geliefden. Slechts een klein poosje langer. Spoedig zal die grote Rots uit de berg gehouwen worden. Geef het, Here, als hier deze morgen iemand is zonder U, dat zij nu lieflijk mogen komen en U ontvangen.

317 Terwijl wij onze hoofden gebogen houden..., als u uw hand omhoog zou willen steken en zeggen: "Gedenk mij, broeder Branham." Wij hebben geen... De altaren en zo zijn vol. God zegene u! Zeg slechts: "Gedenk mij." God zegene u! God zegene u! Gewoon letterlijk honderden handen!

318 Vader God, er is ergens een kleine schaduw; neem het weg, Here. Ze zitten hier in deze ruimte. Satan heeft misschien hun ogen in het verleden verblind, maar ik bid dat U daaraan voorbij wilt zien, zoals U vele dagen geleden bij ons gedaan hebt. Maar nu U ons allen roept om te zien... De Bijbel zegt dat ze blind waren, en ze wisten het niet. Zei: "Ik raad u aan ogenzalf van Mij te kopen." God, gebruik de zalf deze morgen op hun ogen, opdat ze zien mogen. Hoewel het nederig is, in een groep nederige mensen, en eenvoudig, onontwikkeld, enzovoort, maar toch is dat hoe het in het begin was. Geef het, Here, dat zij het nú zullen ontvangen. Ik geef hen aan U, in de Naam van Uw Zoon, Jezus.

319 En U zei: "Die Mijn Woord hoort," en ik ben er zeker van, Here, naar mijn beste weten, dat zij het gehoord hebben, "en gelooft in Hem, Die Mij gezonden heeft," geen schijngeloof, maar die werkelijk gelooft, en gelooft wat het Woord heeft gezegd, "heeft eeuwig leven, en zal niet in het oordeel komen, maar is overgegaan van de dood in het leven." Johannes 5:24.

320 Sta het toe, Here, dat zij van dit uur aan de Uwe zullen zijn. Als daar een vraag is in hun gedachten, neem het weg. Als er in ons midden een zieke is, laat de grote Heilige Geest, Here, waarvan ik weet dat Hij er is, de gedachten openbarend, hier staande op het podium... Ze weten er allen vanaf. Ik bid dat U hen zult genezen, Here. Helder al hun vragen op.

321 Het doopbasin zal open zijn voor hen die nooit in de Naam van Jezus Christus ondergedompeld zijn, om de Naam van de Bruidegom aan te nemen. Ze hebben een denominationele kerkelijke gehad; niemand werd ooit gedoopt of besprenkeld in die titels van Vader, Zoon en Heilige Geest, en deze traditionele zaken die toebehoren aan de kerken van dit tijdperk, antichristelijke beweging, een beeld van het beest. Niemand werd ooit gedoopt in de Naam van Vader, Zoon en Heilige Geest tot de Katholieke kerk begon. De gehele Bijbel en de gehele historie daarna zeggen dat ze gedoopt werden in de Naam van Jezus.

322 Paulus zei in Galaten 1:8: "Al zou er een engel uit de hemel komen en u een ander evangelie prediken, die zij vervloekt." En U gebood die mensen, die onder Johannes gedoopt waren, dezelfde die Jezus doopte, om zich opnieuw te laten dopen in de Naam van Jezus Christus, in Handelingen 19. En zei: "Laat zelfs een engel u niet iets anders verkondigen."

323 Er zal een boodschapper komen in de laatste dagen, die de mensen terug zal leiden naar de eerstelingsvrucht, terug naar het oorspronkelijke geloof. Sta het toe, Here, dat die grote Boodschapper onder ons nu, de grote Christus, de Heilige Geest duidelijk gemaakt, begrijpelijk gemaakt, het Woord openend en het aan ons openbarend, moge Hij hen terugvoeren naar het oorspronkelijke Pinkstergeloof. Zoals Petrus op de Pinksterdag sprak: "Bekeert u, een ieder van u; en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus tot vergeving van zonde." En het was voor altijd, voor iedereen, op die wijze, tot aan de Roomse kerk te Nicéa.

324 God, wees nu genadig. Het doopbasin zal klaar zijn, de harten open; kom binnen, Here Jezus (wij zijn in de laatste uren), als er een mogelijkheid is, Here, dat zij in dit uur binnenkomen, waarvan ik hoop en vertrouw dat deze er is. En wij die binnen zijn, Here, mogen wij nu inventaris opmaken, nu we de stem van God gezien en gehoord hebben, die spreekt door Zijn Woord, en we weten in welk uur we leven. Sta het toe, Vader! We dragen hen aan U op in de Naam van Uw Zoon.

325 Nu met onze hoofden gebogen:

Zachtkens en teder roept Jezus de Zijnen,
Roepend om u...

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)