Vragen en antwoorden, deel 4

Door William Marrion Branham

1 Goedenavond vrienden. Ik sprak zojuist met onze geliefde herder, broeder... Ik ben... ik geloof dat er een paar personen waren die op mij gerekend hadden, maar waar ik niet aan toe gekomen ben; ik kon gewoon niet verder. Ik word zo uitgeput door de visioenen. En er zijn er zoveel geweest, zo'n vijftien of twintig vanmiddag, en dat put mij geweldig uit. Gewoon hier en daar wat eruit pikkend. Ik kwam daar vandaan; ik zei: "Broeder Neville, als u kunt doorgaan, ga dan door; ik wil er tussen uit glippen en naar huis gaan." Ik zei: "Ik sta gewoon op het punt om te vallen, zelfs mijn hart doet gejaagd en bonst." En ik zei: "Ik kan gewoon bijna niet meer blijven staan."

2 Hij zei: "Broeder Branham, de mensen hebben mij gevraagd of u het beantwoorden van uw vragen zou kunnen afmaken." En ik wil mij nooit aan mijn plicht onttrekken. Ik waardeer broeder Neville. En misschien zal ik gedurende een paar minuten het beste doen wat ik kan. En ik weet dat er... Billy kwam daar binnen; ik zei: "Heb je ze allemaal gehad?"

3 Hij zei: "Pappa, er staan er nog twintig of meer, die klaar staan." Dus kon ik niet... Dat zijn zo rond de dertig mensen vandaag en ongeveer vijfentwintig van die visioenen; dus u kunt zich voorstellen waar ik sta. Ik ben werkelijk vermoeid, gewoon echt geestelijk vermoeid. Maar wij zullen bidden en regelrecht verder gaan met deze vragen waar wij gestopt zijn. En dan, als ik naar Arizona ga met deze vragen in mijn gedachten, zou ik mij steeds maar bezwaard voelen. En ik zal vrij spoedig terug zijn, zo de Here wil, en zo spoedig mogelijk op een dag spreken over het onderwerp, over het juiste betreffende huwelijk en echtscheiding. Laten wij bidden.

4 Dierbare God, U kent mijn hart en U weet mijn gevoelen. U weet alles van mij. En ik bid, God; er zijn zoveel mensen... Ik laat ze gewoon te lang gaan; er zijn er teveel. Maar ik ben zo dankbaar, want ik geloof niet dat er één was die vandaag binnenkwam die niet werd geholpen. Ik geloof dat ieder van hen gelukkig en voldaan wegging. Bij de dingen die ik zelf niet kon beantwoorden, kwam U neer in visioenen en openbaarde uit het verleden van hun leven (zij zitten hier, velen van hen die nu luisteren en weten dat het de waarheid is) en U openbaarde hun de dingen die daar in het verleden in hun leven waren en die de oorzaak waren dat bepaalde zaken gebeurden. Zij weten het, Here. Er is geen manier ter wereld dat ik het had kunnen weten zonder Uw hulp.

5 En ik bid, hemelse Vader, dat hoewel ik vermoeid ben... maar ik ben toch gelukkig om Uw dienstknecht te zijn. En ik bid, dat U dezen wilt zegenen die hier op hun beurt wachten, velen van hen die wilden binnenkomen. En ik vertrouw, God, dat er voor hen gezorgd zal worden, dat Uw grote Heilige Geest hun zal geven waaraan zij behoefte hebben.

6 Help mij om deze vragen af te maken, dierbare God, of naar mijn beste kunnen ermee te handelen, zodat Uw volk hun vragen beantwoord zal hebben die ik hun vroeg op te schrijven. Zij schreven ze op en ik voel mij verplicht om te proberen ze voor hen te beantwoorden. Dus bid ik dat U mij kracht zult geven, zodat ik in staat zal zijn om mijn plicht te doen tegenover U en de mensen. In Jezus' Naam bid ik. Amen.

7 Nu, wij zullen meteen daar beginnen waar wij vanmorgen ophielden. Sommige ervan kan ik misschien niet lezen, want ik ben een beetje hees, omdat ik heel veel gesproken heb. Hoevelen waren er bij de onderscheiding vandaag die werkelijk waarderen wat God hun gaf, dat...? Zie? Het beste van alles is dit soort diensten. De dingen die u wilt weten en de dingen die verborgen waren in het leven worden geopenbaard en verteld.

8 En bedenk, veel van deze dingen... Nu, velen van u weten dat er zeker dingen waren die gezegd en naar voren gebracht werden die u in verlegenheid brachten, maar niemand weet dat ooit behalve God en ik. En wat u verteld werd, moet tussen u en God zijn; laat het gewoon daar. En... Hoevelen van u weten dat de Here dingen openbaarde die gegeven werden om u te helpen? Steekt uw handen op als het zo is. Ziet u? Terwijl ik zelfs de mensen niet kende, niets van hen af wist, maar Hij wel.

9 Laten wij nu zo snel mogelijk tot de vragen overgaan en zien of wij ze kunnen nemen... Er is er hier ergens nog één. Deze luidt: "Nummer drie." Ik geloof dat het een brief is; zo is het, het is gewoon een brief. Het spijt mij. Ik zal ze hier leggen als ik er aan toekom, en ik geloof... Jazeker, dit is ook een brief. En hij luidt: "Vraag", maar ik geloof dat het een brief is, een vraag in een brief. Nee, dat is het niet, het is een vraag over een droom. Goed, ik zal de droom lezen en dan zal ik zien of de Here mij de uitlegging ervan geeft, en het zo mogelijk aan u doorgeven. Ik neem aan dat u uw adres opgaf. Laten wij zien of het zo is; als het niet zo is, zal ik u uw adres laten opgeven, de persoon met deze vraag en droom. Nee, u vermeldde het niet.

10 Wie de brief ook schreef (hij werd aan mij geschreven), geef aan Billy uw adres en als ik dan naar Arizona ga, zal ik de woestijn ingaan en bidden. En als Hij mij de uitlegging geeft, zal ik weten waar ik naar toe moet schrijven (Zie? Zonder dat erop, om de uitlegging te geven...) als Hij deze geeft. Maar ik zou het niet willen zeggen, tenzij dat gebeurt omdat ik het alleen dan kan doen; dan zal ik weten of het juist is. Nu.

376 Zal de bruid, zij die deze Boodschap geloven, naar het westen gaan, daar uiteindelijk vergaderen, bedoel ik?

377 En spreekt... (Nu, een moment, dit is... breng... Even een ogenblik. O! Nee, dat is het niet, het is "R-e-v-". Ik dacht... Het is een hoofdstuk uit Openbaring en het leek als "Rev. Capps" ["Eerwaarde Capps" – Vert] en ik was er gewoon een beetje over in de war. Het is... Als u het kunt zien, het lijkt er zeker op. Ziet u? Het was "Rev. Capps" en dan ging het hier verder... Nee, het is in orde.) Openbaring hoofdstuk 12, over de bruid?

11 Nee! "Nu, zal de bruid uiteindelijk naar het westen gaan, uiteindelijk?" Niet, voor zover ik weet; de bruid is universeel, over de hele wereld. Nu, ieder die dat begrijpt, zeg: "Amen!" [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

     Ongeacht waar u bent, waar u ook sterft, wat het ook is, als u in Christus sterft, zal God u met Hem brengen. Of u nu verbrand wordt, opgegeten, vernietigd, wat het ook is, God zal u met Christus terugbrengen als Hij komt. U behoeft niet in het westen of waar dan ook samen te komen. Waar de Here u ook heenleidt...

12 Als u echter het gevoel hebt dat u naar het westen wilt gaan, laat mij het dan nu heel duidelijk voor u maken, voordat ik ga. Nu, dus... (Wordt deze boodschap op de band opgenomen? Ja? In orde.) Laat mij u niet vertellen waarheen te gaan. Als u voelt dat u naar het westen wilt komen, kom dan naar het westen. Als u voelt dat u naar het oosten, noorden, westen, zuiden wilt gaan, ga waar de Here u leidt. Ieder die dat begrijpt, zeg: "Amen!" [Samenkomst antwoordt: "Amen." – Vert]

13 Ik probeer niet aan iemand te vertellen waar hij niet heen moet gaan. Als u naar Tucson, Arizona, komt waar ik momenteel tijdelijk woon... zoals ik u vanmorgen vertelde, heb ik heimwee zonder een thuis om naar toe te gaan. Ik zou willen dat ik iemand had, de een of andere plaats had die ik een thuis zou kunnen noemen om naar toe te gaan. Als ik vanavond tienduizend dollars had en het zou kunnen geven voor een plaats om... en het vrijwillig geven voor ergens, waarvan ik zou kunnen zeggen: "Dit is de plaats die ik mijn thuis wil noemen", zou ik het vrijwillig geven. Ik heb geen plaats.

     Broeder Freeman, ik... u kent mij sinds ik een jongen was; ik ben een zwerver. Word nooit een zwerver, vind de een of andere plaats die u liefhebt en vestig u daar; wacht op de Here Jezus.

14 Maar als u westelijk wilt gaan naar Tucson, Arizona, waar ik woon, welkom. Ik zal blij zijn u te hebben. U bent mijn broeder, zuster. Ik zou alles in de wereld doen om te helpen. En ieder van u, die daar naartoe bent gekomen, ik heb het beste geprobeerd wat ik zou kunnen doen om u welkom te heten en u alles te tonen wat ik maar wist, en u de omgeving laten zien en alles doen wat ik kan. En u bent altijd welkom.

15 Maar als u komt onder deze voorwaarden, denkend dat de bruid of zoiets omhoog gaat vanuit Tucson, Arizona, en van daar alleen, dan hebt u het mis. Kom niet daarvoor, kom daarvoor niet, want dat is een dwaling. Dat is niet juist.

16 Nu, Openbaring, het twaalfde hoofdstuk... Maar slechts nog één ding dat de Here mij openbaart of tot mij spreekt zoals... Ik ben net uit die visioenen (ziet u?) en het is een beetje moeilijk om het weg te houden. Ziet u? Maar Hij schijnt weer tot mij te spreken om weer meer te zeggen over dat gaan naar het westen.

17 Nu, zoals ik eerder gezegd heb, ik ben daar niet, om zomaar daar te zijn; ik ben daar, omdat ik geleid ben om daar te zijn. Maar om daar te blijven en het tot mijn thuis te maken, ik geloof dat dat verkeerd is. Nee, ik geloof dat het maar voor een kleine, korte tijd is, totdat het doel waarvoor God mij daarheen zond, bereikt zal zijn. Ik kan u hier niet vertellen waarom ik ga, maar ik zou niet gaan alleen maar om te gaan.

18 Er werd mij onlangs een vraag gesteld: "Wij weten waarom u de eerste keer naar Arizona ging, dat was toen die engelen verschenen. Waarom keerde u de tweede keer terug?" Herinnert u zich dat die vraag gesteld werd?

19 Hoevelen herinneren zich, dat ik daarna terugkwam en daar bij Dr. Lee Vayle zat (ik geloof dat hij ergens in het gebouw is) en mijn vrouw? Ik sprak over Arizona en over het verblijven van ons hier, en daar kwam een hand op de muur en licht, en die schreef met letters: "Keer terug naar Arizona." Hoevelen herinneren zich dat? Dat is waarom ik daar terug ben. Niet wetend waarom ik terugging en toen ik daar kwam, toen openbaarde Hij waarvoor ik terug moest gaan. En als ik het vertel, zal Satan het blokkeren. Maar hij kent mijn hart niet. Hij is het Woord niet, dus kent hij mijn hart niet. Maar als ik het spreek, dan hoort hij het. Ziet u? Dus nu, bedenk dat.

20 Nu, toen ik onlangs zei, ik maakte het een beetje... Misschien kreeg u een verkeerde indruk, toen ik zei: "Kom niet naar Arizona." Ik bedoelde niet: "Kom niet!" Wat ik bedoelde was: als u geleid wordt om te komen, ga dan door en doe het, als u geleid wordt naar Californië, Arizona, waar u ook bent. Maar als u daar naar toegaat, en zegt: "Broeder Branham, ik ga daarheen, omdat ik geloof dat u daar zal blijven om het Woord te prediken", dan geloof ik dat u het daar mis hebt. Zie? Mijn prediking is precies hier in deze tabernakel; hier is de plaats.

21 Ik heb niet één dienst in Arizona. En ik ben niet langer in Arizona dan een paar uur per keer. Ik heb geen... Ik heb een Zakenlieden-samenkomst na Kerstmis, de eerste van het jaar, te Phoenix. Dat is alles wat ik heb; ik beloofde dat, anders niets.

22 Mijn volgende samenkomst, voor zover ik weet, is precies hier op nummer 8 in de Penn Street, in de Branham Tabernakel. Ik heb dertig of veertig onderwerpen, waarvan ik weet dat ze elk een week of twee zouden kosten om er doorheen te komen, die ik op mijn hart heb om hier in de Tabernakel te prediken, precies hier in Jeffersonville, Indiana.

23 En nu, als u werkelijk ergens heen wilt gaan om bij het Woord te blijven, waar onze Boodschap... En onze Boodschap is niet anders, het is dezelfde Boodschap die u uw hele leven gehoord hebt, alleen is er iets meer bij geopenbaard. Deze Boodschap is dezelfde Boodschap die Luther predikte, dezelfde Boodschap die Wesley predikte, dezelfde Boodschap die de Pinkstermensen predikten, alleen er iets aan toegevoegd. Wat dat is, is de openbaring van de zegels, wat die Hervormers lieten liggen (ziet u?), wat bekendgemaakt is in deze dag en toen niet geweten kon worden. De Pinksterboodschap kon niet bekend worden in de dagen van Luther of Wesley; dat moest wachten tot het Pinkstertijdperk. Maar het Pinkstertijdperk is niets dan een slechts verder voortgeschreden Lutheraans tijdperk. Net als koren dat rijpt, of iets anders, zo is het met de gemeente.

24 Ik... Als ik vanavond gepredikt zou hebben, dan zou ik gepredikt hebben over het onderwerp – hier in de Bijbel aangetekend –De Wijnstok die overgebracht werd uit Egypte naar Palestina. Hoevelen van u hebben ooit geweten dat God gezegd had, dat Israël Zijn wijnstok was? Dan verwijs ik terug naar Jezus die de Wijnstok is. En de gemeente is nu overgestapt uit de wereld, zit niet meer in het vuil, maar is in Christus gezeten, wat vrucht moet dragen. Ziet u? En dat werd verondersteld mijn boodschap voor vanavond te zijn, als ik moest prediken. Maar ik dacht dat ik beter deze vragen zou kunnen nemen, dus liet ik dat gewoon liggen. Ik zal dat misschien nemen als ik terugkom.

25 Openbaring, hoofdstuk 12, heeft geen betrekking op de bruid. Openbaring, hoofdstuk 12 (ik heb het niet opgezocht, maar ik weet het), het is de vrouw staande in de zon met de maan onder haar voeten. De maan vertegenwoordigde de wet; de vrouw vertegenwoordigde Israël, de gemeente; en de twaalf sterren in haar voorhoofd waren die twaalf apostelen, twaalf gemeentetijdperken, enzovoort, die net voorbij zijn. Zie? En de zon was op haar hoofd. Wat u ziet, de maan is een schaduw van de zon, zo was de wet een schaduw van de goede dingen die zouden komen. En die vrouw is Israël, niet de bruid.

     Nu, ik wil er niet teveel tijd aan besteden, omdat ik hiermee klaar wil komen.

378 Romeinen 7:14-18: "Wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Want wat ik wil doen dat kan ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. En indien ik dat doe, wat ik niet wil, zo stem ik de wet toe dat zij goed is. Ik dan doe dat nu niet meer, maar de zonde die in mij woont." Dit kan ik niet begrijpen.

26 Wel, zij schreven het over uit de Schrift; hier spreekt Paulus tot de Romeinen. Nu, hij zei... Laat mij het gewoon een beetje oppoetsen, zodat u het kunt zien. Hij zei: "Er zijn in mij twee personen, de ene wil dat ik het goede doe; de andere wil dat ik het verkeerde doe. En iedere keer dat ik begin met het goede te doen, hindert het verkeerde mij."

27 Hoevelen van u mensen in de persoonlijke gesprekken deze middag, hebben hetzelfde meegemaakt vanmorgen (zie?), dezelfde zaak? Ik sprak er vanmorgen over, voor een tijdje.

28 U bent een uitwendig mens, die beheerst wordt door zes zintuigen; u bent een innerlijk mens, beheerst door één zintuig, hetwelk geloof is. En dit geloof is het oneens met alle zes zintuigen als de zes zintuigen het niet eens zijn met het geloof. Maar het ene is tegengesteld aan het andere. Nu, zolang de zes zintuigen overeenstemmen met het geloof, wonderbaar; maar wanneer de zes zintuigen niet overeenstemmen met het geloof, laat dan de zes zintuigen varen.

29 Nu, bijvoorbeeld: hier deed Jezus een bewering, een belofte. De binnenkant-mens zegt dat het waar is; de uitwendige mens redeneert dat het voor u niet waar kan zijn; negeer dan de uitwendige mens en accepteer de inwendige mens. Nu, dat is hetzelfde als waarover Paulus spreekt. Hij was verkocht onder de wet aan de vleselijke zonde. Met ieder van ons is het hetzelfde. Dat is de reden dat wij de moeilijkheden hebben die we hebben, van vier of vijf keer getrouwd te zijn, en dit en dat en allerlei zonden, en overspel, en wat er nog meer is in onze levens; het is vanwege die dingen. Wij zijn vleselijk en dat gedeelte moet vergaan; maar dan, aan de binnenkant zijn we een geest-mens, een ziel aan de binnenkant, en dat is geloof in Gods Woord; dan brengen wij ons uitwendig lichaam in onderwerping aan het Woord, door geloof, door aan te nemen wat God zei.

30 Hoe kan ik een klit nemen en er een tarwekorrel van maken? Het is onmogelijk voor mij. De enige manier waarop het kan gebeuren, is doordat die klit aan de binnenkant veranderd is van een klit in tarwe – van een klit in een kiem, genaamd "tarwe-leven". Dan begraaft u die klit en het zal een tarwegraan voortbrengen. Zo is het. Zie, omdat er een leven van tarwe in de klit geplaatst is. En het leven van de klit is eruit genomen; maar de natuur van de klit is nog altijd stekelig (ziet u?) en dit zal zo zijn totdat dit nieuwe leven volledig ontwikkeld is uit de grond en weer is opgestaan. Als het tevoorschijn komt is het geen klit meer, maar tarwe; maar tarwe. Maar terwijl het hier op aarde is... in de... uit de aarde... En een klit is nog steeds stekelig, maar hij heeft aan de binnenkant de natuur van de tarwe.

31 En zolang u in dit leven bent, zult u stekelig zijn en een vleselijke natuur hebben, die u last bezorgt zolang u leeft! Maar de binnenkant van u, u bent wederomgeboren. En als u opgewekt bent, bent u in de gelijkenis van Christus en al de zonde is uit u weggegaan. Zie? Dat is de zaak.

32 Mag ik dit zeggen? Het klinkt als een grap. Een Indiaan... Het zijn zeer grappige mensen. En ik... Ze zijn niet grappig; ze zijn vreemd voor ons; maar zij schijnen in orde te zijn voor zichzelf. En als u hen kent, zijn ze in orde. Een Indiaan werd eens gevraagd toen hij gered was...

33 Ik herinner mij er één in Phoenix, Arizona. Billy was bezig gebedskaarten uit te geven. Hij staat daar gewoonlijk en geeft gebedskaarten uit. En die mensen die in staat zijn om er vlug heen te lopen en de gebedskaarten te bemachtigen... Terwijl de gezonde mensen die eigenlijk hoofdpijn, kiespijn of iets verkeerds met hun teen hadden de gebedskaarten kregen, broeder Ruddell. En door dat te doen, het enige wat ik in een gebedsrij kreeg, was iemand met hoofdpijn, iemand die iets verkeerds met een teen had en iets dergelijks. En er zaten daar mensen, stervend aan kanker en dergelijke, die de gebedslijn niet haalden. Ik zei: "Billy, ga erheen en vraag aan die mensen wat er verkeerd met hen is. En als zij geen kanker hebben of de een of andere verschrikkelijke ziekte, of iets dat hen zal doden, geef hun dan geen gebedskaarten. Haal die mensen in de gebedsrij, die op het punt staan om te steven, als zij niet geholpen worden door de Here. Laat die anderen maar wachten. laat hen in een snelle 'gebedsrij' komen of zoiets. Maar laten die mensen komen die op het punt staan om te sterven..." Ik zei: "Vraag het hun."

     Hij zei: "Wel, u zei: 'Schud de kaarten gewoon door elkaar en geef ze aan hen', en dat heb ik gedaan."

     Ik zei: "Maar je krijgt die mensen die daar voor hen uitrennen, en zij krijgen ze... En die arme kreupelen en zo kunnen ze niet krijgen."

     "In orde, ik zal het doen."

     Hij gaat naar beneden en daar was een oude Indiaan – en zij zijn erg vreemd – hij wilde niet in een stoel gaan zitten. Zij gaven hem een stoel, maar hij zat op de grond in de tent. Hij had een hoed op; hij wilde hem niet afnemen; had een veer die er achterop was ingestoken, en hij zat daar gewoon.

     Billy ging op hem af en terwijl hij langs hem liep zei hij: "Wilt u een gebedskaart?"

     "Hmm."

     Hij zei: "Wat scheelt eraan, opperhoofd?"

     Hij zei: "Mij ziek!"

     Hij zei: "Maar wat is er dan verkeerd met u?"

     Hij zei: "Mij ziek!"

     Hij zei: "Maar ik wil weten wat u mankeert!"

     Hij zei: "Mij ziek!"

34 Dat was alles wat hij uit hem kon krijgen, en hij zei: "Goed, ik kom na een poosje wel terug." Dus ging Billy verder met de mensen te vragen. De oude Indiaan bleef op die gebedskaarten letten en zag de stapel maar dunner en dunner worden. Iedere keer dat hij ze uit zijn zak trok, waren zij wat minder. Dus na een poosje stond de oude Indiaan op, wandelde naar hem toe, tikte Billy op zijn rug om hem eraan te herinneren dat hij er ook nog was.

     Hij vroeg: "Opperhoofd, wat mankeert u?"

     Hij zei: "Mij ziek!"

     Hij zei: "Wel, opperhoofd, u moet het mij vertellen. Pappa zei deze kaarten niet te geven aan mensen die slechts iets hadden als maagpijn en hoofdpijnen en dergelijke. 'Geef ze aan de mensen die werkelijk ziek zijn.'" Hij zei: "Hoe ziek bent u, opperhoofd?"

     Hij zei: "Mij ziek!" Hij ging weer zitten en voordat hij – zijn kaarten waren werkelijk zowat op. Na een paar minuten (hij bleef maar naar die kaarten kijken) kwam hij terug en tikte hem weer op de rug. Hij hield zijn hand op. Billy legde de kaart in zijn hand en zei: "Opperhoofd, schrijf hierop: 'Mij ziek!'" Ha, ha, ha.

35 Hij kwam in de gebedslijn en ik bad voor hem en ik zei: "Geloof je, opperhoofd?"

     Hij zei: "Dat juist."

     En ik zei: "Wel, geloof je dat God je zal genezen?"

     "Dat juist."

     Ik zei: "Zal je een goede jongen zijn?"

     Hij zei: "Dat juist."

     Ik ontmoette hem ongeveer een week later. Broeder Fred Sothmann was daarbij, geloof ik. Het was toen zij... toen de tentsamenkomst gehouden werd. Het was in Phoenix. En ik ontmoette hem een beetje later in de week; ik zei: "Gaat het goed met u, opperhoofd?"

     Hij zei: "Dat juist." Ik kwam tot de ontdekking dat... ik sprak met... Hoe was de naam van die zendeling daar, die oude man met een witte snor, daar bij de Apachen? Ik kan niet op zijn naam komen. Wel, het is een fijne, oude makker. Zijn vrouw werd van kanker genezen, weet u. Hij zei: "Broeder Branham, dat is alles wat hij kan zeggen." Hij zei: "Ik leerde hem te zeggen: 'Mij ziek.'" Dat is het enige wat hij kon zeggen: "Dat juist." Dus dat was het, ziet u. "Dat juist. Mij ziek!"

36 Iemand vertelde mij dat hij er eentje kende die op een keer bekeerd was, de Heilige Geest ontving, en hij zei tegen hem: "Hoe gaat het met u?"

     En hij zei: "Tamelijk goed en tamelijk slecht."

     Hij zei: "Wel, hoe bedoelt u dat, tamelijk slecht en tamelijk goed?"

     Hij zei: "Wel, sinds mij de Heilige Geest ontving", zei hij, "zijn er twee honden in mij en één van hen is een zwarte hond en één van hen is een witte hond." En hij zei: "Ze ruziën heel de tijd. Ze grommen en vechten met elkaar." En, zei hij: "De witte hond wil dat ik goed doe; de zwarte hond wil dat ik iets slechts doe."

     Hij zei: "Wel hoofdman, welke van hen wint het gevecht?"

37 Hij zei: "Dat hangt ervan af, welke opperhoofd het meest te eten geeft." Ik geloof dat dit hier een goed antwoord is. Ziet u? Het hangt gewoon af van het strijd voeren van het lichaam dat in u is; het hangt ervan af welke u voedt, aan welke natuur u zich overgeeft, de vleselijke natuur naar de dingen van de wereld of de geestelijke natuur naar de dingen van God. Dat doet het.

379 Kan elke zoon van God zo gezalfd worden, dat hij mirakelen, tekenen en wonderen kan doen of is dit alleen maar op aanwijzingen van de Heilige Geest?

38 Ja, het is op aanwijzingen van de Heilige Geest. Als u een zoon van God bent of een dochter van God, wat u ook bent, als u de Heilige Geest ontvangen hebt, dan leidt de Heilige Geest u om dingen te doen.

39 Ik heb geen tijd. Ik wenste gewoon dat ik u kleine verhalen zou kunnen vertellen. Iedere keer denk ik eraan, maar ik moet er gewoon aan voorbijgaan. Maar ik geloof dat het volgende u even zal boeien.

40 Ik was in Meridian, Mississippi. Velen van u Enigheidsmensen kennen broeder Bigby, die mijn samenkomsten ondersteunde, hij is een Enigheidsbroeder. En op een avond in een samenkomst, was Billy Paul het stadion ingegaan en hij had gebedskaarten uitgegeven. O, het goot! En de mensen stonden buiten met paraplu's en zo. En Billy gaf gebedskaarten uit en er was een... En toen kwam hij mij halen. En terwijl hij mij kwam halen was daar een kleine dame die voorin zat en er was nog een dame die met een baby liep, proberend hem stil te krijgen. En deze kleine dame zat daar met een katoenen jurk aan of wat het ook was, zij was ook een moeder. En zij zag de dame, en de Heilige Geest sprak tot de vrouw, iets op haar hart: "Ga voor die baby bidden."

41 "Wel," zei zij, "de volgende keer dat zij voorbijgaat, zal ik voor haar bidden." En toen zij weer voorbijging, zag ze dat de vrouw een gebedskaart in haar hand hield. "O," zei zij, "ik zou niet voor die baby kunnen bidden." Zij zei: "Broeder Branham zal vanavond voor die baby bidden. En wie ben ik om voor die baby te bidden als broeder Branham ervoor gaat bidden?" Nu, dat was eerbiedig en dat was aardig, maar dat kan niet altijd de wil van God zijn. Soms is het anders.

     De Heilige Geest bleef haar zeggen: "Ga voor die baby bidden."

     Tenslotte dacht zij: "Die vrouw zal mij koel afwijzen. Wetend, dat zij die gebedskaart heeft, zal zij niet willen dat ik voor die baby bid. Zij bracht die baby hier, niet opdat ik ervoor zou bidden, maar opdat broeder Branham ervoor zou bidden."

     Maar de Heilige Geest bleef zeggen: "Ga voor die baby bidden."

     Tenslotte zei zij: "Wel, om mijzelf te ontlasten, zal ik gewoon zeggen... Ik zal haar mijn zitplaats geven." Dus zei zij: "Lieverd, (de ene moeder sprekend tegen de andere), zou je willen zitten... je hebt die baby..." Zij zei: "Zou je niet op mijn zitplaats willen gaan zitten?"

     Zij antwoordde: "O lieveling, ik wil je plaats niet innemen." Zij zei: "Ik probeer de baby rustig te houden."

     Zij zei: "Maar je ziet er zo vermoeid en afgetobd uit."

     Zij zei: "Dat is ook zo."

     Zij zei: "Wel, ga zitten en neem mijn plaats." En zij zei: "Ik zie dat je een gebedskaart hebt. Misschien gaat broeder Branham voor de baby bidden?"

     Zij zei: "Wij hopen dat dit nummer afgeroepen zal worden."

     En zij zei: "Wel, ik ook." Zij zei: "Zuster, ben je een Christin?"

     Zij zei: "O ja!"

     Zij zei: "Ik ben ook een Christin." En zij zei: "Zolang ik hier zit, vertelt de Geest des Heren mij: 'Bid voor die baby.'" Zou je mij er toestemming voor willen geven? Ik weet dat broeder Branham voor die baby zal bidden als het geroepen wordt. En je houdt gewoon je kaart bij je en hij zal hem krijgen." Zij zei: "Maar als ik mijn handen op de baby leg en slechts een klein gebed doe om mijzelf beter te laten voelen en onder datgene uit te komen dat mij roept, zou je daar aanstoot aan nemen?"

42 Zij zei: "Wel, natuurlijk niet, liefste. Bid voor de baby." En het was een kleine, hangerige baby, en de kleine dame bad ervoor. Zij gaf de dame haar zitplaats en ging naar boven, naar de derde galerij en stond op. De een of andere Christen-broeder daar boven was heer genoeg om op te staan en deze dame een zitplaats te geven. En dus ging zij zitten.

43 Ongeveer een half uur later kwam ik in de samenkomst en sprak een paar minuten, en riep de gebedskaarten op; en deze vrouw was de derde of vierde in de rij met die baby. En zij zat daar en zij zei: "O, dank U, Here! Nu, ik voelde zo met die arme moeder mee. Ik geloof dat de baby nu gezond zal worden, omdat broeder Branham... Precies de derde of de vierde, hij zal daar aan toekomen." Zij zei: "Dank U, Here", de kleine moeder, die daar bovenin zat, meevoelend voor die baby. Goed!

44 Toen ik dan opkwam en voor die baby begon te bidden, toen de dame aan de beurt was, keek ik haar aan en zei: "Nu, uw baby is een hangerige baby; en u bracht hem hier om voor te laten bidden. En nu, uw naam is mevrouw Zo-en-zo en u bent gekomen uit die en die plaats; maar de baby is al genezen. Er was een vrouw, met name Zo-en-zo, die een last op haar hart had, die hier op de galerij zit (de eerste aan het einde van de vierde rij op het derde balkon); ze bad het gebed des geloofs voor de baby; en de baby is al genezen." Zij viel bijna van haar zitplaats. Ziet u?

45 Nu, wat als zij dat niet had gedaan? Ziet u wat ik bedoel? Nu, die vrouw zou meer medegevoel voor die baby hebben, een moeder voor een baby, dan ik voor de baby zou hebben. Ziet u? En daar de moeder... ziet u?

46 "Kunnen wij allen wonderen doen?" Ja, als u door de Heilige Geest geleid wordt om wonderen te doen, ga het doen, omdat het door de Heilige Geest aangewezen is.

47 Nu, als die vrouw niet zou hebben uitgevoerd wat God haar gezegd had; misschien zou zij een berisping in de Geest hebben gekregen (ziet u?), en zij zou God ongehoorzaam zijn geweest. Als u een Christen bent en iets overtuigt u om iets te doen, doe het dan. Doe het; twijfel niet, ga en doe het.

     "Ik zou een vraag willen stellen. Is..." Hier is er nog één of ik had in de verkeerde... Ja, ik – dat was er één van vanmorgen. "Vrouwen, die een pyjama dragen, is dat mannenkleding?" Ik moet deze tussen die andere gestopt hebben.

     "Broeder Branham, deed God de zaak – was God – deed ik de zaak die plaats vond toen de band...?" O ja, die hadden we vanmorgen. Ik moet er een paar tussen hebben gestopt. Ik had ze moeten verscheuren, maar ik heb er gewoon een hekel aan om dat te doen.

380 Broeder Branham, wie zullen de aarde bevolken buiten de hemelse stad?

381 Verklaar over de engel die ieder persoon heeft, die bij hen blijft vanaf de geboorte tot de dood.

     Een zeer goede vraag.

48 Ik vind het erg om aan deze voorbij te gaan; het zijn goede vragen. En ik wil dat mijn kinderen deze dingen weten. Ziet u? "Wie zullen de aarde bewonen buiten de stad?" Buiten. Het zullen de verlosten zijn die de aarde zullen bevolken buiten de stad, maar zij zullen niet de uitverkoren en geroepen bruid zijn. De bruid zal wonen binnen het Koninkrijk met de Koning. Aan de buitenkant zullen de koningen der aarde zijn, die arbeiden en hun arbeid – geen arbeid, maar hun vruchten – brengen in de stad. En de deuren zullen 's nachts niet gesloten worden.

49 Nu, op... Nu, dit licht boven op de berg zal niet de hele wereld verlichten. Het zal alleen maar de stad verlichten, maar het kan gezien worden op een afstand van duizenden mijlen misschien; maar het zal de aarde niet verlichten, omdat de Bijbel zegt dat in de Nieuwe Wereld van de ene sabbat tot de andere en van de ene nieuwe maan tot de andere (ziet u), de mensen zullen opkomen vóór de Here in Sion – naar de stad om te aanbidden.

50 En nu, zij zullen buiten de stad zijn, niet de bruid, maar het volk dat opkomt in de tweede opstanding, wat de bewerkers van de aarde zullen zijn, net als Adam, enzovoort en de verzorgers van de tuin. Maar de Koning en de Koningin zullen in de stad blijven.

51 "Verklaar over de engel die iedere persoon heeft, die bij hen blijft vanaf de geboorte." Nu, als u oplet... Nu, dit is vrij diep. Ik pakte deze vraag pas op. Nu, de... Een deel ervan is getypt en het andere deel is geschreven met potlood of pen.

52 Nu, er is een engel, maar deze engel van de Here, die zich legert rondom diegenen die Hem vrezen. Ziet u? Nu, er is niet beloofd dat zondaars engelen hebben, het zijn slechts de verlosten die engelen hebben. Wist u dat? De engelen van de Here legeren zich rondom degenen die Hem vrezen.

53 Nu, engelen zijn boodschappers. Ik wil dat u opmerkt, dat het zo volmaakt is en het zal de uitverkiezing aan u bewijzen. Ziet u?

54 Nu, als een kleine baby gevormd wordt onder het hart van de moeder... En jullie, kleine kinderen, die deze dingen begrijpen, zie, de Here gaf jullie aan moeder. En zij droeg jullie onder haar hart, omdat jullie dicht bij haar hart zijn. En toen, op zekere dag kwam de Here neer en verloste jullie uit moeders hart, bij haar hart vandaan, maar jullie zullen altijd in haar hart zijn.

55 Nu, terwijl dit kleine lichaam gevormd wordt, een klein natuurlijk lichaam gevormd wordt in de moeder, is er een geestelijk lichaam van de aarde gereed om dit natuurlijke lichaam te ontvangen zodra het geboren wordt. Nu, de baby wordt geboren met levende spieren, een kloppend hart, maar geen adem des levens erin. Het zijn spieren die trekken. Zie? Dan, zie, als er niet iets was dat daarvan verschilde, als er geen geest was die er later in moest komen, dan zou onze adem ons kunnen verlaten en wij zouden niet meer ademen en toch levend zijn. Maar als dit lichaam geen zuurstof ontvangt van onze adem (in- en uitademen van onze longen) dan zijn wij dood.

56 Nu, maar als de moeder... De kleine baby wordt op de aarde neergelaten bij het hart van de moeder vandaan ("Gedropt", u begrijpt wat ik zeg, waarom ik het op deze wijze zeg), als de kleine baby neergelaten is, wat gebeurt er dan? Zodra hij tevoorschijn komt, zal de dokter, de vroedvrouw of wie dan ook, als hij niet begint te schreien, hem een klap geven [Broeder Branham klapt in zijn handen – Vert], hem uitstrekken. Hij moet een schok hebben en wat gebeurt er?

57 Let op, een moeder mag nog zo gemeen en wreed zijn, maar net voordat de baby geboren wordt, komt er een zekere vriendelijkheid over haar. Hebt u ooit op een moeder gelet als zij op het punt staat moeder te worden? Er is iets lieflijks over haar; zij neemt altijd die liefelijkheid aan. Het is omdat die kleine engel, die kleine geest, een kleine boodschapper aan deze kleine tabernakel op het punt staat om in de wereld tevoorschijn te komen. En dan, als deze kleine engel in het lichaam komt (dat is een kleine engel van de aarde, een geest die door God verordineerd is om dit lichaam te nemen) dan moet die baby een keus hebben. Hij neemt zijn beslissing. Als dit dan plaats vindt, dan ziet u, dat de engel des Heren nu hierin komt, hetwelk een geestelijk lichaam is, dat eeuwige.

58 Dit is een stervende geest in een sterfelijk lichaam; maar nu, u kunt niet in twee lichamen tegelijkertijd zijn, maar er kunnen tegelijkertijd twee naturen in u zijn. Nu, de natuur van de Geest des Heren... Als u wederomgeboren bent, bent u niet geboren uit het lichamelijke, zoals de baby; maar wat is er gebeurd: de geestelijke geboorte is tot u gekomen. En terwijl deze geestelijke geboorte groeit in uw hart, van God, is er een lichamelijk of een hemels lichaam, dat groeit om die geest te ontvangen. En als het leven dit lichaam verlaat, gaat het naar dat lichaam. Precies zoals wanneer dit lichaam gepresenteerd wordt aan de aarde, komt de geest erin, en als de geest uit het lichaam gaat, is er een lichaam dat wacht. "Want wij weten dat nadat deze aardse tabernakel verbroken wordt, wij er al één hebben, die wacht." Ziet u? Dat is het, het geestelijke lichaam van de mensen.

     Broeder Branham...

     Nu, dit moet een... zijn. Ik heb er hier een hele groep, het lijken er minstens tien of vijftien te zijn. Het is allemaal op papier geschreven, hetzelfde soort papier, getypt, enzovoort. Ik zal proberen er zo snel mogelijk aan toe te komen. Wij kunnen erop ingaan – zo snel als ik kan.

382 Geliefde broeder, wilde Jezus in Openbaring geen aanbidding aannemen door Johannes toen hij neerviel? Waarom wilde Jezus geen aanbidding ontvangen van Johannes in Openbaring, terwijl Hij daarvoor aanbidding toestond? Waarom wilde Jezus geen aanbidding ontvangen toen Johannes Hem wilde aanbidden?

59 Mijn geliefde broeder of zuster, wie het ook is, het was Jezus niet die geen aanbidding wilde ontvangen. In Openbaring 22:8 zult u lezen, dat het de profeet-engel was, die geen aanbidding wilde. Toen Johannes neerviel om de engel te aanbidden, die hem deze dingen getoond had, zei hij: "Zie dat gij dit niet doet, want ik ben van uw medebroeders. Ik ben één van de profeten." Zie, ziet u? "Ik ben uw medebroeder, uw mededienstknecht, één van de profeten; aanbid God." Het was Jezus niet die het niet accepteerde, het was de profeet die het niet wilde accepteren.

383 Geliefde broeder Branham, wat was het verschil tussen toen Jezus op de discipelen blies en zei: "Ontvangt de Heilige Geest" en toen zij naar de opperzaal moesten gaan om te wachten?

60 Het was een belofte die Hij hun gaf, dat Hij Zijn belofte op hen blies en zei: "Ontvangt de Heilige Geest." Het was een belofte. Zij gingen naar de opperkamer om te wachten op de belofte, totdat hij vervuld werd.

61 Hetzelfde is het geval als wij handen op u leggen om genezen te worden, dan gaat u door met uw zaak, wachtend op de belofte om vervuld te worden.

384 Broeder Branham, veranderde Jezus het lichamelijke masker verscheidene malen toen Hij na Zijn opstanding aan Zijn discipelen verscheen?

62 "Veranderde Hij Zijn lichamelijk masker?" Ik zou het niet weten, omdat ik denk wat het was: Hij veranderde Zijn masker daar niet. Wat Hij deed, is dat Hij hen weerhield om Hem te zien of te kennen.

63 Zoals bij hen die van Emmaüs kwamen, zij wandelden de hele dag met Hem en het werd hun weerhouden. En zij zagen eens aan de oever een man die zat te vissen waar zij hadden gevist. Hij zei: "Kinderkens, hebben jullie iets?"

     En zij zeiden: "Wij hebben niets gevangen, terwijl wij de hele nacht hebben gearbeid."

     Hij zei: "Werpt het net uit aan de andere kant." En zij trokken een flinke hoeveelheid vis op, en zij wisten toen dat het de Here was. Ik denk dat het niet Zijn masker was, dat veranderd werd. Ik geloof dat het gewoon de ogen van de mensen waren die weerhouden werden.

385 Broeder Branham, wat is het verschil, als dat er is, tussen de engel des Heren en de Here Zelf?

64 De engel des Heren is een boodschapper van de Here, en de Here Zelf is die Persoon, niet de persoon van de engel, de engel van de Here. Laat mij het u tonen. Aards gesproken is hier een engel van de Here. Aards gesproken is hier een engel van de Here. Aards gesproken is hier de engel van de Here. Hoe weten wij dan dat zij engelen van de Here zijn? Als zij het Woord van de Here brengen. Maar als zij proberen het te verdraaien, is het niet van de Here (zie, zie?) – proberen het iets te laten zeggen, dat het niet zegt. Zeg gewoon wat er ook...

65 Dan is er een bovennatuurlijke engel, die neerkomt van de Here, een boodschapper zoals Gabriël en Michaël, en Woodworm, enzovoort, hun namen.

386 Broeder Branham, wat schijnt er verkeerd te zijn in de dag waarin wij leven, als je een gelovige bent en de boodschap volgt en de boodschapper van vandaag, en het schijnt dat je niet kunt bidden zoals je het graag zou willen? Dat is een goede vraag.

66 Ik geloof broeder, zuster, wie het ook vroeg, dat het een gevolg is van de tijdsomstandigheden. De opwekking is voorbij. De opwekking heeft ongeveer vijftien jaar geduurd, en duurde voordien nooit langer dan ongeveer drie jaar. Ik geloof dat het zijn laatste opwekking ontvangen heeft. En ik geloof dat het daarom is waarom u niet kunt bidden en u in de Geest kunt voelen zoals u gewend was. Het is omdat de opwekkingsvuren zijn uitgegaan.

387 Broeder Branham, verklaar alstublieft hoe een persoon weet of hij zijn eigen gedachten denkt of dat de duivel gedachten in zijn verstand plaatst om hem verkeerd te laten denken, speciaal als u weet dat u ze niet wil denken.

67 Als het dan tegengesteld is aan het Woord zijn het de gedachten van de duivel. Als het in overeenstemming met het Woord is, zijn het Gods gedachten. Als het de verkeerde gedachten zijn, is het de duivel. Als het goede gedachten van het Woord en van God zijn, zijn het Gods gedachten.

388 In het geval dat de duivel gedachten in uw verstand plaatst over een zekere zaak, hoe kan ik het overwinnen of er vanaf komen?

68 Neem het omgekeerde ervan. Als de duivel u laat denken dat u... Als u weet dat u een Christen bent en hij probeert u te laten denken dat u geen Christen bent, neem gewoon het omgekeerde en zeg: "Ik ben een Christen." Zolang uw ervaring de vergelijking kan doorstaan met Gods Woord zegt u: "Ik ben een Christen." Al het andere doet u precies op dezelfde wijze.

     Als u dit beantwoordt, bid dan alstublieft voor mij om dit te overwinnen, daar ik het zelf niet kan.

69 God sta u uw overwinning toe, wie u ook bent. Mogen uw gedachten gewoon teruggaan naar de andere kant en zeggen: "Ik ben een Christen; ik ben een gelovige. Satan, je hebt geen houvast aan mij."

70 Eerlijk, ik sta hier nu hetzelfde te zeggen, om te voorkomen dat ik hier in de preekstoel bezwijk. Zo is het. Vier of vijf keer ben ik bijna over de kansel gevallen. Dat is de waarheid. God weet dat het zo is.

389 Als een persoon zich bewust wordt dat hij een minderwaardigheidscomplex heeft of het een of andere soort complex, hoe kan hij dit overwinnen? Zou het kunnen zijn dat de oorzaak is, dat hij in zijn vroege jeugd een enig kind was?

71 Neem precies het tegenovergestelde. Als u altijd uw weg wilt, en die kleine vlegel die altijd alles op zijn manier wil hebben, draai het precies terug en geef alles wat u hebt op de andere manier. Als u zelfzuchtig bent en u wilt alles vasthouden, begin dan weg te geven wat u hebt. Zie? Doe wat dan ook – ga gewoon de omgekeerde weg. Dat is de manier om iets te overwinnen, als een tegengif.

72 U hebt... Mijn oude zuiderlijke moeder placht te zegen: "Als je een hond tegen de haren instrijkt is dat goed voor een beet." En dat heeft ook op deze zaak betrekking.

390 Broeder Branham, aan welke acties zouden wij onze kinderen moeten laten deelnemen? (Excuseer, het is:) Aan welke activiteiten zouden wij onze jonge kinderen moeten laten deelnemen? Hoe zouden wij ze moeten helpen bij het kiezen van hun vriendjes?

73 Houd hen in Christelijk gezelschap zolang mogelijk als u kunt. Houd hen met... Als het een meisje is, houd haar bij Christelijke meisjes; Christelijke jongens idem dito. Als zij oud genoeg is om met een jongen om te gaan, let dan op dat zij met het juiste soort jongen verkeert. Raad haar elke andere jongen af, of de jongen voor een meisje. Als zij met een ongelovige omgaat, probeer haar aan te moedigen met een gelovige om te gaan; en omgekeerd. Maak uw thuis fijn. Maak uw huis een plaats waar uw dochter of zoon niet beschaamd voor zullen staan om hun vrienden mee te brengen naar hun vader en moeder, en in hun huis; en maak uw huis zo gelukkig, dat zij graag in hun thuis zullen verblijven.

     O my, dat zijn er hier even zeven op een rij. Ik zal niet langer dan een paar minuten verdergaan.

391 Broeder Branham, hebt u onlangs beweringen gedaan dat het Laodicéa-tijdperk geëindigd is?

74 Nee, ik heb nooit gezegd dat het geëindigd is. Als ik het gedaan heb, dan hebt u het verkeerd begrepen, of ik heb het verkeerd gezegd. Dit is het laatste gemeentetijdperk; het is het einde van de gemeentetijdperken, dat van Laodicéa. Het is niet geëindigd; als het eindigt, is de gemeente weggegaan. Dus zolang de gemeente hier is, is het niet geëindigd. Ziet u?

392 Daar het gemeentetijdperk eindigt en verduisterd is, de bruid geroepen is, zijn wij dan al de verdrukkingsperiode ingegaan?

75 Nee, nee, nee, u bent... Ik wenste dat ik daar gewoon meer tijd voor zou hebben. Ziet u, de bruid, als zij uit de gemeente wordt genomen, dan zal het gemeentetijdperk ophouden. Laodicéa gaat in de chaos; de bruid gaat naar de heerlijkheid, en de verdrukkingsperiode zet in voor de slapende maagd gedurende drie en een half jaar, terwijl Israël zijn profetie krijgt en dan zet de verdrukking in voor Israël; en dan komt de slag bij Armageddon, die alle dingen vernietigt. En dan komt de bruid terug met de Bruidegom voor duizend jaren, de regering in het duizendjarig vrederijk; daarna komt het witte troon oordeel; daarna komen de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde en de nieuwe stad, neerkomend van God uit de hemel. Eeuwigheid en tijd smelten samen.

393 De Heilige Geest heeft u verteld dat de bazuinen niets te maken hebben met de bruid. Hebben de zeven fiolen eigenlijk wel iets met ons te maken?

76 Ik zal wachten om te zien of de Heilige Geest het op die manier openbaart. Ik weet het nog niet.

394 Zal de profeet van Maleachi 4 degene zijn die het overblijfsel der heidenen van openbaring 7:9 zal roepen, zelfs ofschoon zij door de grote verdrukkingsperiode gaan?

77 Nee, nee! Na Openbaring 7 is het waar hij zag dat de 144.000 verzegeld werden, en daarna zag hij opkomen, terugkomen, die grote schare die niemand kon tellen, hetwelk de bruid was. Het zal hebben... Maleachi 4 zal beëindigd zijn en de bruid zal opgenomen zijn, dan zal deze groep van Elia en Eliza terugkeren naar de aarde voor... De gemeente zal door de grote verdrukkingsperiode gaan. Maar Elia en Eliza hebben niets te maken met de slapende maagd (zij zijn heidenen); zij zullen alleen naar de Joden gezonden worden.

395 Zijn de zeven donderslagen, die zeven geheimenissen aanduiden, reeds geopenbaard? Werden zij geopenbaard in de zeven zegels, maar zijn ze nog niet aan ons bekend als de donderslagen?

78 Nee, zij werden geopenbaard in de zeven zegels; daar gingen de donderslagen over. Zij moesten openbaren... De zeven donderslagen die hun stemmen hadden laten klinken en niemand kon ontdekken wat het was... Johannes wist wat het was, maar hem werd verboden het op te schrijven. Hij zei: "Maar de zevende engel, in de dagen van zijn bazuinen, zullen de zeven geheimenissen van de zeven donderslagen geopenbaard worden." En de zevende engel is een boodschapper van het zevende gemeentetijdperk. Ziet u?

396 Gelooft u dat te eniger tijd de kleine, levende bruid ergens tezamen zal komen en alle dingen gemeen hebben, zoals de eerste bruid, misschien net voor het komen van de Here Jezus in de wolken?

79 Nu, zij vroegen mij of ik dit geloofde. Ik kan het niet bewijzen met de Schriften, maar misschien zal er een tijd komen, misschien, ik weet het niet. Er kan misschien gewoon... Ziet u? Als het zo zou zijn, zou het bekend maken dat Zijn komst nabij is, als het zo is... Hij zei: "Maar Hij komt als een dief in de nacht." Ziet u? Hij komt om te... Zoals dat boek dat ik las over Julia, Romeo en Julia. Hij komt en neemt zijn bruid des nachts weg. Ze wordt in een ogenblik weggenomen, in een oogwenk. Ziet u?

80 En het valt zeer te betwijfelen of het op die wijze zal zijn, omdat de Bijbel zegt: "Er zullen er twee in één bed zijn; Ik zal er één nemen en de andere achterlaten; en twee in het veld, en Ik zal één nemen en de andere achterlaten." Ziet u? Dus waarschijnlijk zijn ze over de hele wereld. Zij zullen niet vergaderd worden in één plaats om de dingen gemeenschappelijk te hebben, maar kleine groepen van hen zullen over de hele aarde verspreid zijn.

81 Ik geloof, als de Here het misschien toestaat, dat dit een kleine groep ervan is. Misschien is er nog een kleine groep in Azië, één in Duitsland en één ergens anders. Toen ik onlangs een visioen van de bruid zag, waren zij gevormd uit de naties. Ziet u? Dus zal de bruid niet vergaderd worden vanuit één plaats. Zij zal vergaderd worden vanuit de hele wereld. En dat stemt precies overeen met het Woord, en nooit is het Woord verkeerd geweest. En tot op deze tijd is het visioen nooit verkeerd geweest, omdat het in overeenstemming met het Woord is.

397 Zal iemand die een ware en echte doop van de Heilige Geest in dit uur heeft, niet in de opname van de bruid zijn? Zoudt u het willen uitleggen? Vertel ons wat wij op enige wijze voor u kunnen doen om de last te helpen verlichten. Nu, is dat niet vriendelijk? Zie?

82 Nee, er is niets dat u op dit moment kunt doen.

83 Ja, echte gelovigen die gedoopt zijn in de Heilige Geest zullen in de bruid zijn. Natuurlijk worden zij geselecteerd en uitgeroepen. De slapende maagden hadden geen olie. Zij die olie hadden, gingen in, maar de...

84 "Wat kunnen wij doen om de last te verlichten?" Ja, broeder, zuster, wie dit ook schreef, bid voor mij; dat is het beste wat u kunt doen. Dank u. Ik heb geen geld nodig. Ik... Er komt daar genoeg van binnen om voor mij te zorgen. Dank de Here daarvoor. Ik heb geen kleren nodig. Meestal geven mensen mij mijn kleren die ik draag. En mijn vrienden en zo geven mij kleding. En zij... Ik krijg genoeg geld om mijn gezin te voeden; dat is alles wat wij nodig hebben. Het schijnt... En u kunt desondanks voor mij bidden, omdat ik zeker geestelijke hulp nodig heb.

398 Het schijnt onder de predikers van het Woord zo te zijn, dat wij weinig of geen last hebben om te bidden, te prediken, te vasten, of voor verloren zielen die misschien daar buiten nog ergens in de wereld zijn. Wilt u ons alstublieft vertellen wat wij aan deze toestand moeten doen? Dank u zeer hiervoor, broeder Branham. Dat moet een prediker zijn. Hij plaatste zijn naam er niet onder voor deze woorden.

85 Broeder... Ik heb ze moeten beantwoorden terwijl ik vermoeid was, uitgeput, en dat ik mij niet al te goed voel, weet u, dus ik vertrouw dat het de vraag zal beantwoorden. Ik dank u zeer en ik vergat wat ik hem zou gaan antwoorden.

86 Predikers, een voorganger, waarom wij deze lasten hebben – we geen lasten hebben voor verloren zielen. Ik geloof dat het een ontbreken van de opwekking is. Ik geloof dat wij nog steeds zouden moeten proberen te bidden tot God om ons bewogenheid te geven voor verloren zielen, totdat Jezus komt.

399 Broeder Branham, gelooft u dat ieder die de Heilige Geest heeft in tongen spreekt? (Nee!) Ik weet dat u zegt dat het spreken in tongen – het spreken in tongen niet het bewijs is van de Heilige Geest. Ik zou... Wilt u alstublieft 1 Korinthe 12:30 verklaren?

     Zou u 1 Korinthe 12:30 willen opzoeken? Ik denk: "Spreken allen in tongen" of enzovoort; ik ben er niet zeker van. Ik zal proberen er nog één te nemen terwijl zij het beantwoorden.

400 Broeder Branham, zou u Job 14:21 willen verklaren?

87 Ja, Job 14 is: "Als een mens sterft, zal hij dan weer leven?" O, als een mens sterft... Job spreekt over de opstanding (ik geloof dat ik die onlangs 's morgens had, is het niet? Of was het in het huis van Charlie? Mevrouw Cox was daar ergens) – Job, hij zag hoe de bloemen stierven en opnieuw leefden, maar hij ging in de aarde en kon niet terugkomen. En toen werd hem verklaard dat iets gezondigd had. Hij wilde een bemiddelaar tussen hem en God, en toen zag hij de komst van de Here.

88 Wat is het, broeder? Ik geloof dat het 1 Korinthe 12:30 was. Ja!

     "Spreken zij allen in tongen?" Ik dacht al dat dat het was, maar ik was er niet zeker van, omdat ik zo vermoeid ben, maar... Nee! Niet allen spreken in tongen; niet allen leggen uit; niet allen zeggen dat. En dan het eerstvolgende hoofdstuk: "Ofschoon ik zou spreken in tongen van mensen en engelen, en heb de liefde niet, dan ben ik niets." Ziet u? Met andere woorden, Paulus vertelt hun: "Spreken allen in tongen? Zeker niet. Profeteren alleen? Nee. Maar streeft ernstig naar de beste gaven; en toch toon ik u een uitnemender weg." Zie? Niet allen spreken in tongen.

     Zult u nog een onderscheidingsdienst hebben, voordat u weggaat? Zo niet, is het mogelijk om een persoonlijk gesprek te hebben?

     Ik vertrouw dat u dat hebt gehad. Nu, ik heb er niet teveel meer. Laat mij slechts proberen om er zoveel mogelijk te nemen.

401 Ik herinner mij dat u een jammerlijk gezicht zag van een engel – van een arend die met zijn vleugels sloeg in een kooi, worstelend om vrij te komen. Ik heb een dierbare moeder in die positie. Het wordt haar al drie jaar niet toegestaan dat haar drie getrouwde kinderen naar huis komen, omdat zij niet onderworpen willen zijn aan de leer van hun vader. Hij is een denominationele prediker. Moeder wil deze eindtijd-boodschap horen en ik kan zelfs geen brief bij haar krijgen. Tot welke graad is zij daaraan onderworpen? Is er iets dat ik kan doen behalve bidden?

89 Dat zou het enige zijn wat ik zou weten. Haar man die een prediker is, wil haar het Woord niet laten horen. Zij wil het horen, maar hij wil haar niet toestaan het te horen. Bid slechts voor haar. Ik geloof dat de vrouw gered is, natuurlijk.

402 Broeder Branham, is het mogelijk dat een persoon verloren is en in de hel eindigt, als hij het licht van het Woord verwerpt, zelfs ofschoon hij een echte ervaring van rechtvaardiging en heiliging heeft?

90 Jazeker! Dat klopt precies.

403 Als u de uitdrukking gebruikt dat als wij het Woord niet geloven, wij eeuwig afgescheiden zullen zijn van Christus, bedoelt u dan dat de dwaze maagd eeuwig zal leven, maar zij afgescheiden zullen zijn van het nieuwe Jeruzalem, waar Christus met de bruid zal wonen? Hier zijn er die de Heilige Geest niet hebben, wederomgeboren zoals de Schrift spreekt over wedergeboorte. Als de natuurlijke geboorte water, bloed en geest vereist, vereist de geestelijke geboorte niet alle drie stadia van genade, voordat de persoon werkelijk wedergeboren is?

91 Absoluut, ik verklaarde dat juist vanmorgen – hetzelfde, over dezelfde zaak. U moet alle drie stadia hebben. U bent verwekt door de Geest, net als een baby verwekt is in de schoot van een moeder, maar niet is geboren totdat zij de Heilige Geest ontvangen. Zo is het. U bent dan geboren; u bent niet bekeerd. U bent in het proces om bekeerd te worden tot die tijd.

92 Dat is de reden dat al deze grote geheimenissen niet aan Luther gegeven konden worden, niet aan Wesley gegeven konden worden, niet gegeven konden worden in het tijdperk dat wij juist gepasseerd zijn, het Pinkstertijdperk. Waarom? Het was de tijd niet. Zij waren verwekt. Nu, de Persoon van Christus Zelf, de Zoon des mensen (begrijpt u het?) Die Zichzelf in menselijk vlees openbaart, kon niet eerder komen dan nu.

404 Als het duizendjarig vrederijk begint, hoe zullen dan de ongelovigen van de aarde worden weggenomen?

93 De ongelovigen zullen omkomen in de grote verdrukkingsperiode met de slapende maagd, en al die anderen (ongelovigen en slapende maagd) en het overblijfsel van Israël, dat eruit genomen moet worden.

405 Broeder Branham, als iemand mij dwars zit of "op mijn tenen trapt" (dit zal waarschijnlijk een goede zijn) – "op mijn tenen trapt", zoals het oude gezegde is, komt mijn drift omhoog; hoe kan ik deze zaak overwinnen? Ik weet dat de Here het zal moeten doen, maar wat kan ik in mijn hart doen? Ik wil dit niet.

94 Verzacht uw drift met gebed, en neem dan uw besluit. Er... Ik neem niet aan dat er veel mensen in dit gebouw zijn die ooit meer drift hadden dan ik in het begin. O, ik had altijd een kapot geslagen mond. En ik heb heel wat van mijn maaltijden op een strootje moeten bijten.

95 Mijn moeder was, zoals u weet, een half-Indiaanse, en mijn vader was een Ier, een Kentucky-Ier daarbij. En ze hadden allebei genoeg temperament om een cirkelzaag te verslaan. En altijd had ik een kapot geslagen mond; ik was klein om mee te beginnen. En zij pakten mij gewoon op en sloegen mij neer. En ik stond op; en zij sloegen mij weer neer, totdat ik gewoon niet meer op kon staan. En dat ging steeds weer zo. En als ik weer in staat was om op te komen, sloegen zij mij weer neer. Dus dat is de wijze waarop ik het had.

96 Ik dacht: "Ik kan nooit een Christen zijn." Maar toen de Heilige Geest in mijn leven kwam, was dat voldoende. Niet meer...

97 Ik ontmoette eens een vrouw; ik moest de elektriciteit afsluiten. En in die tijd had ik nog haar op mijn hoofd. Zij zei? "Jij kleine kroesharige idioot!"

     Ik zei tegen haar: "Vrouw, u moest niet zo vloeken. O, vreest u God niet?"

     Zij zei: "Jij kleine kroesharige idioot, als ik wilde dat iemand met mij over dergelijke dingen zou spreken, zou ik geen stommeling nemen zoals jij."

     "Oei!" Toen schold zij mij uit voor hoerenkind, een hoerennaam. O my, als dat een jaar eerder was geweest! Ik zei altijd: "Een man die een vrouw slaat, is geen man genoeg om een man te slaan", maar ik zou dat die keer gebroken hebben voor iemand die mijn moeder een dergelijke slechte naam gaf. Maar weet u wat? Het hinderde me zelfs niet. Ik zei: "Ik zal voor u bidden." Ik maakte mij helemaal niet druk... Ik wist op dat moment dat er iets met mij gebeurd was. Jazeker. O my!

98 Als u het kwaad wist dat ik als kind gedaan heb, vechten! Ik doodde bijna vijf man in één keer. Ik nam een geweer, geladen met zestien schoten, en toen die jongens mij sloegen, omdat ik een Kentuckiër was, geen andere reden... Ik kon zelfs mijn hoofd niet omhoog houden. De een hield mij vast bij mijn handen op deze manier en de ander stond daar met een steen in zijn hand en beukte op mijn gezicht tot ik gewoon levenloos was. Niets ter wereld...

99 Zij noemden mij een "Kentucky-squab", omdat mijn moeder toen zij jong was, er zeker uitzag als een Indiaanse (toen ik een poosje geleden naar haar foto keek) en zij wisten dat zij een half-Indiaanse was. En omdat ik uit Kentucky kwam en zij een squaw [een Indiaanse vrouw] was, noemden zij mij een "Squab, een Kentucky-squab." En ik had er niets ter wereld mee te maken; ik kon het niet helpen dat ik in Kentucky geboren was.

100 Ik ging naar school en ik had geen kleren om te dragen, en mijn haar hing in mijn nek. En mamma nam pa's oude jas, waarin hij getrouwd was, verknipte hem en maakte er voor mij een broek van om bij mijn eerste keer naar school te dragen. En ik... En zij kleedde mij met een paar witte kousen aan en een paar tennisschoenen. En zij zeiden: "Je ziet er net uit als een 'windy' [onderkruiper] Kentuckiër." En dat alles ging al mijn dagen op school maar door.

101 En een stel jongens, omdat ik met het een of ander klein meisje over de weg liep en haar boeken droeg... Zij wilden niet dat ik dat deed, en zij wachtten mij daar op en sloegen mij totdat ik eenvoudig bewusteloos was. Ik vertelde hun dat als zij mij gewoon zouden laten gaan, ik regelrecht naar huis zou gaan. En dus lieten zij mij los, schopten mij vier of vijf keer, sloegen mij neer en krabden mijn hele gezicht open. En zo ging ik naar huis, weg door het bremstruikenveld.

102 Ik had een klein .22 Winchester-geweer liggen boven de deur. Ik pakte het en deed het geweer vol met kogels, ging regelrecht door het kreupelhout en verborg mij langs de weg, totdat deze vijf of zes jongens daar langs kwamen. Ik wachtte gewoon tot zij kwamen, en toen zij daar kwamen, al pratend, zeiden zij: "Die Kentuckiër zal wel weten waar hij aan toe is van nu af aan." En zo ging het maar door.

103 Ik stapte op met de haan op het geweer gespannen. Ik zei: "Nu, wie van jullie wil het eerst sterven, zodat je het niet van de anderen zult zien?" Zij begonnen te gillen; ik zei: "Gil niet, want jullie gaan één voor één sterven." En ik meende het! En toen begonnen ze te schreeuwen. En ik trok over en snap! Het geweer ketste. Ik deed er nog een patroon in. Snap, hij ketste; nog een patroon, snap, hij ketste af. En ik pompte zestien patronen op de grond. Allemaal ketsten ze. En die jongens renden schreeuwend weg en doken weg over de heuvel en alles.

104 En nadat ze weg waren, stond ik daar. En ik werd zo kwaad dat ik niet kon huilen, maar lachte als een idioot tot de tranen uit mijn ogen liepen. Nu, dat is een temperament. Als God er niet was geweest, zou ik een moordenaar geweest zijn.

105 En ik pakte die patronen op en deed ze terug in het geweer, en "Pang, pang"; zij schoten even goed als altijd. Over genade gesproken!

406 Waar zijn de dwaze maagden gedurende het duizendjarige vrederijk?

106 In het duizendjarig vrederijk zijn zij in het graf. "De rest van de doden leefde niet gedurende duizend jaren."

407 Zal er zijn, of is er nu een plaats voor de bruid om tezamen te vergaderen om te leven, zoals toen Mozes de kinderen Israëls leidde?

107 Ik ga die vraag voor u beantwoorden; het werd mij juist geopenbaard. Ik ga u de waarheid vertellen. Ja, meneer! Er is een plaats om te vergaderen voor de hele bruid. Wilt u weten waar? In Christus. Correct. Slechts daarin vergaderen; wij zijn allen tezamen.

408 Waarom maken wij zo'n groot strijdpunt van de kleding der vrouwen (o, o, hier krijg ik het, is het niet?) –groot strijdpunt van de kleding der vrouwen en het afknippen van het haar en wordt er niets gezegd over het haar van de man of de wijze waarop hij zich kleedt?

108 Wel zuster, ik ben het met u in één ding eens. In de eerste plaats zegt de Bijbel dat een man geen lang haar behoort te hebben. En als hij lang haar had, zou ik het hem zeggen, precies zoals ik het u zeg. Hij is verkeerd. Maar de meeste mannen, heel wat van hen zijn als ik, hebben helemaal geen haar meer. Maar de meeste mannen knippen hun haar en zien eruit als mannen. En nu, als zij het niet doen, moet hun verteld worden om niet zo te doen dat ze hun haar laten groeien als het haar van een vrouw. U zult alles hierover krijgen in de huwelijks- en echtscheidingsgeloften en zo, als wij erover prediken. Het grote strijdpunt zoals de kleding van een man of van een vrouw...

109 Nu, een man... in de eerste plaats is het lichaam van een man niet verleidend als van een vrouw. Een man heeft grote, oude harige benen, knokige knieën en een buikje als een ketel en alles; hij ziet er verschrikkelijk uit; en er is niets aan hem om te verleiden. En ik vind dat hij er als het smerigste ding uitziet, als hij daar op straat loopt, jong of oud, met een paar van deze bikinies aan of wat het ook is, weet u, zo op straat lopend. Zo is het. Ik geloof dat het de smerigste aanblik is die ik ooit heb gezien. Ik denk dat hij niet weet tot welke kant van het ras hij behoort (ziet u? zo is het!), een man die zoiets doet.

110 En weet u wat? Ik hoorde een paar maanden geleden dat het Amerikaanse leger zich zo gaat kleden. Ja! Het leger dat volgend jaar opkomt, of het jaar daarna, zal korte broeken dragen. Kunnen we een nog grotere troep verwijfde kerels krijgen?

111 God maakte een man om eruit te zien als een man, en zich te gedragen als een man en zich te kleden als een man. Hij maakte een vrouw om hetzelfde te doen, zich te kleden als een vrouw, te handelen als een vrouw en te zijn als een vrouw. De vraag die vanmorgen opkwam over de man... [Leeg gedeelte op de band – Vert] Als hij wil...

112 Als een vrouw werkelijk dun haar heeft en zij wil één van die "haarstukjes" of hoe u ze ook noemt, dragen, geloof ik dat het is... Mijn vrouw draagt het. Het is een... Zij zegt dat haar haar dun is en zij heeft het een of ander soort ding, ongeveer zó groot, het ziet eruit als een te grote biscuit. En zij wikkelt haar haar er omheen en maakt het vast met haarspelden. En nu, voor zover het mij betreft, dat geeft niets zolang uw haar lang is.

113 Een prediker zei dat zijn vrouw veroordeeld was, omdat zij haar haar 'getint' had. En ik ontdekte uit een vraag, dat dat betekent een verf of een kleurstof in haar haar. Ik kan niet zeggen dat dat verkeerd is. Ik heb daar niets over. Als zij maar lang haar heeft, dat is alles wat ik erover kan zeggen.

114 En nu, mannen... Deze persoon sprak vanmorgen over het afnemen en weer opzetten van hun haar. Nu, dit hoort hier ook een beetje bij, over het kapsel. Ziet u?

115 Nu, als een man geen haar heeft en zijn vrouw... Ik heb vrouwen horen zeggen: "Wel, als ik Jan er slechts toe zou kunnen krijgen... Ik geloof dat hij er beter uit zou zien als hij een haarstukje droeg. Wat denkt u erover, broeder Branham? Is het verkeerd als hij dat doet?" Zeker niet! Nee, inderdaad is het niet verkeerd, helemaal niet. Als hij het wil dragen, dat is best, evenals het dragen van valse tanden of wat ook op uw weg komt.

116 Tussen haakjes, ik heb zelf drie valse tanden. Ik wenste dat ik ze niet had. Ze zitten aan een draad; het vermindert altijd mijn stem en snijdt mijn tong en al het andere, maar ik heb ze nodig om te eten. En als ik... Als ik overzee ben in die samenkomsten die buiten gehouden worden, draag ik een haarstukje; niet vanwege het gezicht, omdat u weet dat ik hier evengoed zou staan als ik geen haar op mijn hoofd of wat het ook was, zou hebben. Het zou mij niet anders maken. Ik ben hier om Jezus Christus te vertegenwoordigen. Maar als ik daar sta, ongeveer de eerste avond in één van die tropische stormen, dan is mijn keel de volgende avond zo pijnlijk, dat ik er niets meer mee kan beginnen.

117 Dus dan, als het iets is wat ik wilde doen en voelde om dit te doen, dan zou ik het doen. Ja, beslist! Er is niets dat zegt het niet te doen. Niet één ding zegt, zuster, dat u geen haarstukje kunt dragen of een valse vlecht of iets dergelijks in uw haar... Dat is volmaakt in orde, maar laat uw haar lang blijven. En man, u knipt het uwe af. Wat u hebt, houd het geknipt. Ziet u? Dat is dan uitgemaakt.

118 En vrouw, kleed u als een vrouw. En man, kleed u als een man, probeer geen verwijfde vent te zijn en vrouwenkleding te dragen. En vrouwen, probeer niet om mannelijk te zijn en mannenkleding te dragen, omdat God niet wil dat u dat doet; de Bijbel veroordeelt dat.

119 Maar nu, over het dragen van een haarstukje of een haar... Wel, wat is één van die "ratten?" Maakte ik daarnet een fout of is dat een "muis"? Het is iets dat een vrouw in haar haar doet, zodat het er uitziet als meer. Wat het ook is (ziet u?), daar is niets verkeerd mee. Ga door het is in orde!

409 Broeder Branham, een zuster kwam naar de Tabernakel van ongeveer dertienhonderd kilometer ver, en zij zei dat zij geloofde dat u de vleesgeworden Jezus Christus bent. Spreek hier alstublieft over. Zij was zeer ongeduldig bij het proberen anderen te vertellen wat zij denkt, ongeduld... Goed.

120 Nu, natuurlijk had die zuster het fout. Ik ben Jezus Christus niet; ik ben Zijn dienstknecht. Wij hebben dat zo dikwijls behandeld. Maar...

     O, ik ben tamelijk dicht bij het einde nu. Bid gewoon voor mij, nog een klein poosje.

410 Broeder Branham... (Zoudt u graag de rest willen horen – zo snel als ik kan?) Broeder Branham, op een keer voelde ik dat God mij een belofte deed zoals bij Sara. Er was een vraag, maar de belofte kwam daarna. Was de belofte van God? Ik wist dat die van Sara het was, maar ik voel dat de tijd zo kort is. Wij hebben uw bediening lief en Hem die u riep. (Dat is vriendelijk, is het niet?) ... houden van uw bediening en van Hem Die u ertoe riep en daarom hebben wij u lief. O, zij tekenden met hun naam. Dank u, zuster, broeder. Een vraag, ja, dat... In orde.

121 Nu, God... Geloof dat Hij u de belofte gaf en het gebeurde als bij Sara. Zeker, het is dezelfde God; Hij antwoordt op dezelfde wijze. Geloof niets anders dan dat het van God was.

     Broeder Branham, ik zou u een paar vragen willen stellen over de Bijbel. Verklaar alstublieft Markus... Ik heb die al gehad, Markus 16. We hebben die onlangs gehad, herinner ik mij. Laten wij zien.

411 Geliefde broeder Branham, verklaar Mattheüs 22, vers, toen... (We hebben die gehad. Ziet u? Onlangs, herinnert u het zich? Ik zal het u laten zien. Ik was... Zie ik het hier?) 22... Hoe kwam deze gast binnen bij het bruiloftsmaal, die een kleed aan had, maar die geen bruiloftskleed aanhad?

122 Herinner u, ik zei... ik vertelde een beetje een grapje; ik zei: "Een denominatie-broeder die door het... die door het raam naar binnen kwam en niet door de Deur." De Deur is het Woord.

     U zei dat Kaïn van het slangenzaad was. Waarom zei Eva: "Ik heb een man van de Here verkregen?"

     Deze probeerde ik vanmorgen te vinden. Ik had de Schriftgedeelten hiervoor opgeschreven. Misschien heb ik een beetje de achtergrond gegeven; ik hoop het. Een paar hier vindend...

     Broeder Branham, mijn man die opgevoed werd als Katholiek wil in onze aanbiddingsdienst bidden op zijn wijze...

     Ik heb die gehad. Herinnert u het zich?

     O, ik heb deze er nu bij zitten. Die heb ik gehad.

     Broeder Branham, tenslotte... Ik... om mijn zuster te interesseren –die heb ik gehad. Een dame had een Katholieke zuster.

     Broeder Branham, in 2 Timotheüs 4, wat is de gave die werd gegeven door...

     Ik heb die al gehad. Hoevelen herinneren zich dat? Ik heb er een paar hier door elkaar gegooid. Ziet u?

     Is het wettig voor ons om de een of andere soort... te gebruiken?

123 Dat is geboorteregeling. Ik... Laat mij daarover met u persoonlijk spreken, zoals ik vanmorgen zei.

     Ten eerste, worden de vijf dwaze maagden gered gedurende de...

     Die heb ik gehad. Ik ben hier aan het overlappen. Even een ogenblik, heb even geduld met mij.

     Na de weg geweten te hebben, tenminste de weg van bekering en heiliging (die heb ik gehad, herinnert u het zich?) en dan af te vallen van die...

     Die heb ik ook gehad. Ik heb iets dubbel genomen. Ik zal ze gewoon moeten nemen zoals...

     Broeder Branham, wat is de betekenis van Mattheüs 24:28: "Want waar het dode lichaam is, daar zullen de arenden zich vergaderen?"

     Herinnert u zich dat ik dat verklaard heb? Ziet u? Die heb ik gehad. Misschien ben ik ermee klaar. Prijs de Here!

     Is het tijd dat de bruid bij u zal moeten zijn voor (nu, die heb ik gehad) de opname?

     Misschien dat ik... En ik weet dat ik die gehad heb, omdat hij onderaan gemerkt was; ik herinner mij die. Wel, prijs de Here! We beginnen nu onderaan te komen. Laten wij zien.

412 Aangezien Handelingen 2:38 de enige wijze is om gedoopt te worden, hoe staat het dan met de menigte ...? Die heb ik gehad.

124 Zij hebben het in hun dagen nooit geweten; het is nu pas geopenbaard. Nadat u weet wat u moet doen: "Voor hem die weet goed te doen en het niet doet, voor hem is het zonde."

413 Broeder Branham, is het verkeerd om tabak te verbouwen en erin te werken?

     Ik geloof niet dat ik die heb gehad.

125 Nu, ik ben tegen tabak. Ik ben tegen het gebruik van tabak; elke wederomgeboren Christen zal dat zijn; dat is alles, omdat het verkeerd is. Wij weten dat zelfs de medische wetenschap zegt dat daarmee de meeste keel- en longkanker begint, met tabak. Zij zeggen: "Rook gefilterde sigaretten."

126 Nu, voor u mannen en vrouwen die rookt, dat is gewoon om u te misleiden, omdat u niet kunt... Wel, het enige wat ze doen... Als u sigaretten met mondstuk koopt, moet u er meer van kopen, omdat het slechts een zeker percentage van de rook doorlaat. Omdat iedereen u zal vertellen...

127 Ik hoorde die lezing op de Wereldtentoonstelling in Washington vorig jaar (toen ik daar op de Wereldtentoonstelling was) en die dokters uit de hele wereld verklaarden het daar; zij zeiden dat je geen rook kunt hebben zonder teer en u kunt niet... En als u rook hebt, hebt u teer. En zij zeiden: "Laat geen mens u bedriegen met gefilterde sigaretten, want of u nu de ene of de andere rookt, het moet het verlangen bevredigen dat u naar sigaretten hebt, en u zult er twee of drie van de andere gebruiken." Het is gewoon een openbare verlakkerij, een publiciteits-lachertje over radio en televisie.

128 Maar om in tabak te werken of tabak te telen. Nu, u broeders uit Kentucky die deze tabak verbouwt... Wel, laat mij één ding zeggen; als het u veroordeelt als u het doet, doe het dan niet, omdat ik niet iets zou willen maken, waarvan ik wist dat het iemand anders zou helpen om dood te gaan. Als het verkeerd is om een naaste sterke drank te geven, dan moet het verkeerd zijn om sterke drank te maken. Maar laat mij u iets anders zeggen. Nu, voor zover het gaat over verbouwen...

129 Tabak, weet u, nicotine wordt ook gebruikt in medische middelen. En wist u dat als u koren verbouwt, men daar whisky van kan maken; tarwe en gerst, waarvan men whisky kan maken? Is dat zo? Goed. Ziet u? U weet niet waarvoor zij het gaan gebruiken.

130 Maar nu, wij verbouwen koren, waarbij wij kunnen denken dat wanneer wij koren verbouwen, het gebruikt kan worden voor cornflakes en voedsel voor de mensen, korenbrood, enzovoort; maar zij maken er ook sterke drank uit (ziet u?), dus zou u niet weten wat u moet doen.

131 En u verbouwt – u hebt een tuin met lelies. Weet u wat ze met de lelie doen? Zij maken er opium van. Weet u wat ze doen met sla? Zij doen er hetzelfde mee. Er is ook opium in kropsla. Hebt u ooit een hoop sla gegeten en gezien hoe rustig u zich voor een poosje voelt? Het is de opium erin. Wist u dat het ook in uien zit? Zeker. Dus u ziet, dat het er maar van afhangt waar u het voor gebruikt.

132 Maar laat mij dit zeggen, als een Christen-broeder tegen een Christen-broeder: Als u een tabaksplantage hebt, verkoop hem aan iemand anders en probeer het met koren. Ik geloof dat het beter zou zijn (ziet u?), omdat ongetwijfeld, dat wat zij verbouwen...

     Mijn man was getrouwd met een alcoholiste en overspeelster...

     Die heb ik gehad. Hij komt uit... Ik vertelde u waar het vandaan kwam. Het kwam niet hier vandaan. Ik had die vraag. En nu, laten wij zien.

     De vrouw van Openbaring 12...

     Die heb ik gehad. Ja, ik heb deze groep vragen gehad. Laten wij zien. Die heb ik gehad. Het gaat over Openbaring 12, wat zij was. Laten wij zien.

414 Broeder Branham, wij hebben twee kinderen die naar een gemeente gaan die geleid wordt door een vrouwelijke prediker. Wij weten dat zij buiten het Woord is. Onze kinderen staan onder deze sterke invloed. Hoe moeten wij handelen om hun te vertellen dat dit een dwaling is?

133 Ik vertelde u dat eerder. Ik heb dat beantwoord. En behandel de zaak vriendelijk. Wat zou u zeggen als ik... Ik weet dat die persoon hier zit. Wat zou u zeggen als ik geloof dat ik weet wie de vrouw is en het u vertellen kan?

415 Zal de regering in het duizendjarig vrederijk duizend jaren zijn of slechts een tijdsrekening?

134 Ik heb die vanmorgen gehad. Ziet u? Het is duizend jaar. In orde.

     Broeder Branham, het probleem van wat...

     Ja, die heb ik gehad. De tarwe en het onkruid, herinnert u zich dat wij die hadden? Ik geloof dat wij nu onderop komen. Ik heb waarschijnlijk een stel van deze teruggelegd. Laten wij zien. Hetzelfde.

     Broeder Branham, ik ben een moeder van zes wonderbare kinderen en mijn man wil dat ik een poosje ga werken om financieel mee te helpen. Moet ik dat doen? Wilt u ook God bidden dat Hij mij geloof schenkt om mij een dergelijk geloof als Abraham en de Hebreeuwse jongelingen te geven... Behoort een Christen tabak te verbouwen? Ik heb dat juist behandeld en...

416 Broeder Branham, is het verkeerd voor een vrouw om haar benen te scheren?

135 Zie ik het wel goed? Staat het daar? Ik kan niet... Ik weet het niet. Ik laat dat aan u over.

     Is het in deze dag verkeerd om je gezin te beperken? Betekende dat om volledige geboorteregeling toe te passen?

136 Ik beantwoordde dat natuurlijk; voor ieder persoonlijk. Laten wij zien.

     Als een vrouw, terwijl zij in zonde leeft, scheidt en hertrouwt en...

137 Ik beantwoordde dat. U herinnert zich dat ik zei: "Laat de echtscheidingsgevallen rusten totdat..."

417 Ik heb een vriendin waar ik erg veel van houd. Zij heeft een paar banden en brieven gehad waarvan ik geloof dat zij hebben... Heb nooit met haar gesproken. Waarlijk, ik veronderstel dat ik bang ben om haar kapot te maken en haar vriendschap te verliezen. Wat moet ik doen?

138 Spreek met haar in liefde. Ik... niet... Ik geloof dat ik die beantwoordde, maar ik... Probeer niet iemand iets op te leggen. Wees slechts zoutend; zij zullen er naar verlangen als u te zijn.

     Broeder, zuster, ik geloof dat ik deze beantwoord heb.

     Broeder Branham, verklaar alstublieft over de vijf dwaze maagden.

     Ik weet dat ik die gehad heb. Het is geschreven op rood papier. Ik geloof dat wij er zijn... Die heb ik gehad. Ik geloof dat ik deze helemaal beantwoord heb. Prijs de Here. Laten wij zien. Excuseer mij gewoon even.

418 Dierbare profeet van God; Markus 16:18, ik... het deel over het leggen van handen op de zieken... Ik ga om met slangenhandelaars, hoe staat het daarmee?

139 Wel, dat is een goede vraag. Als u omgeven bent door slangenhandelaars en zij zeggen dat Markus 16... Zeker! Ik geloof dat de Bijbel precies bedoelt wat hij zegt. Ik geloof dat als wij proberen de Here te verzoeken in iets, wij "erbij" zijn. Maar ik geloof niet dat God bedoelt dat u mij een fles arsenicum brengt en probeert of ik het zou kunnen drinken, om u te bewijzen dat ik geloof heb; evenmin geloof ik dat het juist zou zijn als u mij een slang bracht, en hem mij op zou laten nemen om u te laten zien dat ik geloof heb dit vergif te kunnen overwinnen. Ik geloof niet dat dit zo is.

140 Ik geloof dat wanneer ik in het water mensen aan het dopen zou zijn of in het werk van de Here bezig was of daarginds in het oerwoud, en de slang zou mij bijten, ik door zou lopen in de Naam van de Here. Ziet u? Ik geloof dat dit is wat er bedoeld werd.

141 Nu, als u moet nemen... zie, wat u daarmee doet, geliefde persoon, wie u ook bent... Onthoud dit. Ziet u? Let op wat de Bijbel erover zegt. Evenmin als ik geloof dat als u probeert te zeggen: "Glorie, glorie, glorie"... Verzoek God niet om in tongen te spreken. Laat gewoon de Geest door u spreken. Ziet u?

142 Nu, ik geloof niet in het verzoeken van God of iets door te duwen. Zoals ik een poosje geleden zei, als de Geest... Wij wachten op de Geest; Hij doet het.

143 Nu, let op. Paulus raapte takken bij elkaar op het eiland Kreta, geloof ik dat het was. En hij was in ketenen en een slang, misschien een mamba... Dat is een dodelijke beet; hij had heel snel dood moeten neervallen. Ik weet niet van enige andere slang die u zo snel zou kunnen doden, tenzij het een mamba zou zijn.

144 Dus hij pakte deze mamba op, zullen wij zeggen. Het is een dodelijke beet; u hebt nog maar een paar ademhalingen over. Als de mamba u bijt... Of een cobra; u hebt vijftig procent kans met het serum om te leven – met de zwarte cobra. Met de gele cobra hebt u ongeveer tachtig procent om te sterven en ongeveer twintig procent om te leven; bij een mamba hebt u geen enkel procent kans. U bent gewoon dood. Dat is alles, omdat u nog maar een paar keer ademhaalt. Het verlamt het zenuwstelsel, het bloedsysteem en al het andere en u bent weg. Ziet u?

145 Maar toen deze mamba Paulus in zijn hand gebeten had, zeiden zij: "Wel, die man is een slechte man, misschien een moordenaar. Hoewel hij zelfs aan de zee ontsnapte, kon hij toch niet aan de dood ontsnappen. De goden zullen hem wreken zoals zijn... omdat hij een moordenaar is."

146 Paulus keek en terwijl deze slang aan zijn hand hing, schudde hij hem gewoon af, helemaal niet opgewonden: "O Here, help mij om het te doen." Nee! Hij keek ernaar, schudde het beest af in het vuur, ging door met takken op te rapen alsof er niets gebeurd was.

     Zij zeiden: "Hij zal binnen een minuut sterven, want als die slang je bijt, is het met je gedaan." Maar terwijl de tijd voorbijging, zwol Paulus niet op, stierf niet en had ook niet de een of andere inwerking. Zij zeiden – zij veranderden en zeiden: "Hij is een god die neergekomen is in de vorm van een mens." Ziet u?

147 Hij zei nooit: "Breng mij die slang", maar de slang beet hem. Hij verzocht God nooit, maar had geloof in God om de slangenbeet te overwinnen. Ziet u wat ik bedoel?

148 Dus wie u ook bent die onder slangenhandelaars is, ik... Nu als zij slangen willen verhandelen, dat is aan hen. Ziet u? Ik zie het gewoon niet op die wijze.

149 Nu, u zegt: "Wel, die mensen hebben geloof." Ik zeg niet dat zij geen geloof hebben; ze branden zichzelf met een brandfakkel en dergelijke dingen, maar (ziet u?), toch bewijst dat God niet.

150 Ik heb Indianen een vuurlinie zien nemen, bijna een meter in doorsnee en een kleine veertig meter lang, terwijl het aangewakkerd wordt met bladeren tot het witheet is (geen speciale mannen, boeren); zij trekken hun schoenen uit (de priesters zegenden hen met geitenbloed), en nemen kleine vishaken en steken die in hun huid boven hun mond, totdat zij één grote massa water zijn, opgevuld in kleine dingen die lijken op Kerstboomballen, ornamenten, opgevuld, en grote vishaken, die diep in hun vlees steken (u kunt u indenken wat dat is om ze erin te doen en er weer uit te halen) en staan zo en lopen regelrecht door dat hete vuur (en het is gewoon witheet, meer dan rood – witheet) lopen recht door dat vuur, draaien zich dan om en keren terug, zelfs geen schroeiplek op hun voeten. En zij geloven zelfs niet in onze God. Zij aanbidden... demonen aanbidding. Ziet u? Dus dat betekent niets. Blijf gewoon weg... Wees gewoon een echte, lieflijke, nederige Christen, leef het leven en dan zal God voor de rest zorgen.

419 Broeder Branham, waarover zullen de predikers gaan prediken die niet in de bruid gaan? Hun boodschap nu, de Heilige Geest, waterdoop en verlossing, wat zullen zij prediken als zij niet in de bruid gaan?

151 Wel, weet u... weet u wat er waarschijnlijk gebeuren zal? Ik zeg dit nu. Ik kan dit niet bewijzen, maar zij zullen eenvoudig gewoon doorgaan met prediken zoals zij nu doen, en de mensen zullen denken dat zij gered werden; en de bruid zal zijn weggegaan.

420 Is het juist, volgens het Woord, om geboorteregeling toe te passen?

152 Ik vertelde u dat ik dat privé zou beantwoorden. U die deze vragen hebt, kom naar mij persoonlijk.

     Geliefde broeder Branham, wij hebben een leraar, waarvan u weet dat de Schrift zegt:...

     Ja, die heb ik gehad. Een momentje nu.

     Broeder Branham, eens hadden wij onze naam geplaatst in het boek van een zekere...

     Ja, die heb ik gehad. Het ging erover hoe zij die er nu uit genomen hadden en of zij verkeerd gedaan hadden.

421 Zou u geboorteregeling ondersteunen?

153 Nee, ik kan het niet ondersteunen. Beslist niet! Ziet u?

422 Is de zevende engel waarvan gesproken wordt in Openbaring 10, dezelfde persoon als Elia van Maleachi 4?

     Heb ik die beantwoord? Het klinkt niet alsof ik die beantwoordde.

154 Ja, het is dezelfde persoon. Openbaring 10 is de boodschap van de zevende engel die... de zevende engel boodschapper van het zevende gemeentetijdperk, welke is Maleachi 4.

     Is geboorteregeling...

155 Ik heb er daar heel wat van. Ik legde deze terug; ik wilde ze niet beantwoorden; ik zou u liever persoonlijk ontmoeten.

423 Waar vinden wij dat Noach predikte gedurende honderdtwintig jaren en de ark in honderdtwintig jaar bouwde?

     Beantwoordde ik die?

156 Een generatie of een toegewezen tijd, de toegewezen tijd van een mens op aarde was honderdtwintig jaar, welke periode Noach nodig had om de ark te bouwen, wat als een generatie beschouwd werd in die dagen. Honderdtwintig jaar was de toegewezen tijd voor een mens. En hij predikte overeenkomstig... Genesis 6:3; hij predikte tot die generatie, hetwelk honderdtwintig jaar was. Dat deed Noach. Goed. Laten wij nu zien.

424 In Maleachi 4 moet Elia de harten van de vaderen tot de kinderen brengen, en dan de harten van de kinderen tot de vaderen. Is dit dezelfde persoon?

157 Ja, dezelfde persoon. Goed. O, wacht even. Nee! Neem mij niet kwalijk, het spijt mij. Even... Ziet u dat de Heilige Geest dat voor mij pakte? Nee! Ik dacht dat er stond, de... Ziet u?

158 Daar in Maleachi 3 was het: "Zie, Ik zend Mijn engel vóór Mijn aangezicht", die Elia was. In Maleachi 4 wordt het omgedraaid en gezegd: "Zie, Ik zend Elia." In Maleachi 3 moest Hij een boodschapper nemen, gezonden vóór het aangezicht van de Here Jezus, hetwelk Johannes was. Hoeveel verstaan dat? Als deze Elia van Maleachi 4 komt, onmiddellijk na zijn Boodschap en zo, en na de... is het komen van de Here en de vernieuwing van de aarde.

159 En merkt u op, om het nu zeker te maken dat het niet is... Maar hoe de Heilige Geest het schreef door deze profeet, Hij zei: "Hij zal de harten der vaderen eerst wenden tot de kinderen." Ziet u? Dat was het eerste komen van Johannes. Hij wendde de harten van de vaderen, de oude patriarch-vaderen, tot de boodschap van de kinderen, die toen de nieuwe generatie waren, Jezus, in die generatie. Toen "en", voegwoord, om het tezamen te binden, de harten van de kinderen terug tot de vaders, wat betekent dat de Boodschap van vandaag de harten van de kinderen in het gemeentetijdperk terug zal brengen tot het oorspronkelijke Pinkstergeloof van het begin.

160 Dus het zullen er twee verschillende zijn – de ene boodschapper, maar er is daar een onderscheid – de eerste komst en de tweede van Johannes – of de boodschapper, Elia.

     Mijn man en mijn jongste zoon geloven niet...

     Ja, die heb ik gehad. Ik weet het, omdat ik weet dat de personen er hun naam onder geplaatst hebben. Ik herinner mij dat ik er later met hen over gesproken heb.

425 Hoe kunnen wij de wil van de Here vinden? Ons huis... Moeten wij naar Jeffersonville, Indiana, verhuizen? Kan een persoon een Christen zijn en niet houden van gekleurde mensen? Wil God niet dat zij behandeld worden zoals wij, omdat zij donker van kleur zijn? Wat stelt u in deze aan ons voor? Gelooft u in integratie of segregatie?

161 Ik geloof in integratie. Ik geloof dat een mens... Het doet er niet toe wat zijn kleur is of wie hij is, hij is een mens net zoals ik. Dat is het precies. En ik geloof dat als men gewoon deze gekleurde mensen met rust zou laten en die communisten daar niet heen zouden gaan om hen te inspireren...

162 Nu, zij wilden... Nu, de echte, ware gekleurde mensen, er is een echte groep van wederomgeboren, godzalige heiligen onder die mensen. Ja, inderdaad. Omdat mijn huid nu blank is en die van hen donker is, dat betekent niets voor mij. Hij is mijn broeder als hij in Christus is.

163 Daarom verschil ik met de boodschap van de Afrikaners [in Zuid Afrika onder apartheid – Vert]; zij geloofden zelfs niet dat deze mensen een ziel hadden. Dat is het wat mij daar afkeer bezorgde. Ik zei: "Die man is een man net als ik. Hij heeft rechten op hetzelfde voorrecht dat ik heb. Zijn huid betekent geen enkel verschil voor mij of voor welk ander mens die geboren is uit de Geest van God."

164 Maar ik zei: "Als zij die gekleurde mensen met rust gelaten zouden hebben, zouden zij nooit op deze wijze geïnspireerd zijn geworden." En ik heb het vanaf deze preekstoel gezegd... Wij hebben heel wat gekleurde mensen die hier komen. (Ik geloof niet dat er vanavond één is.) Maar wij hebben heel wat gekleurde mensen die hier naar deze gemeente komen, en broeder, ze zijn net zo welkom als ieder ander. Ze zijn mijn broeder en zuster.

165 En sommigen van de fijnste mensen die ik ooit in mijn leven ontmoette zijn sommigen van die gekleurde mensen. Dan zijn er enigen van hen die afvalligen zijn, precies als bij de blanke mensen of de gele mensen of bruine mensen. Ja, inderdaad.

166 Nu, ik geloof niet in gemengde huwelijken. Ik geloof dat een blanke niet met een gekleurd meisje zou moeten trouwen of een gekleurd meisje met een blanke man, of een gele met een gekleurde, of een blanke of een... Ik geloof dat de bruine, zwarte, witte en de rassen van de volken zijn als een bloementuin van God en ik geloof niet dat zij zouden moeten kruisen. Ik geloof dat dit de wijze is waarop God hen maakte en ik geloof dat ze zo zouden moeten blijven.

167 Wat... Het komt mij dwaas voor dat ik het een of ander werkelijk aardig, gekleurd meisje zie, intelligent, een kind dat er aardig uitziet, net zo aardig als welke vrouw ook die u wilt zien... Waarom wil zij een blanke man trouwen en halfbloed-kinderen hebben? Waarvoor zou een intelligent, gekleurd meisje zoiets dergelijks willen? Het is omdat iets... die communisten... En waarom zou een fijne gekleurde man willen trouwen met een blanke vrouw en halfbloed-kinderen hebben?

168 Ik geloof niet... Ik geloof dat u precies moet blijven wat wij zijn. Wij zijn dienstknechten van Christus. En God maakte mij... Als Hij mij, mijn huidskleur zwart had gemaakt, zou ik gelukkig zijn om een zwarte man voor God te zijn. Als Hij mij geel maakte, zou ik een gelukkige gele man voor Christus zijn. Als Hij mij blank maakte, zou ik een gelukkige blanke man voor Christus zijn. Als Hij mij bruin maakte of rood, een Indiaan, wat het ook is, ik zou blijven bij mijn zelfde kleur. Dat zou ik zijn. Ik wil zijn zoals mijn Maker mij maakte.

169 Op die dag daar in Shreveport, toen dat oproer kwam en al die jonge kleurlingen daar waren, communistisch geïnspireerd...

170 Ik heb u hier in deze preekstoel verteld dat Martin Luther King de grootste schuldige is die de gekleurde mensen ooit hadden. Dat is juist. Die man zal duizenden van hen naar een slachtplaats leiden (zo is het), geïnspireerd door het communisme.

171 Laat mij mijn standpunt bewijzen. Ik zei dat ongeveer twee jaar geleden. Zie wat er nu gebeurt. Zij zeiden dat zij vochten voor integratie en toen de wet hun integratie gaf... En tot u mensen die niet gelooft in integratie, schaamt u. Onze natie staat integratie toe en wij moeten doen wat de grote baas zegt. Dat is precies juist.

     En nu, u zegt... Om niet in plaatsen te mogen komen, enzovoort, dergelijke dingen, of te winkelen, of om achterin de bus te moeten zitten, enzovoort, nee meneer! De wet zegt dat ze precies zo zijn als wij; dus wij zijn hetzelfde als zij; laten wij er dan naar handelen. Laten we op die wijze zijn. En dat is precies wat alle werkelijk wederomgeboren mensen geloven. Nu, ik geloof dat dit in hun hart is.

172 Ik had nooit zo'n gevoel voor mensen als ik had voor die arme mensen in Afrika, de wijze waarop zij werden behandeld. En ik geloof niet in dat spul. Ik ben iemand uit het zuiden. Ik werd geboren ginds over de rivier, maar ik ben als Abraham Lincoln; ik kom hier, omdat ik geloof dat de mensen gelijkwaardig geboren werden. Zo is het. En ik geloof niet in het scheiden van mensen en dergelijke dingen, als die mensen... gedoopt met de Heilige Geest, enzovoort.

173 Maar kijk, het zijn niet die waarlijk wederomgeboren christelijke gekleurde mensen die al deze moeite veroorzaken. Wilt u hen daarvoor veroordelen? Wat dan met sommigen van onze afvallige blanke jongeren? Ziet u? Nu, wat voor de een geldt, geldt ook voor de ander. Wel, onze blanke jongeren veroorzaken twee keer zoveel moeite als zij. Dat is precies juist. Waar komt het vandaan? In onze hogescholen en dergelijke. Sommigen van onze hoger geschoolde mensen veroorzaken deze dingen. Ziet u?

174 Wel, wat is het? Nu, om u te laten zien dat het het communisme is en niet die gekleurde mensen, dat is hoe het communisme altijd binnengekomen is om het over te nemen. Zij doen dat in elke natie. Dat is hoe zij het doen, ze laten u tegen elkaar vechten, revolutie, en dan nemen zij het in zonder een schot te lossen. Zij willen deze natie niet opblazen; zij willen haar hebben. Zij kunnen het van binnenuit infiltreren. En nu, zij zagen een geval om dat te doen, en zij weten waarom de oude revolutie ging en dachten dat zij een nieuwe revolutie zouden kunnen beginnen.

175 Om te bewijzen dat mijn standpunt duidelijk is, nadat zij integratie hebben gekregen (zij hebben dat nu wettig rechtmatig), veroorzaken zij nu meer moeite dan in het begin. Zie? Het laat zien dat het communisme is en niet die kostbare zielen die geboren zijn uit de Geest van God.

426 Moeten wij nog in vuur zijn om het Evangelie te prediken, of is de tijd voorbij?

176 Nee, blijf zo hard prediken als u kunt prediken. Broeder, blijf erbij; ik sta achter u.

427 Broeder Branham, als u profeteert over het niet eten van eieren en niet te wonen in de vallei, was die profetie slechts voor u of voor de samenkomst? Goed.

177 Jaren geleden, ongeveer dertig jaar geleden, gaf ik een profetie dat het zou komen te geschieden dat in de laatste dagen er ziekten zouden zijn onder dieren, onder het vee, en eieren, zelfs bij eieren. En het zou gebeuren, dat er eieren zouden zijn die niet geschikt zouden zijn om te eten. Ook zou het komen te geschieden dat mensen die in de valleien woonden... Nu bedenk, ik profeteerde dat lang geleden, dertig jaar geleden, dat het zou komen te geschieden dat mensen die in de dalen woonden... dat ik Christenen zou vragen uit de valleien te verhuizen en dat zij verschillende vleessoorten en dergelijke niet zouden moeten eten. Ze zouden vergiftig zijn. Het zou gevaarlijk zijn (ik geloof dat ik het zo zei) voor de mensen om in de dalen te leven.

178 Nu, dat was voordat zij "fall-out" hadden of iets wisten over "fall-out" [radio-actieve neerslag]. Maar dat was de Heilige Geest Die mij waarschuwde. En juist nu, zelfs bij ons vee (u ziet het van de markten afgehaald worden), omdat zich door de bespuiting met DDT iets in de koeien heeft vastgezet.

179 Let weer op, al dat kruisingsspul en die dingen die zij doen, bederft absoluut het menselijk ras. "Dertig procent", twintig of dertig procent, zegt Readers's Digest["Het Beste"], "van de patiënten in het ziekenhuis worden daarin opgenomen vanwege de dokters." Zij zullen u een medicijn geven om dit uit u te slaan, en daardoor begint er weer wat anders.

180 En hebt u op de eieren gelet? Vorig jaar waren er in Louisville en Jeffersonville honderden gevallen waarin men ziek werd en in het ziekenhuis werd opgenomen, omdat men overgegeven had door het eten van eieren die de kippen hier in de vallei... De eieren uit de vallei pikten "fall-out" op en vergif in onkruid, enzovoort. Alles is besmet.

181 Maar hier krijgt u het, mijn broeder. Ik geloof met mijn hele hart, dat er geschreven staat in de Schrift, dat geen voedsel ontvangen moet worden zonder dankzegging, want het wordt geheiligd door het Woord van God en gebed. Ziet u? Als u het eet, zeg dan: "Here Jezus, U bereidde het voedsel voor mij. Nu, met geloof heilig ik dit voedsel tot versterking van ons lichaam." En eet het dan, want alles wat wij doen is door geloof.

     Beste broeder Branham, zijn er gronden voor echtscheiding van een dronken echtgenoot?

182 Ik houd er niet van om over die echtscheiding te spreken. Ik zal daar wat later over spreken.

428 Broeder Branham, broeder... (Eén moment. Dit heeft betrekking op één van de predikers hier. Laat mij het eerst lezen. [Broeder Branham leest deze vraag voor zichzelf – Vert] Eén moment. Wel, ik vertel u. Ik zal hem toch lezen.) Broeder Branham, broeder Neville vertelde mij door profetie dat het zo spreekt de Here is, dat ik de Heilige Geest zou ontvangen. Hoewel mij met deze verzekering verteld werd dat ik de Heilige Geest zou ontvangen, heb ik tot op heden nog niet de Heilige Geest ontvangen. Moet ik doorgaan...

183 Ja inderdaad! Doe dat. Blijf geloven.

     Let op, ik stond gisteren bij broeder Wood toen er een telefoontje kwam van een man die in een rolstoel zat, die hier kwam met een last op zijn hart voor een broeder of iemand die een alcoholist was en bij de Anonieme Alcoholisten was geweest en inspuitingen gekregen had in het ziekenhuis, enzovoort; en broeder Neville sprak in tongen of gaf op de een of andere manier een profetie over deze persoon; en profeteerde dat er iets ten goede met die man zou gebeuren binnen de eerstvolgende dagen of iets dergelijks. En de man belde op en zei dat deze man nu achtenzestig dagen uit het ziekenhuis is, niet één keer meer gedronken heeft of een pil genomen heeft om met het drinken op te houden of iets dergelijks. En dat wat broeder Neville in profetie sprak, kwam te geschieden. Prijs de Here! Wij geloven dat onze broeder een man van God is.

     Geliefde broeder Branham, zijn degenen...

184 Nu wacht, laat mij daar even stoppen. Nu, dat is wat ik de mensen probeer te vertellen. Broeder Neville gelooft dezelfde Boodschap die ik geloof. Broeder Capps, broeder Beeler, broeder Ruddell, al deze broeders hier in de omgeving geloven dezelfde Boodschap die ik geloof. Zij prediken deze net als ik.

185 En als u wilt, het werkelijk wilt, u gaat verhuizen, en u gaat met pensioen of zoiets en u wilt voor het Woord komen, kom hier. Kom naar de tabernakel, daar hoort u het.

186 Dit zijn godzalige mannen. Het zijn mannen die dezelfde Heilige Geest hebben Die ik heb en u hebt, onderwijzen uit dezelfde Bijbel en dezelfde Boodschap.

     Geliefde broeder Branham, zijn degenen die in tongen zullen spreken, het overblijfsel...

     Ja, die heb ik gehad. Hm, die heb ik gehad. Een vrouw die in tongen spreekt.

     Broeder Branham, uw prediking over de doop van de Heilige Geest, is de doop in Jezus' Naam...

     Ja, die heb ik gehad. Laten wij zien.

429 Broeder Branham, de Bijbel vertelt ons dat een vrouw haar man moet gehoorzamen. Ik ben een Christin en mijn man is een zondaar. Hij vervolgt mij op elke wijze die hij kan, opdat ik niet naar de gemeente zal gaan en mijn Bijbel lezen en hij ontkent het Woord. Wat moet ik doen?

187 Wat u moet doen? Nu luister, u wordt verondersteld uw man te gehoorzamen; dat is het Woord. Nu, als hij u vertelt en u weigert om de Bijbel te lezen en naar de gemeente te gaan of iets dergelijks, behoeft u daaraan niet te gehoorzamen, omdat "hij die niet zijn vader, moeder, man, vrouw of wat dan ook zal verloochenen en Mij volgen, is Mij niet waardig." Klopt dat?

188 Nee, geen... Een man behoort... u bent niet... Een man wordt niet verondersteld die macht over een vrouw te gebruiken, alleen omdat hij haar heerser is. God is haar Heerser boven u, broeder. Zie? En als uw vrouw iets verkeerds doet, ga dan niet... dan hebt u een recht om het haar te vertellen en wordt zij verondersteld naar u te luisteren. Maar u hebt niet het recht om haar te slaan of te treiteren of die dingen te doen. Beslist niet!

189 Ziet u, God maakte voor de man een hulpe, geen deurmat. Bedenk, zij was uw liefste; zij behoorde dat altijd te blijven.

430 Wanneer en waar zal het volk van God vergaderen voor het laatste woord?

190 In Christus. Ja! Voor de laatste dag zullen zij in Christus vergaderen. Vergeet dat nu niet. Wij hebben een vergaderplaats; wij hebben die gewoon precies.

431 Men noemt ons... (Nu, hier is die vraag van onlangs.) We worden onreine vogels genoemd, omdat wij naar de gemeente van Junior Jackson gaan...

191 Nee meneer! Ik geloof dat Junior Jackson een man van God is. Ik heb het al verklaard. Ik geloof...

192 Nu, wij zijn het niet eens over de orde van de gemeente. Nu, ik geloof dat Junior... Wel hij... Hoevelen kennen Junior Jackson? Wel, wij weten dat de man een godzalig man is. Hij gelooft deze Boodschap precies zoals ik, en hij gelooft deze dingen. Eerlijk, Junior en ik zijn gewoon kameraden, net als de rest van deze mannen hier, J.T. en broeder Ruddell en broeder Jackson en broeder Beeler en al deze broeders hier; wij zijn allen tezamen. Nu, wij mogen dan alles niet eender zien (zie?), maar wij geloven deze zelfde Boodschap (zie?) en wij blijven samen. Daarginds is ook broeder Hume, een zendeling, en o zoveel verschillenden, ik... Soms kom ik er zelfs niet toe hun namen te noemen, maar u weet dat ik u hoe dan ook bedoel, broeder. Zeker.

     U zou graag ophouden met verplegen...

193 Ik vroeg dat. Herinnert u het zich? Het is een dierbare, lieve zuster die iets wilde weten over verpleging.

     Toen ik klein was, vertelde ik iedereen dat ik prediker wilde worden. (Die heb ik gehad, die ook.) Wat moet hij daar vandaag mee doen?

194 Wel, dit is een brief van een prediker-werker voor Christus, die niet is... Het is gewoon een persoonlijke brief aan mij. Hij is van broeder Pat Tyler, één van onze broeders hier in de gemeente.

     Dat zijn ze allemaal. Dank de Here. Ik ben u mensen dankbaar. Ik heb zojuist de ... [Leeg gedeelte op de band – Vert]

     ... zijn één,

     Onze vertroostingen en onze zorg.

195 Ik vraag mij af of zuster Wilson nog in het gebouw is? Ik zag haar hier. Weet u wat ik een poosje geleden deed, zuster Wilson? Ik keek naar de foto's van toen wij de hoeksteen legden. Ik keek naar de foto en zag Hope en mij, voordat wij getrouwd waren. Ik wist zelfs niet, dat... Ik herinner mij een foto toen ik uit één van mijn gevechten kwam en kampioen werd. Ik keek naar mijn foto onlangs toen ik staatswildopziener was hier in Indiana. En één, ik geloof van de kerk. Weet u, ik veronderstel dat er van die groep die overgebleven is, er hier vanavond nog maar één persoon zit. Hoevelen zijn er hier uit de tijd dat wij de hoeksteen legden daar in het begin, steekt uw hand op.

196 Mijn broeder en zuster Wilson, ik wil u beiden iets vragen. Herinnert u zich hoe wij allen begonnen? Herinnert u zich de oude vloer als deze vol modder was? We hadden oude ramen, die rammelden. We hadden tachtig dollarcenten om mee te beginnen. Een grote hoop onkruid, het leek wel op een bos hier achter ons, toen wij de tabernakel bouwden.

197 Kijk naar ons allen die onze geloften deden en om het altaar heenliepen. We zagen hen komen en gaan, de een na de ander. Hebt u hen opgemerkt die bij de Boodschap bleven, hoe zij gingen? Nu, denk aan hen die weggingen van de Boodschap, hoe zij gingen. Denk eraan.

198 Hier zijn wij vanavond, na heel die groep van drie keer meer dan wij hier nu hebben bij onze volste samenkomsten. Denk eraan hoe de schoolbussen hier geparkeerd werden van over het hele land, overal vandaan, kriskras op dit parkeerterrein. Zelfs de tenten waarin we voorzien hadden vanwege de toeloop, konden de mensen niet bergen die kwamen om tezamen te vergaderen. Ik was nog maar een jonge prediker. Ziet u? En uit de duizenden die wij hadden, zijn er hier vanavond drie overgebleven.

199 Ik herinner mij zuster Wilson daar, toen ik aan haar bed geroepen werd, toen zij stervende was aan T.B., bloedend, totdat de lakens en kussenslopen daar bebloed in de hoek lagen. Ik herinner mij dat de Heilige Geest het bloed stopte. Een paar dagen daarna doopte ik haar in de Ohio-rivier in ijswater in de Naam van Jezus Christus en plaatste haar achter in mijn open wagen; een kleine, oude open wagen, en reed haar van Utica... Was dat niet zo? Van... [Zuster Wilson spreekt met broeder Branham – Vert] Ja! Zuster Hope, mijn vrouw, de zuster daar, zat voorin in een kleine open wagen, en mijn moeder en zuster Snelling achterin. Ik heb hun foto, zuster Snelling, mamma en allen, mevrouw Weber, mijn schoonmoeder, wij allemaal daar, en Meda, nog maar een klein meisje daar buiten staand, en nu een vrouw met grijs haar. [Een zuster spreekt met broeder Branham – Vert]

200 Ik herinner mij dat zij een speldjesdag hadden om ons eerste geld te krijgen. En ik herinner mij dat Hope op de hoek stond. Zij was nog maar een meisje, ongeveer zestien jaar, zij verkocht zoiets als dit, dit speldje vasthoudend... Gaf hun een speldje... Hij zou het doen in...

     Een dronkaard kwam langs en zei: "Pardon, mejuffrouw!" Hij zei: "Wat verkoop je?"

     Zij zei: "Niets. Dus geef ik u dit speldje." Zij zei: "Het is een bijdrage voor de kerk. Als u hierin iets doen wilt als een bijdrage; wij proberen genoeg geld te krijgen om een tabernakel te bouwen in de stad." Zij zei: "Als u er iets in wilt doen, kunt u het doen, maar als..."

     Hij zei: "Ik heb niets."

     Zij zei: "Neem het speldje hoe dan ook." Hij nam het en keek ernaar. Aan de ene kant stond: "Waar wilt u de eeuwigheid doorbrengen?" En aan de andere kant stond een vraagteken. "Waar zult u de eeuwigheid doorbrengen? Een vraag."

     Hij wankelde terug, keek ernaar en zei: "Juffrouw, u stelt een ernstige vraag!"

     Zij zei: "Maar hij moet opgelost worden!" En zo is het. Ze is vanavond achter het gordijn van de tijd. Ik herinner mij de laatste woorden die zij zei. Ik herinner mij wat ik haar vertelde; ik herinner het mij. Jazeker!

201 Er is heel wat water door de rivier gegaan. Vroeger, voordat wij zelfs een gemeente hadden, plachten wij te staan, elkaars handen vast te houden en dit lied hier te zingen. Ik kan het gewoon horen. Myrtle was toen nog maar een klein kind. Ik heb de foto van de kleine Leroy die daar buiten stond, zo'n klein peutertje.

Gezegend zij de band,
Die onze harten bindt in christelijke liefde;
De gemeenschap van gelijkgezinden
Is als die van boven.

202 Terwijl wij dat zingen, zijn er velen die ginds wachten op Zijn komst.

... wij van elkander scheiden,
Doet het ons van binnen pijn (hebt u elkaar zo lief?)
Maar wij zullen in het hart verenigd zijn
En hopen elkaar weer te zien.

203 Broeder Freeman, u bent er dichtbij, is het niet? Ik dacht zojuist; ik kende u toen wij naar het huis van broeder Roy gingen. Herinnert u zich de Adcocks? Ik kreeg Kenneth. Wat was de naam van zijn zuster? [Broeder Freeman spreekt met broeder Branham – Vert] Ik heb hun foto; wij stonden daar allen met onze armen om elkaar heen, voor het gebouw, terwijl Dr. Roy E. Davis de herder was. Ik keek er een poosje geleden naar. Doc bracht mij de oude foto's. Het gaf mij echt een beetje een vreemd gevoel. Nu, velen van hen zijn heengegaan. Zie? Heengegaan. Het zal niet lang duren of wij zijn ook heengegaan. Ziet u? Maar...

Maar als wij uit elkaar gaan,
Geeft het ons inwendige pijn;
Maar wij zullen toch verenigd van hart zijn,
En hopen elkaar weer te zien.

204 Herinnert u zich broeder Bosworth? Net vóór zijn heengaan, stond hij op in de kamer, wandelde over de vloer en schudde de hand van zijn vader en moeder en zijn bekeerlingen tot Christus. Veertig jaar, zij waren al veertig of vijftig jaar dood. Hij zag ze daar in de kamer staan, en probeerde hen aan iedereen te laten zien. Wat was het? De oude man ging dat land binnen, waar ik die morgen was in het visioen. Zo is het.

205 Ik zag hen daar; ze waren weer jong. Wij zijn nog steeds verenigd in ons hart; we hopen elkaar weer te zien. Zo is het. God zegene u.

206 Ik keek toevallig achter in het gebouw, sprekend over mijn gekleurde vrienden, en ik zie broeder en zuster Nash daar achterin zitten. Ik wist niet dat jullie hier waren. Ik keek gewoon toevallig naar achteren, ze zitten helemaal achterin. En deze oude broeder die hier zit... Is dat de broeder die mij af en toe die geweldig grote roep geeft, die daar zit? Ik kan niet op zijn naam komen. Broeder Wood zei dat hij met hem sprak. Hij zei: "Weet u, als de Geest mij treft moet ik uitroepen: 'Hey!'" Hij zei: "Ik hoop dat ik niets verstoor." Als u niet "Hey" uitroept, verstoort het mij. God zegene u. Ik heb u lief broeder, zuster. Zo is het.

207 Broeder Nash, zuster Nash, u weet dat ik u liefheb. Jazeker! U bent mijn broeder en zuster in Christus Jezus.

208 Dierbare lieve vrienden, vele anderen, als ik enigen van hen gemist heb; die deuren staan hier voor u open. De deuren van de hemel zullen ook geopend zijn.

Maar wij zullen toch verenigd zijn in ons hart
En hopen elkaar weer te zien.

     Mijn... Mijn geloof ziet op naar U, nu, terwijl wij zingen. Laten wij het nu nog een keer zingen. Het is nu tijd om naar huis te gaan.

Mijn geloof ziet op naar U,
U, Lam van Calvarie,
O, Goddelijke Redder!
Hoor mij nu, terwijl ik bid,
Neem al mijn zonde weg.
O, laat mij vanaf deze dag geheel van U zijn!

     Laten wij dat Heilig, heilig nog eens proberen, wilt u? Geef ons een accoord, zuster. Kent u het? Herinnert u zich de tijd dat zuster Gertie en de anderen het zongen?

209 De dag is stervend in het westen. De hemelen zegenen de aarde – de aarde wordt gezegend. Wat houd ik van het ondergaan van de avondzon, als hij ondergaat, terwijl de vogels hun laatste lied zingen. Dat moet dan tot ieder van ons komen. Ik geloof dat de avondtijd... Hebt u opgemerkt dat de wind zal ophouden met waaien, de vogels zullen zwijgen. Ziet u? Het is de wereld die sterft, de dag die sterft om morgenochtend weer geboren te worden. In orde nu. Laten wij het nu proberen, als wij kunnen.

Heilig, heilig, heilig, Here God Almachtig...

     Lee, kom even hier en leid het. Ik geloof dat... Ik ken het geloof ik niet op die wijs. Laat mij het proberen zonder de muziek. Zie? Laten wij zien of wij het kunnen krijgen. Nu ik weet, ik zou het verkeerd kunnen hebben. Zie? Help mij nu, ieder van u, nu.

Heilig, heilig, heilig, Here God Almachtig
Hemel en aarde zijn vol van U;
Hemel en aarde prijzen U,
O, allerhoogste Here!

     Houdt u daarvan? Doet dat niet iets aan u? Laten wij het nog eens proberen!

Heilig, heilig, heilig, Here God Almachtig
Hemel en aarde zijn vol van U;
Hemel en aarde prijzen U,
O, Allerhoogste Here!

210 Ik houd daarvan, u ook? O, ik houd gewoon zo van die goede, oude liederen. Er is iets met die liederen waar ik van houd. U kunt al uw kleine 'ritmische' liederen hebben die u wilt. Geef mij dat; daar houd ik van, zoals Ga door de gescheurde voorhang en al deze andere fijne liederen; ik houd van die liederen. Ik geloof dat zingen een deel is van de aanbidding (ja, beslist!), zingende de lofliederen voor de Here.

211 In orde, tot slot nu het lied Neem de Naam van Jezus mede. Moge de Here u nu zegenen, terwijl wij staan.

Neem de Naam van Jezus mede,
Kind van kommer, zorg en smart;
Deze zal u vreugde en troost geven,
O, neem Hem mee overal waar u gaat.

Dierb're Naam, o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd';
Dierb're Naam, o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd'.

     Nu, hier is het vers waar ik van houd en het is een waarschuwing voor u allen nu. Wat moeten wij doen?

Neem de Naam van Jezus mede,
Als een Schild in ied're strijd; (luister)
Als de verzoekingen zich rondom u verzamelen,

     (Wat moet ik dan doen?)

Fluister slechts die heil'ge Naam in gebed.

Dierb're Naam. o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd';
Dierb're Naam, o hoe zoet!
Hoop der aard' en 's hemels vreugd'.

     Laten wij nu onze hoofden buigen.

Tot wij elkaar weer zien, weer zien;
Tot wij elkander zien aan Jezus' voeten (totdat wij elkaar ontmoeten)
Totdat wij elkander zien, elkander zien,
God zij met u...

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)