Vergeving krijgen

Door William Marrion Branham

1 Laten wij even een ogenblik voor gebed blijven staan. Laten wij onze hoofden nu buigen.

     Onze hemelse Vader, wij achten dit zo'n groot voorrecht om hier onder de verlosten te staan en dit heerlijke oude lied van de gemeente, "Here, ik geloof", te kunnen zingen. Om te zien dat het geloof van onze vaderen nog leeft in de harten van Zijn kinderen door de eeuwen heen, en zoals het lied ons juist verteld heeft, dat we onderweg zijn naar het land Kanaän. Wij bidden vanavond, Vader, dat als er hier sommigen zijn die deze beslissing nog niet genomen hebben, die nog niet gekomen zijn tot de plaats dat zij alleen het Woord kunnen geloven, bid ik dat dit de avond zal zijn dat zij die laatste beslissing nemen en Christus als Verlosser aannemen en vervuld worden met Zijn Geest.

2 Wij danken U voor deze groep die de Volle Evangelie Zakenlieden genoemd worden en waar zij voor staan, voor gerechtigheid. Wij zijn blij te weten dat in ons land mannen zijn in de zakenwereld die de tijd nemen om U te dienen, om het anderen te vertellen, die hun geld besteden en hun tijd om anderen op weg te helpen om burgers van het Koninkrijk van God te worden.

     Wij danken U voor onze prediker-broeders hier vanavond die het fakkellicht hoog houden om aan deze verduisterde wereld te laten zien dat er een weg is die leidt naar de heerlijkheid, voor elk lid van de gemeente van de levende God en voor hen die binnengekomen zijn, Here, en nieuwelingen zijn. Wij bidden nu dat als wij proberen het Woord te openen, U het aan de mensen zult toedelen naar behoefte. En als de dienst vanavond gesloten wordt en wij naar huis gaan, mogen er dan pasgeboren baby's aan het Koninkrijk zijn toegevoegd. Of misschien is er hier vanavond iemand, Here, die erg ziek is en de aanraking van de grote Geneesheer nodig heeft. Mogen zij het vanavond ontvangen. Sta het toe, Here. En wij zullen U er ootmoedig voor prijzen. Want wij vragen het in Jezus' Naam, Uw Zoon. Amen.

3 U kunt gaan zitten. Het is... Het is een van de grootste tijden van mijn leven als ik kom te staan voor mensen, om te spreken over de vreugde van mijn leven, Jezus Christus, en wat Hij voor mij betekent. En dan het voorrecht te hebben om deze vreugde te delen met iemand anders die deze vreugde nooit heeft gehad. Ik sprak onlangs... Ik was vroeger prediker als jongeman. Dit is mijn drieëndertigste jaar in de bediening. Ik had de reputatie als een jonge prediker. Maar nu heb ik die tijd gehad en ben een oude prediker aan het worden. Maar elke dag, zoals het lied zegt, "wordt Hij mij lieflijker dan de dag daarvoor." Daar ik het merkteken van teruggang begin te passeren en ik uitzie naar de ondergang van de zon, wordt Christus van dag tot dag meer voor mij. En als ik dit voorrecht heb om te staan voor zakenmannen en vrouwen van dit district en tot hen kan spreken over iets dat meer voor hen betekent dan iets ter wereld, en dat is eeuwig leven... Ik geloof niet dat ik iets belangrijkers zou kunnen bedenken dan eeuwig leven.

4 Als je jong bent begin je te denken over... Wel, als je een jongen bent, speel je politieagentje, en het kleine meisje knipt poppetjes. Na een poosje krijg je je opleiding. En dan, ga je trouwen met het meisje met bruine of blauwe ogen? En dan moet het huis betaald worden, de kinderen onderwezen worden en waar bevindt u zich dan?

     Maar ik ben zo blij dat er iets is wat echt is nadat dit allemaal voorbij is. Dan treedt u binnen in iets wat meer betekent dan deze andere dingen. Ze zijn belangrijk. Zeker zijn ze dat; wie de moeder en vader van onze kinderen zullen zijn, en onze huizen, enzovoort, en de opvoeding van de kinderen. Maar zelfs dat alles vergaat. Het gaat voorbij. Maar eeuwig leven is het belangrijkste waar ik van af weet. Het bevredigde mij toen ik nog jong was. Het bevredigt mij nu terwijl ik een man van middelbare leeftijd ben. En ik ben er zeker van dat als de gordijnen vallen rondom mijn leven, ik gelukkig zal zijn om Degene te ontmoeten waaraan ik mijn leven besteed heb.

5 Nu, aangaande broeder Tony, de president van de afdeling hier, ben ik blij om vanavond met hem, met broeder Carl Williams en de andere afdelingswerkers of vertegenwoordigers te zijn en met u, de bezoekers, die met ons bent.

     Eens sprak ik – ik geloof dat het te Little Rock, Arkansas, was – in het Robinson Memorial Auditorium. En daar werd een man genezen die verscheidene jaren met krukken had gelopen en op straat potloden verkocht. En hij kon... O, hij strompelde voort, zijn benen waren verlamd. De mensen hadden erg veel medelijden met hem.

6 Op een avond kwam hij in de samenkomst. Hij kreeg een gebedskaart en kwam in de rij en werd genezen. De volgende dag had hij zijn krukken op zijn rug, terwijl hij al getuigend de straat op en neer liep. En ik probeerde te spreken. En een poosje nadat hij opgericht was, zei hij: "Broeder Branham," zei hij, "ik ben een beetje teneinde raad." Hij zei: "Toen ik u hoorde spreken," zei hij, "dacht ik dat u Nazarener was." Dat was hij ook. En hij zei: "En toen ik zoveel Pinkstermensen om u heen zag", zei hij, "zei iemand dat u van Pinksteren was. En toen hoorde ik u zeggen dat u een Baptist was of geordineerd was in een Baptistenkerk." Hij zei: "Ik ben helemaal in de war. Wat bent u?"

     Ik zei: "O, dat is gemakkelijk. Ik ben een 'Pinkster-Nazarener-Baptist' tegelijk."

7 Toen ik een paar jaar geleden onder de Pinkstermensen kwam, waar de Here mij heenzond, toen Hij verordineerde dat ik voor Zijn zieke kinderen zou bidden... En m'n eigen denominatie kerk, waarbij ik in die tijd was, geloofde niet veel van bidden voor de zieken of Goddelijke genezing. Het was vreemd voor hen. Zij vertelden mij dat ik een heilige roller zou worden. Wel, misschien ben ik een heilige roller geworden. Ik weet het niet, maar ik ben geweldig blij met wat ik ook ben. Iemand zei dat ik mijn verstand had verloren. Ik zei: "Laat me dan maar gaan, want ik ben op deze wijze gelukkiger dan ik was op de andere manier." Ik voel mij goed op deze wijze. En ik... Het is onuitsprekelijke vreugde geweest.

     Maar toen ik onder de Pinkstermensen kwam, dacht ik dat er maar één groep van hen was. Vervolgens kwam ik tot de ontdekking dat er ongeveer net zoveel groepen onder hen afgescheiden waren als er in de Baptistenkerk waren, waar ik uit kwam. Ik wilde toen geen zijde kiezen van enige groep. Ik probeerde tussen hen allen in te staan en te zeggen: "Wij zijn broeders." Zie? En dat is sindsdien altijd mijn houding geweest: om de grote gemeente van de levende God tezamen verenigd te zien in geloof en gebed en inspanning.

8 En toen de Volle Evangelie Zakenlieden hun organisme stichtten... Omdat zij geen organisatie zijn; zij zijn een organisme. En dat omvatte alle groepen. En het gaf mij een plaats en zij namen mij onder hun vleugels. En ik ben zeer dankbaar voor de gelegenheid om te spreken voor de Christen Zakenlieden, omdat ik mijn geloof kan uitdrukken onder alle groepen tegelijkertijd. Het is iets geweldigs voor mij geweest. En ik behoor tot één organisatie, dat is de Volle Evangelie Zakenlieden.

     En om dat te doen is er nu in Afrika, waar we dadelijk van plan zijn heen te gaan, daar in Zuid-Afrika, waar de Here ons gaf... Een van de grootste samenkomsten, naar ik veronderstel, die Hij ons ooit gaf, was daar in Zuid-Afrika, waar we zagen dat dertigduizend naakte heidenen Christus als Redder ontvingen in één middagdienst. Zij registreerden er dertigduizend.

     De volgende morgen, toen Sidney Smith, de burgemeester van Durban, die in de samenkomst was, mij opbelde... We hadden er zoiets van om en nabij de tweehonderdduizend in het stadion, of de windhonden... of de racebaan. En hij zei: "Ga naar uw raam en kijk uit het venster." En daar kwamen zeven vrachtwagens (van die grote Engelse vrachtwagens, die bijna zo groot waren als deze zaal) vol met krukken en rolstoelen en dergelijke, waar de mensen de vorige dag op gelegen hadden. En zij liepen achter de vrachtwagens, zingend met hun handen in de lucht, het lied dat u een paar ogenblikken geleden zong: "Geloven alleen, alle dingen zijn mogelijk."

9 En in mijn hart zei ik: "Here, dit zal een gedenkwaardige dag voor mij zijn." En de weinige dagen... de dag... Ik zou daar maar drie dagen zijn. En daarheen ga ik nu terug. Ik weet gewoon niet wat er allemaal plaats vond in die drie dagen. Dat kwam te geschieden door slechts één wonder dat de Here deed op het podium: Hij gaf aan een jongen, die op zijn handen en voeten liep als een hond, zijn rechte verstand terug en richtte hem op voor de mensen. En de dag daarvoor moesten die mensen van elkaar door hekken afgescheiden worden, omdat ze een stammenoorlog hadden. En nu hadden ze vrede, liepen met hun armen om elkaar heen te zingen: "Geloven alleen, alle dingen zijn mogelijk."

     Ik vertel u, het grootse oude Evangelie, hoewel in z'n eenvoud, heeft nooit zijn kracht verloren als het gepredikt wordt in de eenvoud van de opstanding van Jezus Christus. Het wordt mij elke dag dierbaarder.

10 En als u hier vanavond een zakenman bent en u bent niet in enige Zakenlieden gemeenschap gekomen, laat mij u dan deze Volle Evangelie Zakenlieden aanbevelen. U hoeft niet tot een kerk te behoren of in welke kerk u ook bent, het is volmaakt in orde. Het heeft als titel "Volle Evangelie Zakenlieden", maar het hoeft geen Volle Evangelie-man te zijn om het te doen. Methodisten, Baptisten, Lutheranen, Presbyterianen, zelfs Katholieke priesters, en wie het ook is... Zij zijn...

     Weet u, ik geloof dat Jakob een put groef en de Filistijnen joegen hem erbij vandaan. En ik geloof dat hij die "Boosaardigheid" noemde of zoiets. Hij groef er nog een en zij joegen hem erbij vandaan en hij noemde deze "Strijd". En hij groef de derde en zei: "Er is plaats voor ons allen." Dus ik geloof dat het zo is; er is hier plaats voor ons allen. En wij zullen u graag in dit gebied van Tucson hebben, dat u hier binnenkomt en gemeenschap met ons hebt.

11 Vergeet de samenkomst in Phoenix niet. En nu, ik weet dat wij niet verondersteld worden vanaf het podium hier te adverteren, omdat wij dat tot een gedragscode hebben gemaakt. Maar aangezien dit alles verbonden is met de Volle Evangelie Zakenlieden... Ik zal voor de zieken bidden en prediken de vier dagen voorafgaande aan de samenkomst, in de Ramada aanstaande december – januari, van de negentiende tot de drieëntwintigste. Vier dagen... Ik zal beginnen op de negentiende. Is dat juist? Ik begin op de negentiende. En dan heb ik vier dagen samenkomst.

     En voor u, mensen uit Tucson, volgende zondagavond bid ik voor de zieken in de Assemblies of God, Grantway, in de gemeente van broeder Arnold Mack. Als er iemand ziek is en zou willen komen, ik zal daar spreken, zo de Here wil, aanstaande zondagavond, en bidden voor de zieken.

12 En nu, mogen de zegeningen van God op u rusten. Als u uw Bijbel bij u hebt: ik zou graag snel tot het Woord willen komen, omdat ik weet dat velen van u morgen werken. En ik wil vanavond tot u spreken over een Schriftplaats die ik wil lezen uit het boek Romeinen, Romeinen, het achtste hoofdstuk. En wij willen beginnen bij het achtentwintigste vers en doorlezen tot en met vers 32. Romeinen 8:28.

     En wij weten, dat hun, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk hun, die naar Zijn voornemen geroepen zijn.

     Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd, het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broeders.

     En die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.

     Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

     Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?

13 Moge de Here Zijn zegeningen toevoegen aan het lezen van Zijn Woord. Ik wil spreken over het onderwerp "Gratie". De Bijbel zei hier vanavond dat Hij ons alle dingen gaf. Wel, we zouden zeker niet over alle dingen kunnen spreken, maar we willen één ding nemen dat Hij ons gaf, en dat is vergeving of gratie. En ik geloof dat het een heerlijk woord is, om te worden vergeven. Omdat wij allen schuldig zijn aan zonde. Wij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en God heeft door Zijn Zoon ons vergeven van deze schuld van ongerechtigheid en zonde.

14 En gratie herinnert mij aan een verhaal dat ik eens las. In de Vrijheidsoorlog geloof ik dat het was, was er een man, een soldaat, een infanterist die iets gedaan had dat was... De rechtbank had hem schuldig bevonden en hij werd veroordeeld om doodgeschoten te worden. Ik geloof dat het was vanwege het verzuimen van zijn plicht in tijd van oorlog. En hij zou gedood worden door het vuurpeleton.

     En een kameraad had zo'n medelijden met deze man, dat hij tenslotte naar de grote president Lincoln ging. Lincoln die een Christelijke heer was... Ze zeiden dat hij in zijn koets reed toen de boodschapper hem ontmoette. En hij viel op zijn knieën en zei: "Meneer Lincoln, president van de Verenigde Staten, vriendelijke heer," zei hij, "ik vraag om genade voor iemand, daar ik weet dat u een Christen bent en weet dat u teerheid in uw hart hebt voor de vermoeide."

     Hij zei: "Mijn vriend stond op zijn post waar hij was gelegerd, maar toen de geweren bulderden en de kanonnen vuurden, werd hij bevreesd en verliet zijn post. Meneer Lincoln, hij bedoelde het niet te doen. Hij is een goede man. En nu, over een week vanaf deze dag moet hij sterven voor het vuurpeleton. Er is geen manier om hem te redden, tenzij u zijn amnestie wilt tekenen."

15 Meneer Lincoln trok, met tranen in zijn ogen, een stuk papier uit zijn aktentas en schreef erop: "Ik, Abraham Lincoln, verleen deze man gratie en hij zal niet sterven", en ondertekende met zijn naam.

     En de man wenste hem Gods zegen en keerde terug naar de gevangenis en zei tegen zijn vriend: "Ik heb je gratie." En hij trok het stuk papier uit zijn zak en liet het hem zien.

     Maar de man zei: "Spot niet met mij. Ik sta hier op het punt om te sterven en dan kom je met zoiets aan? Ik geloof het niet. Ik kan het gewoon niet geloven. Dat is niet zo... Iedereen kan wel met Abraham Lincoln ondertekenen."

     Hij zei: "Maar dit is de handtekening van de president." Hij zei: "Het is je vergeven." Maar hij keerde zich af en liep weg. En de man stierf voor het vuurpeleton.

     Terwijl er hier een ontheffing is van Abraham Lincoln, de president van de Verenigde Staten, om deze man vrij te laten en toch schoten zij hem dood. Dus werd het onderzocht in het Federale Gerechtshof en men kwam tot de beslissing: "Gratie is geen gratie, tenzij het als gratie wordt aangenomen."

16 Dus dit wat ik vanavond las, dat God ons alle dingen geeft en Hij ons vergeving schenkt, dat is vergeving voor diegenen die Gods Woord als vergeving willen aannemen. Maar het is alleen... Het alleen maar te lezen betekent niet dat het u vergeven is. Het betekent dat u het moet aanvaarden als uw vergeving, dat God Zijn Zoon gaf om te sterven in uw plaats, en dan is het een vergeving.

     De vrijmaking van schuld willen wij hier op plaatsen. Gods vergeving is een ontheffing van schuld. Niet het zich afwenden door de een of andere psychologische leer, wat u misschien een soort gevoel geeft dat u gedaan hebt wat juist is, door u bij een kerk aan te sluiten of een geloofsbelijdenis aan te nemen, maar het is een ontheffing van uw schuld door de kracht van Golgotha. Iets heeft u bevrijd. Er is geen schuld meer. De Bijbel zegt, geloof ik in Romeinen 5:1 [Romeinen 8:1 – Vert]: "Zo is er dan nu geen oordeel voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest."

17 Nu, bij een mens, man of vrouw, wanneer hij van zonde bevrijd is, is geen verlangen meer in hun hart om naar de dingen van de wereld te leven. Hij is vrijelijk vergeven en wordt een nieuwe schepping in Christus Jezus. En zijn verlangens worden gericht op de dingen die boven zijn, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Hij is om niet bevrijd. Hij hoeft geen priester te hebben die het hem vertelt of een prediker die het hem vertelt. Hij weet in zichzelf dat hij vergeven is, omdat hij het aangenomen heeft op grond van dat God het hem zond door Christus Jezus. Wat een gevoel is het om vrij te zijn van zonde.

18 Mij werd verteld dat, toen de Bevrijdingsproclamatie voor de slaven in het Zuiden werd getekend, dat de bepaalde tijd waarop zij vrij zouden zijn, op een zekere morgen bij zonsopgang. En zij gingen allen de oude plantage uit. En velen van de jonge mannen klommen op de top van de berg om de zon het eerst te zien opkomen, en vervolgens de oudere mannen, een beetje lager, en dan aan de voet de vrouwen en kinderen. En zij wachtten een lange tijd vóór daglicht, omdat slavengordels, harde beproevingen, hun leven met smart hadden getekend, en zij verlangden naar die dag dat zij wisten dat hun gratie gegeven was.

     En de Bevrijdingsproclamatie zei dat zij op zekere dag met zonsopgang vrij waren. En zij verlangden dat uur te zien dat de zon opkwam, waren zo verlangend dat zij de bergen beklommen. O, als zondaars vanavond slechts dat verlangen zouden kunnen hebben om te weten dat u vergeven bent. U bent vergeven op de minuut dat u Jezus Christus als uw Redder aanvaardt. Dan bent u vergeven.

     Zij zeiden dat de jonge mannen wachtten. En zodra de zon begon te schijnen in het oosten, schreeuwden zij naar de ouderen: "Wij zijn vrij", en de ouderen riepen naar de vrouwen en kinderen: "Wij zijn vrij, wij zijn vrij", omdat de zon op was.

19 O, toen de mens zich verkocht had aan de zonde en toen de Zoon van God die morgen opstond uit het graf voor onze rechtvaardigmaking, geloof ik dat er een schreeuw door het land zou moeten gaan: "Wij zijn vrij van de zonde en schande, vrijelijk vergeven door de boeien van Golgotha." Er kon niets groters aan het menselijk ras gegeven worden.

     Toen de mens zondigde in de Hof van Eden, stak hij een grote kloof over en scheidde zich van de Eeuwige. De mens was tot die tijd eeuwig met God. Hij had geen ziekte, smart of dood. De mens werd niet gemaakt om te sterven. De hel werd niet gemaakt voor de mens. De hel werd geschapen voor de duivel en zijn engelen en niet voor de mensheid, omdat zij op aarde werden geschapen om zonen en dochters van God te zijn. Maar toen de mens zondigde en de grens tussen goed en kwaad overschreed, scheidde hij zichzelf af van God, die hem geen weg terug over liet. Hij was totaal verloren. Hij kon niet terugkomen omdat hij gezondigd had.

     Maar God, rijk in genade, aanvaardde een vervanging. Omdat Hij had gezegd: "De dag dat ge daarvan eet, op die dag sterft gij." En Gods rechtvaardigheid en Zijn heiligheid vereist de dood, omdat het Zijn Woord is. Hij moet Zijn Woord houden om God te zijn.

20 En nu... De liefde die Hij had voor het menselijk ras en toch te moeten zien dat zij zich van Hem afscheidden; en de gemeenschap die Hij met Zijn kinderen had in de Hof van Eden en die gebroken harttoestand waarin Hij al die tijd moest zijn, omdat Zijn Woord zei: "De dag dat ge daarvan eet, op die dag sterft gij." ... Dan kunnen wij erop rekenen dat wat God zegt waar is. Het moet komen te geschieden. God kan Zijn Woord niet terugnemen (zie?), omdat Hij oneindig en eeuwig is. Zijn eerste beslissing is een beslissing voor immer. Hij hoeft hem niet terug te nemen omdat Hij er meer over heeft geleerd. Hij is oneindig om mee te beginnen. En daarom, als God iets zegt, is het volmaakt op die wijze. Het kan nooit veranderd worden, omdat het de volmaakte beslissing is.

     En dan zoals God handelt met de personen die Zijn beslissing accepteren, zal Hij aldoor met elke persoon handelen die Zijn beslissing op die wijze aanneemt. Daarom, als Hij een weg maakte voor een mens om gered te worden, dan is de eerste weg die Hij maakte altijd dezelfde weg gebleven. Als God de zieken genezing beloofde door geloof, blijft het altijd op die wijze. Hij kan het niet terugnemen. Zie? Hij moet altijd hetzelfde blijven.

21 Nu, God aanvaardde een vervanging voor de mens in de Hof van Eden, en dat was door een bloedoffer. Bloed moest de prijs betalen. En het is altijd hetzelfde gebleven. Er is nooit enige andere wijze of iets anders geweest, wat ooit de plaats daarvan innam. Het was bloed. De enige manier waarop God Zijn kinderen terugneemt is door dit plaatsvervangend bloed. Geen andere prijs kan betaald worden. Niets anders zal voldoen. Gods eerste beslissing is altijd volmaakt. Hij is eeuwig. En wij weten dat dit waar is, omdat God niet kan liegen en Hij kan Zijn Woord niet terugnemen. Sedert die tijd is het Gods enige weg en enige plaats van gemeenschap met de mens geweest.

22 Nu, het onderwerp was... Nu, het woord "dood" betekent "scheiding". Als wij hier sterven betekent het niet... Onze lichamelijke dood betekent niet dat wij dood zijn. Jezus zei: "Wie in Mij gelooft, al ware hij dood, toch zal hij leven; een ieder die leeft en in Mij gelooft, zal nimmer sterven." Nu, die dood waarvan daar sprake is, is scheiding van de tegenwoordigheid van God. Maar de lichamelijke dood waar wij hier doorheen moeten gaan, is toch geen dood. We blijven nog steeds in de tegenwoordigheid van God. We verhuizen van deze plaats naar een plaats dichter bij Hem, in Zijn tegenwoordigheid. Het is niet de dood die wij dood noemen, zoals wij het hier noemen.

     Denk aan wat Hij zei over het meisje dat gestorven was, het dochtertje van Jaïrus: "Zij is niet dood, maar slaapt." En zij lachten Hem uit als voorwerp van spot. Hij... ze wisten dat zij dood was, dat was hun uitdrukking, dat zij 'dood' was. Maar Jezus zei: "Zij slaapt." En Hij ging heen en maakte haar wakker; en zij kwam terug tot leven.

23 Nu, vanaf Adam tot nu toe heeft de mens geprobeerd zijn eigen vervanging te maken. Hij heeft zijn best gedaan om het iets beter te doen dan God toen deed. Dat doet de mens gewoon van nature. De mens probeert altijd iets te verbeteren, het op een andere wijze te maken. Hij wil zijn eigen ideeën in het plan van God inbrengen. En daarom staan wij vanavond gescheiden, de Christelijke mensen van de wereld, door grenzen, denominatie-grenzen. We... Dit komt doordat de mens zijn eigen idee in Gods plan heeft geïnjecteerd. Zoals ik al gezegd heb, is het vanaf Adam tot nu toe op die wijze geweest.

     Adam drukte het menselijk denken uit in de Hof van Eden toen hij voor zichzelf een schort van vijgenbladeren maakte om God tegemoet te treden. Het is iets wat hij zelf deed. En na vijgenbladeren heeft hij opleiding geprobeerd, krachten, steden, afgoden, beschaving, denominatie. Maar het blijft altijd hetzelfde. God aanvaardt Zijn onderdanen alleen onder het bloed. En dat is alles.

24 Opleiding heeft totaal gefaald. Des temeer we geschoold worden, des te verder we uit elkander raken. Denominatie heeft totaal gefaald. We trekken grenzen en werpen barrières op en ieder probeert z'n denominatie hoger te krijgen dan de andere en het verbreekt de gemeenschap. Beschaving heeft alleen maar verwarring teweeg gebracht. Steden, torens en wat al meer hebben alle gefaald. En Gods plan blijft nog steeds hetzelfde: onder het bloed.

     Dit bloed moest getoond bloed zijn. In de Hof... Vroeger in de tijd van Israël, toen Israël het lam moest doden en het bloed aanbrengen aan de bovendorpel en aan de deurpost, vereiste God dàt. En dat teken moest daar zijn, ongeacht vanuit welk ander standpunt die mensen misschien hadden laten zien dat zij besneden Israëlieten waren. Zij mogen misschien hebben beleden: "Wij geloven elk Woord dat Jehova zegt." Maar dat maakte het niet ongedaan. Zij moesten dat teken tentoon spreiden. Het bloed moest gezien worden. En zo is het vanavond ook. Ik geloof dat elke Christen het bloed van Jezus tentoon moet spreiden, dat hen gereinigd heeft van de dingen van de wereld, ongeacht de kosten.

25 Nu, in die tijd moest het teken aan de deur zijn. Het moest daar zijn, ongeacht hoe godsdienstig het huis was, hoe godsdienstig de mensen, hoe goed zij hun kinderen opgevoed hadden, hoe fijn zij naar de gemeente kwamen, hoe goed zij alle dingen die God gezegd had tentoon hadden gespreid, toch moest in dat late uur waar het om dood en leven ging, het bloed aangebracht zijn. En het bloed liet zien dat een onschuldige vervanger de plaats van de aanbidder had ingenomen. En de chemische bestanddelen van dit bloed, het rode bloed zelf, was een teken aan de deur dat dit huis veilig was onder het bloed.

26 Nu, dat was een type. Nu, in deze laatste dagen komen wij weer terug tot het uur dat God Zijn gemeente bevrijdt. Ik geloof het. En zo zeker als dàt bloed moest staan als een gedenkteken, zo moet het met het teken zijn dat vandaag vereist wordt. Want... Nu, zij konden niet de chemische bestanddelen van het bloed van de Here Jezus nemen en het op de deur van ieders hart plaatsen, maar ziet u, in die tijd stierf een dier, hetwelk een lam was. En om te laten zien dat het dier dood was, was het bloed aan de deur. Maar het leven dat in het dier was, kon niet op de aanbidder komen, omdat het dier geen ziel heeft. Dus het leven dat in het dier was, kon niet op de aanbidder komen.

27 Maar vandaag nu het bloed van Gods eigen Zoon werd vergoten op Golgotha voor onze vergeving, werd het leven vrijgegeven dat in dat bloed was, wat God zelf was. En de Heilige Geest keert terug op Zijn gemeente, op zijn gelovigen, en het is het teken in deze laatste dagen. En Hij zal voorbijgaan aan de man of vrouw die de dood van Jezus Christus als hun plaatsvervanger hebben aangenomen, en de Heilige Geest getuigt ervan.

     U zou misschien zeggen: "Ik heb het aangenomen." En u leeft nog steeds in de wereld; u leeft nog steeds zoals de wereld. Dan is er geen bewijs dat dit leven voor u was, totdat dat bewijs van de Heilige Geest uw leven heeft vervuld. Dat is Gods vereiste: dat elke man of vrouw dat bewijs als een teken moet hebben in deze laatste dagen. "Als Ik het bloed zie..."

     Jezus zei: "Waarlijk, waarlijk, Ik zeg u, tenzij een mens wederom geboren wordt door het water en de Geest, zal hij geenszins ingaan in het Koninkrijk." Daarom, het is Gods programma altijd geweest: het bloed.

28 Het was bloed in het Oude Testament. Het was bloed in het Nieuwe Testament. In het Oude Testament waren het de chemische bestanddelen, die een type waren van het leven dat moest komen. Het liet zien dat er een vervanging genomen was. Maar de aanbidder ging weg met hetzelfde schuldige geweten dat hij had toen hij kwam om zijn lam te offeren. Maar op deze wijze is er voor de aanbidder, eenmaal gereinigd van de zonde, geen bewustzijn meer, de zaak is dood, voorbij en u bent overgegaan van dood in leven. En u bent weer levend in Christus Jezus met eeuwig leven, terwijl de Heilige Geest binnenin u rust, opnieuw voortbrengend het leven van Jezus Christus. Want de Bijbel zei, Hebreeën 13:8: "Hij is dezelfde gisteren, heden en voor immer."

     God wacht op het uur dat Hij Zijn gemeente tot die positie zal zien komen, ongeacht welke denominatie, geloofsbelijdenis, kleur of wat het ook moge zijn, maar dat Zijn hele gemeente zal komen tot de plaats dat zij het teken van de dood van Jezus Christus tentoon spreiden. "Een kleine tijd", zei Hij, "en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij zult Mij zien; omdat Ik leef, leeft gij ook. Ik zal met u zijn, ja, in u, tot het einde van de wereld." "Jezus Christus, Dezelfde gisteren, heden en voor immer."

29 Ik kom soms onder Christenen terecht die beweren geheiligde mannen en vrouwen van God te zijn. Ze schamen zich voor een getuigenis. Ze schamen zich om "Amen" te zeggen. Ze schamen zich om de liederen Sions te zingen. Ze schamen zich overal voor. Ik houd ervan terecht te komen onder mensen die zich niet schamen voor het Evangelie van Jezus Christus. Hoewel het ketterij schijnt, maar toch schamen zij zich niet. Er is iets gebeurd en het betekent meer dan leven voor hen. Het is leven. Het is eeuwig leven omdat zij Gods vervanging hebben aangenomen.

30 Ik houd van dit soort zingen. Toen ik enige ogenblikken geleden daar achterin aan het bidden was voor sommigen van de mensen die binnen gebracht waren... En daar dit geen gebedsdienst was, alleen maar om te spreken, was ik daar en kon ik de liederen horen, het klappen van hun handen. En wij vroegen ons af... Sommigen van hen zag ik zelfs de vloer op en neer rennen, wat zij dansen in de Geest noemen.

     In het begin was ik er een criticus van, als ik de Pinkstermensen zag dansen in de Geest. En ik dacht: "Wat is dit? Het moet een hoop nonsens zijn." Toen begon ik de Bijbel te lezen. En ik ontdekte dat, wanneer men in de Geest danste... De duivel bootste het na en plaatste hen hier buiten met rock-and-roll en zulk spul, maar de echte ware dans komt van God. Zo is het precies. En een dans betekende altijd overwinning.

31 Toen David Goliath doodde en deze kleine rossig uitziende jongen de stad binnen kwam zeulen met het hoofd van deze reus, kwamen de mensen hem dansend tegemoet. Zij hadden de overwinning. Toen Mozes de Rode Zee overstak door de kracht van God en de kinderen van Israël aan de andere kant bracht, pakte Mirjam een tamboerijn en alle dochters van Israël gingen heen en weer langs de oever, slaande op de tamboerijn en dansend in de Geest. Als dat geen ouderwetse Pinkstersamenkomst is, heb ik er nooit een in mijn leven gezien. Het probleem lag bij mij, ik had niet genoeg overwinning. Maar wanneer je tenslotte die overwinning krijgt en het teken van het bloed van Jezus Christus op je komt...

32 Ik herinner mij David, de grote psalmist van de Bijbel. Toen hij iets gedaan had – deze grote koning – werd hem Sauls dochter gegeven. En zij was een soort stijfdeftige, voorname zogenaamde gelovige. En de ark van God was weg geweest gedurende een lange tijd, de zichtbare tegenwoordigheid van God. De Vuurkolom hing boven deze ark. De Filistijnen waren gekomen en hadden hem weg gebracht onder de regering van Saul. En op de dag dat David de ark terug zag komen in het huis van God, liep David voor de ark uit en hij danste voor de Here, de lofprijzingen van God zingend. En Sauls dochter scheen heel erg in verlegenheid te zijn bij de handeling van die man. Haar man, haar jonge knappe man had in haar tegenwoordigheid zich uitgesloofd en misdragen, voor de dochter van de koning. En David zei: "Als... zoveel... als je daar niet van houdt, let hier nog eens even op." En daar ging hij weer rond en rond en rondom de ark, dansend in de Geest. En zij was er verlegen mee. En God vloekte die vrouw met een vloek.

     O, de overwinning door het bloed van Jezus Christus, het teken van de opstanding van Christus, Zijn leven leeft binnenin Zijn gemeente. Er is geen andere wijze van gemeenschap dan onder dat bloed. Onze denominaties zullen ons scheiden en de een zegt: "Dat is onzin." En de ander dit, dat of wat anders.

33 Pinksteren was ons patroon. Niemand zal moeten zeggen wat – of kan anders zeggen dan dat de gemeente geïnstalleerd werd op de dag van Pinksteren. En dezelfde Geest die op hen kwam op die dag... Elke keer, zonder mankeren, als in de Bijbel de Heilige Geest op de mensen kwam, handelden zij op dezelfde wijze.

     Laat mij dit zeggen, dat in de heidense landen waar ik de plaats, het voorrecht heb gehad om heen te reizen, waar ik naakte heidenen van de eilanden gezien heb en bij de Hottentotten en ze daar zag staan terwijl je door een tolk moest spreken. Ze hadden nooit in hun leven van de Naam van Jezus Christus gehoord. Maar vertel hun het verhaal en vraag hun om hun handen op te steken en God te ontvangen, dan doen zij hetzelfde als wat u hier doet als u de Heilige Geest ontvangt. Het laat zien dat het een universele zaak is. Het is de kracht van de Almachtige God, het tentoon spreiden van Zijn teken op Zijn kinderen, of ze nu rood, zwart, wit of wat ze ook mogen zijn. Het is de enige plaats waar gemeenschap wordt gegeven.

34 Nimrod bouwde een toren en Nebukadnezar een stad, enzovoort. Men blijft maar doorgaan door middel van geleerden en alles, maar het blijft altijd nog zo dat het bloed was dat... God nam Zijn beslissing dat het een onschuldige vervanging zou moeten zijn, die de plaats voor vergeving van de schuldige mens zou innemen en het blijft hetzelfde vanavond. Hij heeft het nooit veranderd.

     Job leefde daarbij. Job, het oudste boek in de Bijbel. En hoewel er van alles met die man gebeurde, hield hij toch ferm stand, omdat hij wist dat hij aan Jehova's eisen had voldaan. Hij wist dat het juist was. Abraham evenzo, velen van hen; Israël ontmoette slechts... Er was maar één plaats waar Israël gemeenschap kon hebben. Dat was onder het vergoten bloed. De mensen moesten van overal in Jeruzalem aanbidden. Totdat er een offer was, was er geen aanbidding, en het offer was bloed.

35 Heden, hoewel het land volledig schijnt opgeleid te zijn en hoe hoog beschaafd men schijnt te zijn, met al ons wetenschappelijk onderzoek om een atoom te splitsen en wat er ook maar plaats vindt, om een raket naar de maan te schieten of een satelliet naar boven te zenden of wat het ook moge zijn – al ons wetenschappelijk onderzoek, al onze denominaties, al onze opleiding, al onze scholen, hebben ons alleen maar verder van God gebracht dan men in het begin was.

     Wat nodig is, is een overgegeven hart aan de kracht van de Almachtige God door Zijn wil, en de Heilige Geest zal komen als een teken op die persoon. "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Het blijft altijd hetzelfde. Christus heeft gezegd: "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan elk schepsel. Wie gelooft en wordt gedoopt, zal behouden worden; wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. En deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Het is de manifestatie van de Heilige Geest, dat God de aanbidder heeft aangenomen, want de Geest en het leven dat in Christus was, komt op de aanbidder.

36 Zou u zich een Jood kunnen voorstellen in de oude dagen onder het vergoten bloed? Hier komt hij de weg af. Het is de dag van de verzoening. Hij gaat een offer brengen. Hij heeft een mooie vette os. Dat is Jehova's vereiste. Of misschien zullen we zeggen dat hij een lam heeft, een mooi vet lam. Het zal door de priester nagekeken worden om te zien of er geen gebrek aan is. En dan gaat hij naar de plaats van aanbidding. Hij beseft dat hij een zondaar is. Hij heeft gedaan wat verkeerd was.

     Nu, hij legt zijn handen op het offer. Door zijn handen op het offer te leggen, vereenzelvigt hij zich met het offer. En dan wanneer het de keel is doorgesneden of zijn leven is genomen, zijn handen liggen erop en zijn leven is genomen, voelt hij de pijn daar dat dit dier stervende is en het bloed spuit op zijn handen, hij beseft dat dit dier zijn plaats inneemt. En daar gaat hij gerechtvaardigd terug, omdat hij precies gedaan heeft wat Jehova van hem heeft vereist om te doen.

37 En dat is hetzelfde met de Christenen vandaag. Het is geen kaart tekenen, dat u zoveel dagen naar de zondagsdienst zult komen, of zoveel zondagen komt in een jaar. Het is niet een gelofte doen dat u gedurende zes maanden niet meer zult drinken. Dat is het niet. Het is uw handen leggen op Gods voorziene Offer, Zijn vergeving, op het hoofd van Jezus Christus en het scheuren voelen van het vlees op Golgotha en dan u vereenzelvigen met Hem in de doop, dat zoals Hij stierf en weer opstond, u bent begraven in Zijn Naam, om weer op te staan in nieuwheid des levens, om te wandelen als een nieuw schepsel in Christus. Als u dat doet met oprechtheid...

38 Hij deed dit. Jehova's bevel... En zo voelt hij zich gerechtvaardigd. Nu, de Jood kon gerechtvaardigd worden, omdat hij gedaan had wat Jehova hem beval te doen. Uiteindelijk... Dat was juist. Jehova vroeg dat en dat was wat Hij vereiste. Maar tenslotte werd dat een familietraditie. De dag van de verzoening kwam en misschien hadden de Joden gedaan wat verkeerd was. Hij zou zeggen: "Wel, ik geloof dat het Verzoendag is. Ik kan maar beter mijn lam daar brengen." Zie, het werd een familietraditie. Ze gingen er niet mee om in oprechtheid. Ze deden het slechts omdat de families het altijd hadden gedaan: "Dat is wat we behoren te doen. Alle families doen het, dus moeten wij het ook doen." En dat is nu net precies waar ons Christendom toe is gekomen. Dat is net precies waar onze Pinksterbeweging toe is gekomen. Het is een familie traditie. Zie, wij vereenzelvigen ons niet met ons Offer, dat we dood zijn met ons Offer. We zijn... We zeggen: "O, we zijn Christenen omdat ik mij bij de kerk heb aangesloten."

     Het aansluiten bij de kerk is fijn. Maar totdat u vereenzelvigd bent, tot u uw handen op Hem legt en u en Hij één worden, tenzij de Geest van Christus in u komt en u in Christus, totdat u een zoon en dochter van God wordt... Er schijnt niet de oprechtheid te zijn die zij moesten hebben. Het wordt een ritueel. Precies hetzelfde als het nu is, het is een ritueel voor de mensen om een Christen te worden.

39 Ik vroeg hier enige tijd geleden aan een jongedame in de gebedsrij: "Bent u een Christin?"

     Ze zei: "Wel, ik ben een Amerikaanse; dat wil ik u wel zeggen."

     Nu, of zoiets dergelijks er iets mee te maken had. Een Amerikaan, het is geweldig om een Amerikaan te zijn, maar dat betekent niet dat u een Christen bent. U moet wederom geboren worden.

     Ik vroeg aan een andere vrouw: "Bent u een Christin?"

     Wel, ze was zo uit haar humeur, dat ze zei: "Ik geef u te verstaan dat ik elke avond een kaars brand." Of iets dergelijks er iets mee te maken had. U moet vereenzelvigd worden met Christus en Zijn leven moet leven in u. Dat is wanneer u vereenzelvigd bent met Christus, dat is wanneer Christus leeft in u. Het is geen ritueel. Het is niet behoren tot een gemeente. Dat is allemaal goed. Maar, ziet u, de echte oprechtheid...

     Als wij naar de genezingsdiensten komen, als u opmerkt bij de onderscheiding in de rij, is het voortdurend: "Vertel de mensen zich te bekeren." Zie? Zij zijn... U gaat naar...

40 Onze gebeden zijn een traditie geworden. We knielen 's avonds neer en zeggen: "Here, zegen Zus-en-zo en zegen Zus-en-zo en doe dit, en help Jan, doe dit allemaal." U maakt God tot een mascotte of u maakt Hem tot een soort loopjongen. "God, doet U dit en doet U dat en doet U dit..." Dat is niet de manier waarop Jezus ons leerde te bidden. Hij zei om zo te bidden: "Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel." Maar wij proberen God te vertellen wat Hij voor ons moet doen.

     En dat is de reden waarom de gemeente afkoelt. Daarom is de grote opwekking die zo juist door het land is gegaan en miljoenen in de gemeente gebracht heeft... Het is – het... Zij zijn tot een plaats gekomen dat zij deze ervaringen, enzovoort, gebruiken als een traditie, in plaats van berouw naar God te hebben en de Heilige Geest het werk van Zijn bediening binnenin u te laten doen en een nieuw leven in u te scheppen en u zo hongerig te maken om naar de gemeente te gaan, dat u niet van de gemeente weg kunt blijven. Daar gaat het om. Niet om kaarten te tekenen en toe te treden, enzovoort. Het gaat er om het leven van Christus in u te hebben, hoe Hij gewoon verlangt te gaan. Er is iets binnenin u dat u dringt.

41 Zoals ik gisteren in een gesprek, een klein interview, tegen een jongeman zei. Ik zei dat ik vroeger langs een kleine bron kwam, toen ik jachtopziener in Indiana was. En daar was... Het was altijd de gelukkigste bron die ik ooit in mijn leven zag. Grote bronnen in Indiana borrelen op met dat fijne koude water, kalksteenwater. En op zekere dag zat ik bij de bron en sprak er tegen, net zoals ik veronderstel dat Mozes zal hebben gezeten bij het brandende braambos om er tegen te spreken. En ik zei: "Kleine bron, wat maakt je zo gelukkig, dat je steeds maar borrelt? Als ik hier kom in de wintertijd, borrel je. Als ik kom in de lente, herfst, zomer, wanneer het ook is, borrel je. Is het misschien dat je zo gelukkig bent omdat de konijnen uit je drinken?"

     Welnu, als hij zou kunnen spreken, zou hij zeggen: "Nee, dat is het niet."

     Ik zei: "Wel, misschien omdat herten hier uit komen drinken."

     Hij zou zeggen: "Nee, dat is het niet."

     Ik zei: "Nu, wel, misschien is het omdat ik zo nu en dan uit je drink."

     "Nee, dat is het niet. Ik ben blij dat ze allemaal komen drinken, maar dat is niet de reden waarom ik aldoor maar borrel."

     "Wel, wat doet je dan zo borrelen? Wat maakt je zo gelukkig om altijd maar op te wellen?"

     Als hij zou kunnen spreken, zou hij zeggen: "Ik ben het niet. Het is iets achter mij dat mij dringt."

42 Zo is het met een Christelijke ervaring. Het is niet iets dat u probeert op te werken. Het is iets achter u dat in u werkt. Het is eeuwig leven dat zich omhoog beweegt, opwellend als een... Zoals Hij aan de vrouw bij de bron vertelde: "Het zullen waterbronnen zijn die opspringen tot in het eeuwige leven." Het is iets binnen in de aanbidder, als hij vereenzelvigd is met Christus, omdat hij weet dat Hij leeft. Maar wij willen het niet tot een traditie laten worden.

     Toen Israël tot een plaats kwam dat zij de geboden van God, met hun offers, tot een traditie maakten, toen was het dat de machtige profeet Jesaja door God tot hen gezonden werd met ZO SPREEKT DE HERE. Ergens, op de een of andere wijze, kan God altijd Zijn hand op een man leggen die niet bang is om de zaak af te stropen. Dat is het. Ergens, op de een of andere plaats...

43 Jesaja stond op. Als u Jesaja 1 zult lezen, ik heb het hier opgeschreven. Jesaja vertelde hun, zeggende: "Uw offers (die Jehova vereiste) zijn een stank in Mijn neus geworden. Ik versmaad ze en het vette der rammen en van de vaarzen", enzovoort. God versmaadde ze. De zaak zelf die Hij hun beval te doen verachtte God, omdat zij er een ritueel van hadden gemaakt...

     En wij kunnen het Woord van God ook tot een ritueel maken (Zo is het), als wij het benaderen als een traditie, als een ritueel. Wij moeten het benaderen, wetend dat het ZO SPREEKT DE HERE is. Als God het beloofde, zal God Zijn belofte gestand doen. Hij is groter dan Zijn belofte. Hij is het altijd geweest. "Hij is in staat", zoals Abraham zei, "om te volbrengen wat Hij had beloofd." Hij is altijd in staat om dat te doen, om Zijn Woord te houden.

44 Nu, Jesaja vertelde hun, dat zij deze dingen die zij aan het doen waren, gedaan hadden zonder oprechtheid. Zij hadden het alleen gedaan omdat de overigen het deden. Zij waren geworden – zij deden het ook omdat het een vereiste van Jehova was. En de hele familie deed het en de moeders deden het en de grootvaders deden het. Waarom zouden zij het niet kunnen doen?

     Nu, wij doen hetzelfde. "Mijn grootvader was Presbyteriaan, dus ben ik Presbyteriaan."

     "Mijn vader was Baptist, dus ben ik Baptist", enzovoort.

     "En mijn vader was een Pinksterman, dus ben ik een Pinksterman." Dat is het niet.

45 Wij komen tot de plaats waar wij beseffen, dat wij ons hebben afgescheiden. Wij zijn afgescheiden van God. En wij komen op de basis van het vergoten bloed van Jezus Christus. Onder dat bloed, daar kunnen de Methodist, Baptist, Lutheraan, Presbyteriaan, de Pinkstermensen elkaar allen ontmoeten op een gemeenschappelijke grond, ongeacht de traditie of het ritueel dat zij hebben. Zij kunnen daar samenkomen onder één gemeenschappelijke zaak en dat is onder het bloed van Jezus Christus.

     Totdat de gemeente terugkomt tot een plaats, afgescheiden van haar rituelen en terugkomt tot Gods oorspronkelijke plan, dat mensen worden geboren in het Koninkrijk van God en niet door toetreden tot de gemeente... Dan is het de tijd dat gemeenschap overal zal regeren en de Geest van de Here de aarde zal bedekken, zoals de wateren de zee bedekken, als het komt tot een plaats dat de mensen hun verschillen kunnen vergeten en tezamen komen in gemeenschap onder het bloed.

46 Wij kunnen niet allen komen onder de traditie van de Baptisten of van de Presbyterianen, onder de traditie van de Methodisten of van de Pinkstermensen. Maar wij kunnen elkaar allen ontmoeten en gemeenschap hebben onder het bloed van Jezus Christus, omdat het Gods oorspronkelijk plan is. Dat is juist. Amen. Daar is de vergeving.

     Een Methodist kan naar een Baptist kijken en zijn hoofd afgewend houden en een Baptist zal kijken naar een Pinksterman, een Pinksterman kijkt terug naar de Baptist, op hun tradities. Maar als zij samen komen onder het kruis, waar het bloed van Jezus Christus alle mensen van zonde reinigt, is hij een nieuwe schepping in Christus Jezus. Hij is een broeder. Het maakt niet uit met welk merk hij gemerkt is, hij is een broeder. Omdat dat de enige grond is waarop wij allen kunnen samen komen. Het is Gods wijze van doen. Deze andere dingen zijn door mensen gemaakte geloofsbelijdenissen, die hier in geïnjecteerd zijn. Maar Gods oorspronkelijk plan voor vergeving is onder het bloed van Jezus Christus. Dat is Gods plan om het te doen, ja.

47 De tradities in die dagen... de grote profeet schreeuwde het uit en zei: "Uw tradities zijn krachteloos. Zij stinken voor Mij. Ik heb er geen vertrouwen in." De mensen offeren deze offeranden zonder zelfs geloof te hebben in wat zij doen. Nu, laten wij even onszelf de vraag stellen. Is dat niet zoiets als vandaag? Hoe erg wij het ook vinden om te zeggen, we moeten wel de feiten onder ogen willen zien. Er is ergens iets verkeerd.

     Wel, deze gemeente behoorde een miljoen mijl verder op weg te zijn dan zij nu is. Jezus verwacht dat Zijn gemeente klaar zal zijn. Zijn bruid heeft zichzelf gereed gemaakt. We hebben de mogelijkheden. De Heilige Geest is hier. God is hier. De kracht om de zieken te genezen, de kracht om alle dingen te doen die Christus deed. Ik heb het zelf gedemonstreerd gezien door de Heilige Geest. Dus zijn de mogelijkheden hier.

     Waar God op wacht is dat wij wegkomen van onze tradities en terugkomen onder het bloed van Zijn Zoon, Jezus Christus, en de gemeente van de levende God worden, waar Methodist, Baptist, Lutheraan, Presbyteriaan, of wat al meer, elk die wil mag komen en vrijelijk nemen van de wateren des levens. Ik geloof dat met alles wat in mij is. Wij... God heeft de Heilige Geest gezonden om dat te doen. Maar wij met onze rituelen, zonder oprechtheid... Wij gaan omdat het een traditie is en omdat het een ritueel is. Wij gaan zonder oprechtheid, zonder werkelijk berouw over de zonde.

48 Onlangs merkte ik op, in die grote beroemde samenkomst van een van onze grote welbekende broeders in Californië... En ik merkte in die samenkomst op, als die mensen naar voren kwamen, jonge teenagers... Ik bewonderde de broeder voor zijn geweldig standpunt. Iedereen zou dat doen. Als u in de positie bent om te zien welke plaats hij in de laatste dagen ingenomen heeft, zult u dat ook doen. En toen ik zag hoe die mensen naar het altaar kwamen om een beslissing te nemen, meisjes die kauwgom kauwden, jongens die elkaar aanporden, mensen die lachten, dat is niet de wijze om met Goddelijk berouw te komen. U moet onder overtuiging komen. God, zend ons een ouderwetse Pinkster Heilige Geest opwekking die de zonde bij de wortel zal aanpakken en mannen en vrouwen zal overtuigen.

     Niet om te zeggen: "Ik zal naar de gemeente teruggaan en ik zal mijn gemeenschap vernieuwen. Ik zal een kaart tekenen." Dat is in orde. Maar u kunt u aansluiten bij de Vrijmetselaars, bij de Vereniging tot verbroedering der mensheid en van alles en hetzelfde resultaat hebben. Maar als u komt onder Gods vergevende verzoening van het bloed van Jezus Christus, moet er een oprechtheid intreden. God vereist oprechtheid.

     Als het Hem zo'n prijs kostte om Zijn eniggeboren Zoon te geven, hoe zullen wij ons dan redden terwijl we ons al lachend bij de gemeente aansluiten en een beslissingskaart tekenen en hem naar de gemeente brengen en wat het ook mag zijn. Dat is niet Gods vereiste. "Hij die al gaande met tranen zaait, zal ongetwijfeld met gejuich terugkomen, kostbare schoven met zich dragend." We hebben mensen nodig die schoven brengen.

49 Ik hoorde de grote evangelist eens iets zeggen toen ik een van zijn ontbijten bijwoonde. Hij pakte de Bijbel en... Ik heb hem altijd bewonderd. Hij zei: "Hier is de standaard. Dat is wat God vereist." Hij zei: "Ik zal een stad binnengaan en ik zal een opwekking houden." Hij zei: "Ik zal er twintig- of dertigduizend hebben die de beslissing nemen. Na ongeveer vier of vijf jaar, of misschien twee jaar kom ik terug en dan kan ik er geen vijftien of twintig meer vinden." Hij zei: "Paulus ging een stad binnen en hij maakte één bekeerling. Hij kwam terug binnen een jaar en dan had hij er dertig of veertig van die ene." Toen zei hij: "Het komt door de luie predikers die met hun voeten op tafel zitten en niet uitgaan om de mensen te bezoeken."

50 Ik bewonder zijn moed om naar zijn overtuiging zijn broeders zo uit te kafferen en dergelijke, maar ik zou hem deze vraag willen stellen: "Welke prediker vertelde het die ene daarginds onder Paulus, toen er geen gemeenten waren voor hem om naartoe te gaan?"

     Wat was het? Paulus had hem uit een traditie genomen of het tekenen van een kaart, in de doop van de Heilige Geest, toen zijn ziel in brand stond voor God. Hij moest getuigen en dingen zeggen. Zijn hele ziel brandde met een vuurvlam die God erin had gelegd. Wat wij vanavond nodig hebben, is een teken dat een man of vrouw gered is; zie hen dan achter zielen aan gaan zo snel als zij kunnen.

51 Hij zei eens dat een barman... Een kleine jongen kwam binnen en zei: "Meneer barman?"

     Hij zei: "Ja, jochie."

     Hij zei: "Uw uithangbord ligt op de grond."

     Hij zei: "Wel, dank je jochie." Dus ging hij naar buiten en de kleine jongen stond met zijn handen achter zich, en de barman keek omhoog. En er was een grote gelagkamer op een grote koperen plaat aangekondigd. En hij nam zijn schort en poetste het op. Hij zei: "Jochie, je vergist je. Mijn uithangbord hangt daarboven."

     Hij zei: "Nee, meneer", zei hij, "dat is het niet." Hij zei: "Ik bedoel uw beste uithangbord."

     Hij antwoordde: "Dat is het beste uithangbord dat ik heb."

     Hij zei: "O nee, kijk eens wat daar ligt." En daar lag een dronkaard in de goot. Dat was het beste uithangbord dat hij had (Ja zeker), toen hij een man onder de invloed zag van wat hij binnen verkocht.

     En als wij een man zien onder de invloed van de Heilige Geest, zodat zijn leven brandt met ouderwets Pinkstervuur, is dat het beste uithangbord dat God ooit had, dat die man gered is. Wel, ja zeker. Dat is het beste teken.

     Nu, hoe zal dat tot stand komen? Niet door aansluiting bij een gemeente, maar door het aanvaarden van Zijn vergeving door Jezus Christus, uw onschuldige Vervanger.

52 Geen oprechtheid, geen echt berouw over zonde. Hij zei dat Hij Zijn aangezicht voor hun rituelen zou verbergen. Hun gebeden waren krachteloos. Zij baden. O zeker. Zij gingen erheen en zeiden hun gebeden op. Zij offerden hun offerande. Het werd een vorm.

     Weet u dat in 2 Timotheüs, het derde vers, of het derde hoofdstuk van 2 Timotheüs, ons hetzelfde verteld wordt, wat wij zouden krijgen in de laatste dagen? De Bijbel zei: "Weet dit, dat in de laatste dagen de tijd zal komen dat de mensen zullen zijn, koppig, hoogmoedig, liefhebbers van genot meer dan liefhebbers van God, verbondsbrekers, valse beschuldigers, zonder zelfbeheersing en verachters van hen die goed zijn, hebbende een gedaante van godzaligheid, maar de kracht ervan ontkennend; keert u van dezulken af. Want dit is het soort dat van huis tot huis gaat en onnozele vrouwen leidt die met lusten beladen zijn, altijd leren en nooit tot de kennis der waarheid kunnen komen."

53 Nu, als de Bijbel voorspelt dat het uur zal komen dat de gemeente in dezelfde traditie zou komen als zij daar waren door hun rituelen... Hier is het weer, een traditionele godsdienst, krachteloos. "O", zeiden ze "dat waren de communisten." Nee, dat waren ze niet. "Hebbende een vorm van godzaligheid..." Zij gaan naar de kerk, zij sluiten zich aan bij de gemeente; zij proberen er een lange vertoning van te maken dat ze naar de kerk gaan en zo, en gaan uit en leven anders. Er is geen vuur in hun ziel. Er is niets; ze hebben geen belangstelling voor iemand anders. "Ieder ander kan sterven en gaan als zij willen. Wij voelen dat wij gered zijn. Laat de rest van hen maar gaan."

     Dat is geen oprecht Christendom. Christendom is achter het verlorene aan gaan. Ga die broeder zoeken. Ga er iets aan doen! En wij staan en vouwen onze handen zelfs als wij beweren dat we gered zijn en zien mannen en vrouwen sterven aan alle kanten. En de straten zijn vol vrouwen die naar de kerk gaan met shorts aan en met beschilderde gezichten, op straat lopend met sigaretten in hun handen en verf over hun hele gezicht. Ze zien eruit als vossen en wolven of zoiets – en mannen lopen over straat, sluiten zich bij kerken aan, en dergelijke, en noemen dat dan Christendom. En je dan stilhouden?

54 Wat zou Paulus doen als hij in Tucson liep? Nu, ik zeg dat ze hem vóór de morgen in de gevangenis zouden hebben. Zo is het. Waarom? Zijn ziel zou zo branden voor God dat hij zich niet meer in zou kunnen houden. Zeker. Maar wij sluiten ons aan bij de kerk. Ziet u, onze tradities zijn een stank in het aangezicht van God geworden.

     Wat wij vandaag nodig hebben is dat er een profeet op het toneel verrijst met ZO SPREEKT DE HERE die deze dingen tot de bodem ontleedt en zegt dat ze een stank zijn geworden. Onze denominaties zijn gegroeid en onze kerken zijn groot en ze zijn mooier dan zij ooit waren. We zouden heel wat beter af zijn als we met een tinnen pan weer in de steeg zouden staan met een gitaar – of daar op de trom sloegen of wat anders, met het echte Pinkstervuur brandend in onze zielen, dan om in die grote stoelen te zitten waarin wij vandaag zitten, stervend; terwijl de wereld onder onze voeten sterft.

55 Ja zeker. God heeft een vergeving en die vergeving is alleen door Jezus Christus. Opleiding, traditie, denominationalisme, geleerdheid, niets zal ooit haar plaats innemen. Het is onder dat bloed. Het is onder de traditie – niet de traditie – maar onder het bloed van Jezus Christus dat Gods voorziene plaats voor zondaars is; de enige wijze waarop wij Hem ooit kunnen ontmoeten. Nu, ik vertel u, neemt u een Methodist, neem een Baptist, en een Presbyteriaan en een Lutheraan en een Pinksterman, en laat ieder onder dat bloed komen. Ze zijn broeders. Er is geen twist onder hen. Beslist niet, ze zijn broeders. Ze zien alles gelijk.

     Maar u laat een Methodist zich met een Baptist opwinden over de opdracht van de doop. U laat een Enigheidsman zich druk maken tegenover een Drieeënheidsbelijder, een Drieeënheidsbelijder met een Enigheidsbelijder en wat al meer. Let op de ruzie, hoe de haren rechtop gaan staan. Maar laat hen beiden onder het kruis komen en let op wat er dan plaats vindt. [Leeg gedeelte op de band – Vert]

56 En zal zijn totdat ik sterf

Dan in een edeler, lieflijker lied,
Zal ik deze kracht om te redden bezingen;
Als deze arme, lispelende, stamelende tong,
Zwijgend in het graf ligt...

     Ik leg vanavond getuigenis af dat het bloed van Jezus Christus een Methodist, Baptist, Lutheraan, Presbyteriaan, wat hij ook is, tot mijn broeder maakt. Ja zeker. Er is iets in die persoon, omdat zijn geest een broeder is. Hij is geen ruziemaker of zoiets; hij is een broeder in Christus. Hij gelooft elk Woord dat in die Bijbel staat.

     Hoe kan de Heilige Geest, die de Bijbel schreef, het ontkennen? Hoe kan de Heilige Geest in een mens leven en zeggen: "Nee, dat was voor de discipelen"? Dat...

     Jezus zei: "Elk die wil."

     Petrus zei: "De belofte is voor u en voor uw kinderen en voor hen die verre zijn, zo velen als de Here, onze God, ertoe roepen zal." De Heilige Geest was voor iedereen die God riep.

     En hier zei Hij: "Hen die Hij voorbestemde kende Hij van tevoren." Hij verordineerde en zij namen aan. "En niemand kan tot Mij komen," zei Jezus, "tenzij de Vader hem trekt en allen die de Vader Mij gegeven heeft, zullen tot Mij komen."

57 Komen wij in een opgewerkte emotie? Komen wij om ons bij de kerk aan te sluiten? Komen wij omdat wij niet naar de hel willen gaan? Of komen wij omdat wij God liefhebben, daar Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf, opdat een ieder die in Hem gelooft eeuwig leven zal hebben? Komen wij omdat het een liefdesoffer is, dat God aan ons gaf, opdat wij het zouden kunnen tentoon spreiden?

     God haat een krachteloze godsdienst. Hun godsdienst heeft geen kracht. Dus wat moet Hij met deze dag doen? Hij haat een... Iedere keer dat God in de Bijbel ooit... buiten... deze kant werd de Bijbel, iedere keer dat er ooit een reformatie of een opwekking kwam, werd deze geruggensteund door grote tekenen en wonderen. Toen Luther optrad, toen Wesley optrad, toen alle hervormers, Sankey, Finney, Knox, Calvijn, of wie dan ook, toen zij naar voren kwamen werd er kracht gedemonstreerd. Waar God is, is Hij bovennatuurlijk. Waar God Zichzelf tentoon spreidt moet het bovennatuurlijk zijn.

58 Kijk naar de Farizeeërs in die dag die tot Jezus kwamen. En zij spreken van zachtmoedigheid en liefelijkheid. Wie was er lieflijker dan de oude priester? Wie was er groter dan hun priester? Hij kwam naar u toen u werd geboren. Als er een ruzie in de buurt is, komt hij om het bij te leggen. En hij is altijd de vredestichter. Hij is een beminnelijk man. U weet dat hij het is. Als u in problemen bent kunt u naar hem toegaan, hij helpt u. Over een aardige man gesproken.

     Dan sprekend over deze Jezus van Nazareth... Van deze priester weten wij wie zijn vader was, de vader van zijn vader, zijn vaders vader. We hebben een school hier die hem identificeert. Wie is deze Jezus van Nazareth? Van welke school komt Hij? Tot welke organisatie behoort Hij? Wat doet Hij anders dan altijd maar twist veroorzaken?

     Wat zegt Hij over die vriendelijke oude priester van u? "Hij is van de duivel." Jezus zei: "U bent – u bent de... De duivel is uw vader en zijn werken zult u doen." Zou u zich dat in kunnen denken? Hij ging naar de tempel, keek naar de mensen met toorn, wierp de offers overhoop die Jehova vereiste en riep uit: "Er staat geschreven dat het huis van Mijn Vader een huis van gebed is en u hebt het tot een moordenaarskuil gemaakt."

     Wat zou Hij vandaag doen, als Hij tot onze moderne kerken kwam? Er zouden wat meer tafels omgekeerd worden. Er zouden meer kerkbanken omgeworpen worden. Wel, Hij zou de zaak afkraken. Dat is juist. Het zou hetzelfde zijn. Ziet u niet dat Jezus zeer Schriftuurlijk is? Hij was het Woord. Hij hoefde niets te schrijven. Hij was het Woord. Hij was het levende Woord. En de mensen falen het te herkennen.

59 En hoe kan een mens vandaag, op de principes van wat... Jezus beloofde deze tekenen aan de hele wereld en deze zegen aan de hele wereld en dat de Heilige Geest zou vallen net als in het begin op al degenen die God zou roepen. Hoe kan een mens zichzelf een Christen noemen en dat Woord ontkennen en zeggen dat de Heilige Geest in hem is? De Heilige Geest zal elk Woord van God met een "Amen" bekrachtigen. Dat is precies juist.

     O, broeder, onze opleidingssystemen hebben ons ervan weggetrokken. En onze denominaties hebben ons van elkaar gescheiden en van Christus. Maar wat... Zij zullen daarmee door blijven gaan. Als u een vervanging neemt, enig ander ding, betekent het niets anders dan opnieuw vijgenbladeren. God verwerpt het. Maar als de gemeente onder het bloed van Jezus Christus komt, met het teken van de Heilige Geest op hen, dan zult u weer broederschap zien. U zult een gemeente zien vol van kracht. U zult zien...

60 God haat een krachteloze godsdienst. Er moet kracht zijn. Zeker. Het is een kracht om een mens van de zonde te redden. Het is een kracht die tekenen en wonderen en mirakelen kan doen zoals Jezus beloofde. Zij richtten zich destijds op het Woord van God en geloofden het, en het trof doel. Als u zich op dezelfde wijze richt op het Woord van God zal het weer doel treffen. Inderdaad, omdat Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. God houdt niet van een krachteloze godsdienst. God wil dat niet. God wil volbrengen. God wil Zichzelf levend vertonen. Onze hoop is de opstanding. Is dat juist? Onze levenshoop is de opstanding, de opstanding van Jezus Christus.

61 Ziet u, God wil werken in Zijn gemeente. Jezus zei: "Ik zal altijd met u zijn, zelfs tot het einde van de wereld. De werken die Ik doe, zult gij ook doen." Johannes 12:14: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen, zelfs meer dan deze zult gij doen, want Ik ga tot Mijn Vader." Nu, de kerk probeert dat te ontkennen om een wijze te hebben die meer leden brengt, om meer populair te zijn.

     Nu, ik wil u iets vragen. God probeert in Zijn gemeente iets te volvoeren, maar de kerk probeert iets te volvoeren door de geloofsbelijdenis en de twee kunnen niet samenwerken. U moet van de geloofsbelijdenis afkomen en in Christus komen. En hoe kun je het doen? Als Hij het bloed ziet, wanneer het bloed is aangebracht met een oprecht hart en een hand gelegd op Jezus Christus en een hart dat waarachtig is voor God, dat belijdt dat hij verkeerd is en geboren wordt uit de Heilige Geest, dan zouden de werken van God volgen, zoals Hij zei dat zou gebeuren. Ja, de kerk wil iets volvoeren door haar geloofsbelijdenissen, om te zien hoeveel leden zij kunnen krijgen. God wil het volvoeren door de kracht van het bloed om Christenen te doen wederom geboren te worden. Dat is precies het verschil.

     Om dit te doen moet u verwerpen... Om dit te doen... u moet de Heilige Geest en Zijn volvoerende kracht verwerpen om een geloofsbelijdenis aan te nemen. U moet de waarheid zien, voordat u een dwaling kunt aannemen. Als u een Christen zult gaan zijn, kunt u niet... U moet over Gods belofte heen lopen om in een dwaling te geraken. Want er zal voortdurend een rood licht vóór u flitsen: "Dit is het Woord."

62 U zegt: "Wel, dat was voor een andere dag." Het is voor vandaag, omdat Christus het Woord is. Is dat juist? Johannes 1: "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons." En de Bijbel zei: "Hij is Dezelfde gisteren, heden en voor immer." Dus als Christus het Woord is, is elke belofte waar en is die hetzelfde gisteren, vandaag en voor immer. Het moet zo zijn. Er is een wederom geboren geloof nodig om het te geloven en te laten werken. U kunt het niet alleen af met traditie, het zal niet werken. U moet tot dat bloed komen. Zeer beslist.

63 Nadat Jesaja Israël vertelde dat zij hun vervanging verontreinigd hadden door hun tradities, verscheen er nog een profeet. (Voordat wij sluiten.) Er kwam nog een grote profeet op het toneel en dat was Johannes de Doper. Nu, hij wees hen op een Lam dat genoeg zou zijn, niet slechts voor Israël, maar voor heel Adams gevallen ras. Hij zei dat God een Lam zou zenden. En dit Lam zou zijn voor heiden, Jood en elk die zou willen komen.

     Het duurde niet erg lang of het Lam werd genageld aan Zijn "altaar kruis". Zijn bloed werd vergoten. De Heilige Geest kwam terug. Nu, toen het oude, dierlijke lam stierf, kon de geest van het dier niet terugkomen. Dus dat bloed werd slechts aangebracht voor een natie. Maar nu werd voor heel Adams ras het bloed van het Lam van God vergoten en het teken kwam op de aanbidder terug in de vorm van de Heilige Geest. Nu, dat vereist God. Dat deden zij op die dag. En dat doen zij vandaag.

     Nu, als enig persoon de last van de zonde voelt en u weet dat u verkeerd bent... Luister, er is vergeving. En die vergeving is door Gods Lam. Gelooft u dat? Het is door het Lam, door het bloed van het Lam.

64 Er werd mij eens een klein verhaal verteld. Het heeft mij veel geholpen. Er was een jongen die in vroeger dagen ontvoerd werd. Ik veronderstel dat u allen Bijbelse geschiedenis en kerkgeschiedenis hebt gekregen. En ik geloof dat het in Foxe was... Nee, het stond in de Nicéa vaderen, of het leven van Patricius. Patricius was... Eigenlijk was dat alleen maar een naam die hem gegeven werd. Zijn naam was Suscat. En hij werd ontvoerd door een groep zeerovers en werd verhuurd als varkensfokker.

     En het verhaal gaat dat deze jongen werd ontvoerd en aan boord van een schip werd genomen. Hij sloeg zich er doorheen. En de oude kapitein werd op zekere dag ziek en stond bijna op het punt van sterven. En hij was zo ziek, ver weg buiten op zee, en de oude man met zijn grijze baard lag in zijn hut. En hij riep zijn bemanning, zijn dekknechten en zei: "Is er een Bijbel onder jullie?" Hij zei: "Toen ik een kind was, kreeg ik een Christelijke opvoeding en," zei hij, "ik ben stervende. En mannen, ik wil zo niet sterven." Hij zei: "Hebben jullie het Woord van God? Heeft iemand hier het Woord van God?"

65 Tenslotte stond achterin de groep mannen de kleine jongen op en hij zei: "Meneer, ik heb een Bijbel. Ik ben een Christen. Ik draag hem bij mij."

     Hij zei: "Kom hier, beste jongen." Hij zei: "Meen je dit dat je een Bijbel met je mee draagt?"

     Hij zei: "Ja." Hij zei: "Mijn moeder en vader waren Christenen en ik gaf mijn leven aan Christus toen ik nog maar een heel kleine knaap was en ik heb Zijn Woord meegenomen waarheen ik ook ga." Hij zei: "Ik draag hem op mijn hart en hij is in mijn hart geweest."

     Hij zei: "Lees mij er iets uit, zoon, voordat ik sterf."

     En de kleine knaap sloeg Jesaja 53:5 op. Het luidde zo: "Hij werd verwond voor onze overtredingen. Hij werd verbrijzeld voor onze ongerechtigheid; de kastijding die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door Zijn striemen zijn wij genezen."

     En toen hij dat zei, zei de oude kapitein: "Kun je doorlezen?"

     De kleine jongen zei: "Mag ik hier een opmerking maken?"

     En de oude kapitein zei tegen de jongen: "Ga je gang."

     Hij zei: "Mijn Christen-moeder zei, voordat ik van haar werd weggenomen – weet u, zij was gewoon die Schriftplaats zoveel voor mij te lezen – en weet u hoe zij het las?"

     En de oude kapitein zei: "Nee, zoon, ik zou graag horen hoe je Christen-moeder het las."

66 Ze zei... Hij zei: "Zij las het op deze wijze: 'Hij werd verwond voor de overtredingen van Willie Pruitt; Hij werd verbrijzeld voor de ongerechtigheid van Willie Pruitt; de straf van Willie Pruitt was op Hem en door Zijn striemen werd Willie Pruitt genezen.'"

     De oude kapitein zei: "Daar houd ik van. Daar houd ik van." Hij zei: "O, als mijn naam slechts daarin gelezen zou kunnen worden." Hij zei: "Denk je dat je dat zou kunnen doen, zoon?"

     Hij zei: "Ik zal het proberen." Hij zei: "Hij werd verwond voor de overtredingen van John Quartz. Hij werd verbrijzeld voor de ongerechtigheid van John Quartz; de straf van de vrede van John Quartz was op Hem en door Zijn striemen werd John Quartz genezen."

     Terwijl de tranen door zijn baard rolden, zei hij: "Haal mijn kleren. Jezus Christus genas mij. Ik geef mijn leven aan Hem." Zie?

67 O vriend, als u slechts uw naam er in kunt lezen. O, als ik mijn naam kan lezen. "Hij werd verwond voor de overtredingen van William Branham. Hij werd verbrijzeld..." Niet de kerk, niet dit, geen geloofsbelijdenis, maar "Hij werd verbrijzeld voor mijn ongerechtigheid; de straf die mij de vrede aanbrengt, was op Hem; en door Zijn striemen werd William Branham genezen." O, als we slechts onze naam in de Schrift kunnen lezen en het werkelijk menen. Het is... Dat is genoeg. Onze naam er in lezen maakt dat u het ontvangt, een vergeving. Want als wij dat beseffen dat "Hij verwond werd voor onze overtredingen, Hij verbrijzeld werd voor onze ongerechtigheid..."

68 Nog één ding, dat wij ontdekken in Hebreeën 9:11, dat vergeving reinheid voortbrengt, daar de aanbidder geen geweten van zonde meer heeft en zich gereinigd heeft van dode tradities. Als wij werkelijk onder het bloed komen, worden wij gereinigd van dode tradities. De Schrift zegt het in Hebreeën 9. Let op: "Reinig uw geweten van dode tradities..."

     Dan, als u dat doet, vergeet dat u een Baptist bent. Vergeet dat u een Methodist bent. Vergeet dat u een Pinksterman bent, wat u ook maar bent. En vergeet die dode tradities en kom tot het bloed. Kom daar naartoe. Lees uw naam daar in en doe dan dit. Kom dan naar de avondmaalstafel. Kom dan en ontdek wie gelijk heeft en wie fout is, of het een gesloten avondmaal is of niet. Kijk of u uw broeder kunt uitsluiten. U kunt het niet doen. U kunt het gewoon niet. Er is iets in u dat het u het niet zal laten doen. Er is gewoon iets. Ziet u? Uw naam wordt onder hen gelezen en u kunt het niet doen. Het zuivert u; het reinigt u.

69 Gedenk aan Hem als wij bij het kruis knielen. Laat hem een Katholieke priester zijn, een Presbyteriaan of wat hij moge zijn, laat die man komen terwijl hij zijn naam daar in leest: "Hij werd verwond voor de overtreding van deze priester. Hij werd verwond voor deze Methodist, deze Baptist, deze Pinkstermens, wat... verwond voor onze overtredingen." Mijn naam, uw naam, wat u ook bent... Laten wij dat dan geloven. Niet wat de geloofsbelijdenis zegt, wat het Woord zegt. Laten wij dan tezamen neerknielen bij het kruis; we zijn broeders.

     O ja, de tradities. Wij reinigen onszelf van alle dode tradities. Er zouden veertig staatsouderlingen kunnen zijn; er zouden veertig hogepriesters kunnen zijn, er zouden kardinalen en bisschoppen en pausen en al het andere kunnen zijn die schreeuwen: "Kom daar vandaan. Verontreinig uzelf niet." Maar u hebt uw armen om uw broeder, broeder. Er is iets werkelijks. U hebt vergeving gekregen onder dezelfde verzoening als waardoor hij vergeven is. U bent broeders. Het is nog nader dan een broeder. Er is iets mee dat u zo nabij God trekt. En als u nader tot God komt, komt u nader tot elkander. Hoe kunt u uw broeder haten die u ziet, of hem verachten en zeggen dat u God liefhebt die u niet gezien hebt? U wordt een leugenaar en de waarheid is niet in u.

     Maar als wij tot een plaats komen waar het bloed van Jezus Christus ons reinigt van alle zonde, dan zijn wij broeders. Dan is er geen verschil in ons. Onze kleine merktekenen die wij op ons hebben vastgenageld, betekenen totaal niets.

70 Ik herinner mij dat ik daar onlangs de poort passeerde, en ik wees een van de broeders die hier zitten er op, waar ik vroeger vee hoedde. En als ze daardoor kwamen zou de veeboer dat vee merken, als zij er doorheen gingen, tijdens het bijeen drijven in de lente. En hij lette op. Nooit zou hij... Zij hadden allerlei merken. Maar hij lette nooit op het merk. Hij lette op het bloedmerk. Het moest een rasechte Hereford zijn anders zou hij niet in het Arapaho Forest kunnen gaan, want de Hereford Association graasde daar. Het moest een volbloed Hereford zijn.

71 Ik denk dat dit de wijze zal zijn in de eindtijd. Hij zal niet zeggen: "Bent u een Methodist? Was u een Baptist?" Dat is de grote vraag vandaag: "Wat bent u? Bent u een Methodist? Een Baptist?"

     Ik zeg: "Nee."

     "Wel wat bent u? Een Presbyteriaan, Lutheraan, Nazarener, Pinksterman?"

     "Nee."

     "Wat bent u?"

     "Een Christen."

     Een Christen, het bloed merk, zie, onder het bloed. Dat betekent dat elke broeder, zuster, onder dat bloed, mijn broeder of zuster is. Zeer diepe oprechtheid daar voor Christus, wij – de priester, de prediker, of wat al meer, leggen onze handen op ons offer en zeggen: "Wij zijn schuldige zondaars. Wij zijn Uw genade niet waardig, o God. Maar U zond Uw Zoon om in onze plaats te sterven en wij aanvaarden het vrijelijk." O, dan zijn wij broeders.

72 Al het oude geruzie is voorbij, het is allemaal weg. Wij zijn oprecht vergeven. U gaat vergeven heen en gereinigd van zonde, gereinigd van traditie. De oude dingen zijn voorbij gegaan, het oude geruzie is voorbij. Alle Baptisten, Methodisten en Presbyterianen zijn allen gereinigd door hetzelfde bloed en we zijn broeders geworden. Traditionele ruzies zijn voorbij. Dan kunnen we hier gemeenschap hebben. En daar alleen kunnen we gemeenschap hebben.

     Ik heb in deze Volle Evangelie Zakenlieden bijeenkomsten Presbyterianen in tongen zien staan spreken en juichen zo hard als zij konden en enigen van de meest vooraanstaande Presbyterianen daar in de Verenigde Staten. Jim Brown, hoevelen hebben hem ooit ontmoet, een vooraanstaande Presbyteriaan, stond hier en danste in de Geest en sprak in tongen en ging hier tekeer, en... een herder van een van de meest beroemde Presbyteriaanse kerken in de Verenigde Staten. Lutheranen, Methodisten, Presbyterianen, allen tezamen, wat betekent het? Zij zijn gekomen onder het bloed. Daar is geen merk; daar zijn geen denominatie barrières. Wij zijn één. Wij zijn Christenen. We hebben dingen gemeen. Ja.

73 Er waren hier niet lang geleden (tot slot) een man en een vrouw, echtgenoot en echtgenote, die bezig waren te gaan scheiden. En ze probeerden het weer bij te leggen. Ze gingen naar een psychiater om uit te vinden of hij hun gedachten weer op één lijn kon krijgen. Maar hij kon het niet. Ze gingen naar alles wat ze maar konden bedenken om te proberen bij elkaar te blijven, maar ze maakten steeds ruzie en voortdurend waren zij verdeeld. Ze konden elkaar gewoon niet uitstaan en zodra ze in elkaars tegenwoordigheid waren begonnen ze te ruziën. Dus besloten zij dat zij zouden gaan scheiden. Ze huurden een advocaat om hen te scheiden.

     En hij zei: "Wel, nu voordat we dit doen, zullen we het huis verkopen." Hij zei: "Jullie kunnen maar beter de boedel verdelen, voordat jullie de echtscheiding krijgen en de plaats verkocht wordt."

74 Dus gingen de man en de vrouw samen naar het huis. Ze gingen de woonkamer in en zij zei: "Ik zal dit nemen."

     En hij zei: "Ik zal dit nemen." En zij ruzieden en twistten en zij gingen tegen elkaar tekeer.

     Na een poosje zeiden ze: "Wel, ik zal jou dit geven als jij dat zult nemen."

     "In orde." Dat ging zo een poosje door.

     Voorts gingen zij de zitkamer en verschillende plaatsen in, en de keuken in en de slaapkamer in. Zij verdeelden hun spullen.

75 Toen herinnerden zij zich tenslotte dat er nog wat spullen op zolder waren. Zij gingen naar boven naar de zolder en zij haalden een oude koffer te voorschijn. En ze begonnen verschillende dingen terzijde te leggen en te zeggen: "Jij kunt dit hebben en jij kunt dat hebben."

     Tenslotte vielen hun beider ogen op een zeker klein voorwerp en ze grepen er beiden naar. En ze keken naar elkaar. Wat was het? Een paar witte schoentjes die aan een overleden baby hadden behoord. Het was een deel van hen beiden. Daar grepen zij zo met hun handen naar dit schoentje... Werkelijk, aan wie behoorde het? Van wie was het? Het behoorde aan hen beiden. Ze hadden iets gemeenschappelijks.

     In enkele ogenblikken, terwijl de een naar de ander keek, begonnen tranen over hun wangen te lopen. Wat was het? Ze konden al het andere verdelen, maar toen zij kwamen tot iets wat zij gemeenschappelijk hadden, het kind dat in de hemel was, toen was de ruzie voorbij. Dadelijk vielen zij in elkaars armen, de echtscheiding was van de baan. De vrede regeerde.

76 En, broeders, laat mij dit vanavond tot u zeggen. Wij willen niet dat u zich bij een kerk aansluit. Maar ik vraag u dit, er is één ding wat wij gemeenschappelijk hebben, dat is Jezus Christus. Hij is van ons gezamenlijk. Wij kunnen niet allen Baptisten zijn; wij kunnen niet allen Methodisten zijn; we kunnen niet allen Enigheid of Drieënigheid zijn of wat het ook is. Wij kunnen dat niet zijn. Maar er is één ding dat wij gemeen hebben. Dat is de aanbieding van vergeving door God, Zijn Zoon, Jezus Christus. Wij hebben alle dingen in Hem. Maar het staat voorop dat we dat aannemen. Dan kunnen wij andere dingen krijgen, als wij de vergeving aannemen die God ons aangeboden heeft.

     En dat zal niet komen door ons opleidingssysteem, door ons kerksysteem, maar het zal komen door het bloed van Jezus Christus. Wij kunnen allen daar samen komen onder het kruis en één zijn en alle dingen gemeen hebben. Gelooft u dat? Laten wij onze hoofden even een ogenblik buigen, terwijl wij bidden.

77 [Er wordt een boodschap gegeven vanuit het gehoor – Vert] Amen. Met gebogen hoofden, zeker met gebogen harten, laten wij onze harten nu even buigen met onze hoofden, zeggende: "Here, met mijn hart nu gebogen, met al mijn traditie, ben ik goed of fout?"

     Laat de Heilige Geest het hart nu doorzoeken. En als het niet precies is zoals het behoorde te zijn, en u zou graag gedacht willen worden in het eindgebed, dat u weet dat wij allen kunnen samen komen onder één ding, het bloed, de verzoening... En als wij dit doen, dan worden wij gereinigd van alle dingen van de wereld. En u zou graag in gebed gedacht willen worden, wilt u het dan laten weten door uw hand naar God op te heffen en te zeggen: "Gedenk..." God zegene u. O my, de handen. "Gedenk mij, o Here."

78 Beseft u dat wij niet veel dagen meer hebben om over deze aarde te trekken? U zegt: "Wel, ik ben nog jong." Ik weet... Ik weet het niet, zuster, broeder. Er zullen veel teenagers in de wereld zijn die vanavond sterven, honderden. Nee, het enige wat u hebt is de adem die in u is. Wilt u op dit moment zeggen: "Met mijn hand omhoog, Here God, neem ik de vergeving aan die U aanbood, het bloed van Jezus Christus. Nu, laat het teken vanuit het bloed, de Heilige Geest, op mij komen. Ik heb de Heilige Geest niet ontvangen. Ik weet het. En ik wil Datgene ontvangen wat mij doet voelen op de wijze waar u over spreekt, dat mijn zonden alle weg zijn, en de wereld, de liefde tot de wereld, bij mij verdwenen is en ik een nieuwe schepping ben. Ik wil dat in mijn hart weten. En, God, ik steek mijn hand niet op naar broeder Branham, maar ik steek hem op naar U, en U kent mijn hart."

     Laat niemand opkijken. Laat alleen God dit zien. En zeg: "God, ik wil het teken dat het bloed bij mij is aangebracht. En ik heb het nodig." Steek uw hand op en zeg: "Bid voor mij, broeder Branham." De Here zegene u. Dat is fijn.

79 Het maakt niet uit wat u bent, Methodist, Baptist, Presbyteriaan, het is voor ieder die wil. Nu, ik heb... Ik zeg niets tegen die kerken, ze zijn in orde. Maar wat ik tracht te zeggen is, dat dit niet zal verlossen. Ziet u? Het moet Gods vergevende genade zijn. En dat wordt alleen vertegenwoordigd, niet door een kerk, maar door het bloed van Jezus Christus. Dat is uw Plaatsvervanger, als u uw handen op Hem kunt leggen en zeggen: "Ik aanvaard dit vervangingsmiddel. God, wees mij genadig."

     En misschien kunnen hier kerkleden zijn die zich met alle goede oprechtheid bij een kerk hebben aangesloten. Ik geloof met heel mijn hart dat u zich aansloot met oprechtheid. Maar u zegt: "Broeder Branham, werkelijk, mijn hart is niet gereinigd van al deze tradities en zo. Ik geloof dat als iemand zou spreken tegen de kerk die ik... Als de Bijbel zelfs zou zeggen, mij vertellen, als het zou bewezen worden door de Bijbel dat mijn kerk verkeerd is, zou ik het nog steeds niet kunnen aanvaarden met mijn hart, ik zou het niet kunnen. Maar ik wil het. Bid voor mij." Zou u uw hand op willen steken en zeggen: "Bid." Ik zal het doen. Ja, ik zal het zeker doen. God zegene u. Dat is goed. Dat is fijn.

     "Ik wil alles kunnen aanvaarden wat God zei, precies zoals Hij zei in Zijn Bijbel. En ik wil dat het bloed van Jezus Christus op mij zal komen."

80 En als het bloed is aangebracht, het teken... Zie, er is een teken van het bloed gegeven, en dat is de Heilige Geest. En u weet wat de Heilige Geest deed op de dag van Pinksteren, toen Hij neerkwam op de mensen. Telkens wanneer Hij ooit op de mensen zal komen, zal Hij hetzelfde doen. Petrus zei: "Want de belofte is voor u, voor uw kinderen, en voor hen die verre zijn, zo velen als de Here, onze God, ertoe roepen zal", deze zelfde belofte.

     Als tien centen hier tien centen zijn, zijn het daar ook tien centen. Waar het ook is, het zijn tien centen. Als dit hier een dubbeltje is, is het daar een dubbeltje. Als dit hier een huis is, is het daar een huis. En als dit de Heilige Geest is die viel op de dag van Pinksteren, is het dezelfde Heilige Geest vandaag. En u hebt die ervaring nooit gevonden, aanvaard haar dan nu terwijl wij bidden, wilt u?

81 Onze hemelse Vader, daar wij weten dat de zon snel onder gaat, dat er geen tijd meer zal zijn... Op een dag zal de grote Aartsengel op het toneel van de tijd naar voren treden vanuit de eeuwigheid. En de bazuin van God zal klinken en elke man en vrouw zal zich verantwoorden op wat wij weten dat de waarheid is, het Woord van God. Er moet de een of andere standaard zijn die God hier op aarde moet hebben, waardoor wij geoordeeld zullen worden. En als wij de standaard van onze kerk namen, onze denominatie, hoe ver zouden wij het missen? Welke denominatie zou gelijk hebben? Daarom, we zouden verward raken. We zouden niet weten wat we zouden moeten doen.

     Maar er is een standaard en dat is Uw Woord. En Uw Woord zei: "Tenzij een mens wederom geboren wordt, kan hij zelfs het Koninkrijk van God niet zien." Met andere woorden, hij kan het niet begrijpen. Hij moet het door geloof aannemen en wederom geboren worden en dan zal hij het begrijpen. "Zien" is begrijpen.

82 En vanavond bidden wij, God, dat vele van die handen die vanavond omhoog gingen, over het gehele gebouw, zakenlieden van de stad en vrouwen, jongens en meisjes, ik geloof dat zij met oprechtheid hun hand opstaken. Nu, zij zouden hun handen niet op kunnen steken tenzij er een overtuiging was. En de Heilige Geest door hen heen, heeft hun bewezen dat zij verkeerd zijn en bracht overtuiging dat zij recht willen zijn. Zij staken hun handen op naar U, de grote Schepper, wetend dat zij U op zekere dag moeten ontmoeten. Zij waren oprecht, geloof ik, Here, en ik kom voor ieder tussenbeide. Ik vertrouw vanavond, Here, daar ik bid, dat niet één hand die omhoog ging, ooit rust zal kunnen hebben totdat de Heilige Geest hun leven gevuld heeft. Sta het toe, Here; ik eis hen op als de zegetekenen van Jezus Christus. Doe het, Here, bid ik.

83 Red de verlorenen, vervul hen die Christus aannamen met de Heilige Geest, giet Hem uit op hun zielen, Vader. Verkrijg heerlijkheid voor Uzelf, Jezus. U hebt tot ons gezegd: "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem eerst trekt." En geloof komt door het horen en het horen van het Woord van God. Nu het Woord van God gepredikt is, komt geloof door horen. En zij zijn getrokken, omdat de Bijbel zei: "Die Hij tevoren kende, heeft Hij voorbestemd. En die Hij voorbestemde, riep Hij. En die Hij riep, gaf Hij eeuwig leven."

     En nu, destijds in den beginne, vóór de wereld, plaatste U hun namen in het levensboek van het Lam. En vanavond heeft de Heilige Geest geroepen. Zij staken hun handen op. Nu, Here, geef hun eeuwig leven. Ik vraag het voor de heerlijkheid van God, dat de Heilige Geest neer zal komen in hun harten en hen zal besnijden van alle dode werken en tradities en hun vrije vergeving zal geven en hen zal vullen met Zijn tegenwoordigheid, dat zij mogen voortgaan vanaf deze dag, in het uur der duisternis, zoals het was in de dagen van Sodom toen vrouwen met geschilderde gezichten, onzedelijkheid, de naties schudden.

     O, Here God, mogen mannen en vrouwen uitgaan als brandende vlammen. Moge de Heilige Geest letterlijk heilig vuur op hen zenden, Here, totdat zij zo vervuld zijn met Gods goedheid en... dat zij zullen uitgaan om elke zondaar waarmee zij in contact komen naar het kruis te roepen. Sta het toe, Here, waar zij ook kunnen neervallen en vergeving vinden. Doe dat aan de Methodist, Baptist, Presbyteriaan, de Pinkstermensen en allen, Here. Sta het toe. Zij zijn nu de Uwe. Ik beveel hen aan in Uw handen, dat U dit aan hen wilt toestaan. In Jezus Christus' Naam. Amen.

84 Hebt u Hem lief? Dit mag misschien een beetje uit de orde zijn. Even een ogenblik. Laten wij dit goede, oude lied zingen. Ik houd van zingen. U kent de... Soms zeg je in het prediken dingen die snijden, maar er is balsem in Gilead, nietwaar, die de ziel geneest? Laten wij dit goede, oude lied zingen, als u wilt: "Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief, omdat Hij mij eerst liefhad." Kent u het lied? Laat iemand het voor mij inzetten.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn verlossing kocht,
Aan Golgotha's kruis.

85 Laten wij het neuriën. Nu, terwijl u neuriet "Ik heb Hem lief", hoeveel Baptisten zijn hier? Steekt uw handen op. Presbyterianen? Lutheranen? Nazareners? Pelgrim Heiligheidsmensen? Pinkstermensen? Tjonge, al de mensen. Allen tezamen. Wat hebben wij nu gedaan als wij onder het kruis zijn gekomen, onder de vergevende genade? We zijn allen vergeven, niet door onze kerk, maar door Golgotha. Laten we even handen schudden met de Methodisten, Baptisten en Pinkstermensen, als we nu weer zingen:

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn verlossing kocht,
Aan Golgotha's hout.

     Nu zingen wij het zo dat ieder het kan horen. Nu, laten we even onze hoofden buigen en onze handen naar God opsteken. En met ons hele hart, als wij Hem liefhebben, laten wij nu zeggen:

Ik heb Hem lief (O God), ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn verlossing kocht,
Aan Golgotha's kruis.

Deze site maakt gebruik van functionele cookies.

Download
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
English (Engels)